Tag: artikel editie mei 2020

Volumestroombegrenzer

Een hotel heeft problemen met wisselingen in douchewatertemperatuur. Tijdens het douchen fluctueert de watertemperatuur voortdurend. Gasten klagen over een oncomfortabele en zelfs gevaarlijke situatie. Die situatie moet verbeterd worden. Welke aanpak werkt het beste? Diverse partijen hebben al installatieaanpassingen gedaan. Zo zijn de mengkra­nen vervangen, het drukniveau en de pompregeling aangepast en zijn de instellingen van het warmtapwatercirculatiesysteem gewijzigd. Niets heeft echter het gewenste resultaat opgeleverd. Installatie Het betreft een installatie in een groot hotel met enkele honderden hotelka­mers, verdeeld over meer dan vijf ver­­- diepingen. In het souterrain is een drukverhogingsinstallatie geplaatst, die een minimale druk van 3 bar op de tappunten levert. Er is een warmwatercirculatiesysteem dat zo’n 61 °C op de tappunten levert. De drinkwatertemperatuur is op dat moment 19 °C. De installatie heeft voldoende capaciteit om de tappunten te voeden. Splitsing In een hotelkamer komen de drinkwater­leiding en de warmwaterleiding binnen. De warmwaterleiding splitst zich in apar­te leidingen naar de bad/douche- en wastafelmengkraan (harkmodel). De drinkwaterleiding splitst zich eveneens in aparte leidingen naar de bad/douche- en wastafelmengkraan en tevens naar het toilet. Het systeem bestaat uit kunststof leidingen. De bad/douchemengkraan is een in de muur ingebouwde éénhendelmengkraan. In alle hotelkamers worden de hinderlijke temperatuurwisselingen waargenomen. Analyse In (grote) collectieve installaties gaan tappunten en toestellen voortdurend open en dicht. Dit veroorzaakt drukschommelingen in de installatie zowel in de koud- als warmwaterinstallatie. Deze drukschommelingen zijn niet op elk punt gelijk. Zo kan het zijn dat de koudwaterdruk bij een tappunt toeneemt, terwijl de warmwaterdruk op dat punt juist

Koudemiddelen

Hij staat wel bekend als de éminence grise van de koudetechniek. Professor Henk van der Ree is inmiddels 80, maar volgt alle ontwikkelingen nog op de voet. “Er komen steeds meer koudemiddelen op de markt, ik denk dat installatiebedrijven zich in de komende jaren gaan specialiseren.” Binnen de koudetechniek is hij een begrip. Henk van der Ree werkte onder andere bij TNO, waar hij als groepsleider koudetechniek veel onderzoek deed naar warmtepompen. In 1991 ging hij aan de slag bij de TU Delft als hoogleraar koudetechniek en klimaatregeling. Van der Ree was 8 jaar voorzitter van het IIR- landencomité (International Institute for Refrigeration) en daarna 8 jaar voorzitter van het hoogste bestuursorgaan. Van der Ree is ook secretaris en voorzitter geweest van de KNVvK. Hij is nog steeds actief als vertegenwoordiger van Nederland bij het IIR. ‘Drivers’ De ontwikkeling en doorontwikkeling van koudemiddelen staan niet op zichzelf. Er zijn een aantal ‘drivers’, legt Van der Ree uit. Allereerst internationale regelgeving. Via verboden en quotumregelingen worden koudemiddelen met een hoge GWP uitgefaseerd en stimuleert men fabrikanten om nieuwe koudemiddelen te ontwikkelingen met een lagere GWP. “Kijken we bijvoorbeeld naar R410A met een GWP van 2088, dan zien we dat er steeds kleinere hoeveelheden van het koudemiddel worden toegestaan, omdat de quotumregeling de GWP-waarden verdisconteert. Hogere waarden betekenen minder kilo’s. Dat zorgt voor een prijsstijging en tekorten, waardoor het aantrekkelijker wordt om over te stappen op andere, eventueel nieuwe, goedkopere koudemiddelen met een laag GWP.” Energiebesparing Daarnaast wordt er al jarenlang lang

