Stadlander is een woningcorporatie met 15000 woningen in West-Brabant en Tholen. In 2016 liet de verhuurder annex eigenaar Nieuw Eeckelenbergh optrekken in Steenbergen. Het bouwblok bestaat uit 17 NOM-woningen, die levensloopbestendig zijn. Na ruim een jaar monitoren mag wel geconcludeerd worden dat het nieuwbouwproject een succes is. Met dank aan de warmtepomp. Nieuw Eeckelenbergh werd in het voorjaar van 2017 opgeleverd. Met het oog op de toekomst zijn de woningen levensloopbesteding uitgevoerd. Allereerst door ze te bouwen als nultreden woningen met brede deuren. Daarnaast zijn op de begane grond in principe alle faciliteiten beschikbaar. Bewoners hebben er een grote woonkamer met open keuken, een lichte slaapkamer en badkamer tot hun beschikking. Op de eerste verdieping heeft de huurder ook nog eens twee slaapkamers. De woningen hebben een gebruiksoppervlakte van ongeveer 105 m2. Isolatie De 17 huizen hebben een binnenwand van kalkzandsteen, een gemetseld buitenblad, en kozijnen van duurzaam geproduceerd hout met 3-laagse HR++ beglazing. Tijdens de bouw is extra aandacht besteed aan kier- en luchtdichtheid. De RC-waarde van de schil bedraagt dan ook 4,5 en van het dak 7. E-concept De bewoners mogen jaarlijks bijna 10.000 kWh aan energie gebruiken. Daarvan is 2600 bestemd voor gebouwgebonden en 2600 voor consumptief gebruik. De overige 4625 kWh gaat naar de productie van warmtapwater. Alle cijfers zijn gebaseerd op nauwkeurige berekeningen die op voorhand zijn gedaan. Bij het gebouwgebonden gebruik hield de installateur rekening met een gemiddelde bezetting van 2,5 personen. Mochten de bewoners meer stroom gebruiken dan is voorzien in hun bundels,
Tag: artikel editie november 2018
Technologie is onlosmakelijk verbonden met ons mensen. In alle stadia van het leven. Ook wanneer er een mate van zorg nodig is. Al snel komen dan de begrippen zorgdomotica of zorgtechnologie op tafel. Functionele technologie die het primaire werkproces van de zorgprofessional efficiënter maakt. Of de zelfredzaamheid en het welzijn van de cliënt in haar zorgomstandigheid verbeterd. Meer dan eens wordt de plaats van ‘het gebouw en haar techniek’ dan vergeten. Energie, klimaat en ICT: het wordt gedegradeerd tot de basale technieken. Het is er; en daarmee basta! In het ontwikkelproces van een nieuw gebouw wordt meer dan eens de knip gezet tussen het gebouw en de gebruiker. Deze ‘knip’ blijkt een bron van discussie in demarcaties. Ook zorgt het voor onnodige investeringen in techniek. En tot slot, misschien wel het belangrijkste, de knipt draait menige innovatie de nek om. Jammer en bovenal dom. Het technisch integreren van alle techniek in en om het gebouw staat in de branche bekend als gebouwautomatisering. Het werken vanuit deze integratiegedachte is – als het goed is – niet alleen omdat het kan, maar omdat het aantoonbaar bijdraagt aan een duidelijk doel. Bijvoorbeeld besparingen door slimme monitoring, een beter beheer en onderhoud of in bedrijfseconomisch opzicht een efficiëntere exploitatie. Dit vraagt van de installateur veel kennis en kunde. Maar ook een plek waar je van elkaar kunt leren en informatie kunt delen. Zo’n plek tref je aan bij branchevereniging gebouwautomatisering. Deze branchevereniging is onderdeel van FHI in Leusden. Als federatie van technologiebranches is de
Vorig jaar januari zijn we in IZ uitgebreid ingegaan op de vraag of waterontharders noodzakelijk zijn voor een goede waterkwaliteit. Zowel installateurs, waterleidingsbedrijven als consumenten toonden grote belangstelling voor het twee pagina’s tellende artikel en gaven aan te stoeien met de vraag wat onthard water nu precies doet met het leidingnetwerk in de woning en met ons lichaam. Adviseur en HBO-docent Installatietechniek Ron Bosch heeft hier nader onderzoek naar verricht. Anderhalf jaar geleden konden wij de vraag naar de mogelijk gevolgen van waterontharders voor de gezondheid van consumenten nog niet beantwoorden. Het ontbrak ons aan cohortstudies, waarin grote groepen mensen vrijwillig deelnemen aan een veldonderzoek. Inmiddels zijn er betrouwbare gegevens beschikbaar, waardoor we deze en andere vragen van de installateur wel kunnen beantwoorden. Werking waterontharder De meeste waterontharders verminderen het kalkgehalte door ionenuitwisseling, maar ze kunnen ook werken op basis van omgekeerde osmose. Bij de ionenwisselaar wordt water door een cilinder met kunsthars kern geleid, waaraan het calcium en het magnesium blijven plakken. Na een aantal dagen zal de harskern verzadigd raken. Een automatisch regeneratieproces zorgt ervoor dat de kern wordt schoongemaakt. Dat gebeurt met een zoutoplossing. De vuilrestanten verdwijnen in het riool. Vervolgens begint de cyclus weer van voren af aan. Op deze wijze wordt continu hard water in zacht water omgezet. Aantasting kalk Waarom is kalk schadelijk voor leidingen, sanitair en toestellen? • Het vermindert de inwendige diameter van buizen, bochten en appendages. Dat leidt weer tot beperkingen in de waterstroming en drukverlies. • Kalkafzetting op de interne
