De luchtkwaliteit in industriële omgevingen is door trends als energiezuinig en luchtdicht bouwen helaas achteruitgegaan. “Inzicht in de situatie en flexibele oplossingen zijn essentieel om het effect van slechte binnenlucht aan te pakken”, zegt Daniel Gooijer, directeur van Euromate en lid van Binnenklimaat Nederland. “De nieuwste bouwprincipes laten steeds minder ruimte voor natuurlijke ventilatie”, vertelt Gooijer. “Mechanische ventilatiesystemen worden weliswaar opgeleverd volgens de richtlijnen uit het Bouwbesluit, maar het gebruik van de ruimte is veel bepalender voor de luchtkwaliteit. Arbeidsprocessen zoals next day delivery, retouren en lichte productie zorgen voor extra vervuiling zoals (fijn)stof, dat doeltreffend afgevangen moet worden.” Stoffig Volgens de WHO, het RIVM en vergelijkbare instanties geldt voor fijnstof geen drempelwaarde. Dat komt omdat zelfs de kleinste blootstelling al gezondheidsschade kan opleveren. “Bijvoorbeeld in magazijnen zijn de gevolgen van vervuilde binnenlucht goed te merken. Medewerkers gaan met hoofdpijn of een zere keel naar huis, goederen worden bedekt onder een laag stof en automatische lijnen hebben steeds vaker te maken met storingen. Maar ook buiten het magazijn zijn er gevolgen. Zo kennen we voorbeelden van winkels, waar de kleding met twee personen opgehangen moet worden door de stoffige verpakkingen. En etiketten zijn soms zo stoffig dat gedurende het transportproces barcodesystemen niet meer goed werken.” Gezondheidsklachten Zoals aangegeven kan slechte binnenluchtkwaliteit, mede afhankelijk van de vervuilingsbron, leiden tot serieuze gezondheidsklachten. In kantoren en scholen kunnen bijvoorbeeld hoofdpijn, vermoeidheid en concentratieverlies ontstaan en ook Sick Building Syndrome klachten liggen op de loer. “Tijdens de coronapandemie is duidelijk geworden dat in slecht
Categorie: Techniek
In 2018 brachten adviesbureau Hiensch en fabrikant Barcol-Air een nieuw ventilatieconcept op de markt. Ruim 5 jaar later vertelt Hiensch DGA Kees Koot hoe het CERA-systeem sindsdien is doorontwikkeld. En, geeft hij zijn visie op de huidige ontwikkelingen in de ventilatiebranche. Het was een schot in de roos. Met CERA kon en kan de markt goed inspelen op gestapelde woningbouw. “Sinds 2018 worden er meerdere duizenden woningen per jaar aangesloten op het ventilatiesysteem.” Energiebesparing “We realiseerden ons dat er nog een behoorlijke energiewinst te boeken viel. Anno 2018 ging de helft van onze thermische energie naar de warmtapwater bereiding en de rest was bestemd voor ruimteverwarming. En van dat laatste deel was circa 50 % nodig om te ventileren.” Dat is eigenlijk nog steeds het geval, constateert Koot. Opbouw Bij het CERA-systeem staat de centrale ventilatie unit met wtw op het dak of in de kelder. Via het kanalenstelsel wordt verse lucht toegevoerd en vervuilde lucht afgezogen. Ieder appartement krijgt een eigen slimme regelunit. Deze is leverbaar in twee uitvoeringen; als 1- en als 2-zonesysteem. De unit bevat onder andere de balansregeling en wordt via een CO2- of vochtsensor aangestuurd. De box heeft compacte afmetingen en kan in de bergruimte van appartementen tegen de schacht met ventilatiekanalen worden geplaatst en vervolgens worden aangesloten op de instortkanalen in de woning zelf. Aangezien de regelunit geen ventilator bevat, produceert de box nauwelijks geluid. Ja, een werkende regelklep brengt wat decibellen met zich mee, maar het niveau zit ruim onder de verplichte 30
Vorig jaar opende het nieuwe innovatiecentrum van AAK in Zaandijk. Hier komen nieuwbouw en renovatie samen. Ingebouwd in plantenbakken aan de wand zorgt een combinatie van fan coils en ventilatie-units voor een comfortabel binnenklimaat én een gezonde werkomgeving. AAK, de Zweedse producent van plantaardige oliën en vetten, liet een oud pakhuis renoveren en breidde het pand uit door een glazen kas aan het pakhuis te plaatsen. Een goed moment om het pand flink te verduurzamen. Bloemendal Bouw uit Leusden adviseerde hiervoor de duurzame afgiftesystemen van Jaga Climate Designers. Volop groen Het drie verdiepingen tellende Innovation Center of Excellence in Plant Based Foods, zoals het nieuwe innovatiecentrum is genoemd, staat tegenover het fabrieksterrein van AAK aan de Zaan. Vanaf de straat