Tag: artikel editie maart 2018

Warmtepomp installeren

Een paar jaar geleden was de warmtepomp nog een niche product. Vandaag de dag is ‘het nieuwe verwarmen’ doorgedrongen tot in alle lagen van de samenleving. Leveranciers springen hierop in met al dan niet hybride warmtepompsystemen die de traditionele cv-ketel (moeten) gaan vervangen. Vijf obstakels die de installateurs kan tegenkomen bij de selectie en installatie van deze systemen. Het is geen cv-ketel Dit lijkt een open deur. Maar er worden te vaak aannames gedaan die nog geschoeid zijn op de aloude leest van de doorgewinterde cv-installateur. Zo is er, om te beginnen, een groot verschil in het watertraject. Tussen de aanvoer- en retourtemperatuur van een cv-ketel zit gemiddeld 20°C verschil; bij een warmtepomp is dit slechts 5°C. Bij een gelijk verwarmingsvermogen is dan 4x zoveel water(debiet) benodigd. Wordt een warmtepomp op het ‘oude’ leidingwerk van de cv-ketel aangesloten, dan zal al snel blijken dat de leidingen hiervoor te krap zijn. Een warmtepompleiding heeft een grotere diameter dan die van een cv-ketel.Daarnaast vraagt het afgiftesysteem dat gekoppeld is aan een warmtepomp een groter oppervlak dan een cv-ketel i.v.m. de lagere watertemperatuur. Daarom is de warmtepomp bij uitstek geschikt om in vloerverwarming te voorzien. Als het afgiftesysteem een radiator is, zijn hiervoor ook zeer geschikte systemen beschikbaar, maar hoewel deze uiterlijk – voor een leek – identiek lijken, zijn ze wezenlijk anders dan een radiator voor een hoog-temperatuursysteem. Een warmtepomp voor verwarming vergt dus wat ingrijpendere veranderingen bij renovatie en een andere benadering bij nieuwbouw. Dit geldt ook voor de mate van

“500 m2 inspiratie”

BENG, NOM, hybride oplossingen, installateurs worden van alle kanten bestookt met nieuwe duurzame concepten. De ontwikkelingen gaan razendsnel. Veel vakmensen worstelen met de vraag hoe ze hun kennis op peil kunnen houden in deze drukke tijden. Technische Unie heeft er een oplossing voor gevonden. Sinds november kan de installateur zich in het Zwolse ‘Inspiratiecentrum Duurzaamheid’ in een mum van tijd laten bijpraten over de trends. IZ nam de proef op de som en kreeg een rondleiding van Paula Reijnders, Manager New Business. Hoge duurzaamheidsambities Duurzaamheid is allang geen modewoord meer. Overheden, bedrijven en particulieren maken zich gezamenlijk hard voor een toekomstbestendige maatschappij, die op een verantwoorde wijze omgaat met natuurlijke hulpbronnen. Ook de bouwsector draagt haar steentje bij aan deze transitie. Zo wil het nieuwe kabinet de CO2-uitstoot met maar liefst 49% terugdringen voor 2030. De Bouwagenda zet eveneens hoog in. Het nationale innovatieprogramma voor de bouwsector wil in 2021 de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad hebben opgeschaald naar 100.000 woningen per jaar. Bovendien moeten tussen 2021 en 2030 een miljoen nieuwe energieneutrale woningen worden opgeleverd. Capaciteitstekort De vraag is alleen of we die doelstellingen wel gaan halen met de huidige capaciteit, die de bouwkolom kan bieden. Aannemers, architecten, adviseurs en installateurs verzuipen in het werk. Veel bedrijven en zeker de kleinere spelers hebben daardoor nauwelijks tijd om zich te laten informeren over nieuwe ontwikkelingen. Nieuwe ontwikkelingen die van cruciaal belang zijn om onze milieu- en energieambities te realiseren. Totaaloverzicht Internet biedt maar gedeeltelijk uitkomst. Hoewel het medium de informatievoorziening

