Categorie: Column

Marktgerichtheid loont

Om zakelijk succesvol te zijn, is het noodzakelijk om ontwikkelingen in de markt goed in de gaten te houden. En dat is meer dan een beetje volgen van technologische ontwikkelingen en wet- en regelgeving. Ook geopolitieke ontwikkelingen of een pandemie zoals corona kunnen invloed hebben op jouw bedrijf. Kijk maar eens naar de ontwikkeling van de gasprijs na de inval van Rusland in Oekraïne, waardoor de vraag naar warmtepompen is gestegen. Deze oorlog heeft bovendien invloed op de prijs van grondstoffen, de levering daarvan en leverproblemen van materialen. Het conflict drijft prijzen op en zet marges onder druk. En nu de economie weer wat trager gaat, merken heel wat bedrijven dat afnemers eerst hun opgebouwde voorraden opmaken, voordat ze opnieuw gaan bestellen. En dat doen ze dan ook nog in lagere hoeveelheden. Want de voorraad mag niet meer zo snel oplopen. En zelfs ontwikkelingen in de bevolkingsgroei en -samenstelling hebben invloed op jouw bedrijf. Kijk maar eens naar de krapte op de arbeidsmarkt en de moeite die veel bedrijven hebben om aan gekwalificeerde medewerkers te komen. Deze en andere ontwikkelingen hebben dus ook invloed op jouw bedrijf. Je kunt er je kop voor in het zand steken of er juist iets mee gaan doen. En dat laatste is verstandiger dan wegkijken. Want als je de ontwikkelingen op de markt goed kent, kun je daar met jouw bedrijf beter op inspelen. De mate van marktgerichtheid is daarom naast vakkennis en kunde een belangrijke factor voor het succes van jouw bedrijf. Dat

Energietransitie van luchtverwarming

In de bestaande woningbouw komt nog regelmatig luchtverwarming voor. In verband met de energietransitie kan dit voor uitdagingen zorgen. Er kan een lucht/water-warmtepomp geplaatst worden, maar vaak zijn de warmtewisselaars in de bestaande luchtverwarming niet geschikt voor lagetemperatuurverwarming. De gok kan genomen worden om te kijken of de warmtepomp het nog warm krijgt, ook door wellicht aanvullende isolatiemaatregelen. Wanneer dit echter niet werkt, zal er niet alleen een nieuwe warmtepomp geplaatst moeten worden, maar zal ook de luchtverwarmer vervangen moeten worden voor een nieuw product dat wel geschikt is voor lage temperaturen. Dit zorgt wel voor een extra investering naast de warmtepomp. Of is het wellicht beter om toch van luchtverwarming afstappen? Ook dit zorgt voor een stevige extra investering. Er is namelijk nog geen distributiesysteem met water in de woning aanwezig. Deze zal dus geheel nieuw aangelegd dienen te worden. Een andere oplossing is om de luchtverwarming te vervangen door een lucht/lucht-ventilatorconvectorwarmtepomp (fancoil-unit). Hiermee kan de luchtverwarmer één op één uitgewisseld worden voor een elektrische oplossing; er zal wel voor het tapwater nog een aanvullende installatie benodigd zijn. Deze lucht/lucht-warmtepomp heeft als voordeel dat de investering relatief gezien meestal lager is. Nadeel is dat er geen subsidie op verleend wordt. Bovendien hebben deze ventilatorconvectoren een hoger luchtdebiet dan de gemiddelde luchtverwarmer om hetzelfde verwarmingsvermogen te kunnen leveren, wat geluidsklachten in kanalen of bij roosters op kan leveren. Er zijn dus diverse mogelijkheden voor dit soort woningen qua verduurzamen. Uiteindelijk zal de oplossing altijd afhangen van de woning en de

