Slimme thermostaten, slimme lampen, slimme meters, slimme sensoren… we worden dagelijks bedolven onder de slimme oplossingen. Maar betekent het automatisch dat je een slim gebouw hebt als je die innovatieve technieken laat installeren? “Nee”, zegt Wouter Kok, van IoT-specialist bGrid. Verwarrend, nietwaar? De leverancier ziet jou als een kanaal om slimme oplossingen in de markt te zetten, de woningeigenaar vraagt om Smart Technology, in de zorg heeft men het over domotica en ja de laatste jaren is er ook al een enkeling die over ‘Het Internet of Things’ begint. En daar sta je dan, W-installateur in hart en nieren. Een echte vakman als het op loodgieterswerk aankomt, dakdekken of een cv-ketel installeren. Zo zoetjes aan wil je je zelf wel eens aan een warmtepomp wagen, want we gaan van het #gaslos. En dan beginnen leveranciers, klanten en vaktijdschriften je te bestoken met voorstellen en vragen over Smart Technology. Wat nu? Spraakverwarring Eerst maar eens een einde maken aan alle spraakverwarring. Wouter Kok is al een oudgediende in deze relatief nieuwe tak van sport. Een snelle blik op zijn LinkedIn cv leert ons dat hij al in 2004 in een aanpalende sector actief was: datacenter technologie. In 2015 zette hij bGrid op, een “Smart Building Platform Solution, developing buildings into a tool for its user.” Hierin zit al de kern besloten wat een slim gebouw nu eigenlijk echt inhoudt. Imago “In tegenstelling tot wat menig fabrikant of installateur denkt, maakt een App om de klimaatregeling of verlichting te regelen een gebouw
Tag: artikel editie november 2018
Mooie plannen, maar waar blijven de daden? Dit dacht ik toen ik hoorde dat politiek Den Haag op de rem trapt van het Energie- en Klimaatakkoord. De regeringspartijen zijn het namelijk nog niet eens over de invulling van de door het kabinet aangekondigde klimaatmaatregelen. Dit ligt niet aan de ambitie van de plannen. En ook niet aan de in de afgelopen maanden tot stand gekomen voorstellen van de verschillende klimaattafels. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving is het goed mogelijk om met de huidige plannen de CO2-uitstoot in 2030 met 49% te verminderen. Maar hier is wel politieke duidelijkheid voor nodig. Het startschot voor de verduurzaming ligt dus in Den Haag. Wachten op Den Haag is voor de branche is geen optie. We hebben in de afgelopen jaren de basis voor de verduurzaming gelegd. Vakmensen investeren nadrukkelijk in hun kennis en vaardigheden. Installatiebedrijven werken hard aan het verlagen van de CO2-uitstoot. Voor de branche is de energietransitie niet iets van de toekomst; we zitten er al middenin! En niet alleen de landelijke politiek is aan zet. Gemeenten komen uiterlijk in 2021 met plannen die bepalen of en wanneer een wijk van het gas af gaat en wat de alternatieve verwarmingsbron wordt. Als partner van de gemeente is het aan de branche om deze lokale ambities waar te maken. Het doen zit ons in het bloed. Door in te zetten op (nog) meer vakmanschap bij het verduurzamen van de gebouwde omgeving maken we als branche het verschil. Met scholing die aansluit
Eind jaren negentig was de samenleving sceptisch over de komst van de mobiele telefoon. “Waarom zou ik overal bereikbaar moeten zijn”, was een veelgehoorde reactie. Twintig jaar later is een leven zonder mobieltje ondenkbaar. Eenzelfde scenario staat ook het Internet of Things (IoT) te wachten, denkt Maurice Rebel, Senior Accountmanager bij LG Air Solutions. Wanneer de klant het gemak en de energiebesparing van IoT ontdekt, kan het volgens hem snel gaan. “Deze verandering treft ook het vak van de installateur, dat steeds complexer zal worden.”
De gemiddelde installateur heeft heden ten dage één specialisme, zoals verwarming, ventilatie, verlichting of sanitaire technieken. Er is echter een verschuiving gaande van monodisciplinaire naar geïntegreerde installaties en systemen. Denk aan een koppeling tussen verwarming, verlichting en beveiliging in een gebouwbeheersysteem. Bovendien worden steeds vaker ‘slimme apparaten’ ingezet, oftewel het Internet of Things (IoT). Links of rechtsom, de installateur krijgt te maken met data en nieuwe technologieën. Dankzij deze nieuwe technologie krijgt de installateur grote hoeveelheden data tot zijn beschikking, zowel bij het installeren van apparaten, als bij het uitlezen van systemen. Deze data geeft bijvoorbeeld inzicht in het energiegebruik en storings- en piekmomenten. En zo doet data-analyse haar intrede in de wereld van de installateur. Met deze data kan hij zijn werkzaamheden anders inrichten, wat de efficiëntie van zijn werk ten goede zal komen. Zijn functie krijgt dus een andere inhoud. Maar dat is niet het enige dat hem te wachten staat. Inzicht in energie versus gebruik De opkomst van IoT, en met name van gebouwbeheersystemen, hangt samen met de groeiende aandacht voor duurzaamheid. Organisaties focussen op duurzame productie en gebouwen worden energieneutraal. Hierin speelt data een belangrijke rol. Door het gebruik van installaties te analyseren kunnen maatregelen worden getroffen om het energiegebruik terug te dringen. Organisaties nemen hun energie-inkoop onder de loep: wat kopen we in aan energie om productie te draaien? Zijn er isolatiemogelijkheden om het gebruik terug te dringen? Dit zorgt voor de toepassing van nieuwe, duurzame energiebronnen, zoals water en wind en heeft ook zijn
