Categorie: Techniek

Aziatische vakbeurs

ISH China & CIHE 2025, het Aziatische equivalent van de Duitse vakbeurs voor HVAC + Water in Frankfurt, vond onlangs plaats in Beijing. Meer dan duizend exposanten uit 18 landen verwelkomden bijna 80 duizend bezoekers, afkomstig uit vooral Azië en met name China zelf uiteraard. China streeft forse duurzaamheidsdoelstellingen na. De HVAC-sector, zo is de verwachting, zal snel een CO2-arme toekomst omarmen. Net als in Europa is dat terug te zien op een beurs als deze. ISH China & CIHE maakt onderdeel uit van het wereldwijde netwerk van Messe Frankfurt ISH, dat van 17 tot en met 21 maart jl. zijn deuren opende voor ‘s werelds grootste vakbeurs voor de HVAC + Water-sector. De Chinese editie debuteerde in 1996 met 9.600 bezoekers en 179 exposanten. Dat is nu dus fors meer. Het geeft de impact aan die de vakbeurs in Beijing in een relatief kort tijdsbestek heeft weten te realiseren. Kleinschaliger Dat zal mede te maken hebben met het groeiende milieubewustzijn in China (zie rood kader), dat heeft geleid tot een sterk toegenomen vraag naar innovatieve oplossingen op dit gebied. Uiteraard spelen ook de bij ons bekende fabrikanten graag op die ontwikkeling in. Menig westers fabrikant was dan ook aanwezig in Beijing, hoewel met een bescheidener uitstraling dan we die kennen van bijvoorbeeld de ISH in Frankfurt zelf. In Beijing dus geen hoge beursstands met de afmetingen van een voetbalveld. Dat doen ze in Azië toch net even anders; kleinschaliger en eenvoudiger. Het neemt niet weg dat het aantal aanbieders

Warmtepompen

We staan voor een gigantische opgave, als we de duurzaamheidsdoelen van 2030 willen behalen. Maar het vereist steeds meer creativiteit om in de bestaande bouw warmtepompen in te passen. Niet alleen vanwege het gebrek aan monteurs, maar ook door het ruimtebeslag. Hoe gaan fabrikanten daarmee om? Zomaar een greep uit de oplossingen die we onder andere tijdens de Bouwbeurs voorbij zagen komen. De markt is driftig op zoek naar ruimtebesparende warmtepompen, merkt Alex Bout. Fabrikanten spelen daaropin met verschillende oplossingen, vertelt de Productmanager van NIBE. Te denken valt aan All-in-One systemen, warmtepompen zonder buitenunits, liggende boilervaten en installaties met een modulaire opbouw. All-in-One NIBE liet zelf tijdens de Bouwbeurs de nieuwe NIBE S735C zien. De NIBE S735C is een modulerende ventilatielucht/water combi warmtepomp die ventilatielucht als bron gebruikt, eventueel aangevuld met buitenlucht. Een buitenunit of grondboring is hierdoor niet nodig. De zeer compleet uitgevoerde alles-in-één unit levert ventilatie (inclusief warmteterugwinning), ruimteverwarming, koeling én warmtapwater en biedt een efficiënte en duurzame totaaloplossing. Het toestel beschikt over een geïntegreerde 180 l boiler. Ruimtebesparend Dankzij het zeer brede cv-temperatuurbereik (30 – 70 °C) is het toestel bovendien toepasbaar in combinatie met zowel vloerverwarming als conventionele radiatoren. Dit maakt de NIBE S735C zeer geschikt voor All-Electric installaties in nieuwbouw én bestaande bouw. Doordat alle componenten vanaf de voorzijde van de warmtepomp goed bereikbaar zijn, kan het toestel ruimtebesparend in een nis worden opgesteld. Ook is het toestel te splitsen in twee delen die naast elkaar (bijvoorbeeld op zolder) of zelfs op verschillende verdiepingen kunnen

