‘Het huis van de toekomst’, zo kun je de woning van Bas Hasselaar in Den Haag omschrijven. Hij ontwierp en bouwde mee aan zijn eigen woning. Tijdens het ontwerpproces stonden licht, lucht en ruimte centraal. Natuurlijke toevoer vormde de basis voor het installatieproces. Een voorbeeld van een woning waarbij comfortabel, duurzaam en energieneutraal bouwen geen vraag was maar een uitgangspunt. “Een gezonde en duurzame woning was vanaf het begin een gegeven”, vertelt ontwerper en bewoner Bas Hasselaar. “Ik had eerder kennisgemaakt met de bouwvisie ‘active house’; een visie waarin de bewoner centraal staat. Kenmerken als comfort, energie en milieu worden binnen deze bouwvisie als integraal geheel beschouwd. Maar het uitgangspunt blijft de mens, die zich nu eenmaal niet hoeft aan te passen aan de woning.” Meedenken in het bouwproces Een goed begin is het halve werk. In het voortraject organiseerde Hasselaar daarom een sessie waarbij bouwprofessionals uit verschillende richtingen rond de tafel zaten: fabrikanten, adviseurs en architecten. “Tijdens deze sessie vormde één vraag de grote uitdaging, namelijk: wat zijn de basisprincipes om een ideaal active house te ontwerpen? Ventilatiespecialist Duco was aanwezig om mee te denken. Richard Geraerts, verkoopleider Nederland, hierover: “Ook Duco gelooft in de active house benadering. We zijn hierin al jaren actief. Tijdens de sessies met andere bouw gerelateerde partijen konden we onze kennis hierover uitdragen. Op die manier waren we vanaf dag één actief betrokken bij dit mooie project.” Natuurlijke ventilatie als basis Tijdens het ontwerpen stonden licht, lucht en ruimte centraal. De wens voor natuurlijke
Categorie: Techniek
Een woning uit de jaren zestig kán volledig van het gas los. In Maassluis verbouwt een particuliere eigenaar zijn nieuw aangeschafte woning tot nul-op-de-meter-woning. Het gaat om een voormalige dokterswoning met praktijkruimte uit de jaren 60. Het wordt een woonhuis met kantoor. Verwarming en warm water komen van een aardwarmte-warmtepomp van Vaillant. De zestig meter diepe gaten voor de aardwarmtesondes worden met een nieuwe techniek gerealiseerd: sonisch boren. “Een woning als deze stamt uit de tijd dat men niet zo bezig was met het goed isoleren van een woning. Gas was goedkoop en stoken was geen enkel probleem”, vertelt René van der Linden. Hij overziet de renovatiewerkzaamheden samen met zijn zoon Cor, die de gasloze woning uiteindelijk zal betrekken. “Om deze woning geheel gasloos te kunnen verwarmen moesten er daarom veel isolatiemaatregelen genomen worden. Onder het dak werd Isovlok aangebracht, een materiaal dat gemaakt is van papierpulp. De muren krijgen isolerende voorzetwanden terwijl de spouw zelf ook nog eens geïsoleerd wordt. De vloer is geïsoleerd, daarop is vloerverwarming aangelegd, die is weer afgedekt met een laag schuimbeton. Boven komen laagtemperatuur-radiatoren.” Installatie staat al klaar In de garage staat de FlexoTHERM warmtepomp te wachten op installatie. Ernaast een cv-buffer met pompregeling van 200 liter. Op de zolder staat ook het boilervat van 300 liter van Vaillant reeds klaar. Samen een installatie die 10 k W vermogen kan leveren en zo probleemloos voor warmte en warm water moet kunnen zorgen. Tevens koeling in de zomer “We hebben bewust voor aardwarmte gekozen”, vertelt