Mijn vorige column ging o.a. over watermanagement in Nederland. Ik stelde dat er geen tekort is aan water. Er is immers sprake van een kringloop. De klimaatverandering zorgt voor een, zeg maar, ‘verstoorde bloedsomloop’. Te weinig watertoevoer en dan weer plensbuien. Een cyclus zoals in de ijstijd. Toen waren er echter geen kolencentrales met CO2-uitstoot. Ja, houtvuurtjes om eten te bereiden. Men bouwde destijds op terpen. We hebben nu te maken met de effecten van de drooglegging (Haarlemmermeer). We zijn gaan ‘polderen’ en bouwen onder water. In de regenperiode moeten we zorgen dat we een voorraad aanleggen en bij droogte pompen we deze op. Kortom, water genoeg. Zouden we de ruimtes in de bodem van Slochteren hiervoor niet kunnen gebruiken? Dit voorkomt ook inklinking. Ik besef dat dit niet in de oliehoudende grondlagen kan, maar zelfs dan? Wellicht met een betere zuiveringstechniek. Peil IJsselmeer verhogen en spui uitlaten vergroten. Wat dacht u van het IJsselmeer uitbaggeren en een Schiphol-eiland voor de kust opspuiten. Maar goed, terug naar de realiteit. Legionellabesmettingen nemen toe. Zolang de oorzaak van een longontsteking niet goed wordt onderzocht en brononderzoek niet verbetert, lopen we achter de feiten aan. Eens zal ik misschien wel in het gelijk worden gesteld met mijn schatting van 750 doden per jaar. Vakgenoot Henk Peelen heeft een keurige opsomming van hotspots gemaakt die legionellavorming in de hand kunnen werken. Ik heb er nog een paar: leidingen achter koelkasten, ijsblokjesmachines, wasdrogers en wasmachines. Nog een belangrijke: als een retourleiding van een circulatiesysteem direct
Sinds 1 juli is de wettelijke plicht tot het aanleggen van een gasaansluiting bij nieuwbouwhuizen vervallen, wat feitelijk uitwerkt als een verbod op het aanleggen van een gasaansluiting. Bij dit feitelijk verbod komen ook torenhoge ambities en wensen. Zijn deze torenhoge ambities wel realiseerbaar, en is het wel zo verstandig, en voor wie zijn de kosten eigenlijk? • 200.000 bestaande woningen per jaar afkoppelen van het gas. De totale woningvoorraad in Nederland bestaat uit ruim 7,6 miljoen woningen. Dat betekent dat we, als we ervan uit gaan dat 6 miljoen woningen zijn aangesloten op het gasnet, dit in 30 jaar gerealiseerd zou kunnen zijn. Dan zijn we bijna in het jaar 2050. CDA en D66 wensen een verkoopverbod vanaf 2021 op gasgestookte cv ketels, dat is al over 3 jaar. Dus als we er vanuit gaan dat een cv-ketel 15 jaar meegaat, zouden al onze bestaande cv-ketels moeten zijn vervangen in 2036. Bij onze aanname van 6 miljoen woningen betekent dat niet 200.000 woningen een alternatief moeten hebben voor hun verdwenen gasaansluiting, maar 400.000 woningen per jaar. • Daar komt bij dat het aanpassingen maken aan een woning voor een alternatief voor het gas gemiddeld minstens € 25.000 kost (bij een woningvoorraad van 6 miljoen betekent dit een minimale investering van 150 miljard). Dhr. Samsom vindt dat we hiervoor dan een hogere hypotheek moeten afsluiten (en wij dachten dat de totale hypotheekschuld in Nederland al veel te hoog is!) Deze investering zou zichzelf terugverdienen, want de energierekening wordt lager. Maar of dat
Het voltallige College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) is al binnen geweest, samen met tien afdelingsdirecteuren. Leerlingen journalistiek en communicatie, ondernemers en ook docenten zijn er met regelmaat te vinden. Ondernemer Henk Stomphorst zoekt er met nieuwe communicatietechnieken, zoals ‘augmented reality’ ofwel ‘toegevoegde realiteit’, verbinding met het bedrijfsleven. Zoals de smartphone ons leven de laatste jaren op zijn kop heeft gezet, gaat de manier waarop we kennis en vaardigheden met elkaar delen, onverbiddelijk veranderen. Sterker nog: we zitten al midden in dat veranderingsproces. Dat is de reden waarom Aeres Tech en de CHE samenwerken met het bedrijfsleven in de MediaHUB. Op de bovenste etage van het gebouw bij Aeres Tech in Ede hebben studenten, ondernemers en docenten vrij spel. Hier kunnen ze lerend werken. Of werkend leren, zo je wilt. Ondernemen, misschien ook een beetje fantaseren. Grenzen verkennen en grenzen verleggen, creatief zijn en innoveren. Dat komt niet uit de lucht vallen, maar dat moet je organiseren, hebben Aeres Tech en de CHE gedacht. Broedplaats Vandaar de MediaHUB. Dit wordt een broedplaats van nieuwe creativiteit, nieuwe leermethoden en nieuwe toepassingen, zo is de bedoeling. En van nieuw ondernemerschap, hopelijk. “We willen hier nieuwe dingen bedenken waarmee zowel studenten als ondernemers vooruit kunnen. Dingen die we nu nog niet hebben verzonnen”, zegt Wouter van Grootheest, docent aan de opleiding communicatie van de CHE. De MediaHUB is een initiatief dat tot stand is gekomen door een innovatieprijsvraag van de provincie Gelderland, die onderwijs en arbeidsmarkt beter met elkaar wil