Categorie: Techniek

Waterzijdig inregelen

Door de sterk fluctuerende gasprijzen neemt het belang van waterzijdig inregelen toe. Wat niet iedere installateur weet, is dat het vanuit nieuwe wet- en regelgeving soms zelfs ook verplicht is. Sander Fielt, productontwikkelaar bij technisch opleider ROVC, en Rudi Tenkink, trainer bij ROVC en installatiespecialist bij TenkinkTechniek weten er meer over. Waterzijdig inregelen is het optimaliseren van de warmteverdeling in radiatoren of vloerverwarming. “Het is de balans vinden tussen de opwekker, bijvoorbeeld een cv-ketel, het distributiesysteem zoals leidingen, en de afgifte zoals een radiator”, vertelt Sander. “Hierdoor wordt niet alleen het comfort voor de gebruiker geoptimaliseerd – warmte komt daar waar het nodig is –, ook energiebesparing krijgt hierbij aandacht.” Statisch Waterzijdig inregelen kun je op twee manieren doen. “Enerzijds heb je statisch inregelen, ofwel het balanceren van alle gebruikers in de maximaal ingeregelde stand met de juiste pompstand”, licht Rudi toe. “Dit is een belangrijk samenspel, waarmee je afsluiters zo ver mogelijk open hebt en de pomp zo energiezuinig mogelijk instelt, maar wel de nodige liters per uur haalt.” Statisch inregelen is een arbeidsintensief proces. Rudi: “Voor optimaal resultaat wordt het proces vaak drie à vier keer herhaald. De installatie wordt meestal eerst op een nagenoeg open stand ingesteld, om vervolgens bij de gebruiker met de grootste invloed (liter/uur) te beginnen met inregelen en toe te werken naar de kleinste gebruiker. Het nadeel hiervan is dat wanneer radiatoren op de bovenverdieping niet gebruikt worden, er evenredig meer flow is over de gebruikers die wel vraag hebben. Bij een modulerende

BENG-eisen

Sinds 2021 zijn de BENG-eisen van kracht. Daar ging een lang en moeizaam traject aan vooraf, waarbij experts elkaar geregeld in de haren vlogen. Ruim 2 jaar verder maakt IZ de balans op met Rens ten Hagen, adviseur en als docent verbonden aan diverse vakopleiders in de bouw. Vanaf de jaren 90 werd er gewerkt met de EPC-eis om de energetische efficiëntie van nieuwbouw aan te geven. In de loop der tijd kwamen echter de nadelen van de EPC aan het licht. Zo kon je in theorie een lek kippenhok neerzetten en toch aan de eis voldoen door er een warmtepomp te plaatsen als duurzame thermische energieopwekker. Mede daarom zijn Ten Hagen en andere deskundigen dan ook blij dat de EPC in januari 2021 is vervangen door de BENG-eisen. BENG De BENG komt voort uit de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD) en het Energieakkoord voor duurzame groei. In 2015 bracht het Ministerie van BIZA de eerste conceptversie naar buiten. Dat leidde tot het nodige gemor. Na een aantal wijzigingen lag er een definitieve versie op tafel. Maar ook die is 2,5 jaar na de invoering alweer toe aan revisie, aldus Ten Hagen. Verplichting De BENG-regels gelden voor alle nieuwbouw in de utiliteit en woningbouw. “Wil je echter bestaande gebouwen gaan verduurzamen in gemeentes die daarvoor nieuwbouweisen hanteren, dan gelden de BENG-regels ook”, licht Ten Hagen toe. Stappenplan Evenals de voormalige EPC-norm ligt de focus bij het primaire energiegebruik. De BENG levert als het ware een stappenplan om duurzame gebouwen

Infrarood en waterstof

Recentelijk lanceerde Schwank een innovatief verwarmingssysteem. Met behulp van infraroodstraling wordt een behaaglijk binnenklimaat gecreëerd. Het systeem werkt op basis van gas. En het is al waterstofready. Infraroodverwarmers zijn er in verschillende smaken. Zowel heldere-stralers als donkerstralers genieten grote populariteit. De geniumSchwank is een donkerstraler. Donkerstralers beschikken over speciale reflectoren. Deze donkere reflectoren bundelen de straling en kunnen daardoor gericht een gelijkmatige warmte in alle richtingen afgeven. Hierdoor wordt gelijk ook het warmteverlies geminimaliseerd. H2-ready Met de geniumSchwank lanceert de fabrikant de eerste IR-donkerstraler van het bedrijf die op 100% waterstof kan werken. De branders zijn hybride. Dit geeft ook de mogelijkheid om fossiele gassen te gebruiken en later over te stappen op waterstof. De branders zijn voorzien van een reflecterende FERAN-reflector. De reflectorbehuizing is volledig geïsoleerd om de convectiewarmteverliezen te verlagen. Hiermee heeft het een reflectorgeometrie van 95 % reflectie en een seizoensgebonden energie-efficiëntie van 99 %. De brander is standaard traploos modulerend van 75 % tot 100 % voor ideale vermogensaanpassing aan de seizoensgebonden warmtebehoefte. Ook heeft de brander ModBus-mogelijkheid voor optimale regelbaarheid en connectiviteit. Overstappen “Een overstap van aardgas op waterstof is eenvoudig te maken. Je hoeft alleen maar een kleine aanpassing door te voeren aan de brander. Je kan het bestaande leidingenwerk blijven gebruiken, vanwege het vluchtige karakter van waterstof is er wel een monitoringssysteem nodig”, vertelt Wilfred Heesakkers, Business Development Manager bij Schwank. Utiliteit De nieuwe serie is beschikbaar in de vermogensklassen van 20 tot 50 kW en lengtes tussen 4 en 13 meter. Om

