Willem Langerak is als integraal adviseur van adviesbureau Merosch betrokken bij het circulair renoveren en gasvrij maken van het Berlage Lyceum in Amsterdam. “De regeltechniek maakt het mogelijk om met hetzelfde elektrische vermogen meer te kunnen doen. Daar moeten wij als mensen sowieso naartoe”, aldus Willem Langerak. Het Berlage Lyceum werd in 1922 gebouwd en bestaat uit twee vrijwel identieke gebouwen. Er wordt onderwijs aangeboden op MAVO-, HAVO- en VWO-niveau. Elk gebouw bestaat uit een (fietsen)kelder met daarboven drie bouwlagen. De gebouwen hebben gezamenlijk een bruto vloeroppervlak van rond de 7.900 m2. Beide gebouwen hebben de status van rijksmonument; de gevel moet zoveel mogelijk intact blijven en bepaalde elementen mogen niet worden aangetast. Toch is een grondige renovatie van de schil hard nodig om de gebouwen geschikt te maken voor laagtemperatuur verwarming, zodat ze ook gasloos aan de huidige normen voor onderwijs voldoen. Een interessante uitdaging, zeker omdat er na onderzoek nogal wat bouwfysische problemen aan het licht kwamen. Met welke vraag klopte de opdrachtgever aan? “Het Berlage Lyceum is intussen meer dan 100 jaar oud en het voldoet niet aan de huidige normen om gezond te kunnen werken en leren. De luchtbehandeling voldeed niet aan de huidige normen voor onderwijs, dus we kregen eerst de vraag om een aangepaste luchtbehandelingsinstallatie te ontwerpen. De school wil voldoen aan de normen van een ‘Frisse School’, conform het Programma van Eisen Frisse School Klasse B. Dit betekent dat er per leerling minimaal met 30,6 m3/h geventileerd moet worden. Daarnaast worden er ook
Categorie: Techniek
EURO-INDEX heeft in haar 50-jarig bestaan tientallen innovatieve instrumenten voor de cv-monteur ontwikkeld, waaronder de eerste elektronische drukmeters in 1987. In mei van dit jaar is het, 25 jaar na de introductie van de Eurolyzer, tijd voor de volgende innovatie: de Eurolyzer S1 Bij de ontwikkeling van een nieuw meetinstrument is het belangrijk om het doel goed voor ogen te houden. Wie gaat het gebruiken en waarvoor? Welke functionaliteit en nauwkeurigheid moet het toestel hebben en aan welke wettelijke eisen moet het voldoen? Je streeft ernaar een instrument te ontwikkelen dat ideaal is voor de toepassing, gemakkelijk is om te bedienen en waarvan de gebruiker jarenlang plezier kan hebben, doordat het duurzaam is opgebouwd met hoogwaardige componenten. Hierbij is het vooral belangrijk om goed te luisteren naar de gebruiker. Welke zaken zijn al goed en welke zijn voor verbetering vatbaar? Dit is precies wat EURO-INDEX heeft gedaan bij de ontwikkeling van de nieuwe BLAUWE LIJN Eurolyzer S1 rookgasmeter. Innovaties De Eurolyzer S1 is op diverse vlakken verbeterd. De nieuwe behuizing is ergonomisch vormgegeven en voorzien van een geïntegreerd beschermholster waardoor het tegen een stootje kan. Het display is een stuk groter geworden en functioneert tevens als touchscreen, waarmee alle functies kunnen worden bediend. Dit display is van de best mogelijke kwaliteit met een hoge resolutie, hoog contrast, voorzien van gehard kraswerend glas en kan zelfs met (werk)handschoenen worden bediend. Ondanks het grotere display heeft het toestel nog steeds een handzaam formaat en kan het ook met één hand worden bediend
Michel Deelen zit al jarenlang in het vak. “Ik kom veel over de vloer bij woningcorporaties en groot vastgoedbezitters”, vertelt hij. “Wij helpen ze om de energieprestaties van bestaande installaties en gebouwen inzichtelijk te maken en te verbeteren, vermogens van collectieve installaties te bepalen, probleemgevallen op te sporen en kunnen zorgen voor reguliere monitoring.” Werkwijze In het pand van de klant komt de, in eigen beheer ontwikkelde, EMRA-box te hangen, die wordt gekoppeld aan installaties. De box verzamelt data over het energiegebruik, die eens per etmaal via een eigen GSM-router worden