Categorie: Column

Hybride route naar duurzaam verwarmen

In de zoektocht naar duurzame oplossingen voor verwarming biedt de hybride warmtepomp een veelbelovende route. Deze technologie combineert een warmtepomp met een traditionele cv-ketel, wat resulteert in aanzienlijke gasbesparingen en een lagere CO2-uitstoot. Maar wat maakt de hybride route zo aantrekkelijk? Een hybride warmtepomp werkt voornamelijk op elektriciteit en de cv-ketel springt bij tijdens koude periodes en zorgt voor warm water. Dit systeem bespaart gemiddeld direct 75% gas, wat niet alleen goed is voor het milieu, maar ook voor de portemonnee. Bovendien werkt de hybride warmtepomp samen met zowel nieuwe als bestaande cv-ketels en werkt het met verschillende afgiftesystemen zoals vloerverwarming en radiatoren. De voordelen van de hybride route zijn duidelijk. Het biedt een betaalbare en realistische manier om de CO2-uitstoot te verminderen en draagt bij aan de klimaatdoelstellingen van de Europese Unie. Tegen 2030 moet Nederland 55% minder broeikasgassen uitstoten ten opzichte van 1990. De hybride warmtepomp kan hier een grote bijdrage aan leveren. Daarnaast is de hybride warmtepomp een toekomstbestendige oplossing. Na de initiële gasbesparing kan de resterende gasvraag worden verduurzaamd met groen gas, waterstof of batterijtechnologieën. Dit maakt de hybride warmtepomp niet alleen een tussenstap, maar ook een eindoplossing voor duurzame verwarming. Een bijkomend voordeel van de hybride warmtepomp is dat het stroomnet minder wordt belast. Door de combinatie van elektriciteit en gas wordt de piekbelasting op het stroomnet verminderd, wat gunstig is voor de stabiliteit van het net. Kortom, de hybride route biedt een haalbare en effectieve manier om onze verwarmingssystemen te verduurzamen. Het is een

Borrelborrelgorgelgorgel

Installatiegeluid speelt vandaag de dag een steeds grotere rol en wordt ook steeds kritischer bekeken. Denk bijvoorbeeld aan toe- en afvoerroosters voor luchtbehandeling of aan meerdere lucht/water-warmtepompen die buiten in woonwijken opgesteld staan en overlast veroorzaken; een recenter probleem. Logischerwijs ontstaan er dan ook steeds meer eisen en regels betreffende installatiegeluid. Er lijkt er echter ééntje doorheen te slippen, waar ik mij regelmatig toch over verbaas. Door de jaren heen heb ik regelmatig de aansluitpunten van keukenleveranciers ontvangen en recent kwam het ook voor toen ik bij mijzelf een nieuwe keuken liet plaatsen. Bij deze keukens, die ook steeds vaker verbonden zijn met de woonkamer, wordt vaak gevraagd om één afvoer van 40 mm t.b.v. de gootsteen; door de klant gerealiseerd. Op deze afvoer eindigt de gootsteen en hierop wordt ook de vaatwasser (naast de gootsteen) aangesloten via de sifon. In renovatie kan je niet altijd anders, maar bij nieuwbouw is dit doodzonde. Het afpompen van de vaatwasser creëert vrijwel altijd een gorgelend geluid in de afvoer van de gootsteen, wat zeer makkelijk voorkomen kan worden door hier gewoon een losse aansluiting voor te creëren. Aanvullend is volgens de NTR3216 deze 40 mm afvoer ook nog eens te klein! Voor het staande deel is namelijk een gereduceerde middellijn van 44 mm van toepassing, ofwel 50 mm leiding. Dus bij de volgende keuken waarvan je de aansluitpunten ontvangt: denk eens verder dan het staatje van de keukenleverancier; deze loopt voor mijn gevoel namelijk vaak nog wat op achter op de rest.

