Categorie: Techniek

“Puinruimen”

Chris Zijdeveld voorzag al in de jaren 70 Schiedam van energiezuinige en comfortabele huizen. Later was hij als adviseur betrokken bij vele vernieuwende projecten. Zijdeveld is niet alleen vertrouwd met overheidsbeleid en duurzaam ontwerpen, maar geeft ook advies over de toepassing van innovatieve producten. Hoewel hij inmiddels de 70 is gepasseerd, houdt Zijdeveld er het werkethos op na van een 30-jarige. Als adviseur is hij nog volop betrokken bij de verduurzaming van Nederland. Door zijn rijke ervaring kan hij niet alleen ontwikkelingen in de bouw en installatiesector in perspectief plaatsen, maar ook langjarige trends signaleren die de toekomst van onze branche zullen bepalen. En, vanuit die trends de vertaalslag maken naar de keuze en toepassing van producten en systemen in de alledaagse werkpraktijk van de kleine en middelgrote installateur. Gaten dichten “In 1974, net wethouder, keek ik uit op een kale vlakte, waar ooit het oude centrum van Schiedam stond. Als wethouder had ik dat geërfd. Daarop was een bouwproject in uitvoering met grote raamvlakken in enkel glas. Ik ging formeel buiten mijn boekje en veranderde dat in dubbel glas. Destijds dacht men dat de cv-gasverwarming het koudeverlies wel zou compenseren. Gedachten over comfort en de negatieve invloed van koude (raam)vlakken waren geen gemeengoed. En zijn dat nog steeds niet. Het idee dat de installatie het suboptimale ontwerp wel compenseert, is nog steeds tekenend voor de positie waarin de installateur vaak terecht komt. Hij mag steken ophalen die projectontwikkelaar, architect en bouwer hebben laten vallen. Balansventilatie met wtw Later kwam

Ventileren met WTW

Itho Daalderop gaf eind november een sneak preview aan een selecte groep klanten van haar nieuwe WTW-unit, de HRU 400. Het is een unit voor woningen en appartementen die een grotere capaciteit vragen. Het productengamma van de fabrikant op WTW-gebied is daarmee compleet. Op de VSK 2020 wordt deze unit, met een debiet van 400 m3/h bij 200 Pascal, voor het eerst aan het grote publiek getoond. Begin kwartaal 2 start de productie. “Het uitgangspunt voor de ontwikkeling van de nieuwe HRU 400 was een kwalitatief hoogwaardige WTW-unit voor een goede prijs”, vertelt Jimmy Onstenk, Category Manager Ventilation bij Itho Daalderop. “Met een rendement van 95,5%, een slimme opbouw van de unit en het gebruik van EPP als basisbestandsdeel zijn wij daarin geslaagd. Bovendien is het geluid van de unit naar de woning zeer laag: slechts 55 dB(A), op het werkpunt van 400 m3/h bij 100 Pascal.” Plaatsingsgemak Kenmerkend aan de WTW-unit is volgens Schut het installatie- en servicegemak. “Met een gewicht van 22,5 kg is het een licht toestel. Hij heeft unieke plaatsingsmogelijkheid direct op de grond. De voorgemonteerde droogsifon met flexibele aansluitslang kan zowel naar links of rechts gedraaid worden. De WTW-unit plaatsen, kanalen en condensslang monteren en stekker erin. Plaatsing van de unit op pootjes en aan de wand behoort uiteraard ook tot de mogelijkheden. De HRU 400 is smal van stuk met een breedte van slechts 58 cm. Het gemak wordt verder vertaald met één unit geschikt voor meerdere toepassingen.” Drie behuizingsdelen De WTW-unit is opgebouwd

Onbekende oudgediende

Hoewel de thermodynamische warmtepomp al zeker 30 jaar bestaat, is er nauwelijks een installateur te vinden die deze duurzame oplossing kent. “Jammer”, zegt Ate Reitsma van Frythermo Warmtepompen. “Dit systeem produceert buiten geen geluid, werkt ook bij -10°C en is eenvoudig modulair uit te breiden.” Frythermo Warmtepompen opende 1,5 jaar geleden haar poorten in het Friese Franeker. De leverancier wil de installateur en eindgebruiker bekend maken met de thermodynamische warmtepomp, vertelt Reitsma, commercieel technisch adviseur bij Frythermo. Verschillen Het systeem heeft grote overeenkomsten met de veel toegepaste lucht-/water-warmtepomp, maar er zijn belangrijke verschillen. Evenals zijn bekende broertje haalt de thermodynamische warmtepomp warmte uit de lucht, maar in plaats van een buitenunit met ventilator, gebruikt hij daarvoor panelen. COP De matzwarte aluminium panelen meten 80 cm bij 2 m. Door dunne kanalen stroomt het koelmiddel R134A. Het gas absorbeert dag en nacht warmte uit de buitenlucht en geeft die met behulp van een warmtewisselaar af aan het cv-water. Zo produceert de warmtepomp warm water van 55 °C, onafhankelijk van het weertype. Bovendien haalt het systeem zelfs bij -10 °C nog een COP van 2,74. Bij 10 °C is dat maar liefst 4,76, zegt Frythermo. Geluidloos De panelen werken geluidloos. Bijkomend voordeel is dat ze, indien gewenst, makkelijk onder PV-panelen zijn te monteren. Volgens Reitsma profiteren zowel de warmtepomp als de zonnepanelen van deze opstelling. “De PV-panelen geven warmte af, die het warmtepompsysteem dan kan oogsten. Tegelijkertijd stralen de thermodynamische panelen koude af, waardoor de zonnecellen beter functioneren. Bovendien maakt een thermodynamisch