ISSO heeft de afgelopen maanden hard gewerkt aan de revisie van ISSO-publicatie 24. Door de strengere hantering van nieuwe wet- en regelgeving was er behoefte aan een herziening van dit document over installatiegeluid. Aanleiding waren ook de verschillende meldingen van praktijkproblemen met installatiegeluid. Bovendien blijkt de markt behoefte te hebben aan eenvoudige rekenregels. Reden genoeg om de publicatie een update te geven. De herziening van ISSO-publicatie 24 was ook geen overbodige luxe; de originele publicatie stamt uit 1990. De nieuwe versie gaat onder meer dieper in op installatietechnische onderdelen en de theoretische aspecten rondom installatiegeluiden. Meer installaties Dennis van der Kooij, projectcoördinator bij ISSO, geeft aan dat de revisie – naast de verdieping op het vlak van installatietechnische onderdelen en de theorie – op nog een aantal punten afwijkt van de eerste publicatie. “De meest recente versie behandelt meer installaties uitgebreider en we gaan ook dieper in op elke installatie. Zo komen in de nieuwe versie van de ISSO-publicatie 24 onder andere de geluidstechnische aspecten van verwarmingsinstallaties, sanitaire installaties en liftinstallaties aan bod. Daarnaast is er extra aandacht voor de bouw-akoestische aspecten, zoals de geluidsisolatie van constructies en de absorptie van geluid bij afwerkmaterialen. Zowel de bouw-akoestische facetten als de geluidsabsorptie bij afwerkmaterialen zijn namelijk belangrijk bij het beoordelen van de toelaatbare mate van geluidsuitstraling. Compleet nieuw in de herziening zijn decentrale installaties in onder anderen scholen, omdat hier vanuit het werkveld veel vraag naar is. Voorbeelden hiervan zijn fancoil-units, vloer- en gevelunits en decentrale schoolventilatiesystemen. De publicatie gaat daarnaast
In mei 2015 betrokken Richard en Eveline hun nieuwe NOM-woning in Vuren. Het huis was voorzien van een dik isolatiepakket en duurzame installaties, zodat de bewoners van het gas los zouden kunnen. Is die belofte waargemaakt? IZ sprak met de bewoners en de adviseur. Vuren is een dorpje onder de rook van Gorinchem. In september 2014 begon de bouw van het nieuwe huis voor Eveline en Richard, in mei 2015 konden ze de woning betrekken. De nieuwbouw heeft een woonkamer met halfopen keuken, slaapkamer en bijkeuken annex technische ruimte op de begane grond. De eerste verdieping herbergt 4 slaapkamers en een badkamer. Wijzigingen In het originele bouwplan was dezelfde plattegrond geprojecteerd, maar voor een andere bouwkundige en installatietechnische aanpak gekozen. Toen Michel Deelen van adviesbureau IDEA echter aanschoof, werd al snel duidelijk dat er drastische wijzigingen nodig waren in het ontwerp. Belang isolatie “Ons advies is altijd om eerst de woning goed te isoleren, zodat de warmtevraag zoveel mogelijk wordt teruggebracht. Vervolgens kan je naar de beste installatietechnische oplossing gaan kijken. Dat hoeft niet per definitie een warmtepomp te zijn, zoals nu wel erg vaak wordt gezegd door een bepaalde lobby. In bepaalde gevallen is het vanuit financieel, rendement en technisch oogpunt juist slimmer om nog wel een cv-ketel te installeren.” #gaslos Richard en Eveline wilden een gasloze woning. Het liefst zelfs helemaal off-grid gaan. Michel: “We hebben geanalyseerd wat de mogelijkheden waren en wat haalbaar was. Eerst zijn de vloer, gevel en het dak geïsoleerd. De vloer heeft nu
