Open dag met innovaties

iz-img_4218
Er heerste een gezellige drukte op de campus, het binnenplein van de Zehnder vestiging

Op 23 juni jl. organiseerde Zehnder een open dag, waarbij bezoekers een kijkje achter de schermen konden nemen. De deuren van de fabriek en zelfs die van het lab gingen open. Ook werden twee innovatieve producten in de schijnwerpers gezet: Zehnder ComfoAir Q, de nieuwste generatie wtw-ventilatietoestellen, en Zehnder Zmart, een radiator met kunststof binnenwerk.

Het programma van ‘Zehnder Connect’ was gevarieerd. Montage- en inregeltips, beheer op afstand, wetenswaardigheden over warmtewisselaars en uitblaaspatronen, het effect van installatiegeluid, decentrale versus centrale wtw, elektrisch verwarmen: het zal voor menig bezoeker lastig zijn geweest een keuze te maken. In het kader van IZ ging onze belangstelling vooral uit naar de ComfoAir Q en de Zmart. We zijn altijd benieuwd naar de (markt)visie achter nieuwe producten en systemen. Een pakkende omlijsting gaf het event een extra touch. Illusionist Henk Arnoldus zorgde met knappe staaltjes ‘mindfuck’ voor vrolijke verwarring onder de aanwezigen. Oud-astronaut André Kuipers sloot het evenement af met een boeiend optreden waarbij bezoekers aardse zaken eens vanuit een geheel ander perspectief konden bekijken.

Soepele doorstroming

Wout Schouwstra, product manager bij Zehnder en al 25 jaar werkzaam in de ventilatiebranche, verzorgde een presentatie over de ComfoAir Q. “Rond 1980 begon warmteterugwinning op te komen”, blikt Schouwstra terug. “Energiebesparing was toentertijd het belangrijkst. Nog steeds gaan we voor energiezuinig ventileren, maar we zijn de gebruiker wel wat centraler gaan stellen. Energiebesparing is een maatschappelijke verantwoordelijkheid, comfort is daar bij gekomen.” Volgens de ventilatiespecialist gaan bij de nieuwe centrale wtw-unit van Zehnder energie en comfort hand in hand. “We hebben de unit zo gemaakt dat we de lucht meer ruimte kunnen geven, waardoor de lucht makkelijker door de installatie gaat. De unit is zo gebouwd dat je eenvoudig kunt voldoen aan de energie- en geluidsnorm.” De ComfoAir Q heeft een grotere warmtewisselaar dan zijn voorganger, de WHR 950. “Hierdoor”, legt Schouwstra uit, “levert de wisselaar minder weerstand, wat een soepele doorstroming bevordert. Daarnaast heeft het motorcompartiment meer ruimte gekregen.” Opmerkelijk is dat de nieuwe unit ondanks dit alles nauwelijks groter is geworden. Alleen in de hoogte is hij een paar centimeter gegroeid.

Rustiger

Ventilatiespecialist Wout Schouwstra geeft uitleg over de Zehnder ComfoAir Q
Ventilatiespecialist Wout Schouwstra geeft uitleg over de Zehnder
ComfoAir Q

