We lijken in Nederland afscheid te hebben genomen van de koude, donkere dagen. Zo zijn er voor deze tijd van het jaar al een aantal warmterecords gemeten in De Bilt. Om de warmte buitenshuis te houden, stappen steeds meer mensen over op de aanschaf van airconditioning en warmtepompen. In het jaarlijkse rapport ‘European State of Climate’ wordt gesteld dat het klimaat in Europa twee keer sneller opwarmt dan de rest van de wereld. De behoefte aan airconditioning in ons land zal in de komende jaren alleen nog maar verder toenemen. Een duidelijk waarneembare trend is dat airconditioners steeds vaker gebruikt worden voor verwarming, aangezien ze zonder uitzondering ook een warmtepompfunctie hebben. Met name voor de thuiswerkplek is dit een veel gekozen oplossing. Op deze manier hoeven gebruikers niet de gehele woning te verwarmen gedurende de thuiswerkdag. F-gassenverordening Naast de toenemende vraag naar airconditioning is de koeltechnische markt volop in beweging. Zo zijn er grote veranderingen op komst die niet alleen een grote impact hebben op bedrijven die actief zijn in onze sector, maar ook op eindgebruikers. Op 11 maart 2024 is de tweede herziening van de F-gassenverordening van kracht geworden. Deze verordening is van grote invloed op diverse sectoren, waaronder de warmtepomptechnologie, die een cruciale rol speelt in de verduurzaming van de gebouwde omgeving en de energietransitie. De verordening bestaat uit drie belangrijke onderdelen waar de sector op in moet spelen: • Uitfasering koudemiddelen In deze Europese wet wordt onder andere een uitspraak gedaan over de hoeveelheid koudemiddel met een hoge
Categorie: Techniek
Met de stijgende gasprijzen, strengere regelgeving én beschikbare subsidies maken steeds meer bedrijven de overstap naar verwarming en koeling middels warmtepompen. In hallen, magazijnen en distributiecentra gaat dat vaak nog gepaard met twijfel: zijn warmtepompen wel krachtig genoeg? Wat zijn de kosten? En hoe verhoudt dat zich tot traditionele gasheaters? Conventionele halverwarming, zoals gasgestookte heaters of luchtverhitters, heeft decennialang zijn waarde bewezen. Ze zijn relatief goedkoop in aanschaf en eenvoudig te installeren. Maar die voordelen zijn tijdelijk: het gasverbruik is hoog, de energiekosten stijgen en toekomstige aanpassingen richting verduurzaming worden daarmee uitgesteld. Na een paar jaar moet er door de steeds dwingendere wet- en regelgeving vanuit de overheid toch nog worden geswitcht. Een vergelijking op basis van 50.000 m3 gasverbruik per jaar (bij €1,43 per m3 (huidige gasprijs)) laat zien dat traditionele verwarming €71.500 per jaar kost. Maar een lucht/lucht-warmtepomp met een S.C.O.P. van 5,25 verbruikt 79.010 kWh, goed voor €26.863 per jaar. Dat is een besparing van 62% ten opzichte van gas. Uit praktijkcases van Templari Benelux – leverancier van dergelijke warmtepompen – is gebleken dat nagenoeg alle hallen het systeem binnen vijf jaar terugverdienen. Toekomstbestendig Warmtepompen voor hallen zijn allang geen comfortkoelers meer die ‘ook een beetje verwarmen’. Nieuw ontwikkelde systemen – bijvoorbeeld de Kita-modellen van Templari- zijn specifiek ontworpen voor de grote hallen en de koude winters in de Benelux. Ook bij -30°C blijven ze efficiënt en met een S.C.O.P. van 5,25 zijn de installaties zeer zuinig. Het systeem bestaat uit een binnen- en buitendeel, beschikbaar in