doorgestuurd naar het online platform van de Energierevolutie. De gegevens bieden de input voor analyses en rapportages aan de opdrachtgever. Meten “Voor alle duidelijkheid: wij meten alleen, wij willen niet regelen en direct aansturen. Dat is een welbewuste keuze. Direct aansturen is vaak gebaseerd op kortetermijndenken. Je fikst een probleem en doet dat gebaseerd op een momentopname. Maar heb je dan wel genoeg aanknopingspunten voor een goede oplossing? En los je daarmee ook eventuele onderliggende oorzaken wel op?” Lange termijn De vraag stellen is het antwoord geven. Nee dus. “Wij geloven in lange termijn monitoring. Zo krijg je een beter beeld van de algehele problematiek en wordt het bovendien makkelijker om een opdrachtgever mee te krijgen als je oplossingen voorstelt.” Laaghangend fruit Vaak worstelt die opdrachtgever namelijk met meerdere problemen, waarvan hij zich niet altijd even goed bewust is. Hoewel de Trias Energetica al jarenlang wordt gepromoot als de juiste werkwijze om gebouwen te verduurzamen, blijkt de markt er
In dit artikel gaat Ron Bosch, adviseur en HBO-hoofddocent Installatietechniek dieper in op het onderwerp ‘data driven’. Hoe komen we aan die data en wat kunnen we er mee? Met ‘data driven’ bedoelen we in feite het registreren, analyseren en opslaan van meetgegevens van gebouwgebonden technische installaties. Dit is geheel afgestemd op de processen die binnen een gebouw plaatsvinden. De gebruiker kan zich focussen op de overige dagelijkse werkzaamheden, zonder zich druk te hoeven maken over wekelijkse handmatige metingen en benodigde instellingen in en rondom het gebouw. Je kan het zien als een manier om op een duurzame, innovatieve, hygiënische en slimme wijze gegevens te verwerken. Besparing Het voordeel is dat er wordt bespaard op menselijke inzet, een groot pluspunt zeker in deze tijden van schaarste op de arbeidsmarkt. Daarnaast volstaan gekalibreerde meetinstrumenten om alle slimme koppelingen met sensors en de regelaar middels algoritmes om te zetten in grafieken. Er is dus geen overlast in het gebouw, doordat er op essentiële locaties aan installaties moet worden gemeten. Algoritmen Algoritmen worden gebruikt door computers en informaticasystemen om data te verwerken. Een algoritme functioneert soms volledig onafhankelijk, maar vaak is er input nodig via meetsensoren. Een ontwerptechnicus moet dan bepaalde informatie of variabelen ingeven (grenswaarden) of in de loop van het proces keuzes maken. Meten Wat kunnen we zoal meten? - te hoge temperaturen; - te lage temperaturen; - te hoge vochtigheid; - te lage vochtigheid; - te hoog CO2-percentage; - te hoog VOS-percentage (vluchtige organische stoffen); - tijdsduur van de metingen; - tijdsduur van bijvoorbeeld sanitair- of luchtspoelingen; - tijdswaarneming
Door de pandemie zijn de logistieke lijnen ernstig verstoord geraakt. Dat heeft een enorme impact op de levertijden en beschikbaarheid van componenten, producten en systemen. IZ sprak met Wasco over deze en andere ontwikkelingen op het gebied van installatiemateriaal. Warmtepompen nemen een hoge vlucht, evenals de vraag naar airconditioningoplossingen. Dit in tegenstelling tot de waterstofketel, deze zal niet snel Nederland gaan veroveren. Zomaar een greep uit de trends die groothandel Wasco signaleert in de branche. IZ sprak met Niek Meijer en Robin Waarsenburg, beiden zijn werkzaam als Business Manager bij Wasco. Groothandel Wasco timmert stevig aan de weg. De groothandel heeft inmiddels 35 vestigingen verspreid over het gehele land en twee grote DC’s. Het distributiecentrum in Apeldoorn heeft een oppervlakte van 26.000 m2, die in Twello is kleiner van formaat, maar telt altijd nog zo’n 18.000 m2. “Op dit moment is er een nieuw DC in aanbouw in Deventer, die gaat op termijn Twello vervangen en krijgt ook een veel groter oppervlakte.” Het nieuwe pand is broodnodig, vertelt Meijer, vanwege de stijgende volumes en verbreding van het assortiment. Logistiek Zo’n 600 medewerkers zijn werkzaam bij de groothandel. Zij bedienen rond de 20.000 installateurs en kunnen ongeveer 500.000 producten leveren. Die zijn niet allemaal even makkelijk meer te verkrijgen, blijkt al snel tijdens het gesprek. De pandemie heeft de logistieke lijnen ernstig aangetast. Kentering Met name de afgelopen twee jaar was het stevig aanpoten. Waar vroeger levertijden van circa 2-6 weken golden voor bijvoorbeeld een warmtepomp, PV-panelen of WTW-systemen, liep het