Energiezuinigheid

De komende jaren worden de eisen voor de energiezuinigheid van nieuwe gebouwen aangescherpt. We kennen nu al een aantal jaren de BENG-eisen. Die worden vanaf 2028 in twee stappen vervangen door een nieuwe eis. Van BENG stappen we over naar ‘ZEB’. Een duidelijke push richting meer all-electric oplossingen. In april 2024 is de herziene versie van de Europese EPBD aangenomen. We zijn toe aan de vierde versie: EPBD-IV dus. In Nederland kennen we de EPBD vooral van de BENG-eisen voor nieuwbouw en van het Energielabel van gebouwen. Maar de EPBD geeft ook richtlijnen voor de toepassing van energiebesparende technieken in gebouwinstallaties, toepassing van gebouwautomatisering bij utiliteitsgebouwen, voor de regelmatige keuring van grote verwarmings- en koelinstallaties en voor de toepassing van laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen in gebouwen. Ook gaan energieopslag in bijvoorbeeld accu’s een -voorlopig bescheiden- rol spelen en komen er in de toekomst richtlijnen voor ‘Smart Readiness’ waarmee dan gewaardeerd wordt of de gebouwinstallatie kan bijdragen aan een wisselend energie-aanbod. Bijvoorbeeld door tijdelijk deels af te schakelen. Strengere eisen Een belangrijke richtlijn voor installateurs dus. Omdat het een EU-richtlijn is, worden de eisen per lidstaat verwerkt in de regelgeving. In Nederland zullen we zien dat de komende jaren de bouwregelgeving stapsgewijs wordt aangepast. Het meest duidelijk is dat bij de eisen voor de energiezuinigheid van nieuwbouw. De eisen worden strenger; niet alleen door een scherpere eis aan het jaarlijks energiegebruik, maar ook omdat de energie die de fabricage van materialen vraagt, gaat meetellen. Juist de technische installaties leveren daar een

Thermische batterij

Er is veel te doen rondom de terugleverkosten die energiemaatschappijen vragen voor zelf opgewekte energie. Er moet verduurzaamd worden, maar de consument wordt ‘gestraft’ met verlaagde subsidies op duurzame producten en terugleverkosten bij pv-opbrengst. Fabrikant Masterwatt brengt een oplossing voor dit probleem op de markt. De Charge is een slimme besturingsunit i.c.m. een boiler die niet alleen regelt op dynamische energietarieven maar ook op de energieproductie van pv-panelen. Wanneer de spanning in het stroomnetwerk stijgt, heeft de Charge de mogelijkheid om aan te schakelen en de zelf opgewekte pv-energie te gebruiken voor het opwarmen van de boiler. Bij een dip in de spanning, kan het apparaat wachten met opladen tot een gunstiger tijdstip. Zo wordt het water in de boiler nog duurzamer verwarmd door gebruik van zelf opgewekte zonne-energie. Doordat de ‘extra’ energie verkregen van de zonnepanelen direct gebruikt kan worden voor het verwarmen van het tapwater, worden terugleverkosten geminimaliseerd of in veel gevallen zelfs voorkomen. Er kan meer Naast de optie om te regelen op overschot van pv-panelen, kan het apparaat ook regelen op de Nord Pool day-ahead prijzen. Dit houdt in dat de boiler gaat opwarmen op het moment dat de energieprijzen het gunstigst zijn. Dit is handig wanneer er géén pv-panelen aanwezig zijn. Om dit te kunnen regelen, dient er wel een dynamisch energiecontract te zijn afgesloten. Het voordeel is dat de boiler gaat voorverwarmen op het gunstigste moment. Dit is nooit in een piekmoment wanneer iedereen water nodig heeft. Hiermee wordt de spanning op het energienet

