“Durf eens néé te zeggen”
Doekle Terpstra valt altijd wel te porren voor een interview. Hij schuwt de publiciteit niet. De nieuwe Uneto-VNI voorzitter is dan ook de aangewezen persoon om de branche meer in de spotlights te zetten. En dat is hard nodig, want hoewel het installatiequote in gebouwen rap stijgt, blijft de sector een ondergeschoven kindje in het bouwproces. Op bezoek bij een verbinder pur sang.
Doekle Terpstra wordt in journalistieke kringen snel geassocieerd met het vakbondswezen. Zijn tijd als voorzitter van het CNV is op de een of andere manier in het collectieve geheugen blijven hangen. Maar na zijn vertrek in 2005 ging Terpstra door. Zo bekleedde hij topfuncties bij de HBO-raad en de Hogeschool Inholland. Deze rasbestuurder weet om te gaan met de media en heeft een uitgebreid netwerk in het bedrijfsleven, bij werkgevers- en werknemersorganisaties, educatieve instellingen en in de politiek. Een maatschappelijk zwaargewicht dus. IZ sprak met de topman van de branchevereniging over de eerste ervaringen, zijn ambities, aanwas in de sector en de rol die Uneto-VNI wil vervullen voor de kleine installateur.
U heeft geen technische achtergrond. Welke frisse blik kunt u ons bieden als branche?
“Zelf ben ik helemaal niet technisch, maar ik heb grote bewondering voor technische vakmensen. Zij leveren met hun kennis een enorme bijdrage aan onze economie. Ik ben ervan overtuigd dat mijn competenties aansluiten bij de opgave waarvoor we staan als branche. Als sector krijgen we een sleutelrol in het bouwproces. We stellen ons echter veel te bescheiden op. Het emancipatieproces moet aangezwengeld worden en daar kan ik als verbinder goed mee uit te voeten.”
Hoe heeft u zich verdiept in de installatiesector?
“Vanaf dag 1 bezoek ik regelmatig leden van Uneto-VNI, zodat ik goed weet wat er in de praktijk speelt. Daarnaast ontmoet ik veel leden bij vergaderingen op kantoor in Zoetermeer of in het land.”
Het overgrote deel van de branche en uw ledenbestand bestaat uit MKB-bedrijven. De energietransitie brengt een stortvloed aan innovaties, regelgeving en een overvolle agenda met zich mee. Grote bedrijven lijken daar makkelijker op te kunnen acteren. Hoe wil Uneto-VNI de ‘mamma en pappa bedrijven’ ondersteunen?
“Ik begrijp het probleem. Een vakman wil vooral zijn beroep uitoefenen. In het huidige tijdsgewricht komen er echter steeds meer regels bij. Maar dat is onvermijdelijk en sluit ook aan bij een breed gedragen wens in de branche om meer kwaliteit te leveren. Zo moet je voor certificering kennis in huis halen. Wij ondersteunen MKB-bedrijven met bijvoorbeeld een scholingsaanbod dat we in samenwerking met andere partijen zoals OTIB ontwikkelen. Daar moet je tijd voor vrijmaken, maar durf als installateur ook eens nee te zeggen. We hebben nu de luxe van een hoogconjunctuur en we krijgen als sector een steeds sterkere positie in het bouwproces. Een zelfbewuste installateur durft keuzes te maken.”
Als Uneto-VNI proberen jullie ook MKB-bedrijven te helpen door een landelijk dekkend netwerk aan VMBO- en MBO-opleidingen overeind te houden. Een behoorlijke uitdaging, nu de instroom hapert…
“Techniek heeft een slecht imago. Ouders sturen hun kinderen liever naar het algemeen vormend onderwijs. In het hogere segment, dus HBO+ heeft al wel een omslag plaatsgevonden. Daar neemt de aanwas toe Maar in het MBO en vooral het VMBO moeten we nog grote stappen zetten.”