Inclusief denken

Vakmensen zijn er in allerlei soorten en maten; dat is de kracht van de techniek. Bedrijven met een diverse groep vakmensen zijn veelzijdiger, creatiever en innovatiever. Toch kan het voor een leidinggevende soms een uitdaging zijn om met medewerkers met verschillende karaktereigenschappen, vaardigheden en achtergronden om te gaan. Dat vond Claudia van Zoelen, manager financiën en personeel bij MD Service, ook. Zij ging ermee aan de slag door een workshop en coachingstraject over inclusief leiderschap te volgen. Wat heeft ze geleerd over diversiteit en leiderschap? Hoe kun je je leiderschapsstijl aanpassen aan degene die je tegenover je hebt? En hoe sta je sterker in je schoenen? Een boeiend gesprek. Inclusief leiderschap Claudia van Zoelen (49) is werkzaam als manager financiën en personeel bij het Moordrechtse bedrijf MD Service, dat actief is in onder andere elektrotechniek, beveiliging en beeld en geluid. Via de site van OTIB zag zij de workshop ‘Inclusive Leadership’ en dat sloeg aan. “Bij ons bedrijf doen we regelmatig mee aan activiteiten van OTIB. Dus een vertrouwd adres en met rake onderwerpen. Ik merkte zelf dat ik nog wel eens tegen bepaalde dingen aanliep als het gaat om het voeren van goede gesprekken. Mijn werkgever signaleerde dat ook en stimuleerde mij hiermee aan de slag te gaan. En deze workshop kon mij ondersteunen.” Beter worden Dus meldde Claudia zich aan. Maar wel met verwachtingen. “Ik wilde slagvaardiger en beter worden in het voeren van gesprekken en beter leren omgaan met mensen met verschillende karakters. In een gesprek wist

Pompen of verzuipen?

Een warmtepomp ‘pompt’ warmte van waar-die-is naar waar-die-moet-zijn. Verwarmen of koelen met ‘gratis’ omgevingswarmte met een zéér hoog rendement op (duurzame) elektriciteit. Dat de warmtepomp een belangrijk antwoord is op de klimaatverandering is onbetwist, maar er is ook discussie. Rutger Bregman vraagt in zijn boek ‘Het water komt’ of “het water (moet) oprukken tot de Veluwe voordat we stoppen met gemiep over dure warmtepompen”. Volgens het Warmtepomp Trendrapport 2020 uit januari jl. varieert de groeiverwachting onder installateurs enorm. Wat zijn de vragen waarop de branche en beleidsmakers antwoorden zoeken voor verdere groei? Her-verdienen Duurzaamheid is een belangrijke drijfveer geweest voor de eigenaren van de inmiddels ruim 200.000 warmtepompen in Nederland. Het marktaandeel is nu 10%. En er is een groei van gemiddeld 50% per jaar door groei van de bouw maar vooral door effectief duurzaamheidsbeleid. De huidige klanten zijn echter prijsbewuster dan de ‘early adopters’. Ook is de maatschappij kritischer geworden op mogelijke bijeffecten van warmtepompen, zoals geluidsoverlast of bodemschade. De branche moet zijn ‘license-to-grow’ steeds her-verdienen. In dit artikel de maatschappelijke vragen waarop de keten én beleidsmakers overtuigende antwoorden zoeken zodat de warmtepomp zijn rol in de energietransitie kan blijven vervullen. Die vragen gaan over de bronnen , de ‘aanslag’ op het elektriciteitsnet en over de maatschappelijke kosten en baten van ‘de grote verbouwing’. Bronnen Een warmtepomp haalt ‘gratis’ omgevingswarmte op van de zon met een zonnecollector, uit buiten- of ventilatielucht of uit de bodem, grond- of oppervlaktewater. Water als bron, bijvoorbeeld door een bodemwarmtewisselaar of een WKO-installatie, heeft

Hoe online-proof is uw waardepropositie?