Een gezond binnenklimaat is cruciaal voor comfort, productiviteit en welzijn. Luchtbehandeling speelt hierin een sleutelrol, maar zowel te weinig als te veel ventilatie kunnen problemen veroorzaken. In dit artikel zoomt Ron M R Bosch, adviseur en HBO-Hoofddocent Installatietechniek, in op de risico’s van Lowtech- en Hightech-benaderingen. Een gemiddeld persoon ademt ongeveer 0,5 liter lucht in per ademhaling, en het zuurstofgehalte van de lucht bedraagt ongeveer 21 %. De ideale temperatuur varieert afhankelijk van de activiteit, persoon en omgeving. De luchtvochtigheid speelt hierin een belangrijke rol. Een waarde tussen de 40 en 60 % wordt als optimaal beschouwd. Comfortabele temperatuur en luchtvochtigheid Temperatuur: Tussen de 20 en 24 °C wordt door de meeste mensen als aangenaam ervaren. Temperaturen boven de 24 °C kunnen als oncomfortabel worden beschouwd, vooral bij een hoge luchtvochtigheid. Luchtvochtigheid: Waarden boven de 60 % in combinatie met hoge temperaturen kunnen een benauwd gevoel veroorzaken. Lage luchtvochtigheid (<30 %) kan juist droge luchtwegen en huid veroorzaken. Een goed ontworpen ventilatiesysteem moet deze factoren in balans brengen, zonder onnodig energiegebruik of discomfort te veroorzaken. Installatieontwerp In de bouwsector zijn er twee stromingen. Enerzijds is er een Lowtech-richting, die zo veel mogelijk gebruik wil maken van natuurlijke ventilatie en eenvoudige systemen. Daar tegenover staan de Hightech-adepten, die pleiten voor maximale controle via de toepassing van geavanceerde klimaatinstallaties met sensoren en regeltechniek. Beide benaderingen hebben voordelen, maar ook risico’s. Lowtech Een Lowtech-installatieconcept heeft de volgende voordelen: Energiezuinigheid – Minder afhankelijkheid van mechanische installaties betekent lagere energiekosten. Robuustheid – Minder bewegende delen verminderen
Jetroosters of ventilatienozzles kunnen het comfort maken of breken. Bij Solid Air Climate Solutions hebben ze maar liefst 52 varianten in het assortiment zitten. IZ sprak erover met Martin Timmermans, Technisch Adviseur Projecten. Jetroosters worden gebruikt om de lucht ver de ruimte in te blazen. Dat gebeurt in het geval van Solid Air met een worp tussen de 5 en 50 meter. Blijft de lucht gebundeld, dan wordt er gesproken van een laag inducerende luchtstroom. Wordt de lucht via een werveling over een groter oppervlakte uitgespreid, dan spreekt men van een hoog inducerende luchtstroom. In het laatste geval zit er een swirl deflector in het rooster. Populair Ze zijn overal te vinden. Met name op plekken waar een grote worp wenselijk is. Zoals sporthallen, vliegvelden, atria of werkplaatsen. “Je vindt geen jetroosters in verblijfsruimtes, zoals woningen. Daar luistert het een stuk nauwer met de comfortregeling. Een gebundelde luchtstroom kan daar snel als verstorend worden ervaren.” Bevestiging De lucht komt voornamelijk op horizontale wijze de ruimte in. Meestal vanaf enkele meters hoogte. De jetroosters worden verticaal gemonteerd. Dat kan bijvoorbeeld aan het uiteinde van een kanaal of in een montageplaat met meerdere jets. In het laatste geval maakt de plaat dikwijls onderdeel uit van een plenum. Deze “verdeeldoos” brengt de luchtsnelheid omlaag en zorgt zo voor een meer gelijkmatige verdeling van de lucht over de verschillende jetroosters. Materialen De jetroosters zijn zowel in aluminium als kunststof verkrijgbaar. Beide hebben hun voordelen en beperkingen. Met kunststof kan je eenvoudig het rooster in
Uit het demonstratieproject Hybride warmtepompen blijkt dat een hybride installatie gemiddeld 75% gas bespaart en jaarlijks 1018 euro op de energierekening scheelt. Correcte installatie en een goed functionerend afgiftesysteem zijn cruciaal voor optimaal rendement. Tijdens het congres ‘Hybride in de warmtetransitie’ in januari zijn de definitieve resultaten van het Demonstratieproject Hybride Warmtepompen gepresenteerd. Uit het onderzoek, waarin het energiegebruik van 174 huishoudens is geanalyseerd, is gebleken dat het installeren van een hybride warmtepomp bij een cv-ketel gemiddeld leidt tot een gasbesparing van 75% en een verlaging van de energierekening met 1.018 euro op jaarbasis. Samenwerking en onderzoeksmethode Het demonstratieproject is een samenwerking van de