Erkenningsregeling woningventilatie

Er is bijna geen woning in Nederland zonder verhoogde concentratie fijnstof in de binnenlucht. In 1 op de 7 Nederlandse huizen is de binnenluchtkwaliteit het grootste deel van de dag onvoldoende als gevolg van fijnstof. Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van het Longfonds. Meer dan ooit is ventilatie van levensbelang. De vakman zal daarom steeds meer vragen krijgen en moet zich met kennis daartegen wapenen. Met de Erkenningsregeling Woningventilatie kan hij als volwaardige gesprekspartner bij je klant voor de dag komen. De onderzoeksresultaten die aantonen dat de luchtkwaliteit in Nederlandse huizen relatief slecht is, vooral aan het begin van de avond, komen niet als een verrassing. “Met dit onderzoek krijgen we wel meer inzicht in de luchtkwaliteit binnenshuis”, zegt Longfonds directeur Michael Rutgers. “Mensen brengen meer dan 20 uur van hun tijd binnen door. Het is belangrijk dat de lucht daar gezond is.” Het onderzoek is uitgevoerd bij 749 huishoudens. Met een speciale sensor is gedurende 9 maanden (juni 2017 t/m februari 2018) het gehalte aan CO2, fijnstof (PM2,5), luchtvochtigheid en temperatuur gemeten. Fijnstof PM2,5 zijn deeltjes kleiner dan 2,5 micrometer die het diepst doordringen in de longen. In huis komt fijnstof onder meer vrij bij verbranding, door bijvoorbeeld bakken en braden, het branden van kaarsen of de open haard. Ook komen er fijnstofdeeltjes van buiten naar binnen. Bij gevoelige groepen, zoals mensen met een longziekte, kan dit direct leiden tot gezondheidsklachten, zoals benauwdheid of hoesten. Op lange termijn is blootstelling aan fijnstof voor iedereen schadelijk. Erkenning nieuwe

Coaching is het sleutelwoord

Mijn vorige column over het aantal legionellaslachtoffers heeft hopelijk veel mensen tot nadenken gezet. De bedoeling was een dialoog op gang te brengen voor een betere samenwerking tussen diverse partijen. Dit met als doel het werkelijke aantal slachtoffers van een legionellabesmetting in kaart te brengen. Uiteindelijk willen we dit aantal zoveel mogelijk terugdringen en het vertrouwen terugwinnen in een perfecte drinkwatervoorziening in ons land. Ik heb geen enkele negatieve reactie gekregen, louter positieve. Dat is natuurlijk mooi meegenomen. Maar uit de hoek van bijvoorbeeld GGD en RIVM had ik toch ook wel iets verwacht. Opmerkelijk! Je rekent op tegengas, maar nee. Men durft het kennelijk niet aan om mijn stelling te bekritiseren. Of is men bang om een confrontatie aan te gaan?Iets anders nu, maar zeker zo actueel: scholing. Er komen richtlijnen aan voor een betere opleiding van medewerkers van adviesbedrijven: meer (bij)scholing is het motto. Nu maar hopen dat ook monteurs van installatiebedrijven beter opgeleid worden. Ik adviseer directies om hun medewerkers hiervoor de ruimte te geven. Het is ook in hun eigen belang. Een fout in een ontwerp of in de uitvoering kan verstrekkende gevolgen hebben: faalkosten, imagoschade, rechtszaken. Daarbij, de kranten staan tegenwoordig bol van verhalen over stress. Dat speelt ook in ons vakgebied. Installateurs moeten zeker zijn van hun werk en kennis. Twijfel kan voor stress zorgen. De druk is vaak al veel te hoog, bijvoorbeeld door overbelasting. Ik denk dat goede begeleiding een hoop problemen kan voorkomen. Coaching is wat mij betreft daarom het sleutelwoord.Leo

Installaties voor historische topper

De Diamantbeurs, gebouwd in 1911 in opdracht van ‘Vereniging Beurs voor den Diamanthandel’, ontwikkelde zich tot hét centrum van de diamanthandel in Amsterdam. Eind jaren ’80 stopte de Diamantbeurs haar activiteiten. In 1990 trok de Gemeente Amsterdam in het pand, waarna het gebouw in 2001 werd aangewezen als Rijksmonument. Momenteel wordt het Monument door Sijthoff Media en Zadelhoff volledig gerenoveerd tot hét centrum voor de creatieve industrie, onder de nieuwe naam ‘Capital C Amsterdam’. Het Rijksmonument aan het Weesperplein ondergaat een volledige restauratie en renovatie. Het pand wordt gemoderniseerd met karakteristieke kenmerken van toen. Zo wordt het siermetselwerk op de dakrand dat ooit het aanzicht van de gevel vormde samen met de originele gevelbeëindigingen teruggeplaatst en hersteld. In het gebouw zelf werken topontwerpers samen met jong creatief talent om de ruimte opnieuw in te delen. Het uiteindelijke doel is om de voormalige Diamantbeurs om te toveren tot een inspirerende omgeving met kantoorruimtes, restaurants, Events en workshops. Design and build Bij de aanbesteding kreeg A. de Jong Installatietechniek, vestiging Amsterdam, de opdracht toegewezen. De opdracht voor de Diamantbeurs is aanbesteed volgens het Design and Build principe. Bij deze contractvorm draagt de aanbestede partij de verantwoordelijkheid voor het ontwerp en de realisatie van de installatie/het project.In concreto is A. de Jong Installatietechniek verantwoordelijk voor het ontwerp en de renovatie van alle werktuigbouwkundige installaties op het gebied van koeling, verwarming, luchtbehandeling en meet- en regeltechniek. Samen met de bouwkundige partij en constructeurs heeft A. de Jong Installatietechniek een ontwerp gemaakt, waarna een planning

