De integrale gevel als een service
Over een aantal jaar zou het goed mogelijk kunnen zijn dat gebouwcomponenten als een dienst in de markt worden gezet. De volledige focus ligt hier bij de eindgebruiker: wat zijn zijn wensen bij het gebruiken van de ruimten achter de gevel? Wat is ervoor nodig om de gebruiker een optimaal rendement te laten behalen? Hoe vertaalt dit zich in de gevel? Deze vragen zijn onder andere uitgewerkt binnen het pilotproject waar AluEco/VMRG en TU Delft met een grote groep bedrijven aan hebben gewerkt. Onlangs is een mock-up geïntroduceerd van een integrale gevel die aan een van de TU Delft gebouwen is bevestigd.
In een integrale gevel worden diverse functies samengevoegd, zoals ventilatie, koeling en verwarming. De mock-up die aan de gevel van een van de gebouwen van de TU Delft bevestigd is, bestaat uit een verzameling van functies, verdeeld over vier typen panelen. De gevel bestaat uit meerdere subsystemen (de verschillende functies) die gezamenlijk één systeem vormen waarmee het gebruikerscomfort wordt gewaarborgd.
Circulaire gevelelementen bij de pilot in Delft
Het eerste paneel beschikt over de basisfunctionaliteiten van een traditionele gevel. Het tweede wekt energie op en is gekoppeld met een ventilatie-, verwarming- en koelingunit. Het derde paneel laat verschillende zonweringstechnieken zien en het laatste heeft een nieuwe type buitenzonwering met metalen lamellen. De ramen in de gevel worden automatisch aangestuurd. Deze zijn samen met de zonweringunits en de ventilatie-voorziening aangesloten op een wifi-netwerk. Via een tablet zijn alle onderdelen te besturen. Het circulaire aspect aan deze gevelonderdelen is dat de gebruikte componenten makkelijk gedemonteerd en vervangen kunnen worden. Tevens zijn de producten makkelijk te recyclen (bijvoorbeeld omsmelten) als er geen hergebruik mogelijk meer is, zodat dit kan dienen als grondstof voor nieuwe producten. Het uiteindelijke doel van de mock-up is circulaire businessmodellen te ontwikkelen voor de eindgebruiker van een gebouw.
Circulair businessmodel
De uitdaging is om een integrale circulaire gevel in de markt te kunnen zetten waarbij er volop wordt voldaan aan de circulaire economie (hergebruik, recycling mogelijkheden). Hiervoor is het businessmodel het belangrijkst. De aanbiedende partijen en de vragende partijen zullen beide een voordeel moeten behalen in het concept. Uit het verleden is al geleerd dat de huidige prijsgerichte bouwkolom dit niet kan verwezenlijken, hiervoor is een waarde gestuurde keten nodig. Om dit te realiseren is gebleken dat de aanbiedende partijen voor de lange termijn een contractuele relatie moeten hebben met hun geleverde prestatie (producten). Dit kan bijvoorbeeld door eigenaar te blijven van het product, maar dit hoeft niet perse. Het is ook mogelijk om service-prestatiecontracten af te sluiten naast het verkopen van het product. De gevel wordt dan aangeboden als een dienst en de gebouweigenaar maakt daar gebruik van. Een goed voorbeeld zien we terug in de energie-industrie met de ESCo’s (Energie Service Companies). Hierbij wordt de verantwoordelijkheid voor het presteren van de energie-installaties uit handen gegeven door de gebouweigenaar aan een consortium. Het is niet ongewoon dat er in dit consortium ook een financier is opgenomen.
Prestatie
Door middel van prestatiecontracten worden de randvoorwaarden vastgelegd. In andere industrieën wordt in dit verband gewerkt met KPI’s: Kritieke Prestatie Indicatoren. Voor een integrale gevel zou dit warmte- en koude regeling kunnen zijn (meetbaar in temperatuur) of bijvoorbeeld gezond klimaat (uitgedrukt in CO2 en luchtverversing). Er is een verschil tussen een functionele- en een technische prestatie-eis.
Ventilatievoud is een voorbeeld van een technische prestatie. Ventilatie is in dit geval al een oplossing voor een probleem. Maar waarom willen we eigenlijk ventileren? De achterliggende reden is dat we geen CO2, VOC’s, fijnstof etc. in de ruimte willen hebben. Om dit probleem te verhelpen zou ventilatie een oplossing kunnen zijn. Maar helaas zitten er aan ventilatie ook weer nadelen zoals een te sterke luchtstroom die mensen ervaren als onprettig. Als alternatief voor filteren van stoffen zijn er al producten die fijnstof absorberen (smog ‘etende’ gevelpanelen bijvoorbeeld). Als de aanbodzijde een functionele vragen zouden stellen, kunnen de aanbiedende partijen hier zelf de beste oplossingen bij ontwikkelen.
Bedrijven
Bijzonder aan dit project is dat er heel veel uiteenlopende bedrijven intensief samengewerkt hebben aan een nieuw concept. De initiators van dit concept zijn TU Delft, Climate-KIC en AluEco. AluEco is een stichting die zich inzet voor duurzaamheid in de gevelbranche door middel van onderzoek en ontwikkeling en bestaat uit VMRG, Schüco, Alcoa | Kawneer, Reynaers, SAPA en Hueck. Daarnaast hebben de volgende bedrijven geïnvesteerd in het ontwikkelen van de gevel en het concept: Alkondor, Alcoa | Kawneer, Trox Technik, Somfy, Schuurman Elektrokern Solutions, Scheuten, VML Technologies, Renson, De Haan Westerhoff, MHZ, Kindow, Panelen Holland, Aldowa en Real Capital Systems.