Rijksoverheid, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Techniek Nederland en de Vereniging voor Duurzame Warmte. De prestaties van 174 hybride warmtepompen zijn gedurende twee stookseizoenen nauwkeurig geanalyseerd en vergeleken met het energiegebruik vóór de installatie van de hybride warmtepomp. De resultaten zijn wetenschappelijk geverifieerd door de Universiteit Twente. Belang van correcte installatie De gemiddelde prestaties hebben de betrokken partijen positief verrast. Tegelijkertijd liet de analyse zien dat bijna 20% van de geïnstalleerde systemen nog beter kon functioneren met enkele aanpassingen aan de installatie. Dit onderstreept hoe belangrijk een correcte installatie en een goed functionerend afgiftesysteem, zoals radiatoren en vloerverwarming, zijn om het maximale rendement te behalen. Bij een hybride warmtepomp speelt dit een nog grotere rol dan bij een cv-ketel. Bovendien is de hybride warmtepomp eenvoudig in te passen in bestaande woningen. De installatie neemt slechts een dag in beslag en vereist geen ingrijpende verbouwing, waardoor het een
ISH China & CIHE 2025, het Aziatische equivalent van de Duitse vakbeurs voor HVAC + Water in Frankfurt, vond onlangs plaats in Beijing. Meer dan duizend exposanten uit 18 landen verwelkomden bijna 80 duizend bezoekers, afkomstig uit vooral Azië en met name China zelf uiteraard. China streeft forse duurzaamheidsdoelstellingen na. De HVAC-sector, zo is de verwachting, zal snel een CO2-arme toekomst omarmen. Net als in Europa is dat terug te zien op een beurs als deze. ISH China & CIHE maakt onderdeel uit van het wereldwijde netwerk van Messe Frankfurt ISH, dat van 17 tot en met 21 maart jl. zijn deuren opende voor ‘s werelds grootste vakbeurs voor de HVAC + Water-sector. De Chinese editie debuteerde in 1996 met 9.600 bezoekers en 179 exposanten. Dat is nu dus fors meer. Het geeft de impact aan die de vakbeurs in Beijing in een relatief kort tijdsbestek heeft weten te realiseren. Kleinschaliger Dat zal mede te maken hebben met het groeiende milieubewustzijn in China (zie rood kader), dat heeft geleid tot een sterk toegenomen vraag naar innovatieve oplossingen op dit gebied. Uiteraard spelen ook de bij ons bekende fabrikanten graag op die ontwikkeling in. Menig westers fabrikant was dan ook aanwezig in Beijing, hoewel met een bescheidener uitstraling dan we die kennen van bijvoorbeeld de ISH in Frankfurt zelf. In Beijing dus geen hoge beursstands met de afmetingen van een voetbalveld. Dat doen ze in Azië toch net even anders; kleinschaliger en eenvoudiger. Het neemt niet weg dat het aantal aanbieders
We staan voor een gigantische opgave, als we de duurzaamheidsdoelen van 2030 willen behalen. Maar het vereist steeds meer creativiteit om in de bestaande bouw warmtepompen in te passen. Niet alleen vanwege het gebrek aan monteurs, maar ook door het ruimtebeslag. Hoe gaan fabrikanten daarmee om? Zomaar een greep uit de oplossingen die we onder andere tijdens de Bouwbeurs voorbij zagen komen. De markt is driftig op zoek naar ruimtebesparende warmtepompen, merkt Alex Bout. Fabrikanten spelen daaropin met verschillende oplossingen, vertelt de Productmanager van NIBE. Te denken valt aan All-in-One systemen, warmtepompen zonder buitenunits, liggende boilervaten en installaties met een modulaire opbouw. All-in-One NIBE liet zelf tijdens de Bouwbeurs de nieuwe NIBE S735C zien. De NIBE S735C is een modulerende ventilatielucht/water combi warmtepomp die ventilatielucht als bron gebruikt, eventueel aangevuld met buitenlucht. Een buitenunit of grondboring is hierdoor niet nodig. De zeer compleet uitgevoerde alles-in-één unit levert ventilatie (inclusief warmteterugwinning), ruimteverwarming, koeling én warmtapwater en biedt een efficiënte en duurzame totaaloplossing. Het toestel beschikt over een geïntegreerde 180 l boiler. Ruimtebesparend Dankzij het zeer brede cv-temperatuurbereik (30 – 70 °C) is het toestel bovendien toepasbaar in combinatie met zowel vloerverwarming als conventionele radiatoren. Dit maakt de NIBE S735C zeer geschikt voor All-Electric installaties in nieuwbouw én bestaande bouw. Doordat alle componenten vanaf de voorzijde van de warmtepomp goed bereikbaar zijn, kan het toestel ruimtebesparend in een nis worden opgesteld. Ook is het toestel te splitsen in twee delen die naast elkaar (bijvoorbeeld op zolder) of zelfs op verschillende verdiepingen kunnen