Ligt daar niet een deel van het probleem? We praten over het ‘hogere segment’, u ook, en ‘doorontwikkelen tot HBO niveau’, net alsof VMBO- en MBO-functies minderwaardig zijn. Daar komt nog bij dat in de installatietechniek op dat niveau ‘met je handen werken’ inhoudt, wat ook cultureel gezien als inferieur wordt beschouwd…
“Daar heb je een punt. Het is inderdaad nodig dat we gaan nadenken over ander taalgebruik, waarmee we recht doen aan het werk en het vakmanschap van deze professionals. Ik zou bijvoorbeeld ook liever het woord éénpitter willen schrappen en vervangen door technisch ondernemer. Dat klinkt veel respectvoller. Daarnaast laten we vanuit verschillende invalshoeken zien dat installatietechniek veel meer inhoudt dan werken met je handen. Denk aan alle ICT die er bijvoorbeeld tegenwoordig bij komt kijken. Een geweldige uitdaging.”
Ja, maar daarvan zeggen opleiders dat brancheorganisaties vaak in de kramp schieten. Ze willen een plaatje laten zien van installateurs met ICT-tooltjes, terwijl er genoeg jongeren zijn die het heerlijk vinden om fysiek bezig te zijn en vuile handen te maken.
“Tja, ik vind het zelf ook geweldig als een installateur bij mij thuis een probleem oplost. Dan denk ik: ‘wat een vakman, ik zou het niet kunnen’. We moeten van het stigma af dat algemeen vormend onderwijs ‘beter’ is dan werken met je handen.”
Volgens een opleidingsspecialist bij Installatiewerk is het een groot probleem om allochtone jongeren te werven voor VMBO- en MBO-opleidingen. En dat terwijl daar juist een groot potentieel ligt. Bij migranten speelt de beeldvorming nog een grotere rol dan bij autochtonen. Ze willen liever dat hun kinderen een administratieve of juridische opleiding gaan volgen. Dat heeft veel meer status. Hoe wilt u dat doorbreken?
“Door te hameren op de enorme kansen op de arbeidsmarkt. Iemand die een installatietechnische opleiding volgt, heeft uitstekende vooruitzichten op een goedbetaalde baan en een vast contract.”
Volgens een aantal spelers in de arbeidsbemiddeling zitten we met een structureel probleem en kunnen we maar beter buitenlandse krachten werven.
“Het is een ‘fact of life’ dat je in een vrije markteconomie ook mensen uit andere landen gaat werven. Ik ben er wel voorstander van om eerst te proberen zoveel mogelijk de openstaande functies in te vullen met eigen mensen.”
Bijvoorbeeld uit de pool met 460.000 werklozen?
“Daar liggen weinig kansen. Langdurig werklozen beschikken vaak niet over de juiste skills om werkzaam te zijn in onze branche. Dan moet je gaan inzetten op langlopende omscholingstrajecten, wat me irrealistisch lijkt.”
Zit een deel van het probleem ook niet in het onzekere toekomstperspectief? Volgens experts gaan automatisering en plug & play oplossingen hun tol eisen op termijn. Zo zei de sector-expert van ABN-AMRO tijdens de laatste Building Holland dat er al binnen 5-10 jaar banen verloren gaan door dergelijke ontwikkelingen. Welke ouder zou zijn kinderen dan adviseren om in zo’n sector aan de slag te gaan?
“Er komen ook nieuwe beroepen bij, zoals energieregisseur en systeemarchitect. Of het al met al netto onder de streep tot banenverlies zal leiden weet ik niet. Dat is giswerk.”
U heeft het naar uw zin in uw nieuwe baan, maar wat is u tot dusver tegengevallen?
“De versplintering. Er bestaan zoveel organisaties in onze sector. Waarom is het zo divers georganiseerd? Ik zou willen pleiten voor een meer coherent geheel. Zoek de samenwerking als technische branche en ga ook meer samenwerken met aanpalende branches.”
Tot slot: waar zou u graag Uneto-VNI over 10 jaar zien staan?
“Ik zie Uneto-VNI over 10 jaar als een zelfbewuste organisatie, die coalities durft aan te gaan met uiteenlopende partijen en op basis van een natuurlijke autoriteit het aanspreekpunt is op haar vakgebied.”