Innoveren leidt tot lagere emissie en kosten

Met het aantreden van het nieuwe kabinet en het concretiseren van de plannen uit het regeerakkoord op hoofdlijnen wordt steeds duidelijker wat de impact op onze sector is. Met betrekking tot het stikstofdossier waren vanuit het vorige kabinet al de nodige maatregelen doorgevoerd met een grote impact op de bouwactiviteiten in ons land. Ook dit kabinet zit opgescheept met nagenoeg onmogelijk te realiseren doelstellingen en ontkomt er niet aan sectoren hard te raken en in ons geval bouwactiviteiten te vertragen. Projecten worden als gevolg van de maatregelen niet of vertraagd vergund en daardoor uitgesteld. In sommige gevallen haken investeerders af, waardoor projecten zelfs in zijn geheel geschrapt worden. De oorzaak ligt in het beperkt vergunnen van stikstofrechten voor bouwactiviteiten, de inflatie en de in de verschillende cao’s vastgelegde drastisch toegenomen lonen in de bouwsector. Door de vaak lange doorlooptijden zijn lonen en materiaalprijzen tijdens dit proces dusdanig hard gestegen, dat projecten niet meer gerealiseerd kunnen worden binnen de afgegeven kostenraming. Als sector zullen wij ons moeten aanpassen aan deze nieuwe realiteit, simpelweg omdat er geen korte termijnoplossingen zijn. Van belang is om te innoveren op een dusdanig niveau dat de stikstofuitstoot binnen de doelstellingen van de Europese Unie valt en de kosten voor realisatie passen bij de afgegeven kostenramingen. Dit kan gerealiseerd worden door veel meer focus te leggen op digitalisering en robotisering, prefabricage en hergebruik van bouw- en installatie-elementen. Dit leidt niet alleen tot een veel lagere emissie, maar ook tot lagere kosten. Coen van de Sande, directeur NVKL

Sleutelpositie voor de installateur

Als installateur speel je een cruciale rol in de overgang naar duurzame verwarmingsoplossingen. Woningeigenaren zien door de bomen het bos niet meer. Goed advies van een installateur komt dan ook vaak als geroepen. Het gaat tegenwoordig niet meer alleen over het vervangen van de cv-ketel, maar eerder hoe een woning duurzaam kan worden verwarmd. Gelukkig zijn hier genoeg besparende oplossingen voor. Een hybride verwarmingssysteem kan in veel gevallen worden toegepast en levert meteen een flinke besparing op voor de woningeigenaar. Het gasgebruik gaat gemiddeld met 75% omlaag en de jaarlijkse besparing op de energierekening bedraagt zo’n 1000 euro. Tel de huidige subsidie erbij op en de terugverdientijd ligt op zo’n vijf jaar. Uit een recent onafhankelijk onderzoek waarin twee jaar lang zo’n 200 hybrides zijn gevolgd is zelfs gebleken dat bij ruim een derde van de woningen de hybride maar liefst 95% van de verwarming van de woning voor zijn rekening neemt. En dat met conventionele radiatoren. Een correcte installatie bleek cruciaal voor de optimale werking van het hybride systeem. In 20% van de gevallen bleven de prestaties duidelijk achter waardoor de opbrengst voor de eigenaar een stuk minder is. Hier is dus nog veel winst te behalen. Door bijvoorbeeld te kijken naar het totale verwarmingssysteem in de woning. Zijn de radiatoren goed gedimensioneerd? Staan de radiatoren op de juiste plek en zijn ze niet weggewerkt achter bijvoorbeeld een ombouw of gordijnen? Is het afgiftesysteem juist ingeregeld? Zo kunnen we zorgen voor een efficiënte werking èn tevreden klanten! Niet alle

Praktijkleren en helden

Bedrijven die praktijkleerplekken aanbieden, verdienen meer dan lof. Ze dragen niet alleen bij aan de toekomst van hun eigen sector, maar ook aan de maatschappij als geheel. In een tijd waarin vakmensen schaarser worden, maar de uitdagingen groter zoals door de energietransitie, zijn het juist deze bedrijven die jongeren de kans geven om het vak in de praktijk te leren. De subsidieregeling praktijkleren biedt daarbij cruciale ondersteuning. Dat de­-ze regeling nu mogelijk onder druk staat door bezuinigingen, is dan ook zorgwekkend. De evaluatie van de regeling laat zien dat het werkt. Voor een derde van de werkgevers is de subsidie zelfs dé motivatie om leerbanen aan te bieden. Vooral in het midden- en kleinbedrijf, in sectoren zoals de zorg en de techniek, is deze regeling essentieel om het leer-werktraject in stand te houden. Het zijn deze bedrijven die ervoor zorgen dat jongeren maar ook zij-instromers hun talenten kunnen ontwikkelen, onder begeleiding van ervaren vakmensen. Ze creëren leeromgevingen waar theorie en praktijk samenkomen, en waar leerlingen kunnen groeien tot de vakmensen die Nederland hard nodig heeft. Een bezuiniging op de regeling zou het aantal leerbanen onder druk zetten, terwijl het tekort aan vakmensen juist toeneemt. We zouden bedrijven moeten ondersteunen en waarderen voor de onmisbare rol die ze spelen. Zonder hen en de leerlingen die zij begeleiden, is er geen toekomst voor veel van de essentiële beroepen die Nederland draaiende houden. Sven Asijee Directeur Wij Techniek

