Van elkaar leren op de werkplek

Een afgeronde opleiding is een goede basis voor een mooie loopbaan, ook in de technische installatiebranche. Maar dat is nog maar het begin… Want er bestaat geen betere leerschool dan de praktijk. Op de werkvloer kunnen medewerkers veel van elkaar leren. Oftewel: werkplekleren. Het benutten en overdragen van de kennis van medewerkers is een waardevolle vorm van talentbehoud. Het gaat hierbij niet alleen om het vasthouden van de kennis van ervaren medewerkers; ook jonge medewerkers brengen eigen kennis en vaardigheden mee. De opleidings- en ontwikkelingsfondsen in de techniek gaan hier actief mee aan de slag. Een gesprek met de projectleider voor de technische installatiebranche, Sanne van der Hammen.

 

Dat een werkplek ook een leerplek is, is niets nieuws. Op de werkplek komen theorie en praktijk immers samen. Maar de werkplek is meer. Sanne van der Hammen: “Het is de plek waar nieuwe technieken zichtbaar worden en waar de vraag van de klant wordt gekoppeld aan wat je als vakman of -vrouw weet. Het is de plek waar je leert samenwerken en waar je leert praten met de klant. En het is ook de plek waar je ervaart dat je nooit stopt met leren. De werkplek is daarmee misschien wel de belangrijkste, slimste en effectiefste leerplek.” Dit vraagt echter wel om een werkomgeving waar dat leren mogelijk is: een open cultuur waar het gesprek over het vak en alle facetten van het vak vanzelfsprekend is. En dat is waar de opleidings- en ontwikkelingsfondsen in de techniek zich met het nieuwe intersectorale project Werkplekleren gezamenlijk voor inzetten.

Impact

Uit onderzoek blijkt dat de impact van het informele werkplekleren moeilijk meetbaar is. Maar voor Van der Hammen is dit geen reden om stil te zitten: “De praktijk in de installatiebedrijven laat zien dat werkplekleren werkt. Dit is op zich geen raar feit. Want ooit begon het leren via het meester-gezelprincipe: op de werkplek leren wat het vak inhoudt van iemand met ervaring. In deze tijd gaat het echter verder dan dat. Ervaren vakmensen leren namelijk ook van jonge vaktalenten. Denk aan de ICT in de branche waar jongeren vaak stappen vooruit lopen op hun oudere collega’s. Ook gaat het om het geven en ontvangen van feedback.” Samen met de andere technische opleidingsfondsen gaat OTIB de bestaande kennis over werkplekwerken omzetten naar concrete leersituaties en -mogelijkheden in de techniek. Van der Hammen: “Werkplekleren is voor alle technische sectoren relevant. Door ervaring en kennis te delen, kunnen we samen de bedrijven in de techniek ondersteunen bij het inrichten van werkplekleren.”

Het plan

De opleidingsfondsen van de technische sectoren hebben samen een ESF-aanvraag gedaan die inmiddels is goedgekeurd. Het plan bestaat uit vier fasen. De eerste fase is gericht op het in kaart brengen van eerdere onderzoeksresultaten en het beschrijven van de bestaande best practices in de verschillende technische sectoren. Van der Hammen: “Dat is belangrijk. Wat goed gaat moeten we niet over doen. We moeten hiervan leren. Dit is voor ons een heel belangrijk uitgangspunt.” In de tweede fase worden bedrijven tijdelijk ondersteund om concreet aan de slag te gaan met het in praktijk brengen van werkplekleren. Na het publiceren van de best practices, de gevonden succesfactoren en de opgedane ervaringen bij de bedrijven, bestaat de vierde fase uit het breed verspreiden van de inzichten en instrumenten om werkplekleren in de bedrijven zo praktisch en succesvol mogelijk vorm te kunnen geven.

Eerder onderzoek

In 2013 werd door Rijnland Advies al eerder een onderzoek gedaan naar het werkplekleren in de techniek. Enkele conclusies uit dit onderzoek:
- In veel branches maken de medewerkers zich de kennis en vaardigheden die zij nodig hebben bij het werk voor een groot deel op een informele manier eigen. Juist de cruciale kennis en vaardigheden, die het bedrijf onderscheidt van andere bedrijven en die bepalend is voor het succes, worden geleerd via werkplekleren. Dit neemt niet weg dat vakopleidingen en cursussen/trainingen belangrijk zijn.
- In de onderzochte bedrijfstakken zijn er voorbeelden van bedrijven die het werkplekleren bewust inzetten in hun beleid op het gebied van opleiding, loopbaanontwikkeling, kennismanagement of talentbehoud. Maar zij vormen een minderheid.
- De ontwikkeling van de nieuwe generatie medewerkers is gebaat bij het beter benutten van de mogelijkheden van werkplekleren. In de meeste branches leren jongeren het vak immers al voor een groot deel op deze manier. En zij zijn, beter dan eerdere generaties, in staat informatie te zoeken en de delen.
- Een belangrijke factor bij het bevorderen van informele kennisoverdracht is het beleid van het bedrijf. Informele kennisoverdracht verloopt goed in een bedrijfscultuur waar medewerkers zich vrij voelen om vragen te stellen, kennis met collega’s te delen en daar positief om gewaardeerd worden.
Van der Hammen: “Het rapport vormde de basis voor een brede samenwerking in de techniek om serieus met het werkplekleren aan de slag te gaan. Maar het was vooral de wake-up call dat we ondanks het grote belang van werkplekleren er eigenlijk nog weinig van weten. Ik ben blij met deze techniekbrede samenwerking en ik denk dat we de ontwikkeling van vakkennis met het project weer een stap verder kunnen brengen.”

Bent u geïnteresseerd in wat werkplekleren voor uw bedrijf kan betekenen, of wilt u binnen het project concreet met werkplekleren aan de slag? Neem dan contact op met projectleider Sanne van der Hammen via s.vdhammen@otib.nl.

Niet afwachten

Plannen en onderzoeken. Maar wat kunnen werkgevers en werknemers nú doen? Van der Hammen, lachend: “Ik geef direct toe dat fase vier nog ver weg lijkt en dat we nog veel stappen te zetten hebben. Maar tegelijkertijd is het werkplekleren veel dichterbij dan we vaak denken. Het gebeurt al volop in bedrijven; iedere werknemer kan wel benoemen wat hij of zij van zijn of haar collega heeft geleerd.
Werkplekleren is geen hoge wetenschap. Een leven lang ontwikkelen gaat al langere tijd via scholing en bijscholing, maar ook via samenwerken en feedback geven. Wij willen nu proberen een volgende stap te zetten en samen met bedrijven de succesfactoren in kaart te brengen en met elkaar delen. Stilstaan is geen optie. Werk maken van de toekomst wel. Werkplekleren gaat hier een belangrijke rol bij spelen. En wij gaan bedrijven daar bij helpen.” 