Installeer warmtepompen!
In deze tijd van bijna niet bij te houden verandering, energietransitie, klimaat- en milieuproblematiek is er in ieder geval nog een standvastige en conservatieve bedrijfstak: de installatiebranche. Terwijl de brancheorganisatie al lang en luid roept dat de verduurzamingsslag door haar leden gerealiseerd gaat worden, is daar in de praktijk nog maar weinig van te merken. Hoe komt het toch dat de installatiewereld blijft hangen in het oude en weerstand heeft tegen het nieuwe. Voor heel veel warmtepompproducten hoeft een installateur nauwelijks andere werkzaamheden te verrichten dan bij een cv-ketel. En toch valt de keuze vaak niet op de warmtepomp.
Waar komt dat toch door? Hierop is niet één, allesomvattend antwoord te geven. De prijs speelt bijvoorbeeld een rol, maar ook de mens zelf, die het liefst alleen verandert als het echt moet. Daarnaast verdiepen we ons onvoldoende in nieuwe technieken en hun mogelijkheden. En wat te denken van de macht van de ‘oude wereld’, die voldoende kapitaal kan inzetten om bijvoorbeeld de nieuwste hr-ketel te promoten.
Waarschijnlijk zijn er nog veel meer oorzaken aan te wijzen. Maar het lijkt allemaal toch vooral op een herhaling van zetten. Overgaan van het oude naar het nieuwe vergt gewoon tijd en dit geldt zeker voor onze conservatieve branche. In de jaren tachtig duurde het ook de nodige jaren voordat de hr-ketel echt doorbrak. Die doorbraak kwam pas eind jaren tachtig na een buitengewone goede recensie over de Nefit Turbo Combi 21 in de consumentengids. Klanten begonnen hiernaar te vragen en de installateur stapte schoorvoetend over.
Vele mogelijkheden
Geen reden dus voor paniek. Zo werkt de markt gewoon. Desondanks toch een poging om de installateur, die om redenen van techniek nog wat watervrees heeft maar eigenlijk wel aan de slag zou willen, te motiveren. Allereerst is daarbij van belang dat hij bekend is met de verschillende warmtepompen die er zijn en hun mogelijkheden. We hoeven echt niet altijd diep de grond in voor een warmtepomp. Er zijn meer mogelijkheden om bronwarmte te realiseren. Buitenlucht eventueel gecombineerd met ventilatieretourlucht maar ook uitsluitend ventilatieretourlucht biedt vaak uitstekende mogelijkheden. Een warmtepomp heeft laagwaardige warmte nodig om die energiezuinig te verhogen naar hoogwaardige warmte. Er is dus een beetje warmte nodig om er energiezuinig meer van te kunnen maken.
Koudwatervrees? Niet nodigWaarom pas warmtepompen toepassen als de klant erom vraagt? De eenvoudige combinatie warmtepomp plus hr-ketel levert al een fikse energiebesparing op. Durf je te verdiepen in nieuwe technieken. Zoek daarvoor ook kennis op bij de fabrikanten. Zij helpen graag. |
Werking warmtepomp
In een warmtepomp zit een ‘koudemiddel’, dat warmte kan opnemen. Door het opnemen van warmte, stijgt de temperatuur van het koudemiddel en verdampt het. De damp gaat door een compressor, waar de druk opgevoerd wordt en de temperatuur verder stijgt. In een condensor haalt de warmtepomp de opgewekte warmte eruit en geeft deze af aan de verwarming of het tapwater. Vervolgens verlaagt de druk bij de passage van het expansieventiel, waardoor het koudemiddel klaar is voor een volgende ronde. Iedere warmtepomp heeft dus een verdamper, een compressor, een condensor en een expansieventiel.
Het beste rendement
Wanneer realiseer je nu het beste rendement met een warmtepomp? Hier is het meest verwarring over. De bekende hr-ketel scoort over het gehele temperatuurtraject een goed en behoorlijk constant rendement. Bij warmtepompen ligt dit wat anders. De temperatuursprong is de grootste factor voor het behalen van een goed rendement. Welke temperatuur heeft de bron en waar moet de temperatuur m.b.t. afgifte naartoe worden gebracht.
Tuin niet een de mooie verhalen van super hoge rendementen (C.O.P.), want die worden meestal alleen verkregen wanneer de situatie onrealistisch positief is. Een warmtepomp op buitenlucht rekent vaak met gemiddeld +7°C brontemperatuur en iedereen weet dat die sterk fluctueert. Het rendement tijdens het stookseizoen kan dus behoorlijk verschillen. Bij winterkou zal die niet hoog meer zijn. De bron en het bijbehorende rendement zijn dus zeer gebaat bij LTV-systemen (vloerverwarming).
Altijd met LTV?
Warmtepompen met bodembronnen hebben een constante brontemperatuur van zo’n 11 à 12°C. Dit betekent dat je vanaf 12°C exact weet welke je sprong je moet maken om naar LTV van 35°C te gaan. Ook deze typen warmtepompen worden vrijwel altijd geadviseerd in combinatie met LTV (vloerverwarming). Je zou dus kunnen denken dat bij een warmtepomp uitsluitend LTV kan worden toegepast. Dat is een foute aanname, die in de gehele markt is terug te vinden. Warmtepompen kunnen eenvoudig hogere temperaturen realiseren, anders zouden ze technisch gezien toch ook geen warm tapwater kunnen maken. Fabrikanten adviseren dit dus vanwege hun eigen prestaties.
Typen warmtepompenWarmtepompen water/water – bodembron – STEK-erkenning |
Ventilatielucht als bron
Dan de varianten met als belangrijkste bron ventilatielucht. Door de relatief warme ventilatielucht is de brontemperatuur constant 20°C. Bij deze categorie is geen STEK-erkenning nodig. Deze warmtepompen kunnen dus ook eenvoudig radiatoren voorzien van warmte met een hoog rendement. In de bestaande bouw zijn vanaf 1980 alle woningen uitgevoerd met mechanische ventilatie. In deze woningen kan als hybride heel eenvoudig een ventilatiewarmtepomp geïnstalleerd worden. Hierdoor wordt de hr-ketel veel minder aangesproken en kan het verbruik van aardgas al snel met 40% tot 60% gereduceerd worden.
Snel aan de slag
De installatiebranche kan dus eenvoudig zonder angst met warmtepompen aan de slag. Vooral in combinatie met ventilatielucht is dit zo op te pakken. Gebeurt dit ook daadwerkelijk dan kan de helft van de jaarlijks te vervangen MV-boxen worden ingeruild voor een warmtepomp en realiseert de branche een reductie van zo’n 40 miljoen kubieke meter aardgas en 88 miljoen kg CO2. In de nieuwbouw kunnen deze warmtepompen als ‘All Electric’-toepassing worden gebruikt. Hier is aardgas dan verleden tijd. Snel aan de slag dus!
Auteur: Rob Verbrugge, Inventum