kijk je via de nieuwe, transparante gevel – vormgegeven als kas – bij het innovatiecentrum naar binnen. Naast de vele glaspartijen en het gebruik van hout, valt het aanwezige groen op. Het nieuwe pand is volledig voorzien van subtropische planten. Dat maakt de ruimtes niet alleen aangenamer, maar verwijst ook naar de plantaardige producten die AAK maakt. Gezonde werkomgeving Bij de renovatie en uitbreiding van het pand stond niet alleen verduurzaming centraal, maar was het creëren van een gezonde en fijne werkomgeving met een comfortabel binnenklimaat een belangrijk uitgangspunt. Dat bleek nog niet zo eenvoudig. In de nieuwbouw komen veel disciplines bij elkaar: het laboratorium is ondergebracht op de begane grond, op de eerste verdieping bevinden zich kantoren en op de bovenste verdieping zijn er proeflokalen en een kookstudio. Hierdoor
Slimme jonge techneuten die supersnel ideeën naar producten willen omzetten. Je vindt ze terug in het Brabantse Duizel. Onder de naam Wefabricate opereren ze hier als zowel engineer, toeleverancier als producent. Eén van die nieuwe producten van het bedrijf is een ‘cradle to cradle’ warmtepomp, werkend met propaan als koudemiddel. De warmtepomp is horizontaal uitgevoerd, zodat hij, geplaatst op een plat dak, nauwelijks opvalt. Tot een aantal jaar geleden zat de Nederlandse sigarenfabrikant Agio in de riante, destijds gloednieuwe behuizing, waar Wefabricate nu gevestigd is. Martijn van de Ven, oprichter en CEO van het bedrijf, twijfelde geen moment toen hij in 2021 de kans kreeg om dit pand in het Brabantse Duizel – winnaar Breeam award 2017 – over te nemen en samen met zo’n vijftig medewerkers te betrekken. Uitgesteld pensioen Inmiddels is het aantal werknemers uitgegroeid tot 180 medewerkers, verdeeld over elf BV’s, die alle onder de Wefabricate paraplu vallen. Een aantal daarvan focust zich op de maakindustrie of, zoals ze het zelf noemen, manufacturing as a service, waarbij wordt geproduceerd in opdracht van andere partijen. Andere BV’s specialiseren zich juist weer in het ontwikkelen en fabriceren van producten. Zo ook Weheat, dat onder andere een hybride/all-electric platdak warmtepomp op de markt brengt. IZ ging hierover in gesprek met Toon van Engelen, die sinds kort als consulent bij deze BV betrokken is. Voor velen in het vakgebied is Van Engelen geen onbekende. Na een lange beroepscarrière bij onder andere NIBE, OSH en Stiebel Eltron, genoot de 69-jarige eigenlijk net
De sector staat voor grote uitdagingen op het gebied van verduurzaming, arbeidsmarkt en digitalisering. Om de continuïteit van bedrijven te waarborgen, moeten we de komende jaren een aantal transities doorlopen. NVKL, de vereniging van koeltechnische bedrijven, is één van de kennispartners in de branche die hierbij betrokken is. De Europese Unie heeft de ambitie om de CO2-uitstoot in 2030 met 55% te verlagen ten opzichte van het niveau in 1990. Deze verduurzaming is sinds februari 2022 ook om economische redenen in een stroomversnelling gekomen door de drastische stijging van de energieprijzen vanwege de oorlog in Oekraïne. Energiebesparing Het kabinet heeft ingezet op energiebesparing, waarbij voor de sector de focus ligt op isoleren, het toepassen van energie-efficiënte apparaten en het zoveel mogelijk gebruiken van hernieuwbare energiebronnen. Er zijn daarvoor verschillende Europese en Nationale wetten ingevoerd in het kader van de Europese ‘Green Deal’. In de Nederlandse wetgeving zien we de implementatie van deze wetten onder andere terug in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving. Brancheverenigingen, zoals NVKL, en de Nederlandse overheid hebben de belangrijke taak om in samenwerking met elkaar de markt te voorzien van de juiste informatie. Van gasketel naar warmtepomp Het kabinet heeft in mei 2023 aangekondigd dat vanaf 2026 de (hybride) warmtepomp de standaard wordt voor het verwarmen van woningen. Huishoudens zullen, behoudens enkele uitzonderingssituaties, bij vervanging van een cv-installatie moeten overstappen op een duurzamer alternatief. Voordat een cv-ketel 1 op 1 vervangen kan worden door een (hybride) warmtepomp, moet eerst gecontroleerd worden of een woning hiervoor geschikt is. Een
