Private kwaliteitsborging

Het meten van ventilatiecapaciteit is belangrijk maar niet het enige aspect dat gecontroleerd moet worden. Ook bouwkundige aspecten zoals luchtdichtheid zijn bepalend voor de prestatie van een luchtinstallatie.

Volgend jaar treedt na goedkeuring door het parlement de wet ‘Kwaliteitsborging voor het bouwen’ in werking. In de volksmond ook wel ‘Private kwaliteitsborging’ genoemd. Voor bouwende en installerende partijen gaat deze wet verregaande consequenties hebben. De rechtspositie van de consument wordt versterkt door het omkeren van de bewijslast. Het is straks dus aan u om de prestatie van uw werk aan te tonen.

U bent en blijft namelijk aansprakelijk, ook voor gebreken die na de oplevering worden ontdekt en zult dus moeten kunnen aantonen dat er bij de oplevering geen gebreken zijn. Dit in tegenstelling tot de bestaande situatie waarin de opdrachtgever u moet wijzen op gebreken.

Schrikken

Wellicht schrikt u hier niet van en bent u overtuigd van de kwaliteit die u levert. Maar wordt de prestatie die met uw werk beoogd wordt ook daadwerkelijk geleverd? Als we kijken naar een ‘eenvoudig’ onderwerp als ventilatie blijkt dat in 90% (!) van de opgeleverde woningen niet de prestatie wordt geleverd waar de consument voor betaalt en waar hij recht op heeft. Een onacceptabele situatie met ook nog eens grote consequenties voor zowel de volksgezondheid, het aantal comfortklachten en de energiedoelstellingen.

Probleem

Het ontbreekt aan bewustzijn en kennis over en verantwoordelijkheidsgevoel voor de integrale aspecten die bepalend zijn voor een goede prestatie van de luchtinstallatie. Daar zit de kern van het probleem. Want niet alleen de installatie zelf, maar ook de bouwkundige context, zijn bepalend voor de uiteindelijke prestatie. Het is schrijnend dat we in Nederland nauwelijks woningen kunnen vinden waarin het zowel installatietechnisch als bouwkundig klopt.

Rauwe werkelijkheid

De praktijk leert dat de prestatie van de luchtinstallatie wordt gezien als een verantwoordelijkheid van de installerende partij, waarbij het overleggen van meetgegevens van de installatie zelf als voldoende onderbouwing van een goed presterende luchtinstallatie wordt gezien. De werkelijkheid is anders. Zelfs een perfect aangelegde en ingeregelde installatie biedt geen garantie op goede prestaties, zoals de praktijk menig maal uitwijst. Zo kan een onvoldoende luchtdichte gebouwschil klachten over de luchtkwaliteit of het geluidsniveau opleveren.

U bent verantwoordelijk!

Naast een goed ontwerp en de aanleg van de installatie zijn het dus ook bouwkundige aspecten die in belangrijke mate bepalend zijn voor bijvoorbeeld het installatiegeluid in verblijfsruimten en de verdeling van lucht binnen de woning. Nu hoor ik u zeggen: “Dat is dan het probleem van de aannemer”, maar niets is minder waar in de nieuwe situatie. U bent als installerende partij verantwoordelijk voor de prestatie die met uw werk moet kunnen worden geleverd en dus ook voor het controleren van de randvoorwaarden om die prestatie te kunnen leveren.

Vreemd?

Is dat nou vreemd? Ik denk van niet. Als u morgen een parketvloer koopt en deze laat leggen, vindt u het heel normaal als de vloerenlegger eerst controleert of de vloer wel vlak genoeg en niet te vochtig is. Maakt hem dat verantwoordelijk voor de vloer zelf? Nee, dat niet, maar hij is en voelt zich wel verantwoordelijk om de randvoorwaarden te controleren waaraan voldaan moet worden om de prestatie te kunnen leveren waar u hem voor betaalt en waar hij garantie op moet geven.