De F-gassenverordening, die door de Europese Commissie al in 2014 werd aangenomen, zal op de korte termijn de markt voor koudemiddelen ingrijpend veranderen. Nu al zijn de prijsstijgingen enorm. En dat niet alleen voor de chemische koudemiddelen met een hoog GWP, ook de prijs voor koudemiddelen met een lager GWP (zoals R134 A) is het laatste jaar verdubbeld of verdrievoudigd. Wat betekent dit voor de meer dan een miljoen koelinstallaties en airconditioners in ons land die gebruik maken van koudemiddelen? Een vraag die menig installateur bezighoudt. Uitfasering Doel van de F-gassenverordening is om het gebruik van Cfk’s (fluorkoolwaterstoffen) terug te dringen. De regelgeving is erop gericht de verkoop van koudemiddelen met een hoge GWP-waarde te verminderen en te vervangen door koudemiddelen met een lage GWP-waarde. De GWP-waarde (Global Warming Potential) is de bijdrage die een gas levert aan het broeikaseffect. Het geeft het opwarmingsvermogen van een gas aan in vergelijking met CO2 (de GWP van CO2 is 1). Zo heeft bijvoorbeeld het in supermarkten veel toegepaste R-404 A een GWP-waarde van 3922 en het in veel airco’s gebruikte R 134 a een GWP-waarde van 1430. Maatregelen Om daadwerkelijk het gebruik terug te dringen, zijn een drietal maatregelen van kracht: - Productiebeperking: De totale hoeveelheid HFK-koudemiddelen die leveranciers nog mogen verkopen is vastgelegd in een quotum. Hoe hoger de GWP-waarde hoe groter het aandeel in het quotum. Het quotum wordt ieder jaar kleiner. Van 100% in 2015 naar 21% in 2030. - Gebruiksverbod: Installaties met koudemiddelen met een GWP-waarde van 2500 en hoger
Stadlander is een woningcorporatie met 15000 woningen in West-Brabant en Tholen. In 2016 liet de verhuurder annex eigenaar Nieuw Eeckelenbergh optrekken in Steenbergen. Het bouwblok bestaat uit 17 NOM-woningen, die levensloopbestendig zijn. Na ruim een jaar monitoren mag wel geconcludeerd worden dat het nieuwbouwproject een succes is. Met dank aan de warmtepomp. Nieuw Eeckelenbergh werd in het voorjaar van 2017 opgeleverd. Met het oog op de toekomst zijn de woningen levensloopbesteding uitgevoerd. Allereerst door ze te bouwen als nultreden woningen met brede deuren. Daarnaast zijn op de begane grond in principe alle faciliteiten beschikbaar. Bewoners hebben er een grote woonkamer met open keuken, een lichte slaapkamer en badkamer tot hun beschikking. Op de eerste verdieping heeft de huurder ook nog eens twee slaapkamers. De woningen hebben een gebruiksoppervlakte van ongeveer 105 m2. Isolatie De 17 huizen hebben een binnenwand van kalkzandsteen, een gemetseld buitenblad, en kozijnen van duurzaam geproduceerd hout met 3-laagse HR++ beglazing. Tijdens de bouw is extra aandacht besteed aan kier- en luchtdichtheid. De RC-waarde van de schil bedraagt dan ook 4,5 en van het dak 7. E-concept De bewoners mogen jaarlijks bijna 10.000 kWh aan energie gebruiken. Daarvan is 2600 bestemd voor gebouwgebonden en 2600 voor consumptief gebruik. De overige 4625 kWh gaat naar de productie van warmtapwater. Alle cijfers zijn gebaseerd op nauwkeurige berekeningen die op voorhand zijn gedaan. Bij het gebouwgebonden gebruik hield de installateur rekening met een gemiddelde bezetting van 2,5 personen. Mochten de bewoners meer stroom gebruiken dan is voorzien in hun bundels,
Er komen steeds meer slimme ventilatieproducten beschikbaar voor de installatiebranche. Ze vergemakkelijken over het algemeen het installeren, inregelen, onderhouden en de service. Een aantal voorbeelden.
