Gebouw- en woningautomatisering: aan de slag ermee!
Iedereen beseft inmiddels dat de vergroening van onze samenleving een grote invloed heeft op de installatiemarkt. Maar wat heeft dit te maken met gebouw- of woningautomatisering? Dat nemen elektrotechnische collega’s toch voor hun rekening? In zekere zin wel. Maar warmtepompen, zonnepanelen, mini-windturbines en zelfs warmte/koudeopslag zijn technieken en systemen waar elektrotechniek en werktuigbouw prachtig samenkomen. Een terrein dat niet alleen nieuwe kennis maar ook nieuwe markten binnen handbereik brengt. Want naast de traditionele ‘natte’ deskundigheid wordt van de installateur opeens ook elektrotechnische kennis verondersteld. Hoe gaat hij daarmee om? Is hij voorbereid op de overstap naar slimme woningen en ‘smart technology’? En hoe kan hij – eventueel samen met zijn elektrotechnische collega – zijn toekomst veiligstellen?
Wie de (sociale) media volgt, zijn oor te luister legt bij klanten of gewoon in het dagelijkse leven om zich heen kijkt, zal al snel in de gaten hebben dat informatietechnologie een steeds belangrijker rol speelt. Met de opkomst van het Internet of Things, waarmee alle apparatuur direct of indirect met elkaar verbonden is, wordt het voor de consument ook de gewoonste zaak van de wereld dat alles met elkaar communiceert. Dus ook de apparatuur die zich achter de badkamerdeur bevindt.
Steeds grotere rol
Installateurs die van elektrotechniek hun specialisme hebben gemaakt, worden al bijna twee decennia met deze ontwikkeling geconfronteerd. Maar voor veel werktuigbouwkundige collega’s zijn deze trends nog betrekkelijk nieuw. Een badgarnituur dat vanuit de auto kan worden gestart zodat het bad gevuld is als de consument thuiskomt, is voor velen nog een stapje te ver. Toch zijn de producten er al enige tijd. En wat belangrijker is: er komt een generatie aan waarvoor die ‘vanzelfsprekende technologie’ geen discussie meer is. En bij al die verschillende slimme oplossingen is het goed om te bedenken dat niet alleen woningen, maar juist ook commerciële gebouwen (kantoor, winkel, fabriek,…) hiermee worden ‘gevuld’. Waar we in het eerste geval spreken over domotica, wordt de tweede tak van sport ook wel gebouwautomatisering of building automation genoemd. Nog een stapje verder gaat het wanneer verschillende bedrijven onderdeel zijn van een gebouwautomatiseringsnetwerk.
Slimmer maken
Over welke van de varianten het ook gaat, er is altijd iets – een product, module of apparaat – nodig om een gebouw of woning slimmer te maken. Dat begint vaak met componenten die een zekere intelligentie hebben, zoals een windmeter, bewegingsdetector of regensensor. De intelligentie van die sensoren en meters wordt weer gebruikt om andere functies mogelijk te maken. Ter illustratie: een windmeter of weerstation op het dak van een pand bevat intelligentie. Via een sensor wordt de windsnelheid gemeten of via een sensor geconstateerd dat het is gaan regenen. Elders in het gebouw kan deze informatie weer worden gebruikt: de zonneschermen gaan omhoog om te voorkomen dat ze nat worden.
De afgelopen jaren zijn er steeds meer van dergelijke componenten op de markt verschenen. En die trend zal zich alleen maar blijven doorzetten. Een bedrijf als Samsung, geen kleine speler als het om apparatuur en systemen voor woningen en gebouwen gaat, verwacht in 2020 alle producten als zogenaamde ‘connected devices’ te leveren. Dat wil zeggen dat al hun producten – koelkast, wasmachine, televisie of airco – via internet met andere producten kunnen communiceren. Zo ontstaat een onvoorstelbaar grote pool aan ‘informatieleveranciers’. Ieder product of onderdeel is immers in staat informatie te leveren over zijn functie. En dat opent weer een nieuwe wereld van mogelijkheden en voordelen.