Samen de energietransitie versnellen

De energietransitie brengt voor installateurs, die overschakelen van cv-ketels naar elektrische en hybride warmtepompen uitdagingen met zich mee die vooral te maken hebben met kennis en tijd. Door tijdgebrek komt men in een spagaat terecht, omdat er te weinig aandacht besteed kan worden aan het opdoen van kennis van vaak gecompliceerde warmtepompinstallaties. Terwijl men zich maar al te goed realiseert dat de vraag naar duurzame verwarmingsoplossingen steeds groter wordt. Hoe kun je dit nu tegengaan en de installateur helpen de energietransitie een impuls te geven? Een belangrijke rol hierbij is weggelegd voor fabrikanten van warmtepompen om het kennisniveau te verhogen en de installatietijd te verkorten en zo de transitie aan te moedigen en te versnellen. De ondersteuning richt zich met name op het optimaal installeren, inregelen en monitoren van de warmtepomp. Diverse vooraanstaande fabrikanten openen opleidingscentra, waardoor aanbod en leercapaciteit fors worden verhoogd. Daarnaast zijn er initiatieven ontwikkeld gericht op monitoring en beheer op afstand van verwarmingsoplossingen. Met digitale platformen kan er op afstand worden meegekeken naar de werking en worden mogelijke storingen op afstand geconstateerd en opgelost, vaak nog voordat de installatie dit zelf aangeeft. Hierdoor kan er actief actie worden genomen en kan men, indien nodig, nog vóór klantbezoek nieuwe onderdelen bestellen zodat het toestel snel weer functioneert en een rit wordt bespaard. Zo ontstaat er ook meer tijd voor het installeren van nieuwe toestellen. Vanwege de energietransitie liggen er enorme kansen die tegelijkertijd voor installateurs een bedreiging kunnen vormen als ze hierin niet meegaan. Aan de fabrikant

Wie niet sterk is…

Guerrillamarketing is niet super nieuw. Maar wel grensverleggend en soms zelfs op het randje van wat is toegestaan. Denk nog maar eens aan de campagne van Bavaria tijdens het WK-voetbal in Zuid-Afrika. Het is al even geleden. Budweiser was hoofdsponsor. Daar was het budget van Bavaria niet groot (lees: ‘sterk’) genoeg voor. Maar Bavaria trok wel slim de aandacht door tientallen jonge dames in oranje jurkjes in een groep op de tribune te laten plaatsnemen. De tv deed de rest, waardoor Bavaria bij een wereldwijd publiek onder de aandacht kwam. Dat is precies wat je met guerrillamarketing wil bereiken: flink de aandacht trekken van je doelgroep. Maar er zijn genoeg voorbeelden waarbij een dergelijke actie te ver gaat en nadelige gevolgen heeft. Ook deze actie. Want een hoofdsponsor heeft niet voor niets exclusieve rechten verworven en daar flink voor betaald. Een actie als deze voorkom je niet. En is ook niet strikt verboden. Maar leidt wel tot een rel en een gang naar de rechter. En de dames werden zelfs door de politie opgepakt, waardoor ook nog de Nederlandse ambassade ingeschakeld moest worden om ze weer vrij te krijgen. Misschien wel een iets uit de hand gelopen ludiek idee. Slim bedacht, maar wat minder sterk doordacht. En daarom geldt ook voor het marketingvak: als je er niet ‘sterk’ in bent, moet je slim zijn. En kun je de marketing misschien beter over laten aan een professional. Ik praat er graag een keer met je over. Of kom je licht eens

Slim installeren: leuk of noodzaak?

Met slim installeren laat je niet alleen je klanten zien dat je nadenkt om met zo weinig mogelijk tijd een zo optimaal kwaliteitsresultaat te genereren, je maakt het jezelf ook zoveel gemakkelijker. Maar het kan altijd slimmer. Er is bijvoorbeeld aangetoond dat alleen al een goede werkvoorbereiding op zich een leereffect kan hebben met wel 40% winst in de benodigde installatietijd. Met name ‘prefab’ geeft heel veel slimme installatiekansen. Tijdens de Vakbeurs Energie in Den Bosch zijn vele richtingen en mogelijkheden te zien geweest. Neem bijvoorbeeld de getoonde aansluitsets voor hybride toestellen. Dit slimme idee kan grote besparingen opleveren. Toen de hybride toestellen net in de markt kwamen, werd als uitgangspunt een montagetijd van twee dagen met twee man aangehouden. Nu al is hier een besparing op te realiseren van de helft! Dat betekent dus dat je met hetzelfde aantal monteurs het dubbele aantal hybride toestellen kunt monteren. Om hiermee maar mee aan te geven dat het noodzakelijk is en blijft om kritisch na te denken en creativiteit te stimuleren. Doe je dit niet, dan verlies je de wedstrijd. Het woord ‘slim’ kan in bepaalde gevallen ook vervangen worden door ‘snel’, waardoor de financiële aspecten meer de boventoon krijgen. Dat betekent dat wanneer je als installateur veel werkt met een uitstekende werkvoorbereiding en nieuwe mogelijkheden zoals prefab montagedelen, je een grote voorsprong hebt op de meer traditionele aanpak. Blijven innoveren geeft telkens weer voorsprong in de markt. Veel mogelijkheden en uitdagingen zijn er te vinden in de verdere integrale ketensamenwerking