Winkels – groot of klein, drukbezocht of een zaak voor de fijnproever – zijn over het algemeen zeer verschillend. Toch is de droom van iedere projectontwikkelaar en installateur om voor de installaties in de winkels zoveel mogelijk te werken met een gestandaardiseerd concept. Dat is ook het geval in Leidsche Rijn Centrum. Voor de winkels in dit bruisende centrum ontwikkelden TW Techniek en Kersten Retail een slim en kostenbesparend concept. Inmiddels profiteren tien winkels ervan. Leidsche Rijn Centrum is een kerngebied van de gemeente Leidsche Rijn, waar wonen, winkelen, werken en uitgaan samenkomen. De 22.400 m2 retail vormt een fraaie mix van mode, horeca en gezondheid. Traditionele winkelformules en nieuwe concepten voor een jong, digitaal publiek gaan daarbij hand in hand. Retailinstallateur Kersten Retail verzorgt het installatiewerk binnen het centrum. Voor de regeling van de luchtbehandeling, koeling en ventilatie van veel van de winkels ontwikkelde de installateur samen met TW Techniek een slim concept waarmee de installaties in winkels – ondanks hun grote verscheidenheid – toch een grote mate van standaardisatie kennen. Dat versnelt en vereenvoudigt het werk en maakt onderhoud en service overzichtelijk. Voorbeeldproject Leidsche Rijn Centrum is in veel opzichten een voorbeeldproject. Zo wordt voor de energievoorziening gebruik gemaakt van een integraal, duurzaam energiesysteem dat stadswarmte combineert met warmte/koudeopslag. Met het systeem worden naast winkels ook 10.000 m2 kantoorruimte en 750 woningen verwarmd en gekoeld. Voor een maximaal rendement en een optimaal geregeld systeem worden hoge eisen gesteld aan de retourtemperatuur van ‘afnemers’. Deze is zowel voor het
Het Internet of Things staat nog in de kinderschoenen in de installatiebranche. Maar dat kan al binnen 1 jaar compleet zijn veranderd, zegt de IoT Academy. IZ sprak met manager Jasper Kuin over slimme ketels, Predictive Maintenance, veiligheid en wat IoT nu eigenlijk precies inhoudt. Om maar eerst met het laatste te beginnen: “Er circuleren tientallen definities van IoT op het internet”, vertelt Kuin. “Zelf houd ik het altijd op ‘alle dingen die je met het internet verbindt, waardoor we verstandige beslissingen kunnen nemen en het leven voor onszelf makkelijker maken.” Waar we dan aan kunnen denken? Slimme thermostaten bijvoorbeeld, luchtfilters die met voice-command worden aangestuurd of lampen die je met een appje van kleur kan laten veranderen of dimmen. Innovatie stimuleren Kuin leidt sinds 2016 de IoT Academy, een stichting die zich ten doel stelt om innovatie op het gebied van IoT te stimuleren bij uiteenlopende partijen, zoals bedrijven en onderwijsinstellingen. De IoT Academy geeft daartoe onder andere workshops, die gretig aftrek vinden, vertelt Kuin. Vooral de ‘IoT Deep Dive’ en de ‘Introductie LTE-M Workshop’ gooien hoge ogen. Workshops “Tijdens de ‘Deep Dive’ laten we zien wat de nieuwe mogelijkheden zijn van IoT. Deze workshop trekt professionals aan van diverse pluimage. De andere workshop is vooral bedoeld voor ontwikkelaars, die meer willen weten over LoRa-netwerken.” Voor alle duidelijkheid: Met LoRa kunnen allerlei dingen met het internet praten zonder gebruik te hoeven maken van 3G of Wi-Fi. Het batterijverbruik is laag, het bereik is groot en de bandbreedte is beperkt.
Slimme thermostaten, slimme lampen, slimme meters, slimme sensoren… we worden dagelijks bedolven onder de slimme oplossingen. Maar betekent het automatisch dat je een slim gebouw hebt als je die innovatieve technieken laat installeren? “Nee”, zegt Wouter Kok, van IoT-specialist bGrid. Verwarrend, nietwaar? De leverancier ziet jou als een kanaal om slimme oplossingen in de markt te zetten, de woningeigenaar vraagt om Smart Technology, in de zorg heeft men het over domotica en ja de laatste jaren is er ook al een enkeling die over ‘Het Internet of Things’ begint. En daar sta je dan, W-installateur in hart en nieren. Een echte vakman als het op loodgieterswerk aankomt, dakdekken of een cv-ketel installeren. Zo zoetjes aan wil je je zelf wel eens aan een warmtepomp wagen, want we gaan van het #gaslos. En dan beginnen leveranciers, klanten en vaktijdschriften je te bestoken met voorstellen en vragen over Smart Technology. Wat nu? Spraakverwarring Eerst maar eens een einde maken aan alle spraakverwarring. Wouter Kok is al een oudgediende in deze relatief nieuwe tak van sport. Een snelle blik op zijn LinkedIn cv leert ons dat hij al in 2004 in een aanpalende sector actief was: datacenter technologie. In 2015 zette hij bGrid op, een “Smart Building Platform Solution, developing buildings into a tool for its user.” Hierin zit al de kern besloten wat een slim gebouw nu eigenlijk echt inhoudt. Imago “In tegenstelling tot wat menig fabrikant of installateur denkt, maakt een App om de klimaatregeling of verlichting te regelen een gebouw