Ook onze sector zit midden in de integrale gezondheids-, maatschappelijk- en economische crisis. Hele waardeketens ondervonden al vanaf januari een terugval in omzet. Werden de eerste waarschuwingen richting onze sector min of meer weggehoond, dreigen deze nu toch werkelijkheid te worden. Volgens een bericht van Techniek Nederland (16 april) ‘moet de grote klap nog komen’. Digitaal wordt voor veel zaken het nieuwe normaal. Want een ding is wel zeker: alles zal niet zo snel weer bij het oude zijn. De crisis heeft er toe geleid dat de wereld massaal digitaal ging. Partijen die hierop ingesteld waren, doen relatief goede zaken. In een eerdere blog heb ik gezegd: “Elke installateur wordt een ICT dienstverlener”. Ik werd door sommigen nog net niet voor gek verklaard. Maar zie nu, de bedrijven die ook een ‘online’ strategie hebben gekozen en business wise dit hebben vertaald naar bijvoorbeeld xAAS-concepten of Servitisation, merken nu het verschil. Onze branche en een 1,5 meter economie, dat vraagt veel creativiteit. Aan de oppervlakte zijn er twee vragen te stellen: gebruikt u de digitale mogelijkheden optimaal? En: heeft u de digitale mogelijkheden vertaald naar een goed business model? Kijk je wat dieper, is er een andere essentiële vraag te stellen. Is de waardepropositie (kernbelofte) van uw organisatie al ingericht om digitaal ook echt functioneel bij te dragen aan de veranderende (latente) behoefte van uw klant? Heel concreet: hoe maak je sensortechnologieën functioneel toepaspaar in een 1,5 economie? Bruikbaar, veilig (ook in privacy), schaalbaar etc. Ook bij een online waardepropositie draait

De Rioolverlosser

“Mijn neef zei vroeger altijd: ‘Marcel als jij centjes wil verdienen, moet je installateur worden’. Raar hoe zoiets je bijblijft. Ik heb zijn advies opgevolgd en hij had gelijk. En daarnaast bleek het ook nog een fantastisch beroep te zijn. Aan het woord is Marcel Bakker, van Marcel Montage en Onderhoud. Na de technische school begon hij bij een loodgieter, stapte vervolgens over naar een verwarmingsbedrijf, maakte een uitstapje als politieagent, maar besloot toch weer terug te keren naar de branche. “Mijn hobby is motorrijden. Ik ben 1 jaar werkzaam geweest bij de politie. Ik heb alleen een makke, ik zeg altijd wat ik op het hart heb en dat werd me niet altijd in dank afgenomen.” Eigen bedrijf In 2005 nam hij een beslissende stap. Hij begon voor zichzelf. En daarmee was ‘Marcel Montage en Onderhoud’ geboren. “En daar ben ik nog steeds blij mee. Ik heb een geweldig vak. Ik kom bij Telegraaf-lezers thuis, maar ook bij topmanagers uit het bedrijfsleven. En met al die mensen maak je wel eens een praatje. Het is fascinerend hoe verschillend iedereen tegen het leven aankijkt, het heeft mijn horizon enorm verbreed.” Personeel? Hoewel zijn bedrijf goed draait, moet Marcel er niet aan denken om personeel in dienst te nemen. “Nee zeg, alsjeblieft, personeel daar word je niet vrolijk van. Je hebt er altijd lui tussen zitten die de kantjes ervan af lopen en bovendien ken ik mijn vaste klanten door en door. Ik heb het overzicht, waardoor ik en snel aan

Raad het gereedschap!

Wel eens gehoord van een loodklopper, optromptang of een echte ‘Louise’? In deze rubriek willen we klassiek gereedschap en oude installaties aan de vergetelheid ontrukken. Dat doen we met de hulp van gereedschapsfabrikanten en Jaap Schut, een gepensioneerde installateur die nu bezig is een heus museum voor installatietechniek op te zetten. De trouwe lezer van IZ zal zich nog wel herinneren dat we eerder dit jaar uitgebreid aandacht hebben besteed aan Jaap Schut en zijn collectie. Schut was vanaf zijn 15e tot zijn pensioen in 2017 werkzaam in de installatiebranche, waarvan grotendeels als dga van het familiebedrijf. Al die jaren verzamelde hij historisch gereedschap en oude installaties. Van antieke geisers, baden en gaskachels tot afsnijtangen en een heuse bitumenketel. Museum i.o. De zestiger deed na zijn pensionering zijn bedrijf van de hand, maar heeft nog wel een eigen loods waar al zijn historische curiositeiten staan uitgestald. Regelmatig leidt hij op aanvraag groepen rond. Schut wil nu de nalatenschap van zijn familiebedrijf en andere installateurs veiligstellen voor het nageslacht. Het liefst in de vorm van een museum en als het even kan in zijn geliefde Naaldwijk. Nieuwe rubriek Ook IZ toog naar Naaldwijk. Tijdens de rondleiding, werd het idee geboren om meer ruchtbaarheid te geven aan de geschiedenis van ons vakgebied. Een rubriek met bijzonder gereedschap leek ons de aangewezen route om dat doel te bereiken. Schut zei direct zijn medewerking toe en leverde het nodige fotomateriaal aan. Inmiddels is ook gereedschapsfabrikant Gedore Technag aan boord. Dat er nog meer mogen

