Categorie: Techniek

Denken in concepten

Aardgasloos wonen staat in Nederland hoog op de agenda. Maar hoe en in welke stappen kunnen we dit bereiken? Volgens Jaga Climate Designers is samenwerking hét sleutelwoord. Jaga is aangesloten bij diverse initiatieven en concepten die verduurzaming van de Nederlandse woningbouw willen versnellen, bereikbaarder en toegankelijker willen maken, zoals stichting Happy Balance, Urgenda, the FCTR E, HomeQgo en Klimaatmissie Nederland. Het denken in concepten is een belangrijke ontwikkeling als het gaat om het verduurzamen van een woning. Door te werken met een concept wordt het verduurzamen veel toegankelijker voor consumenten. Sales directeur van Jaga, Bert Kriekels: “Als je een auto koopt, koop je ook een volledig concept. Je hoeft geen keuzes te maken per onderdeel van de auto; stoel, bekleding, gordels, etc. Het is één geheel. Klimaatbeheersing zou in de toekomst ook zo moeten gaan. Als consument koop je één totaalconcept om te kunnen koelen, ventileren en verwarmen in je woning. Je kan kiezen uit verschillende concepten en op basis van jouw wensen, mogelijkheden en budget kiezen uit het beste concept. Een concept pakt alle aspecten aan. Het heeft bijvoorbeeld weinig zin om met lagetemperatuurverwarming te werken als je woning niet goed geïsoleerd is. Ook zit er in het concept een stukje financiering en investering, waardoor het voor de consument betaalbaarder wordt.” VvE De Hamershof Een voorbeeld van het denken in concepten is de grootschalige renovatie van de VvE De Hamershof. Dit winkelcentrum met ongeveer 90 winkels ligt in het stadshart van Leusden en biedt een diversiteit aan winkels voor

Nu voor later

Hij had zijn woning al een opknapbeurt gegeven, de volgende stap was om de kapsalon onder handen te nemen. Het doel: een energieneutraal bedrijfspand realiseren. Jeroen Peels kan inmiddels terugkijken op een geslaagde renovatie. De energierekening behoort binnenkort tot het verleden en zijn vastgoed is fors gestegen in waarde. IZ sprak met een bevlogen ‘early adapter’ in kappersland. De Brabantse ondernemer staat niet voor het eerst de pers te woord, blijkt wel tijdens het gesprek. Verschillende media hebben al bij hem aangeklopt voor een interview, want Peels heeft een absolute primeur: de eerste energieneutrale kapsalon van Nederland. Woning Eigenlijk begon het grote avontuur al eerder. Peels wilde zijn vaste lasten omlaag krijgen en vatte het ambitieuze plan op om zijn woning energieneutraal te maken. Na de nodige voorbereidingen ging hij aan de slag. En met succes, Peels heeft geen energierekening meer en het binnencomfort is aanzienlijk verbeterd. Duurzaamheidsadviseur Eenmaal de smaak te pakken, vatte hij het plan op om ook zijn zaak energieneutraal te maken. Peels schakelde een duurzaamheidsarchitect in, die de verwarmings- en koelingsbehoefte in kaart bracht en een energetisch ontwerp maakte. Pand “Het oorspronkelijke pand bestond uit verschillende delen. Het hoofdgebouw dateerde uit 1953, de aanbouw uit de jaren 80 en 90. In het totaal ongeveer 300 m2 aan werkruimte. De aanbouw is afgebroken en opnieuw opgebouwd. Zowel het oude als nieuwe deel zijn voorzien van triple glas en een dikke laag isolatieschuim met een aluminium toplaag, waarvan de RC-waarde hoger is dan 8. Om de energievraag verder

The HeatCycle

Warmteverlies via het riool is verantwoordelijk voor 30% van het energieverlies van een gemiddelde woning. Een fors probleem, dat isolatie en bestaande warmtepompen niet kunnen oplossen. DeWarmte heeft hiervoor een nieuw systeem ontwikkeld, dat toepasbaar is in bijna ieder huishouden. Deze oplossing noemen we de ‘HeatCycle’, omdat warmte gecirculeerd kan worden binnen een woning en dus niet meer verloren gaat. Dit idee is ontstaan bij de afronding van onze studies Werktuigbouwkunde en Duurzame Energie Technologie aan de TU-Delft. We wisten beiden dat we een bedrijf wilde starten en daarmee iets wilden bijdragen aan de energietransitie. Vele avonden brainstormen resulteerde in een lijst met bijna 100 ideeën, waaruit uiteindelijk de HeatCycle als beste overbleef vanwege de grote potentie. Warmteterugwinning Rioolwater heeft een gemiddelde temperatuur van 27°C als het vanuit een woning wegstroomt. De HeatCycle koelt dit water af tot 2-5°C, waardoor er warmte uit wordt teruggewonnen. Alleen warmte wordt gebruikt, het zwarte afvoerwater stroomt na afkoeling door naar het gemeentelijk riool. De gewonnen warmte dient als bron voor een interne warmtepomp, die de temperatuur verhoogt tot een gewenste waarde tussen de 55 en 65°C. Leidingwater heeft bij binnenkomst een temperatuur van minimaal 10°C, dus de laatste 5-8 graden afkoeling leveren ‘gratis’ energie. De gewonnen warmte wordt terug geleverd aan het tapwater en/of aan de verwarming. Hierdoor is het mogelijk om het gasgebruik met 40% te verlagen in een gemiddelde woning. Een dubbele buffer zorgt ervoor dat er altijd warm water beschikbaar is, ook als er geen afvoerwater door de buizen stroomt.