Bespaar arbeidstijd en faalkosten door inzet databeheer

De koeltechnische sector is volop in ontwikkeling. Door de toenemende vraag naar koel- en klimaatinstallaties zijn er meer gekwalificeerde, goed opgeleide monteurs nodig. Dit vraagt om het werven van nieuwe medewerkers, maar ook om het behoud van bestaand personeel. In het arbeidsmarktvraagstuk kunnen fabrikanten ook een rol spelen door producten te ontwikkelen die min of meer plug-and-play zijn. Zo kan zowel worden bespaard op de arbeidstijd op de bouwplaats in de nieuwbouwfase als in de beheerfase. Dit komt omdat dergelijke apparaten ter plekke worden uitgewisseld en reparaties onder ideale omstandigheden in de fabriek worden uitgevoerd. Op deze manier ondervindt de klant hier geen last van. Daarnaast speelt databeheer een steeds belangrijkere rol in de beheerfase. Door inzicht te hebben in de data van een installatie, weet een installateur bij onderhoud of storing precies wat er aan apparatuur bij de klant staat. Zo vertrekt hij met de juiste spullen en worden onnodige extra uren aan heen en weer rijden en dus faalkosten voorkomen. Door het structureel verzamelen van faaldata van installaties kan de installateur bovendien voorspellen wanneer de installatie aan onderhoud toe is, wat onnodige bezoeken en onderhoud voorkomt. Stilstand wordt hiermee zoveel mogelijk beperkt, waardoor de klant een optimale beschikbaarheid van zijn koel- of klimaatinstallatie heeft. Binnen NVKL, de vereniging van koeltechnische bedrijven, zijn fabrikanten en leveranciers aangesloten die dergelijke plug-and-play systemen ontwikkelen en leveren. De NVKL-erkende installateurs die hiermee werken zijn volledig op de hoogte van voornoemde innovatieve toepassingen en kunnen hierover advies uitbrengen. Coen van de Sande, directeur

Van toen naar morgen

Enkele weken geleden kreeg ik een uitnodiging van inkoopvereniging SALO voor haar 75-jarig jubileumfeest. Op de uitnodiging stond de tekst: Van toen naar morgen. Dat zette mij aan het denken. Ruim 50 jaar terug ben ik met mijn bedrijf lid geworden van deze inkoopclub. Ik heb altijd veel contact gehad en samengewerkt met deze club. Je hielp elkaar waar nodig, kreeg hulp als je het nodig had. Hoe het van toen naar nu is gegaan, heb ik als jonge enthousiaste installateur tot ervaren senior installateur in ruste mee mogen maken. Maar nu gaan we naar morgen en verder. Daarbij vraag ik me af: met wie en hoe dan? Heel lang was ik namelijk de jongste op de vergaderingen van deze vereniging. Er was (en is) bijna geen instroom van jonge enthousiaste installateurs. De club is weliswaar nog springlevend, maar ik zie er vooral nog grijze koppies. Dit lijkt overigens in de hele branche het geval te zijn. Iedereen zit te springen om personeel, dat haast niet te krijgen is. Bedrijven zetten de boel stop wegens gebrek aan arbeidskrachten, projecten lopen vertragingen op; waar is de jeugd? Er lopen nog genoeg jongeren rond die druk aan de slag willen. Maar bij degenen die het vakgebied instromen, raakt vaak na enkele jaren op een of andere manier de fut eruit. Regeltjes, voorschriften, certificaten, noem het maar op, ze verzinnen ze waar je bij staat, waardoor de animo opraakt en de jonge instromers nogal eens in een andere branche belanden. Na enkele jaren