Succesfactoren

De belangrijkste aspecten die bepalend zijn voor een goede prestatie van een luchtinstallatie, waarmee een consument zonder comfortproblemen kan zorgen voor een gezonde luchtkwaliteit zijn:

• Ventilatiecapaciteit en -verdeling
• Luchtdichtheid van de gebouwschil
• Installatiegeluid in de verblijfsruimten

Dit zijn de aspecten die zowel qua ontwerp als gerealiseerde prestatie beoordeeld moeten worden in het kwaliteitsborgingsproces. Een steekproefwijze controle van het opgeleverde werk biedt hiervoor onvoldoende zekerheid. De diversiteit aan ‘probleemveroorzakers’ is daarvoor veel te groot.

André Meester is werkzaam als ambassadeur voor de VLA. De VLA is een brancheorganisatie onder de FME en vertegenwoordigt circa 60 bedrijven die zich hard maken voor ‘gezonde lucht in gebouwen’. Zowel fabrikanten van ventilatievoorzieningen als onderhouds- en beheerbedrijven alsook onderzoeksbedrijven zijn binnen de VLA ruim vertegenwoordigd. Zie ook: www.vla.nu

Aantonen prestaties

Om de prestatie van uw werk aan te kunnen tonen zult u naar een 100% controlesysteem toe moeten. De installatiebranche is momenteel haar verschillende erkenningsregelingen aan het opwaarderen. Ook wordt er in dit kwartaal een nieuwe KvINL- ‘Erkenningsregeling Ventilatie’ uitgebracht door de branche, waarbij integrale controle van prestaties van het werk onderdeel van de erkenning gaat vormen. Er bestaat sinds een jaar of vijf ook een gecertificeerde beoordelingsmethodiek voor luchtinstallaties in woningen, scholen en kinderopvang. De methodiek is vastgelegd in de BRL 8010, ook wel bekend als de ‘ventilatieprestatiekeuring’.

Nieuw meetprotocol

Dat het noodzakelijk en wenselijk is om met 100% zekerheid aan te kunnen tonen dat de prestaties daadwerkelijk worden behaald, mag duidelijk zijn. Het moet tegelijkertijd wel praktisch haalbaar en betaalbaar blijven. Met die doelstelling hebben TNO, Uneto-VNI, VLA en Acin een projectvoorstel geschreven voor de ontwikkeling van een eenvoudig meetprotocol en instrumenten, waarmee zowel installateurs als controleurs eenvoudig en snel de basisprestaties van een luchtinstallatie kunnen vaststellen. Het project is ingediend in het TKI-programma ‘Urban Energy’. Het project heeft een duur van 2 jaar en zal gevalideerde methodes opleveren waarmee de essentiële integrale prestaties zoals capaciteit, luchtdichtheid en installatiegeluid door iedereen kunnen worden vastgesteld. Hierbij kan men denken aan het - met redelijke betrouwbaarheid - laten meten van de luchtdichtheid van de woning door de luchtinstallatie zelf in plaats van een blowerdoortest en het meten van installatiegeluid met behulp van een slim protocol en bijvoorbeeld een smartphone.

Kansen

De wet kwaliteitsborging bouwen heeft dus belangrijke consequenties, maar biedt ook geweldige kansen. Als eerste natuurlijk om het hardnekkige kwaliteitsprobleem rondom de integrale prestaties van luchtinstallaties op te lossen. Daarnaast creëert de nieuwe wet ook de kans voor de goede installateur om echt onderscheidend vermogen te leveren met ‘echte’ kwaliteit en ‘echte’ praktijkprestaties. Daar waar de mindere installateur nu nog vaak wegkomt met een wanprestatie zal er straks geen opdrachtgever meer zaken willen/kunnen doen met installateurs die prestaties niet kunnen aantonen/garanderen.

De vragen die u uzelf kunt stellen is of u al klaar bent voor de nieuwe situatie en hoe u maximaal kunt gaan profiteren van de kansen die de nieuwe wet u biedt. Verkoopt u al luchtkwaliteit? 

Voor meer informatie over de wet kwaliteitsborging bouwen:
www.stichtingibk.nl/wet-kwaliteitsborging-voor-het-bouwen

Geef een reactie