Internet of Things (IoT) staat nog in de kinderschoenen in de installatiebranche. Maar dat kan heel snel veranderen, misschien wel sneller dan u zelf denkt. ‘Moet ik daar nu ook al in meegaan’, zal menig installateur denken. U heeft het immers al zo druk. Bovendien vragen nieuwe technieken zoals warmtepompen om aanvullende kennis. Bijscholing dus, en daar ontbreekt weer (reguliere) tijd voor. Toch is het verstandig om nu alvast wat kennis bij te spijkeren op IoT-gebied. Geleidelijk aan zullen de innovaties de sector binnenstromen. “En dat heeft gevolgen voor alle installateurs. Van groot tot klein”, benadrukt Jasper Kuin, een IoT-deskundige die in deze uitgave aan het woord komt. “Cv-fabrikanten zijn al bezig met het ontwikkelen van slimme ketels. Binnen een jaar zijn die waarschijnlijk op de markt.” En dan verandert er toch wel iets. Kuin: “Als je een slimme cv-ketel installeert hoef je alleen nog maar je gezicht te laten zien als je een foutmelding krijgt. Misschien is de jaarlijkse onderhoudsbeurt dan niet meer nodig.” Kijk, dat is prettig, want dat neemt gelijk wat werkdruk weg. Maar even zo goed gaat er ook omzet verloren. Passief blijven is dus geen optie. Ook al omdat Kuin verwacht dat spelers met een andere achtergrond de installatiemarkt zullen betreden; zoals Carglass, Über en Bol.com andere branches al hebben opgeschud. Tja, daar zit u waarschijnlijk ook niet op te wachten.
Uit onderzoek van GFK komt naar voren dat de belangstelling voor het fenomeen Smart Home afneemt. En dat terwijl we van alle kanten bestookt worden met nieuwe apps, slimme sensoren en thermostaten. Klopt dit wel? We voelden Ad van Berlo, R&D Manager van Kenniscentrum Smart Homes erover aan de tand.
Er komen steeds meer slimme ventilatieproducten beschikbaar voor de installatiebranche. Ze vergemakkelijken over het algemeen het installeren, inregelen, onderhouden en de service. Een aantal voorbeelden.
Winkels – groot of klein, drukbezocht of een zaak voor de fijnproever – zijn over het algemeen zeer verschillend. Toch is de droom van iedere projectontwikkelaar en installateur om voor de installaties in de winkels zoveel mogelijk te werken met een gestandaardiseerd concept. Dat is ook het geval in Leidsche Rijn Centrum. Voor de winkels in dit bruisende centrum ontwikkelden TW Techniek en Kersten Retail een slim en kostenbesparend concept. Inmiddels profiteren tien winkels ervan. Leidsche Rijn Centrum is een kerngebied van de gemeente Leidsche Rijn, waar wonen, winkelen, werken en uitgaan samenkomen. De 22.400 m2 retail vormt een fraaie mix van mode, horeca en gezondheid. Traditionele winkelformules en nieuwe concepten voor een jong, digitaal publiek gaan daarbij hand in hand. Retailinstallateur Kersten Retail verzorgt het installatiewerk binnen het centrum. Voor de regeling van de luchtbehandeling, koeling en ventilatie van veel van de winkels ontwikkelde de installateur samen met TW Techniek een slim concept waarmee de installaties in winkels – ondanks hun grote verscheidenheid – toch een grote mate van standaardisatie kennen. Dat versnelt en vereenvoudigt het werk en maakt onderhoud en service overzichtelijk. Voorbeeldproject Leidsche Rijn Centrum is in veel opzichten een voorbeeldproject. Zo wordt voor de energievoorziening gebruik gemaakt van een integraal, duurzaam energiesysteem dat stadswarmte combineert met warmte/koudeopslag. Met het systeem worden naast winkels ook 10.000 m2 kantoorruimte en 750 woningen verwarmd en gekoeld. Voor een maximaal rendement en een optimaal geregeld systeem worden hoge eisen gesteld aan de retourtemperatuur van ‘afnemers’. Deze is zowel voor het
10 bouwlagen, 378 kamers en 10 maanden bouwtijd. Bectro Installatietechniek toverde vorige jaar de oude Sphinx-fabriek in Maastricht om in een hip Student Hotel. Het ontwerp en de realisatie leverde de nodige uitdagingen op. Projectleider Jeep Heida vertelt erover.