Luchtwarmtepomp

Een aantal partijen ontwikkelt een luchtwarmtepomp voor de Nederlandse consument. Het alternatief zal werken met propaan als koudemiddel. Rijwoningen (ongeveer 40%) en twee-onder-een-kapwoningen (circa 10%) vormen samen meer dan 50% van de in Nederland aanwezige woningen en zijn daarmee een interessante doelgroep. Binnen dit zogenoemde HP-Launch-project (zie kader) is een na-geïsoleerde rijwoning met standaard radiatoren de referentiewoning. Het projectteam heeft op basis van interviews met onder meer installateurs, woningeigenaren en warmtepompexperts de prioriteiten voor de ontwikkeling van een warmtepomp bepaald: • lage aanschafs- en bedrijfskosten • beperken van het geluid • toegankelijk voor onderhoud • plaatsing dicht bij huidige ketel • beperkte bouwkundige aanpassingen bij installatie van het systeem • compact • uiterlijk onopvallend/passend in het Nederlandse straatbeeld Hybride systeem Er is gekozen voor een hybride systeem, omdat zo de belasting van het elektriciteitsnet wordt beperkt en omdat dit systeem goed werkt in een woning met standaard radiatoren. Business Development Holland (BDH) heeft laten zien dat de warmtevraag voor ruimteverwarming in Nederlandse rijwoningen (met een gasgebruik lager dan 2000 m3) tot 95% van het jaar gedekt kan worden door een warmtepomp van slechts 3,5 kW. Alleen bij tapwaterbereiding en piekmomenten in de warmtevraag wordt de gasketel ingezet. Zo wordt de eerste stap van de energietransitie aanzienlijk vereenvoudigd. Andere voordelen die ontstaan door de beperkte afmetingen van het systeem zijn: • Aantrekkelijke verhouding tussen kosten en opbrengsten doordat relatief veel vollasturen worden gemaakt. • Vereenvoudigde inpassing en installatie. • Het wordt mogelijk om een warmpompsysteem te bouwen met minder dan 150

Geen toevoerkanalen

Luchtkwaliteit in woningen krijgt steeds meer aandacht vanwege het effect ervan op de gezondheid van de bewoners. Zo vertelt het Bouwbesluit precies hoe nieuwbouwwoningen op de juiste manier moeten worden geventileerd. Maar ondertussen staat ons land nog vol met huizen die afhankelijk zijn van natuurlijke ventilatie, waarmee verse lucht in huis geen garantie is. Brink bedacht voor deze huizen een ventilatieconcept waarvoor geen ingrijpende bouwkundige aanpassingen nodig zijn. De basis bestaat net zoals in moderne nieuwbouwwoningen uit een ventilatietoestel met warmteterugwinning (WTW). Normaal gesproken brengt deze WTW-unit de verse lucht via een toevoerkanalensysteem in de vloer naar de verblijfsruimtes en wordt vervuilde lucht afgevoerd via de natte ruimtes. De kanalen vanuit die natte ruimtes zijn in bestaande woningen vaak al aanwezig voor mechanische afzuiging en kunnen hergebruikt worden voor de nieuwe installatie. Maar in de meeste woningen ontbreken de toevoerkanalen nog. Om die achteraf in een bestaande woning aan te brengen, vergt veel hak- en breekwerk. Via hal of trapgat Brink heeft hiervoor een minder ingrijpende oplossing gevonden: toevoer van verse lucht via de centrale hal of het trapgat. Boven of naast de deur van de verblijfsruimte(s) wordt een Indoor Mixfan geplaatst die ervoor zorgt dat de lucht uit de verblijfsruimte uitgewisseld wordt met die in de hal. Door te sturen op CO2-waarden – zowel in de hal als in de vertrekken – zorgt dit systeem voor de gewenste luchtkwaliteit zonder daarbij energie te verspillen. Ook in nieuwbouw Hoewel dit ventilatieconcept geschikt is voor toepassing in renovatieprojecten, hoeft het zich