Optimaal hybride verwarming in de praktijk

De hybride warmtepomp werkt ideaal in de praktijk, maar vergt wel een aantal aandachtspunten die je vaak met zogenaamde vuistregels simpel kan oplossen. Wanneer je vooraf rekening houdt met de volgende aspecten, weet je vrij nauwkeurig dat je een goede en efficiënte installatie kunt realiseren: Het systeem moet in orde zijn en dit wil zeggen dat je niet alleen moet kijken naar de opwekzijde, maar ook naar de distributie en afgifte. Kan deze installatie het gevraagde vermogen leveren bij lagere watertemperaturen (maximaal 45°C als toevoer)? Het simpel laten hangen van de bestaande afgifte kan niet altijd en de energiezuinigheid van de hybride zal hier zeker onder gaan lijden (zie ook de resultaten van het demonstratieproject Hybride warmtepompen. www.demoprojecthybride.nl). Houd als vuistregel voor de richtwaarde van de minimale volumestroom in de installatie van een woning 175-180 l/h aan. Om dit alvast te garanderen, kunnen de voor-instelbare ventielen in de woonkamer op een ruime doorlaat gezet worden (KV waarde). Gebruik altijd een kleine buffer, ook bij vloerverwarmingssystemen. Vuistregel: gebruik voor elke Kw warmteafgifte 10 liter water. Dit kan met een seriebuffer. Daarmee wordt het pendelgedrag van de warmtepomp veel minder en de levensduur flink hoger. Bij nachtverlaging (alleen bij snelle afgiftesystemen) is het advies de temperatuur nooit meer te verlagen dan 3 graden ten opzichte van de gevraagde dagtemperatuur. Als de tempera­tuur ’s nachts nog verder wordt verlaagd, gebruikt de warmtepomp bij de opstart meer energie dan noodzakelijk. Gebruik daarnaast de juiste ontgasser en vuilfilter in het systeem, dit verhoogt de levensduur

Wie het dichtst bij het vuur zit….

De buurtbarbecue duurt altijd tot in de late uurtjes. En al is het zomer, aan het eind van de avond wordt het killer. En dan is er wel weer één van de buren die voor een houtvuurtje zorgt. Het is doorgaans dringen geblazen bij dat vuur. Want: wie het dichtst bij het vuur zit, warmt zich het best. En dat spreekwoord gaat niet alleen letterlijk op bij verwarming. Het geldt ook voor je business. Zeker met alle ontwikkelingen waarmee je te maken hebt als installateur. Denk maar eens aan de transitie van gas naar andere duurzame alternatieven. Des te meer je weet over de oplossingen die voorhanden zijn, des te beter je kunt reageren op vragen van klanten. In ieder geval beter dan het antwoord dat ik recent kreeg op mijn vraag of ik toch al eens moest gaan nadenken over een warmtepomp: “Meneer, waar denkt u dat herrieding neer te gaan zetten zonder klachten van de buren? Enne, het zal allemaal wel niet zo’n vaart lopen. Ze weten het in Den Haag zelf ook niet en als u nu maar zorgt voor wat extra isolatie, dan komt het vanzelf wel goed.” Geen echt vertrouwenwekkend antwoord van de betreffende installateur. Die zit er straks misschien minder warmpjes bij. Want als deze installateur dit verhaal ook bij andere klanten van hem afsteekt, haken er zeker een aantal af wanneer er wel een moment komt, waarop ze de keuze moeten gaan maken. Dan kies je liever voor een installateur die zich wel

Hoe de zon ons energiegebruik verhoogt

Met het verbeteren van woningisolatie en het dichter maken van gebouwen is er door de jaren heen steeds meer aandacht gekomen voor het oververhitten van deze modernere gebouwen. Hierdoor komt er ook steeds meer vraag naar koeling in bijvoorbeeld woningen en is de markt voor airconditioning de afgelopen jaren sterk gegroeid. Via de BENG-eisen en TO-juli is hier al meer focus op gekomen voor nieuwbouwwoningen, waar vaak via een warmtepomp met actieve koeling of koeling door middel van regeneratie (passief) de woning gekoeld wordt. Wanneer in bestaande woningen de wens bestaat voor koeling, wordt dit vaak opgelost met een splitairco-unit. Maar in veel gevallen wordt er ook een stap overgeslagen. Vanuit de trias energetica begint het met het beperken van het energiegebruik. Het direct plaatsen van koeling zonder eerst de koellast te beperken is als het verwarmen van een slecht geïsoleerd gebouw en zorgt voor een verhoging van ons algehele energiegebruik. De koellast is opgebouwd uit externe invloeden en interne warmteproductie en een aanzienlijk deel van deze komt voort uit zoninstraling door glasoppervlakken. Een gebouw waar de wens is om te koelen zal dus logischerwijs zonder zonwering een hoger energiegebruik (en installatiekosten) hebben dan een gebouw met zonwering. Als er de keuze wordt gemaakt of er een noodzaak is om meer energie te gaan gebruiken door te gaan koelen, denk dan aan ook aan de schil van het gebouw. Want ook daarmee kan energie bespaard worden. Tim Visser Engineer-Adviseur W-installaties, voormalig zelfstandig installateur. [Twee generaties, vader Dick en zoon Tim