Circulaire Installaties

De overheid wil dat Nederland in 2050 een volledig circulaire economie heeft. Hoewel 2050 nog heel ver weg is, worden momenteel de eerste stappen gezet op het gebied van circulair bouwen. De focus van de bouwwereld ligt daarbij voornamelijk op hergebruik van bouwstoffen als beton en hout en demontabel bouwen. Maar hoe zit het met de installaties? Er bestaan inmiddels tenminste 114 definities van de circulaire economie, begreep ik. De definitie op de Informatiekaart Circulaire Economie van Nederland Circulair dekt voor mij goed de lading: “Een circulaire economie is een economisch systeem waarin waarde behouden blijft of ontstaat door producten en grondstoffen te hergebruiken en vernietiging van grondstoffen te minimaliseren.” Is dit gelijk aan recyclen? Nee, niet per definitie. Bij recycling krijgt een product doorgaans een laagwaardiger bestaan, downcycling. De circulaire economie probeert ook te upcyclen, door bestaande producten naar een kwalitatief hoger niveau te tillen of door ze meer waarde te laten toevoegen aan een ecosysteem. Is de circulaire economie dan hetzelfde als Cradle 2 Cradle? Nee, ook niet. Waar C2C zich focust op het productniveau, legt de circulaire economische benadering het accent bij het systeemniveau. Pilotproject Om terug te komen op de vraag wat een circulaire economie inhoudt; er is geen eenduidig antwoord te geven. Wel is een richting te benoemen. Vanuit een consortium (Carrier UTC, Priva, SystemAir, Thermaflex, TVVL, Van Dorp Installaties en Valstar Simonis) werken we in een pilot op drie niveaus aan circulariteit, te weten circulair hoofdontwerp, circulaire producten en een business model. Re- of

“We zijn een ondergeschoven kindje”

Een keer in de zoveel tijd trekt hij maar weer aan de bel. Het klinkt als vechten tegen de bierkaai, maar Peter Hajiioannou weigert op te geven. “Stralingspanelen zijn een volwaardige en duurzame oplossing voor verwarmen en koelen. Ik blijf me er hard voor maken om de installateur daarvan te overtuigen.” In gesprek met de bevlogen topman van leverancier Enco. ‘Te duur in het gebruik’, ‘alleen geschikt voor bijverwarming’, ‘ziet er niet uit’, het zijn zomaar wat “vooroordelen” waar Hajiioannou regelmatig tegenaan loopt. De half Griekse techneut bestiert samen met zijn compagnon Gijs Maris het Rotterdamse Enco, een gevestigde naam in de verwarmingswereld. Het bedrijf specialiseerde zich na zijn ontstaan in 1975 al vrij snel in stralingsverwarming. Sindsdien verkoopt en monteert Enco zowel elektrische als watergevoede panelen. Nieuwe markten aanboren De afgelopen jaren heeft het Rotterdamse bedrijf goed geboerd. Ondanks de crisis slaagde de panelenspecialist erin zijn marktaandeel te vergroten. Nu de economie weer op stoom is, willen Hajiioannou en Maris ook graag nieuwe marktsegmenten aanboren. Bijvoorbeeld in de kleine utiliteit en woningbouw. “Het overgrote deel van onze klanten komt uit de industrie en grote utiliteit”, vertelt de Enco-topman. “ Je kan dan denken aan sporthallen, werkplaatsen of penitentiaire inrichtingen.” Enco en concullega’s proberen al jarenlang de installateur te overtuigen dat stralingspanelen ook voor andere segmenten interessant zijn. Maar de boodschap komt niet aan. Daar zijn een aantal redenen voor aan te wijzen. Relatief onbekend “Allereerst merken we dat ons product relatief onbekend is”, vertelt Hajiioannou. “Als een installateur wordt