Fabrikant ABB maakt haar fabriek en kantoor in Ede CO2-neutraal. De bedoeling is om in 2024 de CO2-uitstoot tot nul te hebben teruggebracht. Daarmee is in 5 jaar tijd een vermindering gerealiseerd van circa 800 ton. Een indrukwekkende prestatie. IZ bezocht de locatie en sprak met Ali el Abbassi, fabrieksdirecteur van Ede. Volgens het Klimaatakkoord dat door de Nederlandse politiek is vastgesteld, moeten we in 2030 de CO2-uitstoot tot 51% hebben teruggebracht, ten opzichte van de uitstoot in 1990. ABB gaat een stap verder. In 2030 moeten al haar (productie)locaties al volledig CO2-neutraal zijn. Haar ‘Mission to Zero’ concept wordt nu ook gerealiseerd in Ede door digitale technologieën te combineren met maatregelen om het energiegebruik te verminderen en door gebruik te maken van hernieuwbare energiebronnen. Fabriek De in 1931 opgerichte Edense fabriek heeft een vloeroppervlak van 11.400 vierkante meter. Er worden jaarlijks miljoenen installatiedozen en duizenden verdeelkasten, geproduceerd. Als eerste stap zijn alle hydraulisch aangedreven machines vervangen door elektrische. Hierdoor wordt nu bij de fabricage voor elke kilogram product, maar liefst 75% minder energie gebruikt. Daarna zijn de machines voorzien van EQmatic systemen, waarmee exact het energiegebruik gemonitord kan worden door middel van sturingstechnologieën Cylon en KNX. Dankzij deze monitoring kon het energiegebruik nog eens met een extra 30% gereduceerd worden. Co-bots Tot slot is een deel van de werkzaamheden overgenomen door robots. Door de groeiende productie en het anders invullen van taken (meer supervisie/kwaliteitsbewaking) is er overigens geen afscheid genomen van medewerkers door deze robotisering en automatisering. Er wordt
Uitdagingen leiden vaak tot innovaties. Zo ook met de herbruikbare einddop. Richt Loorbach en René de Weerd bedachten dit nieuwe concept om eenvoudiger te kunnen afdoppen. De Roteal is inmiddels een groot succes. Loorbach had een bedrijf in engineering en 3D-printing en De Weerd had een eigen installatiebedrijf. “René verspilde tijdens renovatiewerkzaamheden veel knelkoppelingen bij het tijdelijk afdoppen van leidingen. Ook kostte het veel tijd en materiaal om de leiding af te zagen onder de ring van de tijdelijke knelkoppeling”, vertelt Loorbach. Samenstelling Toen ze hierover spraken, rolde er uiteindelijk een concept uit dat doorontwikkeld werd tot de Roteal. Deze herbruikbare einddop heeft een binnendeel van TPE-kunststof en een buitenmantel van nylon dat met glasvezel is versterkt. De herbruikbare einddop is verkrijgbaar in verschillende formaten, zoals 12-15 mm voor koudwaterleidingen, 22 mm voor cv-leidingen en 16 mm voor kunststof waterleidingen en (mogelijke) waterstofleidingen in de nieuwbouw. Montage De einddop past op ieder merk leiding, mits de diameter gelijk is aan de maat van de dop, wat het werk er ook een stuk makkelijker op maakt. Loorbach: “De montage is eenvoudig. Eerst maak je de leiding vetvrij met schuurpapier. Vervolgens druk het binnenstuk van de dop erop. Je draait de mantel naar rechts tot de eindaanslag en klaar.” Hergebruik Bij correcte montage kan de dop een druk aan van 10 bar. De bedoeling is om de einddop tijdelijk te laten zitten, bijvoorbeeld een dag en dan te hergebruiken bij andere projecten. “Maar de dop langer laten zitten, is ook geen probleem.