Zuinig ventileren

De werkomgeving van de installateur verandert. Eisen op het gebied van duurzaamheid en de verdere inburgering van BIM dwingen de branche om te innoveren. Wat betekent dit voor de rol van de traditionele installateur? De installatiesector verandert in een snel tempo. De branche krijgt een steeds meer innovatief karakter, waarbij de installateur in een vroeg stadium – bijvoorbeeld via BIM – al bij een project wordt betrokken. In de praktijk betekent dit dat de installateur de rol van adviseur toegewezen krijgt. Naast de installatietechnische aspecten zal de installateur gaan adviseren over bijvoorbeeld bouwfysica. Iedereen die een gebouw bezit, is namelijk bezig met het terugdringen van de warmtevraag. De energietransitie schrijft gebouwbezitters voor om zwaar te isoleren. Veranderend binnenklimaat Verbeterde isolatie en een hogere luchtdichtheid hebben ook een keerzijde. Wanneer een gebouw geheel luchtdicht wordt afgesloten, is frisse lucht namelijk geen vanzelfsprekende factor meer. Een gebrek aan goede ventilatie kan leiden tot comfortproblemen, zoals een opeenhoping van warmte en vocht, schimmelvorming en muf ruikende ruimtes. Het binnenklimaat wordt daarom een alsmaar belangrijker onderwerp in het ontwerp van het gebouw. Door deze veranderingen in de markt is een ventilatiesysteem werkend op zonne-energie een welkome aanvulling op de al bestaande ventilatiesystemen. Op basis van zonne-energie Het Solar Star ventilatiesysteem is een mechanische ventilator die op een natuurlijke basis werkt. Met de zon als bron van energie speelt het systeem in op de veranderende eisen op het gebied van duurzaamheid en milieuvriendelijkheid. Het ontwerp van het Solar Star ventilatiesysteem type 2400 voldoet aan de

NEN 1087 op de schop

De NEN 1087 is in revisie. In de loop van 2020 zal naar verwachting de vernieuwde versie worden gepubliceerd. Volgens experts Coen Schut van fabrikant Itho Daalderop en Marco Hofman van ISSO gaan de wijzigingen grote gevolgen hebben voor het werk van de installateur. De NEN 1087 is dringend aan vervanging toe. Uit onderzoek en praktijkervaringen blijkt dat de norm niet meer van deze tijd is. Zo initieerde de Nederlandse ventilatie-industrie in de eerste helft van dit decennium een uitgebreid onderzoek naar de ventilatiesystemen Bevindingen In woningen. Schut: “Uit de resultaten van het Monicair-onderzoek kwam naar voren dat: 1. Bestaande ventilatiesystemen niet allemaal dezelfde prestatie kunnen geven. 2. Systemen met een mechanische drijvende kracht op ruimteniveau beter werken. 3. Bewonersgedrag een grote invloed heeft op de werking van de syste- men. 4. Systemen met een mechanische drijvende kracht gecombineerd met sensoren en regeling per ruimte het beste werken. 5. Voldoen aan regelgeving geen garantie is voor goede luchtkwaliteit.” Aanvullingen Hofman vult hem aan: “Het globale beeld van deze onderzoeken is dat met de gebruikelijke ventilatiesystemen in woningen de luchtverversing zo’n 25% van de tijd niet volstaat tijdens aanwezigheid van personen. In met name slaapkamers zien we zelfs uitschieters van circa 40% van de verblijfstijd. Dit terwijl het uitgangspunt in de aangewezen NEN-bepalingsmethode 1087 (2001) is dat dit hooguit 5% bedraagt.” Oorzaken Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen voor de slechte luchtkwaliteit. Schut belicht er twee. “De afgelopen jaren zijn we onze woningen steeds beter gaan isoleren. Daardoor luistert het steeds nauwer met de daadwerkelijke