Sanitair op VSK 2020

Het is heel wat edities geleden dat VSK een volwaardig programma sanitaire producten liet zien. De beurs was ooit zelfs in het weekend open voor particulieren op zoek naar een badkamerinrichting. Een succes werd dat nooit en inmiddels lijkt het sanitair-gedeelte sowieso het ondergeschoven kindje van de beurs te zijn geworden. Reden voor IZ om wat extra aandacht aan enkele sanitaire noviteiten te besteden. Zo laat Viega een nieuwe generatie voorwandsystemen zien. De Prevista heeft een inbouwreservoir dat – samen met verschillende identieke onderdelen – zowel voor wand-, staanderconstructie- als railmontage kan worden ingezet. Er is alleen nog onderscheid tussen de droogbouwsystemen Prevista Dry en Prevista Dry Plus en Prevista Pure voor de natbouw. Alle elementen hebben eenzelfde standaardhoogte (1200 mm) en inbouwreservoir. De spoeltechniek is altijd gelijk, onafhankelijk van bouwhoogte en -diepte. Montagegemak Op het element kan een optionele wandhouder worden aangesloten, zodat de gewenste diepte handmatig en flexibel kan worden ingesteld. Alle beweegbare en handmatig te monteren onderdelen zijn geel gekleurd. Zo is in één oogopslag duidelijk wat handmatig kan worden gemonteerd. Een voorbeeld daarvan zijn de schuifelementen op het afvoerventiel waarmee zowel de volledige of gedeeltelijke spoeling wordt ingesteld als de instelbare spoelstroombegrenzer of bevestiging van het vulventiel. Afvoerventiel Verder zijn de instelmogelijkheden van de gewenste spoelhoeveelheid via het afvoerventiel vereenvoudigd en zorgt een gepatenteerde spoelstroombegrenzer voor een optimale spoelstroom. Daarmee kan de spoeling van het inbouwreservoir worden afgestemd op uiteenlopende wc-keramieken, ook randloze. Daarnaast zijn er voorwandelementen verkrijgbaar met de optie om het wc-keramiek in hoogte

Natuurlijk koudemiddel

Tijdens de Dag van de Warmtepomp verzorgde Michel van Bronkhorst een workshop over propaan. Volgens de ervaren trainer van GO° ontberen installateurs vaak nog de kennis om aan de slag te gaan met R290. Propaan is een natuurlijk koudemiddel, dat behoort tot de koolwaterstoffen. Propaan heeft een aantal gunstige eigenschappen, waardoor het uitermate geschikt is voor warmtepompen. “Qua energetische prestaties doet propaan zeker niet onder voor de synthetische koudemiddelen. Daarnaast is het relatief goedkoop in de aanschaf en heeft het een lage GWP-waarde (3).” In de particuliere sector staat het gebruik van R290 nog in de kinderschoenen. Maar met de energietransitie in volle gang is de verwachting dat een significant deel van de warmtepompen op termijn op natuurlijke koudemiddelen zal draaien, waaronder propaan. Tussen wal en schip Helaas weet de gemiddelde installateur maar weinig over propaan. Van Bronkhorst legt uit waarom: “Je hebt sowieso geen F-gassendiploma nodig. En als je met propaan werkt, moet je pas boven de 5 kg beschikken over een vakbekwaamheidscertificering. Installateurs die cv-ketels vervangen voor een warmtepomp hebben maar kleine hoeveelheden nodig, waardoor ze vaak niet goed zijn ingevoerd in de finesses van het werken met propaan.” Misverstanden En dat brengt misverstanden met zich mee, die zelfs kunnen leiden tot gevaarlijke situaties. “Het is sowieso al opletten geblazen, want propaan is reuk-, geur- en kleurloos, verdampt snel en is zeer brandbaar. Veel installateurs denken bijvoorbeeld dat ze evenveel liter propaan nodig hebben om een installatie af te vullen als synthetische koudemiddelen, zoals R410A. Een liter propaan