Kostbare informatie
Ter illustratie: een koelinstallatie waarvan het energiegebruik goed wordt gemonitord, verschaft de eigenaar een schat aan kostbare informatie. Een oplopend energiegebruik betekent immers naar alle waarschijnlijkheid dat de installatie op korte termijn aan onderhoud toe is. Dat betekent ook dat het onderhoud gerichter en nauwkeurig kan worden uitgevoerd. Dergelijke informatie kan op heel verschillende manieren worden gebruikt. Een pompenproducent heeft bijvoorbeeld een database opgebouwd van het geluid aan de ventilator van de pompmotor. Met een app op hun smartphone kunnen pompgebruikers een geluidsopname maken, die vervolgens door de producent automatisch wordt geanalyseerd. Op basis van vermogensgegevens die de pompgebruiker op zijn telefoon invoert, wordt vervolgens een advies gegeven om de pomp te optimaliseren. Goed voor het milieu én voor de portemonnee. En het aardige is, dat al die informatie steeds meer en nadrukkelijker zal worden gecombineerd. Als je bedenkt dat iedere koelinstallatie ook een pomp bevat, dan is de optelsom van pomp- en energiegebruiksanalyse al snel gemaakt.
Van handjes naar ‘brains’
Daarmee wordt eigenlijk al een volgende stap gezet in de wereld van ‘smart technology’: de automatisering van informatie en systemen. Daardoor kunnen apparatuur en gegevens eenvoudiger worden gemonitord en kunnen producten of systemen centraal worden bestuurd. De ‘handjes’ uit het veld worden hier de ‘brains’ waar alles mee geregeld en bestuurd wordt. Die opkomst van IT-kennis naast het vakmanschap zien we overigens niet alleen in de installatiewereld. Ook de machinebouw wordt ermee geconfronteerd. De besturing van een machine wordt steeds belangrijker en de operator aan de draaibank krijgt een vaste IT-collega die de besturing van ‘zijn’ machine programmeert. Of neem de bouwsector, waar BIM-technologie voor een digitaliseringsgolf zorgt. De timmerman en metselaar blijven uiteraard bestaan maar zij krijgen een collega die vanachter zijn bureau het bouwproces volledig digitaal voorbereidt en begeleidt.
Hoe te beginnen?Beginnen met smart technology kan op vele manieren. Voor werktuigbouwkundige installateurs die nog niet (zo lang) actief zijn met gebouw- en woningautomatisering is de stap naar een collega of system integrator een eerste mogelijkheid. De laatste als partij die werktuigbouwkundige en elektrotechnische installatietechniek tot één geheel kan smeden. Voor de toekomst van het bedrijf kan het verstandiger zijn om zelf kennis en ervaring met woning- en gebouwautomatisering op te bouwen. Ook de samenwerking met een elektrotechnisch partner is vanzelfsprekend een mogelijkheid. Daarbij is het verstandig om contact te nemen leggen met een brancheorganisatie, zoals de Fedet die (ook) in deze sector actief is. Deze geeft toegang tot een schat aan expertise en treedt waar nodig op als bemiddelaar om branches, markten en partijen samen te brengen. |
Waarom instappen?
Met het stellen van de vraag of je als installateur in gebouwautomatisering moet stappen, is dan ook eigenlijk al het antwoord gegeven. Regelapparatuur wordt nu al steeds meer ingezet in installaties en zal op grote schaal worden geïntegreerd in pompen, ventilatoren en andere installatieonderdelen. Wanneer die dan ook nog onderdeel worden van het IT-netwerk in woningen of gebouwen, kun je er als installateur zeker niet meer omheen. En als we het nog naar een iets hoger niveau trekken, dan wordt die ‘smart woning’ vanzelf een ‘smart wijk’ of ‘smart city’.
Belangrijker is dan ook de vraag ‘Wat gebeurt er als je het niet doet?” Er komt een generatie aan die niet anders gewend is dan intelligente techniek en dat ook van de installateur verwacht. Misschien van nog doorslaggevender belang: automatisering in woningen of gebouwen brengt ook een groot commercieel voordeel. Je kunt je business bij wijze van spreken vanachter je bureau voor een deel regelen. Eenmaal goed ingeregeld, gaan processen een stuk efficiënter en zullen de kosten voor logistiek en opslag verder dalen. Bovendien kunnen klanten steeds beter met maatwerk worden bediend. Het maatwerk zit ‘m in de automatisering die zodanig kan worden ingeregeld dat een product of systeem exact aan de eisen van een klant voldoet. Kortom, het wordt tijd om ermee te beginnen •
Auteur: Martin Franke, Beta Public Relations