Artificiële Intelligentie

In dit artikel gaat Ron Bosch, adviseur en HBO-hoofddocent Installatietechniek, dieper in op het onderwerp Artificiële Intelligentie, afgekort AI. Wat is AI en hoe gaat het ons werk beïnvloeden als branche? AI is kort door de bocht de mogelijkheid om met gebruikmaking van computers en machines mensachtige vaardigheden te vertonen – zoals redeneren, leren, plannen, creatief zijn en uitvoeren. Soorten AI Er zijn drie soorten AI, te weten: • ANI: Artificial narrow intelligence (Smalle kunstmatige intelligentie) • AGI: Artificial general intelligence (Kunstmatige algemene intelligentie) • ASI: Artificial superintelligence (Brede kunstmatige intelligentie) Hedendaagse toepassingen Neem nu uw smartphone, u heeft het over waterontharders in een gesprek met iemand anders en ineens geeft Siri aan dat er op het web 10 items zijn gevonden hierover. Tevens vraagt het systeem wat er verder mee gedaan moet worden. Of, op basis van gezichtsherkenning kunt u door de douane heen bij een vliegveld, uw alarmsysteem thuis ontgrendelen of uw smartphone activeren. Daarnaast wordt AI ook gebruikt om cyberaanvallen te signaleren, bijvoorbeeld door afwijkende patronen in informatiestromen die wijzen op hacks. Maar het gaat nog verder. Tegenwoordig laten organisaties tijdens sollicitatieprocedures ook zogenaamde Skillpaspoorten samenstellen op basis van beschikbare internetinformatie. Op die manier brengen ze de sterke eigenschappen en risico’s in beeld van kandidaten, zodat ze de ideale sollicitant kunnen selecteren. Hoe werkt AI In een vorig nummer van IZ heb ik u al meegenomen over de informatiestromen die via datatrending gebruikt kunnen worden. Ook hier worden op basis van algoritmes bergen aan data doorgespit en met reeds beschikbare

Bioketels

Eind april organiseerde de NBKL een webinar over bioketels in het buitengebied. Er was veel aandacht voor maatwerkoplossingen en innovaties in het vakgebied. Er zijn steeds meer boseigenaren die overstappen op een bioketel, constateert de Nederlandse branchevereniging voor leveranciers van bioketels. De bioketel is een gasloze oplossing waarmee ook nog flink op de kosten kan worden bespaard als er met eigen houtresten wordt gestookt. Vandaar ook dat boeren en particulieren met eigen houtsingels interesse hebben. Installateurs die klanten hebben in het buitengebied, kunnen hun voordeel doen met de veelheid aan informatie die in het webinar werd gedeeld. Bos Over het algemeen en zeker in Europa groeit er genoeg bos bij om een doorgroei van de markt voor bioketels te ondersteunen. De prijs van biomassa is de laatste jaren instabiel geweest door wereldwijde ontwikkelingen, maar dat was minder dan de schommelingen in gas- en olieprijzen. Voor boseigenaren tellen de globale prijsontwikkelingen natuurlijk niet. Ruimtebeslag Tijdens het webinar kwamen er een aantal creatieve oplossingen voor installatietechnische uitdagingen in beeld. Bioketels vragen meer ruimte dan een gasketel. Dat komt door de extra ruimtes voor de opslag van het hout en voor het buffervat dat er voor zorgt dat de bioketel zuinig en schoon draait. Dit probleem kan onder andere worden opgelost door de bioketel in een schuur te plaatsen en via een ondergrondse warmwaterleiding de warmte naar het woonhuis te transporteren. Monumenten Bij eigenaren van monumenten speelt het aangezicht van het monument natuurlijk een grote rol. Eén installateur liet zien hoe hij de