(Her)certificering in 2025

In het klimaatakkoord van Parijs dat inmiddels is ondertekend door 195 landen, hebben deze zichzelf ten doel gesteld om de CO2-uitstoot in 2030 te verminderen met 49% ten opzichte van 1990. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft berekend dat Nederland nog steeds de hogere doelstelling van 55% kan halen. Daar zal echter veel voor moeten gebeuren in de komende jaren. Naast het verlagen van de uitstoot van de zware industrie, verkeer, luchtvaart en veestapel, zal ook de gebouwde omgeving een flinke bijdrage moeten leveren om deze doelstelling binnen bereik te houden. Vanuit het perspectief van de gebouwde omgeving gezien zijn er drie knoppen waaraan we kunnen draaien: 1. Energie besparen door optimale isolatie, efficiënte installaties en goed ingeregelde en functionerende installaties. Er geldt immers dat je de energie die je niet gebruikt ook niet hoeft op te wekken. 2. Transitie van aardgas naar duurzaam opgewekte stroom als energiebron voor het verwarmen van gebouwen en woningen. 3. Hergebruik van de in de gebouwde omgeving toegepaste materialen. Dit voorkomt de CO2-uitstoot van winning van basismaterialen tot en met de productie van componenten die wij toepassen in de bouw. Het mag duidelijk zijn dat gezien de te verwachten technische levensduur van installaties ten opzichte van de bouwkundige elementen, de focus ligt op onze sector. In dit artikel zullen we ons toespitsen op knop 2, al heeft dit uiteraard grote raakvlakken met knop 3. Het toevoegen van meer installatietechniek in gebouwen zorgt namelijk voor meer uitstoot bij de productie hiervan. Dit gegeven moet

Parameters

Welke randvoorwaarden gelden er voor een goed binnenklimaat? Ron M R Bosch, adviseur en HBO-hoofddocent Installatietechniek dook voor IZ de materie in en schreef een blauwdruk. Over PPM’s, RV, thermisch comfort en nog vele andere zaken… Thermisch comfort is het gevoel van warmte- of koudecomfort dat mensen ervaren in een ruimte. Het wordt beïnvloed door temperatuur, luchtvochtigheid, luchtsnelheid, stralingswarmte en persoonlijke voorkeuren. Een goed binnenklimaat verbetert gezondheid, productiviteit en welzijn. Installateurs spelen een cruciale rol door installaties te ontwerpen en in te stellen die zowel fysieke als psychologische behoeften ondersteunen. PMV en PPD De Fanger-theorie biedt een wetenschappelijke methode om thermisch comfort te meten: • Predicted Mean Vote (PMV): Een schaal van -3 (te koud) tot +3 (te warm), waarbij 0 ‘neutraal’ is. De comfortzone ligt tussen -0,5 en +0,5. • Percentage of People Dissatisfied (PPD): Voorspelt hoeveel mensen ontevreden zijn met het binnenklimaat. Een PPD < 10% wordt als optimaal beschouwd. Welke factoren spelen hierin een rol? • Luchtvochtigheid: Zorgt voor een goede balans in de verdamping van zweet. • Luchtsnelheid: Te hoge snelheden veroorzaken tocht, te lage snelheden voelen benauwd. • Stralingstemperatuur: Invloed van warmtebronnen of koude oppervlakken. • Kleding en activiteit: Bepalen hoeveel warmte het lichaam afgeeft. • Door de PMV binnen de comfortzone te houden, kunnen installateurs het aantal tevreden gebruikers maximaliseren. Praktijk Hieronder worden de basisvoorwaarden beschreven waaraan installateurs moeten voldoen om een PMV binnen de comfortzone en een acceptabele PPD te realiseren: A. Temperatuurrange - Aanbevolen: 20-22°C voor woon- en werkruimten, 16-18°C voor slaapvertrekken. - De ruimtetemperatuur dient afgestemd te zijn op de functie