Vergeet niet ook sociaal te innoveren

Succesvol ondernemen is in beweging blijven. Het maakt niet uit of je onderneemt in het groot of als zelfstandig professional. Ondernemen is innoveren. Bij innoveren wordt er al snel gedacht aan producten, processen of diensten. Daar is niets mis mee. Alleen, wanneer je innovatie écht als vernieuwend fundament onder jouw bedrijf wil leggen, vergeet dan sociale innovatie niet. Hierbij gaat het in de kern om mensen en gedrag: het slimmer en flexibel organiseren van kennis en vaardigheden in de organisatie. Bedrieglijk gemakkelijk. Onderzoek onder sociaal innovatieve bedrijven laat vier overeenkomsten zien. Allereerst vraagt sociale innovatie om een andere management- of ondernemersstijl dan onze sector gewend is. Minder top-down of direct sturend en meer coachend. Op creativiteit, ondernemerschap en eigen verantwoordelijkheid. Daarnaast is het de kunst om samen vorm te geven aan slimmer werken. Medewerkers ruimte én verantwoordelijkheid geven om de eigen talenten in te zetten en elkaars talenten te versterken. Dynamisch managen en slimmer werken vraagt vervolgens om een flexibele organisatie. Immers, je gaat de aanwezige kennis en kunde optimaal inzetten. De vaak in beton gegoten lijnorganisatie van afdelingen kantelt naar een teamorganisatie op grond van wat er aan competenties nodig is. Die reiken verder dan de harde vaktechnische lijnfuncties. Tot slot blijkt dat sociaal innovatieve bedrijven vanuit een strategisch oogpunt samenwerken met andere partijen. Denk aan eindgebruikers, bedrijven, overheid en onderwijs. Denk niet dat sociale innovatie alleen aan grote bedrijven voorbehouden is. Het gaat in de kern om normen en waarden als integriteit, enthousiasme, doelgerichtheid, betrokkenheid en inspiratie. Dé

Totaal geen tijd

Installatietechniek heeft zich in een aantal decennia ontwikkeld van sluitpost op de begroting tot een significant onderdeel van de bouwsom. Allereerst omdat installatietechniek tegenwoordig veel meer is dan het installeren van cv of sanitair. Het binnenklimaat is bepalend om comfortabel en gezond te kunnen wonen dan wel optimaal te kunnen presteren. Ondergeschoven installatiedisciplines, zoals ventilatie, luchtbehandeling en regeltechniek, zijn daardoor steeds belangrijker geworden. Ons streven naar een duurzame samenleving zorgt er bovendien voor dat het belang hiervan alleen nog maar toeneemt. Het installatiedeel in een bouwproject wordt niet meer zo maar even van tafel geveegd als de financiële middelen opraken. Integendeel, een woning of gebouw is pas echt onderscheidend als energiezuinig, gezond en comfortabel wonen of werken hierin mogelijk is. Daarom moet de hedendaagse installateur meer dan ooit inzicht hebben in alle installatietechnieken die beschikbaar zijn of komen. Heel goed zijn in het installeren van alleen maar een cv-ketel gaat straks geen brood op de plank brengen. U moet zich verdiepen in totaalconcepten: van verwarming tot en met luchtbehandeling en ventilatie met warmteterugwinning. Best lastig. Want kennisvergaring kost tijd en door een toenemend gebrek aan geschoolde arbeidskrachten is die tijd steeds minder aanwezig.

Waarom is de hybride warmtepomp ‘hot’?

Tijdens de vakbeurs VSK zag ik alle warmtepompleveranciers met een hybride warmtepomp in hun stand. Blijkbaar een erg belangrijk product voor onze energietransitie. Warmtepomp én gasketel zorgen samen voor de warmtelevering en tapwaterbehoefte. Het is een eerste stap in onze lange weg naar een CO2-vrije samenleving. Hybride warmtepompen werken doorgaans met ventilatielucht en/of buitenlucht als duurzame energiebron en zorgen zo voor een reductie van 30 tot 90% in het gasverbruik in de bestaande bouw. De gasketel doet waar hij goed in is: tapwaterproductie en piekvermogen leveren bij lage buitentemperaturen. De warmtepomp verzorgt verwarming met lagere watertemperaturen tegen een hoger rendement. Critici van dit concept spreken over een ‘lock-in’ en een mogelijkheid voor de gasbedrijven om aardgas te kunnen blijven leveren. Ik zie dat anders. Een hybride systeem is een relatief goedkope en haalbare oplossing voor het grootste deel van de bestaande bouw. Het is dè oplossing om in matig geïsoleerde woningen – en dat is het merendeel in Nederland – snel veel gas te besparen. ‘Moet je huis dan niet geïsoleerd zijn?’, is een veel gehoorde vraag. ‘Nee het moet niet, maar het helpt wel!’ Op het moment dat de warmtepomp warmte levert, doet hij dat met lagere afgiftetemperaturen. Als je huis is geïsoleerd, kan de warmtepomp langer doorwerken, dus meer energie besparen. In de praktijk zie ik dat ‘enigszins’ na-geïsoleerde huizen al hele mooie resultaten boeken, waarmee een hybride warmtepomp kan worden terugverdiend. Naarmate de woning beter is geïsoleerd, neemt de dekkingsgraad van deze warmtepomp toe én de hoogte