De energietransitie

De stichting ter bevordering van Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek in de Installatietechniek (WOI) heeft Ed Rooijakkers aangesteld als directeur. Rooijakkers is als adviseur werkzaam bij Halmos en heeft al ruim dertig jaar ervaring op het gebied van gebouwinstallaties. Voor IZ geeft hij zijn persoonlijke visie op de energietransitie die we nu doormaken en de consequenties daarvan voor ons vakgebied. De komende jaren staan wij als sector voor de uitdaging om de gebouwde omgeving te verduurzamen. Dat impliceert onder andere een overstap op groene energie. Hiervoor zijn andere technische voorzieningen nodig. Infrastructuur Onze (elektrische) infrastructuur is niet klaar voor de energietransitie. Op veel daken verschijnen PV-panelen die tezamen met windmolenparken zoveel energie leveren dat het net het niet meer aan kan. Ook schiet op veel plekken in Nederland het elektriciteitsnet tekort, omdat onder andere de groei van het aantal warmtepompen erin resulteert dat er een grotere vraag is dan voorheen. Op menige locatie is het voor bedrijven al niet meer mogelijk nieuwe aansluitingen te realiseren of wijzigen. Voor woningen is dit een wettelijke verplichting dus daar speelt dat voor de afnemers minder, maar voor de netbeheerder blijft dit natuurlijk een uitdaging. Salderingsregeling Op dagen met veel zon en veel wind zie je dat de prijs van elektriciteit zelfs negatief kan worden, terwijl op een donkere en koude winterdag met weinig wind de elektriciteit schaars wordt waardoor de elektriciteitsprijs sterk oploopt. Voor woningen is het momenteel zo dat de elektriciteitsmeter terugloopt als er elektriciteit aan het net wordt terug geleverd. De zogenaamde

Gouden randjes

In een middelgrote stad als Leiden valt goed af te lezen hoe de installatietechniek zich in de loop der eeuwen heeft ontwikkeld. Edwin Orsel, bouwhistoricus van de gemeente Leiden ging met IZ op pad en legde uit waarom oude installaties ook voor nieuwe generaties waarde hebben. Orsel houdt kantoor in het gebouw van Erfgoed Leiden en Omstreken. In het depot liggen restanten van oude installaties. Orsel laat ze zien en vertelt er enthousiast over. Grens De vraag is natuurlijk wat we als historische installaties omschrijven. Waar ligt de grens? “Ik zou zelf geneigd zijn om te zeggen tot circa 25 jaar geleden. Daarna is de omloopsnelheid van producten fors toegenomen. Er komen sindsdien aan de lopende band innovaties op de markt.” Ambachtelijke karakter Tot de industrialisatie in de 19e eeuw gebeurde alles op ambachtelijke wijze. Met de komst van massaproductie en ontwikkeling van nieuwe bouwmaterialen, zoals gietijzer en later kunststoffen kwam er een grote kentering op gang. De eersten die daarvan profiteerden waren de rijke burgers. Zij hadden de financiën en mogelijkheden om de eigen leefomgeving aan te pakken. Een arbeider daarentegen was volkomen afhankelijk van anderen. Hij moest werken voor een, veelal, karig loontje en had een huurwoning. Elektriciteit “Illustratief voor deze ontwikkeling is de komst van elektriciteit in huizen. De architect Hendrik Jesse verbouwde in 1907 een woning aan de Breestraat, bij uitstek een straat voor de gegoede burgerij. De dokter wilde elektrische verlichting en had als een van de eerste Leidenaren een aansluiting op de stedelijke elektriciteitsfabriek.

Klimaatneutraal

Systeemleverancier Viega heeft op zijn locatie Attendorn-Ennest een energiezuinig opleidingsgebouw gerealiseerd. Het ongeveer 12.000 vierkante meter grote interactieve gebouw is klimaatneutraal. Dankzij fotovoltaïsche panelen en het warmtenet met een nabij gelegen productiehal wekt het meer energie op dan het nodig heeft. Viega World, zoals het gebouw heet, is volgens de BIM-werkmethode gepland en gebouwd. Als opdrachtgever, investeerder en toekomstige gebruiker legde Viega vooraf gedetailleerd het gebruik van het gebouw vast. Duurzaamheid speelde een centrale rol bij de exploitatie van het centrum. Uitgangspunt was een zo gering mogelijke energiebehoefte en het gebruik van regeneratieve energiebronnen. Projectleider Dipl.-Ing. Sebastian Herkel van het Fraunhofer-instituut voor zonne-energiesystemen ISE legt uit dat het daarbij niet alleen ging om een zo laag mogelijk energiegebruik of een zo hoog mogelijk regeneratief rendement. “Onze insteek was veel meer om een modelproject te realiseren dat probleem­loos voor andere gebouwen kan worden toegepast en de weg wijst naar klimaatneutrale gebouwen.” Open aanpak In eerste instantie werden de meest uiteenlopende technologische benaderingen overwogen met een open aanpak, waarbij vooral één hindernis moest worden overwonnen: de sterk wisselende belastingsprofielen van het trainingscentrum. Daarnaast was er de vraag naar leveringszekerheid en economische efficiëntie, vooral met het oog op de toepasbaarheid van het concept voor andere nieuwe gebouwen. Dit eisenpakket werd opgelost door een gezamenlijk ontwikkeld energieconcept. Dit omvat een moderne geïsoleerde gebouwschil (KfW Efficiency House 55), een fotovoltaïsch systeem van enkele duizenden vierkante meters en het gebruik van lokale warmte van een nabij gelegen productie-installatie. De output ervan dekt al ongeveer 375 kWh