Zonder warmtepomp geen hybridisering

Eind maart kwam minister Wiebes met de Groen-Gas-Routekaart en de Waterstof-visie. Deze zijn koersbepalend voor de ontwikkelingen in de energietransitie. Het blijkt dat we ook in 2050 nog voor 30-50% afhankelijk zullen zijn van gasvormige energiedragers. Het terugbrengen van de energie- en aardgasvraag binnen de gebouwde omgeving is een eerste stap en kan, aldus Wiebes, onder andere door ‘hybridisering’. Volgens de Nederlandse Verwarmingsindustrie is dit mogelijk voor maar liefst 5 miljoen bestaande grondgebonden woningen. Ook voor gemeenten is hybridisering een logische stap. Want met behoud van het bestaande gasleidingnetwerk en zonder grootschalige verzwaring van het elektriciteitsnetwerk, kunnen in veel wijken de bestaande hr-cv-installaties blijven werken én met toevoeging van warmtepompen de klimaatdoelstellingen gerealiseerd worden. De warmtepomp in combinatie met een hr-cv-ketel is direct in staat om het aardgasverbruik én de CO2 uitstoot te reduceren. Met het installeren van een hybride installatie kan het verduurzamen van een bestaande woning bovendien stapsgewijs gebeuren. Met behoud van kwaliteit, veiligheid én betrouwbaarheid. Het installeren een verwarmingsbron anders dan de traditionele ketel, betekent voor de installateur een langere installatietijd. Oók het onderhoud zal meer tijd in beslag gaan nemen, omdat het complexere apparaten betreft om te onderhouden en in te regelen. De druk op de installateur zal daardoor alleen maar toenemen. Zeker nu een aantal onderhoudscontracten, vanwege de coronacrisis, vertraging oploopt. Deze bijzondere tijden maken duidelijk dat de toekomst voor praktische plug & play oplossingen die zelf aangeven of er service en/of onderhoud noodzakelijk is open ligt. Daarnaast blijft met het oog op het verduurzamen

Doorwerken

De branche doet er alles aan om in tijd van coronacrisis de boel draaiende te houden. Zowel grote als kleine installatieprojecten vinden nog doorgang, waarbij maatregelen in acht worden genomen om dit ook verantwoord en veilig te kunnen doen. Ook wij als redactie blijven gedreven doorwerken om de branche van het noodzakelijke vaknieuws te voorzien. Want ondanks de crisis zijn er voldoende ontwikkelingen die onze aandacht verdienen. In deze uitgave staan bijvoorbeeld de warmtepompen en aanverwante technologieën centraal, die in de energietransitie een belangrijke rol spelen. Toch hebben we besloten om de laatste printuitgave van InstallateursZaken die vóór de vakantieperiode verschijnt – namelijk die van juni – niet te gaan maken. Belangrijkste reden hiervoor is dat onze redactiemedewerkers alleen nog maar vanuit huis werken. We merken dat het hierdoor lastiger is geworden om de kwaliteit van onze artikelen in deze situatie op het niveau te houden dat u van ons gewend bent. Ook ontstaat er steeds meer tijdsdruk, omdat de mensen die wij interviewen of die we om een gastbijdrage vragen, hiervoor minder tijd kunnen vrijmaken. Gelijktijdig zien we dat door het vele thuiswerken in de branche het bezoek aan onze online-mediakanalen juist explosief is toegenomen. Daarom maken we van de nood nu een deugd: in ieder geval tot en met augustus gaan we onze redactionele inspanningen volledig richten op onze digitale mediakanalen. We blijven vakinhoudelijke artikelen maken maar die plaatsen we gewoon direct wanneer ze klaar zijn. Dus geen harde deadline voor één specifieke uitgave, maar simpelweg zo snel