Noordertogt

Inside Out levert prefabmodules voor duurzame hoogbouw. Hierin worden bouwtechniek, installatietechniek en energietechniek gecombineerd. De modules lopen als een trein. Enige tijd geleden was Inside Out betrokken bij een interessant project, waarbij de ambities hoog lagen. Het doel was om de Alkmaarse Noordertogtflat uit de jaren 60-70 om te toveren in een energieleverend gebouw. Een pittige klus, omdat het 36 meter hoge gebouw een fors energiegebruik had en in windgebied I stond. Populaire modules Inside Out voor alle duidelijkheid levert verschillende soorten prefabmodules. De markt toont op dit moment met name veel belangstelling voor de Solarmodule, klimaatmodule en datamodule. In het laatste geval gaat het om een meet- en regelsysteem dat aan de andere modules wordt gekoppeld en bijvoorbeeld in kan spelen op de fluctuerende energieprijzen. Voordelen Zoals bekend hebben prefabmodules vele voordelen. Joris van den Heiligenberg, technisch directeur van Inside Out soms ze nog maar eens op. “Ze worden onder fabrieksmatige omstandigheden vervaardigd, dus efficiënt en met een hoge kwaliteit. En er is relatief weinig tijd nodig om ze te installeren, wat zowel prettig is voor bewoners als installatiebedrijven die veelal kampen met een personeelsgebrek.” Toekomst Van den Heiligenberg verwacht dat er de komende jaren steeds meer prefabmodules op de markt zullen verschijnen. Zowel voor de woningbouw als utiliteit. Bij Inside Out kloppen tegenwoordig vooral woningcorporaties aan en eigenaren van kantoorpanden, die hun bestaande vastgoed willen verduurzamen. Meet- en regeltechniek Wat betreft de prefabmodules zelf, zal het accent in de toekomst vooral komen te liggen bij de meet- en

Smart living

Renson brengt HVAC en elektrotechniek samen in een totaalconcept voor wonen. Het eigen Smart Living-gebouwbeheersys­teem komt samen met vraaggestuurde ventilatie en een nieuw warmtepomp-assortiment van eigen makelij voor verwarming en koeling. Opvolgen gaat via het online portaal en de ‘service hotline’ van de fabrikant biedt ondersteuning waar nodig. Duurzame verwarming, efficiënte ventilatie en slimme automatisatie vinden elkaar in Renson One. Volgens vaste uitgewerkte schema’s kunnen geïntegreerde technieken voor uiteenlopende projecten tot stand worden gebracht. Het Renson One-portaal bewaart een digitale kopie van elk project. Als gebruiker krijg je in enkele klikken een installatierapport, kun je foutmeldingen analyseren en de digitale inregel- en opstartprocedure bekijken. Onderdeel van dit totaalconcept is een nieuwe productfamilie bestaande uit een warmtepomp, warmtepompboiler en warmwatertank. Ook een nieuw in het programma opgenomen ventilatie-unit met warmteterugwinning (kadertekst) kan aan het concept worden toegevoegd. Verwarming en koeling De lucht/waterwarmtepomp Arean is een monobloc buitenunit die beschikbaar is in drie uitvoeringen met vermogens van 8 kW, 15 kW en 22 kW. De unit heeft het A+++ ecodesignlabel en een slimme aansturing. De werking op temperaturen tot 70 °C maakt het toestel geschikt voor zowel renovatie als nieuwbouw. De warmwatertank Renson Taura is de sidekick van de warmtepomp voor sanitair warm water in individuele woningen. De tank kan tot 250 liter water met een temperatuur tot 65 °C opslaan. Het grote contactoppervlak van de geribbelde en spiraalvormige warmtewisselaar zorgt ervoor dat het sanitair water in de tank snel opwarmt en een energieverslindende weerstand overbodig is. De tank is licht en