Jan Baaijens (64) heeft een lange staat van dienst in de technische installatiebranche. Vanuit die ervaring en vooral ook vanuit de passie voor het vak begeleidt hij al jarenlang leerlingen. Op dit moment zorgt hij ervoor dat 27 BBL-ers in zijn bedrijf (Paree in ’s-Heerenhoek) optimaal kunnen groeien. Wekelijks heeft hij contact met de scholen in de regio. Als klankbord, als techniekambassadeur en als beoordelaar van eindopdrachten. Zijn lange ervaring in het vak en in de branche zijn de ingrediënten van zijn vakmanschap als praktijkbeoordelaar. Al vanaf zijn zestiende is hij aan het werk. Maar hij bleef altijd doorleren. “Ik heb veel in de avonden opgepakt en heb op die manier veel diploma’s gehaald. Maar ik heb vooral ook veel geleerd tijdens het dagelijks werk. Van collega’s, van situaties. Ik geloof in de kracht van werkplekleren, want de praktijk en de ervaring van anderen versterken je vakmanschap.” Drijfveer Baaijens startte op de ambachtsschool, werkte als servicemonteur bij een zonweringsbedrijf en kwam bij Paree op zijn 25ste. Daarna werkte hij een tijd bij EPZ waar hij verantwoordelijk was voor verschillende onderdelen in de kolencentrale. Maar toch kwam hij weer terug bij Paree. “Op een gegeven ogenblik voelde ik dat ik te ver van mijn vak was weggeraakt. Maar voordat ik die overstap maakte, wilde ik naast alle certificaten en diploma’s mijn hbo-diploma halen. Daarom ging ik weer terug de schoolbanken in. En waar ik op de LTS de jongen was die het allemaal nét haalde, slaagde ik op het hbo met
Het Internet of Things staat nog in de kinderschoenen in de installatiebranche. Maar dat kan al binnen 1 jaar compleet zijn veranderd, zegt de IoT Academy. IZ sprak met manager Jasper Kuin over slimme ketels, Predictive Maintenance, veiligheid en wat IoT nu eigenlijk precies inhoudt. Om maar eerst met het laatste te beginnen: “Er circuleren tientallen definities van IoT op het internet”, vertelt Kuin. “Zelf houd ik het altijd op ‘alle dingen die je met het internet verbindt, waardoor we verstandige beslissingen kunnen nemen en het leven voor onszelf makkelijker maken.” Waar we dan aan kunnen denken? Slimme thermostaten bijvoorbeeld, luchtfilters die met voice-command worden aangestuurd of lampen die je met een appje van kleur kan laten veranderen of dimmen. Innovatie stimuleren Kuin leidt sinds 2016 de IoT Academy, een stichting die zich ten doel stelt om innovatie op het gebied van IoT te stimuleren bij uiteenlopende partijen, zoals bedrijven en onderwijsinstellingen. De IoT Academy geeft daartoe onder andere workshops, die gretig aftrek vinden, vertelt Kuin. Vooral de ‘IoT Deep Dive’ en de ‘Introductie LTE-M Workshop’ gooien hoge ogen. Workshops “Tijdens de ‘Deep Dive’ laten we zien wat de nieuwe mogelijkheden zijn van IoT. Deze workshop trekt professionals aan van diverse pluimage. De andere workshop is vooral bedoeld voor ontwikkelaars, die meer willen weten over LoRa-netwerken.” Voor alle duidelijkheid: Met LoRa kunnen allerlei dingen met het internet praten zonder gebruik te hoeven maken van 3G of Wi-Fi. Het batterijverbruik is laag, het bereik is groot en de bandbreedte is beperkt.