Energieopslag, we zijn er als sector nog nauwelijks mee bezig, maar er lijkt een kentering te komen. Door de stijgende energieprijzen, netten die vollopen en de verduurzaming van de gebouwde omgeving wordt het steeds aantrekkelijker om te investeren in elektrische en thermische opslag. Zoals de warmtebatterij van Cellcius. Cellcius is een jong bedrijf dat warmtebatterijen ontwikkelt en op de markt brengt. De potentie is groot, legt CTO Pim Donkers uit aan IZ. Met restwarmte en batterijen zou je in principe 3 miljoen huizen kunnen verwarmen. Speelveld Maar er zijn concurrenten die ook stevig aan de weg timmeren. Neem de warmtepomp die nu zowel in all-electric als hybride vorm stevig wordt gepromoot. Ook van overheidswege. Of de waterstofketel, waarmee nu al de nodige, veelal pilot-, projecten worden gerealiseerd. Prognose Donkers: “Iedere oplossing heeft z’n voor- en nadelen en is ook niet overal toepasbaar. Ik denk dat we uiteindelijk toegaan naar een energiemix, waarin warmtenetten, gevoed met restwarmte wel eens tot 50% van de woningen zouden kunnen verwarmen.” Ontladen De industrie heeft veel restwarmte; je kunt er warmtebatterijen mee voeden en die ontladen in warmtenetten. Cellcius zet in op varianten op wijk- en huisniveau. Daarbij moet wel aangetekend worden dat de eerste opslagmogelijkheid al verder ontwikkeld is dan de tweede. “Cellcius richt zich nu eerst op de toepassing van de energieopslag op wijkniveau. Bevindingen op dit terrein dienen als input voor de toekomstige ontwikkeling van de thuisbatterij. De warmtebatterij op woningniveau zal pas over enkele jaren echt in de markt worden gezet.
Installateurs die alleen de MV-box afstoffen, woningbouwverenigingen zonder MOP’s voor ventilatiesystemen en particulieren die pas aan de bel trekken als het ventilatiesysteem rare geluiden begint te maken. Het is bijna niet te geloven, maar zelfs na de pandemie ligt het algemene ‘ventilatiebewustzijn’ nog schrikbarend laag. IZ sprak erover met een professionele reiniger: Dustin Jagersma van SYYO Ventilatie & Reinigingstechniek. SYYO ventilatie & Reinigingstechniek bestaat al sinds 2013. Jagersma nam het bedrijf over toen de eigenaresse koos voor een ander carrièrepad. Hij heeft één man in dienst en werkt daarnaast regelmatig samen met twee ZZP’ers. Jagersma gebruikt een speciaal poeder, Apro-Air, voor de reiniging van kanalen. En bereikt daarmee, naar eigen zeggen, betere resultaten dan met menig andere gangbare methode. Klanten Als IZ Jagersma belt, is hij net bezig in een winkelcentrum. SYYO bedient zowel klanten in de utiliteit als woningbouw, vertelt de 33-jarige eigenaar. Hoewel de pandemie het belang van goede ventilatievoorzieningen meer op de kaart heeft gezet, ligt de algemene kennis over het belang van luchtverversing in de gebouwde omgeving op een bedroevend laag niveau, vertelt Jagersma. Zeker als het op onderhoud en reiniging aankomt. Regelmaat Zowel de woningbouw als utiliteit zou er verstandig aan doen om hun mechanische ventilatie units of WTW’s iedere 2 jaar te laten reinigen en tenminste iedere 5 jaar hun ventilatiesysteem inclusief de kanalen te laten schoonmaken. Rol overheid In de praktijk gebeurt dat meestal niet. “Vaak weet men niet welke voorschriften er gelden. Ik maak geregeld mee dat particulieren niet op de hoogte
De warmtepomp is ’ongelofelijk veel’ vervuilender dan werd gedacht, meldde De Telegraaf eind februari. Uit nieuw onderzoek blijkt dat de milieubelasting zelfs zo zwaar is dat een huis met warmtepomp niet of nauwelijks binnen de regels van het Bouwbesluit gebouwd mag worden. Alleen dankzij een tijdelijke noodmaatregel is dit nog mogelijk, citeert de krant de onafhankelijke rekenmeester Nationale Milieudatabase (NMD). NMD stelt de rekenmethode vast die bouwbedrijven hanteren om binnen de milieuregels van het Bouwbesluit te vallen. Voor alle onderdelen van een woning wordt de druk op het milieu bepaald, van CO2-uitstoot tot het effect op de ozonlaag. Zwaarder meetellen Naar de warmtepomp zou nooit goed onderzoek zijn gedaan. Het koudemiddel en de elektronica waren nog niet in de milieudata verwerkt, legt NMD in De Telegraaf uit. Ook was de milieubelasting berekend met een type warmtepomp dat inmiddels niet meer representatief is voor de markt. NMD betoogt dat de warmtepomp eigenlijk veel zwaarder zou moeten meetellen in de berekening van de milieubelasting van een huis maar zegt niet precies hoeveel zwaarder. Wel zouden bouwers in de knel komen met milieuvoorschriften. Op basis van de geactualiseerde data is het voor de markt lastiger om een warmtepomp in een project toe te passen, aldus NMD. Onvolledig beeld Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland benadrukt dat er geen enkele reden is om te twijfelen over de toepassing van warmtepompen. “De milieuscore geeft een onvolledig beeld. We moeten óók rekening houden met de energieprestatie van de warmtepomp over de gehele levensduur. Doe je dat,