Rendementsverlies

Tegenvallende rendementen van warmtepompen kunnen het gevolg zijn van verkeerde uitgangspunten, afwijkende temperaturen of ontwerpcondities. Vergelijkbaar met de traditionele cv-installatie kunnen ook lucht en vuil in het systeem na verloop van tijd het risico op storing en onderhoud verhogen. Lucht en vuil zijn twee onopvallende maar in de praktijk wel vaak voorkomende veroorzakers van rendementsverliezen, storing en onderhoud in verwarming- en koelinstallaties. Hun invloed is groter bij installaties die op basis van een lagere temperatuur werken om energie te besparen, zoals warmtepompen. Verder zijn vloerverwarmingsystemen gevoeliger voor lucht- en vuilophoping dan radiatoren. Lucht kan in de vorm van microbellen, opgelost in het leidingwater en in een vrije vorm aanwezig zijn in installaties. Dit vermindert zowel de doorstroming als warmte-afgifte. Ophoping van vuil wordt veroorzaakt door corrosie van leidingen en installatiecomponenten, bacteriegroei of kalkaanslag. Lucht en vuil hebben beide een reducerende invloed op de efficiëncy en levensduur van warmtepompen, wisselaars en andere componenten. Adviezen uit de praktijk De negatieve invloed van lucht en vuil op het rendement van installaties is zo groot dat Alklima automatische lucht- en vuilafscheiders standaard voorschrijft bij de verkoop van warmtepompen. “Wij zien bij onze servicecontacten een direct verband tussen alle meldingen en de aanwezigheid van lucht en vuil in het systeemwater”, vertelt Rudy Grevers, manager woningbouw bij het bedrijf. “In lagetemperatuur-installaties komt lucht in de vorm van microbellen meer voor en hopen vuildeeltjes zich sneller op dan in hogetemperatuur-installaties, waardoor de energetische prestatie afneemt. Als klanten contact opnemen over een code 9 melding wordt die vaak

Melissa

Eind jaren 80 initieerde de Euro­pean Space Agency (ESA) het Melissa Project. Het doel was om ‘Regenerative Life Support Sys­tems’ te ontwikkelen. In de afgelopen 30 jaar zijn grote vorderingen gemaakt, die ook interessant zijn voor de installatietechniek in de gebouwde omgeving. Waar hebben we het dan zoal over? Christophe Lasseur is het Hoofd van het Melissa Project. Melissa staat voor ‘Micro-Ecological Life Support System Alternative’. ESA beoogt hiermee Life Support Systems te ontwikkelen, waarmee voeding, water en zuurstof worden gewonnen uit het afval van ruimtevaartmissies. We spreken dan over gesloten kringlopen of circulariteit. Om deze doelstelling te verwezenlijken is een sleutelrol weggelegd voor installatietechniek. 9 kg afval Per dag produceert een astronaut of kosmonaut op z’n Russisch, ongeveer 9 kg aan afval. “We hebben het dan onder andere over CO2, urine en zweet”, vertelt Lasseur. Voor langdurige missies zouden hieruit weer nieuwe voedingsstoffen moeten worden teruggewonnen voor de bemanning. Daar is al het een en ander aan ervaring mee opgedaan, “maar in de hedendaagse ruimtevaart recyclen we eigenlijk alleen nog condensatie”. Kop koffie Uit urine kan je niet alleen water terugwinnen, maar ook kalium en stikstof. Daar komen de nodige handelingen bij kijken, zoals filteren en koken. Maar het werkt. “We grappen wel eens dat een astronaut in de ruimte in feite herhaaldelijk dezelfde kop koffie drinkt.” Bioreactor Zuurstof terugwinnen vergt ook verscheidene stappen. Met behulp van bioreactors (micro-algen), aanwezige CO2 en stikstof worden water en zuurstof geproduceerd. Dat zijn ook belangrijke bestanddelen om planten en daarmee bijvoorbeeld je