De komende jaren worden de eisen voor de energiezuinigheid van nieuwe gebouwen aangescherpt. We kennen nu al een aantal jaren de BENG-eisen. Die worden vanaf 2028 in twee stappen vervangen door een nieuwe eis. Van BENG stappen we over naar ‘ZEB’. Een duidelijke push richting meer all-electric oplossingen. In april 2024 is de herziene versie van de Europese EPBD aangenomen. We zijn toe aan de vierde versie: EPBD-IV dus. In Nederland kennen we de EPBD vooral van de BENG-eisen voor nieuwbouw en van het Energielabel van gebouwen. Maar de EPBD geeft ook richtlijnen voor de toepassing van energiebesparende technieken in gebouwinstallaties, toepassing van gebouwautomatisering bij utiliteitsgebouwen, voor de regelmatige keuring van grote verwarmings- en koelinstallaties en voor de toepassing van laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen in gebouwen. Ook gaan energieopslag in bijvoorbeeld accu’s een -voorlopig bescheiden- rol spelen en komen er in de toekomst richtlijnen voor ‘Smart Readiness’ waarmee dan gewaardeerd wordt of de gebouwinstallatie kan bijdragen aan een wisselend energie-aanbod. Bijvoorbeeld door tijdelijk deels af te schakelen. Strengere eisen Een belangrijke richtlijn voor installateurs dus. Omdat het een EU-richtlijn is, worden de eisen per lidstaat verwerkt in de regelgeving. In Nederland zullen we zien dat de komende jaren de bouwregelgeving stapsgewijs wordt aangepast. Het meest duidelijk is dat bij de eisen voor de energiezuinigheid van nieuwbouw. De eisen worden strenger; niet alleen door een scherpere eis aan het jaarlijks energiegebruik, maar ook omdat de energie die de fabricage van materialen vraagt, gaat meetellen. Juist de technische installaties leveren daar een
Er is veel te doen rondom de terugleverkosten die energiemaatschappijen vragen voor zelf opgewekte energie. Er moet verduurzaamd worden, maar de consument wordt ‘gestraft’ met verlaagde subsidies op duurzame producten en terugleverkosten bij pv-opbrengst. Fabrikant Masterwatt brengt een oplossing voor dit probleem op de markt. De Charge is een slimme besturingsunit i.c.m. een boiler die niet alleen regelt op dynamische energietarieven maar ook op de energieproductie van pv-panelen. Wanneer de spanning in het stroomnetwerk stijgt, heeft de Charge de mogelijkheid om aan te schakelen en de zelf opgewekte pv-energie te gebruiken voor het opwarmen van de boiler. Bij een dip in de spanning, kan het apparaat wachten met opladen tot een gunstiger tijdstip. Zo wordt het water in de boiler nog duurzamer verwarmd door gebruik van zelf opgewekte zonne-energie. Doordat de ‘extra’ energie verkregen van de zonnepanelen direct gebruikt kan worden voor het verwarmen van het tapwater, worden terugleverkosten geminimaliseerd of in veel gevallen zelfs voorkomen. Er kan meer Naast de optie om te regelen op overschot van pv-panelen, kan het apparaat ook regelen op de Nord Pool day-ahead prijzen. Dit houdt in dat de boiler gaat opwarmen op het moment dat de energieprijzen het gunstigst zijn. Dit is handig wanneer er géén pv-panelen aanwezig zijn. Om dit te kunnen regelen, dient er wel een dynamisch energiecontract te zijn afgesloten. Het voordeel is dat de boiler gaat voorverwarmen op het gunstigste moment. Dit is nooit in een piekmoment wanneer iedereen water nodig heeft. Hiermee wordt de spanning op het energienet