Minder is meer

Aan de oevers van het Spaarne in Haarlem staat een immense hal met een lengte van 110 meter en een breedte van 28 meter. Ooit was hier de machinefabriek van de gebroeders Figee in gehuisvest. Nu fungeert het als bedrijfsverzamelgebouw. Recentelijk onderging een deel van de hal een ingrijpende klimaattechnische transformatie. In 1836 opende de Waddinxveense timmerman Hendrik Figee een kistenfabriek. Figee koos voor een locatie in Haarlem aan het Spaarne. Een slimme zet, want de lokale economie had net weer de weg naar boven gevonden. Haarlem had na de Gouden Eeuw een lange periode van achteruitgang gekend. Door de opening van de eerste spoorwegverbinding van Nederland tussen Amsterdam en Haarlem in 1839 en de komst van nieuwe industrie groeide de stad in een rap tempo naar de 50.000 inwoners, meer dan in de glorieuze jaren van de 17e eeuw. En die groei zette door dankzij de bloei van bedrijven als machinefabriek Figee, de chocoladefabriek Droste, de drukkerij Enschedé, de scheepswerf Conrad en de spoorrijtuigenfabriek Beijnes. Bedrijfsverzamelgebouw Nazaten van Figee openden in 1914 een nieuwe bedrijfshal aan het Spaarne. De onderneming had zich inmiddels gespecialiseerd in de bouw van hefkranen, heimachines en baggermolens. In de jaren 30 leed ook Haarlem onder de slechte economie en na de Tweede Wereldoorlog verdwenen de grote industriële bedrijven uit de stad. Haarlem werd een stad van diensten, scholen en overheidsinstellingen. Figee verhuisde rond de eeuwwisseling naar Amsterdam en ging in 2005 failliet. De voormalige machinefabriek begon in 2009 een tweede leven als bedrijfsverzamelgebouw. Verduurzaming

“Puinruimen”

Chris Zijdeveld voorzag al in de jaren 70 Schiedam van energiezuinige en comfortabele huizen. Later was hij als adviseur betrokken bij vele vernieuwende projecten. Zijdeveld is niet alleen vertrouwd met overheidsbeleid en duurzaam ontwerpen, maar geeft ook advies over de toepassing van innovatieve producten. Hoewel hij inmiddels de 70 is gepasseerd, houdt Zijdeveld er het werkethos op na van een 30-jarige. Als adviseur is hij nog volop betrokken bij de verduurzaming van Nederland. Door zijn rijke ervaring kan hij niet alleen ontwikkelingen in de bouw en installatiesector in perspectief plaatsen, maar ook langjarige trends signaleren die de toekomst van onze branche zullen bepalen. En, vanuit die trends de vertaalslag maken naar de keuze en toepassing van producten en systemen in de alledaagse werkpraktijk van de kleine en middelgrote installateur. Gaten dichten “In 1974, net wethouder, keek ik uit op een kale vlakte, waar ooit het oude centrum van Schiedam stond. Als wethouder had ik dat geërfd. Daarop was een bouwproject in uitvoering met grote raamvlakken in enkel glas. Ik ging formeel buiten mijn boekje en veranderde dat in dubbel glas. Destijds dacht men dat de cv-gasverwarming het koudeverlies wel zou compenseren. Gedachten over comfort en de negatieve invloed van koude (raam)vlakken waren geen gemeengoed. En zijn dat nog steeds niet. Het idee dat de installatie het suboptimale ontwerp wel compenseert, is nog steeds tekenend voor de positie waarin de installateur vaak terecht komt. Hij mag steken ophalen die projectontwikkelaar, architect en bouwer hebben laten vallen. Balansventilatie met wtw Later kwam

Ventileren met WTW

Itho Daalderop gaf eind november een sneak preview aan een selecte groep klanten van haar nieuwe WTW-unit, de HRU 400. Het is een unit voor woningen en appartementen die een grotere capaciteit vragen. Het productengamma van de fabrikant op WTW-gebied is daarmee compleet. Op de VSK 2020 wordt deze unit, met een debiet van 400 m3/h bij 200 Pascal, voor het eerst aan het grote publiek getoond. Begin kwartaal 2 start de productie. “Het uitgangspunt voor de ontwikkeling van de nieuwe HRU 400 was een kwalitatief hoogwaardige WTW-unit voor een goede prijs”, vertelt Jimmy Onstenk, Category Manager Ventilation bij Itho Daalderop. “Met een rendement van 95,5%, een slimme opbouw van de unit en het gebruik van EPP als basisbestandsdeel zijn wij daarin geslaagd. Bovendien is het geluid van de unit naar de woning zeer laag: slechts 55 dB(A), op het werkpunt van 400 m3/h bij 100 Pascal.” Plaatsingsgemak Kenmerkend aan de WTW-unit is volgens Schut het installatie- en servicegemak. “Met een gewicht van 22,5 kg is het een licht toestel. Hij heeft unieke plaatsingsmogelijkheid direct op de grond. De voorgemonteerde droogsifon met flexibele aansluitslang kan zowel naar links of rechts gedraaid worden. De WTW-unit plaatsen, kanalen en condensslang monteren en stekker erin. Plaatsing van de unit op pootjes en aan de wand behoort uiteraard ook tot de mogelijkheden. De HRU 400 is smal van stuk met een breedte van slechts 58 cm. Het gemak wordt verder vertaald met één unit geschikt voor meerdere toepassingen.” Drie behuizingsdelen De WTW-unit is opgebouwd