De ComfoAir Q beschikt optioneel over een voorverwarmer. Schouwstra: “Met dit element kunnen we het tussenseizoen verlengen. De winter wordt korter. Het gevolg daarvan is dat je veel beter kunt ventileren.” De voorverwarmer is modulerend. Dit maakt een nauwkeuriger temperatuurregeling mogelijk bij een lager energiegebruik. Er wordt niet meer warmte toegevoegd dan nodig is. Daarnaast beschikt de unit over een modulerende bypass met adaptieve temperatuurregeling. “Deze regeling zorgt ervoor dat de binnentemperatuur gelijkmatiger blijft. Populair gezegd: de adaptief modulerende bypass zorgt ervoor dat de temperatuur die buiten heerst, op een prettiger manier naar binnen wordt gebracht. Dat komt ten goede aan het comfort en je bespaart weer op je energiegebruik.” Vermeldenswaard is ook de flow control-technologie waarmee de nieuwe unit is uitgerust. Schouwstra: “Als je met constant flow gaat werken, zie je dat het luchtvolume weliswaar gelijk blijft, maar dat de motor wat omhoog en wat omlaag gaat toeren. Flow control zorgt voor een zekere demping. De regeling reageert niet direct, maar laat binnen een verantwoorde bandbreedte luchtwisselingen toe. Hierdoor zal het systeem rustiger draaien.” Berekeningen van TNO geven aan dat de ComfoAir Q-serie een gemiddeld rendement heeft van ruim 98%. Dat is zo’n 3% meer dan de WHR-lijn. Daarbij is het stroomverbruik lager.

 
 
 
 
 
 
 

Lichtgewicht radiator

Een andere nouveauté betreft de Zehnder Zmart, volgens de fabrikant de eerste radiator met een kunststof binnenwerk. Het register is uitgevoerd in polybuteen. “Géén plastic of iets dergelijks”, benadrukt account manager Nico Horst. “Dit is hoogwaardig materiaal dat hoge temperaturen aankan.” Afhankelijk van de uitvoering is de Zmart leverbaar met 4 (type 2) of 6 leidinglagen (type 3). Bij beide typen is de voorkant van het voorste register met de stalen voorplaat van de radiator verlijmd, waardoor je stralingswarmte krijgt. Standaard heeft de Zmart een inregelventiel. Zmart cValve radiatoren hebben een thermostaatknop. De thermostaatknop zit rechts op het toestel, maar is tijdens het werk makkelijk naar de andere kant te verplaatsen. Verdere voordelen voor de installateur zijn het geringe gewicht van de radiator (60% lichter dan een vergelijkbare stalen radiator), vrije positionering van de wandbeugels en al met al een aanzienlijk snellere montage. De uitvoering met flexibele aansluitingen (Zmart Flex) maakt het opnemen van leidingwerk overbodig. Handig is ook dat de Zmart Flex naar voren gekanteld of zelfs van de muur gehaald kan worden, zonder af te koppelen.
Kunststof warmt langzamer op dan staal of aluminium. Dit wordt enigszins gecompenseerd door een geringer watervolume. Horst daarover: “Zoals altijd, moet je ook bij het kiezen voor verwarming eerst in kaart brengen wat het beste past bij de behoefte van de klant. De Zmart kan breed ingezet worden, maar hoeft niet altijd de meest geschikte keuze te zijn.” •

Geluiddemping

‘Doen geluiddempers dat wat wij ervan verwachten?’ luidt de titel van een presentatie van ventilatiespecialist Wout Schouwstra. Antwoord: ‘Ja, als we de mogelijkheden kennen’. Schouwstra bracht het samenspel van dempertype (dempende en geluidsuitstralende eigenschappen), frequentie van het geluid, unit en technische ruimte voor het voetlicht. Een flexibele demper dempt het best, gevolgd door de semi-starre en starre demper. Daar staat tegenover dat ook de geluidsuitstraling van de flexibele demper het hoogst is, hoger dan van de semi-starre demper, die op zijn beurt weer meer geluid uitstraalt dan de starre demper. Schouwstra: “Zou je nu in een krappe, akoestisch goed geïsoleerde, lawaaiige technische ruimte een flexibele demper toepassen op je unit, dan valt het resultaat onvermijdelijk tegen. Het uitgestraalde geluid kan niet weg en komt als een boemerang in je unit terug. Is de flexibele demper daarom slecht? Helemaal niet, maar in de gegeven omstandigheden had een starre (CSI) demper, bij voorkeur met een korte lengte, het beste resultaat opgeleverd. Zo moeten in alle situaties alle relevante factoren tekens weer tegen elkaar worden afgewogen.”

Geef een reactie