Van elkaar leren op de werkplek
Het plan
De opleidingsfondsen van de technische sectoren hebben samen een ESF-aanvraag gedaan die inmiddels is goedgekeurd. Het plan bestaat uit vier fasen. De eerste fase is gericht op het in kaart brengen van eerdere onderzoeksresultaten en het beschrijven van de bestaande best practices in de verschillende technische sectoren. Van der Hammen: “Dat is belangrijk. Wat goed gaat moeten we niet over doen. We moeten hiervan leren. Dit is voor ons een heel belangrijk uitgangspunt.” In de tweede fase worden bedrijven tijdelijk ondersteund om concreet aan de slag te gaan met het in praktijk brengen van werkplekleren. Na het publiceren van de best practices, de gevonden succesfactoren en de opgedane ervaringen bij de bedrijven, bestaat de vierde fase uit het breed verspreiden van de inzichten en instrumenten om werkplekleren in de bedrijven zo praktisch en succesvol mogelijk vorm te kunnen geven.
Eerder onderzoek
In 2013 werd door Rijnland Advies al eerder een onderzoek gedaan naar het werkplekleren in de techniek. Enkele conclusies uit dit onderzoek:
- In veel branches maken de medewerkers zich de kennis en vaardigheden die zij nodig hebben bij het werk voor een groot deel op een informele manier eigen. Juist de cruciale kennis en vaardigheden, die het bedrijf onderscheidt van andere bedrijven en die bepalend is voor het succes, worden geleerd via werkplekleren. Dit neemt niet weg dat vakopleidingen en cursussen/trainingen belangrijk zijn.
- In de onderzochte bedrijfstakken zijn er voorbeelden van bedrijven die het werkplekleren bewust inzetten in hun beleid op het gebied van opleiding, loopbaanontwikkeling, kennismanagement of talentbehoud. Maar zij vormen een minderheid.
- De ontwikkeling van de nieuwe generatie medewerkers is gebaat bij het beter benutten van de mogelijkheden van werkplekleren. In de meeste branches leren jongeren het vak immers al voor een groot deel op deze manier. En zij zijn, beter dan eerdere generaties, in staat informatie te zoeken en de delen.
- Een belangrijke factor bij het bevorderen van informele kennisoverdracht is het beleid van het bedrijf. Informele kennisoverdracht verloopt goed in een bedrijfscultuur waar medewerkers zich vrij voelen om vragen te stellen, kennis met collega’s te delen en daar positief om gewaardeerd worden.
Van der Hammen: “Het rapport vormde de basis voor een brede samenwerking in de techniek om serieus met het werkplekleren aan de slag te gaan. Maar het was vooral de wake-up call dat we ondanks het grote belang van werkplekleren er eigenlijk nog weinig van weten. Ik ben blij met deze techniekbrede samenwerking en ik denk dat we de ontwikkeling van vakkennis met het project weer een stap verder kunnen brengen.”