Gasloos verwarmen

Cv-ketelinstallaties worden meestal te ruim gedimensioneerd om onder alle klimaatomstandigheden het gewenste comfortniveau te kunnen garanderen. Bij warmtepompen werkt deze veiligheidsmaatregel juist tegen de installatie in, betogen drie deskundigen. Bij een gasgestookte cv-ketel zijn wij gewend de installatie op de piekmomenten te dimensioneren. En het liefst nog een beetje meer voor de zekerheid. Een grotere ketel kost immers maar weinig meer dan een kleintje. Het grootste deel van het seizoen laat je hem lekker zachtjes branden en bij een plotselinge piekvraag is de woning snel warm te krijgen. Een gasketel kan ook in lichte gebouwen die van zichzelf weinig massa hebben om warmte vast te houden, ‘gas’ geven om erg koude periodes te overbruggen. Warmtepomp Bij een warmtepomp ligt dat anders. Die kan je niet zachtjes en dan weer met een groot vermogen laten draaien. Als een warmtepomp gedimensioneerd wordt op meer dan het dubbele vermogen dat nodig is voor de normale basisvraag, dan zal de pomp heel vaak aan en uit schakelen om niet te veel warmte te produceren. Dit ‘pendelen’ is erg nadelig voor de levensduur van de pomp en kan alleen verminderd worden met een zeer groot buffervat. Zowel de warmtepomp als het buffervat zijn vergeleken met een gasketel duur in de aanschaf. Er valt dus veel voor te zeggen om deze onderdelen van de installatie niet te over-dimensioneren. Berekeningen maken De technische verschillen tussen een gasketel en een warmtepomp zouden eigenlijk ook aanleiding moeten zijn om op een andere manier het benodigde warmtevermogen te berekenen. In

Gasloos

Garyp wil als eerste Nederlandse dorp volledig van het gas af zijn. De noordelijk gelegen plaats telt 600 woningen en 1900 inwoners. Klimaat Techniek Friesland biedt de helpende hand bij dit ambitieuze plan. Wat komt er in de praktijk allemaal bij kijken om een energetische renovatie te doorlopen? IZ sprak met installateur Jan Peter Henstra. Jan Peter Henstra draait al aardig wat jaren mee in de installatiebranche. In 2004 startte hij zijn eigen bedrijf Henstra Installatie, later richtte hij de VOF Klimaat Techniek Friesland op met collega installateur Freerk van der Veen. Recentelijk trad ook vakgenoot Sipke Hoekstra toe tot de VOF. Waar in de Randstad nog flink gemord wordt als het om de kosten en logistieke perikelen gaat die komen kijken bij de energietransitie, is in Friesland het roer al om. Inwoners van de noordelijke provincie verduurzamen en masse hun woningen of kiezen voor een nieuwbouwwoning die nauwelijks meer energie gebruikt. Hoe komt dat? Gronings debacle Henstra kan alleen maar gissen, zegt hij, naar de onderliggende redenen. “Allereerst zitten we natuurlijk vlakbij Groningen, dus ook wij krijgen al jarenlang te maken met de gevolgen van de aardgaswinning. Het moet anders en het kan ook anders, weten we nu wel. Daarnaast stellen Friese gemeenten zich erg actief op. Ze organiseren informatieavonden over verduurzaming en starten gezamenlijk met het bedrijfsleven initiatieven op om de overstap haalbaar en betaalbaar te maken. Tot slot staan we hier buiten de Randstad wat dichter bij de natuur. Er is een stevig milieubewustzijn aanwezig, we willen

Droog stapelen

Technische ontwikkelingen gaan vaak sneller dan we als maatschappij kunnen bevatten. Dat geldt zeker in de nieuwbouw. Traditioneel, ambachtelijk bouwen verliest er rap terrein aan fabrieksmatig vervaardigde woningen. Met kant-en-klare installaties. Hoe ga je daarmee om als installateur? De historische roman ‘Imitatio’ van Benjamin Louwerse speelt zich af in de 15e eeuw. De hoofdpersoon is een monnik die met zijn medebroeders woont in een klooster vlakbij Zwolle. Hun belangrijkste bron van inkomsten is het overschrijven en versieren van belangrijke geschriften. Dan doet de boekdrukkunst zijn intrede. Volgens de oude monniken zal het allemaal niet zo’n vaart lopen en blijft er een markt voor versierde manuscripten bestaan. Kent u nog een boekhandel of website waar handgeschreven boeken worden verkocht? Trendwatching ‘History repeats itself’ wordt er niet voor niets gezegd. ‘Time over and over again’. Industrialisering is niet van gisteren, en het ongeloof dat ermee gepaard gaat, helaas ook niet. Helaas inderdaad, want een eerlijke blik in de spiegel werpen, is meestal een betere remedie om met de werkelijkheid te leren omgaan, dan de realiteit te negeren. Ben je namelijk wel goed ingevoerd in de trends van vandaag, dan weet je ook wat je te doen staat om je bedrijf veilig te stellen voor de dag van morgen. Industrialisering Al in de vorige eeuw werden de eerste voorzichtige stappen gezet om (grote) delen van het bouwproces te industrialiseren. Die ontwikkeling is door internet, virtueel bouwen, de crisis, het gebrek aan vakmensen, bevolkingsgroei en de toegenomen vraag naar woningen in een stroomversnelling terecht