Onbekende oudgediende

Hoewel de thermodynamische warmtepomp al zeker 30 jaar bestaat, is er nauwelijks een installateur te vinden die deze duurzame oplossing kent. “Jammer”, zegt Ate Reitsma van Frythermo Warmtepompen. “Dit systeem produceert buiten geen geluid, werkt ook bij -10°C en is eenvoudig modulair uit te breiden.” Frythermo Warmtepompen opende 1,5 jaar geleden haar poorten in het Friese Franeker. De leverancier wil de installateur en eindgebruiker bekend maken met de thermodynamische warmtepomp, vertelt Reitsma, commercieel technisch adviseur bij Frythermo. Verschillen Het systeem heeft grote overeenkomsten met de veel toegepaste lucht-/water-warmtepomp, maar er zijn belangrijke verschillen. Evenals zijn bekende broertje haalt de thermodynamische warmtepomp warmte uit de lucht, maar in plaats van een buitenunit met ventilator, gebruikt hij daarvoor panelen. COP De matzwarte aluminium panelen meten 80 cm bij 2 m. Door dunne kanalen stroomt het koelmiddel R134A. Het gas absorbeert dag en nacht warmte uit de buitenlucht en geeft die met behulp van een warmtewisselaar af aan het cv-water. Zo produceert de warmtepomp warm water van 55 °C, onafhankelijk van het weertype. Bovendien haalt het systeem zelfs bij -10 °C nog een COP van 2,74. Bij 10 °C is dat maar liefst 4,76, zegt Frythermo. Geluidloos De panelen werken geluidloos. Bijkomend voordeel is dat ze, indien gewenst, makkelijk onder PV-panelen zijn te monteren. Volgens Reitsma profiteren zowel de warmtepomp als de zonnepanelen van deze opstelling. “De PV-panelen geven warmte af, die het warmtepompsysteem dan kan oogsten. Tegelijkertijd stralen de thermodynamische panelen koude af, waardoor de zonnecellen beter functioneren. Bovendien maakt een thermodynamisch

Luchtwarmtepomp

Een aantal partijen ontwikkelt een luchtwarmtepomp voor de Nederlandse consument. Het alternatief zal werken met propaan als koudemiddel. Rijwoningen (ongeveer 40%) en twee-onder-een-kapwoningen (circa 10%) vormen samen meer dan 50% van de in Nederland aanwezige woningen en zijn daarmee een interessante doelgroep. Binnen dit zogenoemde HP-Launch-project (zie kader) is een na-geïsoleerde rijwoning met standaard radiatoren de referentiewoning. Het projectteam heeft op basis van interviews met onder meer installateurs, woningeigenaren en warmtepompexperts de prioriteiten voor de ontwikkeling van een warmtepomp bepaald: • lage aanschafs- en bedrijfskosten • beperken van het geluid • toegankelijk voor onderhoud • plaatsing dicht bij huidige ketel • beperkte bouwkundige aanpassingen bij installatie van het systeem • compact • uiterlijk onopvallend/passend in het Nederlandse straatbeeld Hybride systeem Er is gekozen voor een hybride systeem, omdat zo de belasting van het elektriciteitsnet wordt beperkt en omdat dit systeem goed werkt in een woning met standaard radiatoren. Business Development Holland (BDH) heeft laten zien dat de warmtevraag voor ruimteverwarming in Nederlandse rijwoningen (met een gasgebruik lager dan 2000 m3) tot 95% van het jaar gedekt kan worden door een warmtepomp van slechts 3,5 kW. Alleen bij tapwaterbereiding en piekmomenten in de warmtevraag wordt de gasketel ingezet. Zo wordt de eerste stap van de energietransitie aanzienlijk vereenvoudigd. Andere voordelen die ontstaan door de beperkte afmetingen van het systeem zijn: • Aantrekkelijke verhouding tussen kosten en opbrengsten doordat relatief veel vollasturen worden gemaakt. • Vereenvoudigde inpassing en installatie. • Het wordt mogelijk om een warmpompsysteem te bouwen met minder dan 150