Voor huiseigenaren die hun woning willen verduurzamen met een warmtepomp vormt de buitenunit vaak een struikelblok. Met een PVT-warmtepomp en PVT-panelen op het dak is geen buitenunit nodig, waardoor geluidsoverlast tot het verleden behoort. Hoe werkt het PVT-systeem en wat zijn de voordelen? Expert Triple Solar legt uit. Het PVT-systeem bestaat uit een PVT-warmtepomp en PVT-panelen. Deze voorzien je woning van verwarming of koeling, warm water en elektriciteit. PVT-panelen wekken elektriciteit en warmte op. De voorkant van het PVT-paneel bestaat uit zonnecellen (PV). De achterkant van het paneel is een thermische wisselaar (T) en onttrekt warmte uit de buitenlucht en het paneel. In alle seizoenen, 24 uur per dag, ook bij bewolking of vorst. Werking De PVT-panelen zijn de energiebron voor de PVT-warmtepomp. De onttrokken warmte uit de PVT-panelen wordt door leidingen naar de PVT-warmtepomp geleid. De verdamper in de warmtepomp gebruikt deze warmte om het koudemiddel in de PVT-warmtepomp te verdampen. De elektrische compressor in de warmtepomp perst het dampvormige koudemiddel samen. Door dit proces stijgt de druk van het natuurlijke koudemiddel propaan en neemt de temperatuur toe. Het hete dampvormige koudemiddel condenseert in de condensor, geeft warmte af aan het cv-water, dat dan naar de verwarmingsinstallatie of boiler gaat. De afgegeven warmte is nu geschikt voor verwarming en warm tapwater. De transportvloeistof keert terug naar de verdamper om het proces te herhalen. Propaan De Triple Solar PVT-warmtepomp 3.5 gebruikt het natuurlijke koudemiddel propaan (R290). Dat werkt efficiënt bij lagere temperaturen tot een buitentemperatuur van -10 °C en kan
Van redder in nood tot ‘dwangpomp’, de warmtepomp houdt de gemoederen bezig in Nederland. En niet zonder reden, de warmteopwekker wint aan populariteit en lijkt nauwelijks last te hebben van concurrenten, zoals PVT-systemen of waterstofketels. Tijdens de European Heat Pump Summit vertelden diverse experts hoe deze duurzame oplossing verder doorontwikkeld kan worden. In de vorige editie van IZ stond al een korte terugblik op de European Heat Pump Summit, in dit nummer gaan we meer uitgebreid in op de stand van zaken. De warmtepomp gaat, als we de diverse deskundigen mogen geloven, een gouden toekomst tegemoet. Marktontwikkelingen Allereerst de marktcijfers. Volgens de EHPA of European Heat Pump Association groeide de markt voor warmtepompen in 2022 met maar liefst 39 %. Er werden 3 miljoen warmtepompen verkocht, waarmee het totale aantal warmtepompen in Europa nu uitkomt op 20 miljoen. Met name Frankrijk, Italië en uiteraard Duitsland zijn de groeimarkten. In 2023 is de groei afgevlakt, maar de EHPA blijft optimistisch en streeft naar 60 miljoen warmtepompen in Europese gebouwen in 2030. Regelgeving Dat is ook haalbaar, denkt de EHPA. De warmtepomp heeft zich volgens de belangenvereniging inmiddels wel bewezen, ook in hele koude omstandigheden. Daarnaast duwt de EHPD of Energy Performance of Buildings Directive van de EU ons ook steeds meer richting de warmtepomp. Deze richtlijn heeft als doel om de energie-efficiëntie van gebouwen te verbeteren, waardoor het energiegebruik daalt. In Nederland heeft de EHPD de ontwikkeling van de nieuwe BENG-regels gestimuleerd en daaruit voortvloeiend de NTA 8800, voor de lezer
Digitalisering biedt een zee aan mogelijkheden voor de branche. Voor IZ dook Ron Bosch, adviseur en HBO-hoofddocent Installatietechniek, in de wereld van Virtual Reality en de praktische oplossingen die VR kan bieden. Hoe verandert VR precies de dagelijkse praktijk van een loodgieter? En wat zijn de concrete mogelijkheden voor bijvoorbeeld warmtepomp-installateurs? In dit artikel nemen we een kijkje in de wereld van VR en leggen we uit hoe installateurs zich laagdrempelig kunnen verdiepen in deze technologie. Hoe verandert VR de dagelijkse Praktijk van Installateurs? Voor installateurs biedt VR de mogelijkheid om problemen die voorheen pas tijdens de fysieke uitvoering aan het licht kwamen, al in de ontwerpfase op te lossen. Waar ontwerpers vroeger werkten met statische tekeningen, kunnen virtuele modellen nu als gespreksonderwerp dienen. Dit vroegtijdige inzicht leidt tot kostenbesparing en efficiëntieverbeteringen doordat bottlenecks veel eerder worden ervaren. Als loodgieter kun je bijvoorbeeld virtueel door een gebouw navigeren