Click & Ready

Minder vakmensen = minder tijd. Daarom neemt de vraag naar handige en snel te installeren systemen rap toe. Ook in de ventilatiewereld. Maar het blijft daarnaast belangrijk om de basics goed onder de knie te hebben. Zoals kennis over de juiste RV-waarde en het aantal toegestane PPM’s. Onder andere om snel een systeem te kunnen inregelen. Mike Muller, Productmanager van Vent-Axia B.V licht toe. Ook in de ventilatiewereld maken Plug & Play oplossingen opgang. Zo heeft Vent-Axia onder andere het luchtverdeelsysteem Uniflexplus+ in haar assortiment zitten, dat ‘Click & Ready’ is. Dergelijke oplossingen zijn branchebreed terug te vinden. Ze beperken het aantal handelingen tot een minimum, bovendien is de luchtdichtheid veel hoger, waardoor er geventileerd wordt op de plekken waar dit benodigd is, wat ook weer prettig uitpakt voor de energierekening. Basiskennis Maar om een ventilatiesysteem daadwerkelijk goed te laten functioneren, moet je als vakman wel beschikken over de juiste basiskennis. Muller: “Met onze ventilatiesystemen kunnen wij geluid, lucht en temperatuur beïnvloeden. Temperatuur en geluid kunnen goed door onze zintuigen worden waargenomen, maar luchtkwaliteit niet direct. De luchtkwaliteit wordt beïnvloed door verschillende factoren zoals vocht (RV = relatieve luchtvochtigheid), vluchtige organische stoffen (VOC’s), koolstofdioxide (CO2), fijnstof (PM10 en kleiner) en schimmels en bacteriën.” Vraaggestuurd “Een goed afgesteld ventilatiesysteem voorkomt te hoge waarden van deze verschillende invloeden. Om deze invloeden te kunnen meten, is een vraaggestuurd ventilatiesysteem de oplossing. Denk hierbij aan een mechanische ventilatie-unit, die zowel bij een C-systeem (enkel mechanische afzuiging, natuurlijke toevoer via raamroosters) als een D-systeem (zowel

Plug & Play

Plug & Play is een veelgebruikte term in de installatiebranche, maar wat behelst het precies? In dit artikel geeft Ron M R Bosch een uitleg en laat hij praktijkvoorbeelden zien. Bosch is in het dagelijks leven werkzaam als adviseur en HBO-hoofddocent van de HAN Academie Built Environment. In de installatietechniek zijn Plug & Play-systemen in opkomst. Deze systemen zijn ontworpen om snel en eenvoudig in bedrijf te worden gesteld en vereisen minimale technische aanpassingen of kennis. Ze bieden aanzienlijke voordelen op het gebied van installatiegemak en duurzaamheid, wat ze ideaal maakt voor toepassingen in HVAC (verwarming, ventilatie en airconditioning), sanitair en warmtepompen. Plug & Play-oplossingen beantwoorden aan de groeiende vraag naar efficiënte en duurzame en snel inzetbare technologie in zowel renovatie- als nieuwbouwprojecten. Dit artikel verkent de vier belangrijkste voordelen van Plug & Play-systemen: tijd- en kostenbesparing, duurzaamheid en energie-efficiëntie, ruimtebesparing en flexibiliteit, en geluidsarme en comfortgerichte installaties. Tijdbesparing Installaties moeten steeds sneller en efficiënter worden gemonteerd, zeker nu er een tekort is aan gekwalificeerde technici. Plug & Play systemen zijn ontworpen om de installatietijd drastisch te verminderen. Componenten worden vooraf geassembleerd en getest in de fabriek, wat betekent dat installateurs op locatie alleen nog de nodige verbindingen hoeven te maken. Luchtbehandelingsunit Een goed voorbeeld hiervan is de Geniox luchtbehandelingsunit van Systemair, die wordt geleverd met een ingebouwde warmtepomp. Het compacte ontwerp (afmetingen variërend van 2,4 m x 1,8 m x 1,6 m tot 4,2 m x 2,0 m x 2,5 m) maakt plaatsing op daken eenvoudig. Dankzij het lichte