en de leidingen en aansluitingen visualiseren, voordat je daadwerkelijk aan de slag gaat. Voor warmtepompinstallateurs biedt VR de mogelijkheid om complexe installaties virtueel te assembleren en te testen. Hierdoor kunnen potentiële fouten worden geïdentificeerd en opgelost voordat de installatie plaatsvindt, wat kostbare fouten en vertragingen voorkomt. Hoe kunnen installateurs zich laagdrempelig in VR Verdiepen? Om installateurs vertrouwd te maken met VR, zijn er verschillende trainingen en cursussen beschikbaar. Merken zoals Oculus, HTC Vive en Microsoft HoloLens bieden VR-oplossingen die specifiek zijn ontworpen voor de installatietechniek. Trainingen variëren van basisniveau tot geavanceerde toepassingen, waardoor installateurs hun vaardigheden kunnen ontwikkelen op basis van hun
Vanaf 2031 behoort het salderen tot het verleden. De komende jaren wordt de regeling geleidelijk aan afgebouwd. Daarmee wordt het een stuk aantrekkelijker om te investeren in opslagsystemen. In de markt signaleert men al een toenemende belangstelling. Bijvoorbeeld voor zoutbatterijsystemen. Door de salderingsregeling kreeg de eigenaar van PV-panelen altijd geld bij de teruglevering van energie-overschotten aan het net. Maar vanaf 2025 komt daar verandering in. Geleidelijk aan zal de bezitter van panelen zelf steeds meer geld moeten gaan neertellen om energie te mogen terugleveren aan het net. Interesse Zowel de zakelijke als particuliere markt kijkt daarom met groeiende belangstelling naar opslagmogelijkheden. Zo merkt Fortona, leverancier van zoutbatterijsystemen, dat de interesse van woningbezitters met maar liefst 50 % is toegenomen ten opzichte van vorig jaar, vertelt Kees Compaan. “En waren er in de zakelijke markt in 2022 slechts enkele tientallen partijen mee bezig, is dat aantal nu verdrievoudigd.” Nicheproduct Fortona levert een nicheproduct. De markt voor opslagsystemen wordt vooralsnog gedomineerd door lithium-ion batterijen. Maar de leverancier heeft het tij mee. Lithium-ion batterijen brengen het risico op een ‘thermal runaway’ met zich mee. Oftewel, je moet opletten met de brandveiligheid. Bij zoutbatterijsystemen is dat geen issue. Ontbranden Wanneer de cel van de lithium-ion batterij beschadigd raakt, in contact komt met water of hoge temperaturen moet weerstaan, kan het voorkomen dat de batterij spontaan gaat ontbranden of zelfs tot ontploffing komt. Omdat lithium batterijen opgebouwd zijn uit cellen, kan de ene cel de andere ontbranden en zo een kettingreactie veroorzaken. De ontbranding van
De installatiebranche dendert door met interessante projecten, ook in 2023. Een greep hieruit laat zien hoe veelzijdig de branche opereert. Geen project is hetzelfde. Maatwerk levert het mooiste resultaat op. Midden in Maasdijk stond basisschool ‘De Schakel’. Het oude schoolgebouw is gesloopt en op de locatie zijn 20 sociale huurappartementen gerealiseerd, 10 kleine en 10 grotere. De woningen zijn geschikt voor jongeren, alleenstaanden en ouderen. De appartementen zijn alle voorzien van een warmtepompinstallatie gebaseerd op de ATAG Energion M Compact 40. Daarmee kunnen de bewoners gasloos hun woningen verwarmen en van tapwater voorzien.Het betreft een monobloc lucht/water-warmtepomp met een geïntegreerde boiler van180 liter. Doordat de boiler in de behuizing van de binnenunit is opgenomen, hoeft deze niet meer te worden aangesloten, wat een kortere installatietijd oplevert. De buitenunit is op het platte dak geplaatst, zodat de buitenunits nauwelijks te horen en zichtbaar zijn Doorstroomtoestellen in cascade Bij Foppen Seafood in Harderwijk is een oude VR warmwaterbereider (Lochinvar) vervangen door 12 stuks Rinnai condenserende doorstroomtoestellen. Dit leverde een besparing op van 25% op het gasverbruik. De 12 toestellen staan ruggelings opgesteld om een zo klein mogelijke opstelling te creëren. De maximale volumestroom is 179 l/min bij ∆T van 55°C. De gehele fabriek wordt door deze configuratie van warm tapwater voorzien. Diverse spuitlansen kunnen gelijktijdig worden gebruikt. De opstelling heeft geen voorraadvat. De doorstroomtoestellen moduleren al naar gelang de behoefte. Productie bij Foppen Seafood kan tijdens onderhoud gewoon doorgaan. De Rinnai condenserende doorstroomtoestellen zijn er in 46 kW en 57 kW nominaal