Slim is niet altijd simpel

“Wil je die term hier nooit meer gebruiken!”, bitste de R&D-manager me toe toen ik de term Minimal Viable Product gebruikte voor de introductie van een nieuwe ontwikkeling door zijn bedrijf. Onze definities kwamen helemaal niet overeen. Ik gebruikte deze in innovatie en marketing bekende term voor het snel op de markt brengen van een nieuwe ontwikkeling. De manager waarmee ik sprak, dacht bij die term juist aan een product dat nog verre van af is. Ik hoor het vaker in technische bedrijven, dat een technisch product nog niet af is. Ook, dat er nog wat zaken aan toegevoegd moeten worden, zodat het helemaal doet wat het moet doen in de ogen van de ontwikkelaars. Maar is dat slim? En heeft die klant wel behoefte aan al die toevoegingen? Marketing is op zich ook al zo’n term waar veel verschillende definities over bestaan. De meest gehoorde is dat marketing gaat om alles wat met bekendheid en reclame te maken heeft. Marketing heeft daar zeker mee te maken. Maar marketing is veel meer dan dat. En heeft vooral met de klant te maken. Waar die behoefte aan heeft, of anders gezegd: tegen welke problemen een klant aanloopt en waarvoor hij een oplossing zoekt. Het is heel slim om daar eerst naar te vragen voordat je probeert een slimme oplossing te bieden, omdat je vanuit je eigen vakgebied denkt dat de klant daarmee geholpen is. Stem daarom eerst af met de klant waarover je het hebt, zodat je elkaars taal spreekt. Want

De kansen en mogelijkheden van slim installeren

De koeltechnische sector is volop in ontwikkeling en we staan voor een viertal belangrijke transities om slim installeren mogelijk te maken. De eerste transitie is de uitfasering van F-gassen en de overstap naar alternatieve koudemiddelen. Dit gebeurt door in grote stappen de hoeveelheid F-gassen die op de Europese markt gebracht mag worden terug te brengen. Daarnaast zien we de overgang van gasketels naar warmtepompen. Niet alleen in de nieuwbouw, maar ook in de grote vervangingsmarkt zagen we tot dit jaar een grote toename. Digitalisering en robotisering zijn de derde transitie en niet meer weg te denken uit onze sector. De bediening en het beheer van de regelsystemen van koel- en klimaatinstallaties gebeuren in toenemende mate digitaal en op afstand, waarbij we soms niet eens meer bij de klant hoeven te komen en tijd en geld bespaard wordt. Tot slot is daar de overgang naar geïntegreerde installaties. Waar we voorheen separate installaties hadden voor koelen, verwarmen en ventileren, zien we deze functies nu steeds vaker in één apparaat terug. Hierdoor kan de installatietijd op de bouwplaats worden verkort met als resultaat een afname van de faalkosten. Slim installeren biedt veel kansen en mogelijkheden voor installatiebedrijven, maar is ook hard nodig gezien de tekorten aan goed personeel en de toegenomen installatietijd. Bij NVKL zijn fabrikanten en leveranciers aangesloten die warmtepompen en geïntegreerde systemen ontwikkelen en leveren. De NVKL-erkende installateurs die hiermee werken zijn volledig op de hoogte van voornoemde innovatieve toepassingen en ontwikkelingen en kunnen hierover gedegen advies uitbrengen. Coen van de

Seizoen van inbedrijfstelling beïnvloedt warmtepompefficiëntie

Nieuwbouwhuizen worden veel met een warmtepomp verwarmd. De warmtepompen gebruiken meestal lucht, water of de bodem als bron. Bij de warmtepomp die de bodem als bron gebruikt is er echter een aandachtspunt: het seizoen van inbedrijfstelling heeft invloed op de efficiëntie. Wanneer de warmtepomp verwarmt onttrekt deze, zoals waarschijnlijk bekend, warmte uit de bodem, hierdoor daalt de bodemtemperatuur. Vandaar dat er in de zomer met een bodemwarmtepomp ook passief gekoeld wordt zodat de bodemtemperatuur weer stijgt, beter bekend als regenereren. Wanneer een bodemenergiesysteem in de herfst opgestart wordt, zal er gestart worden met een verwarmingsseizoen, de starttemperatuur van de bodem daalt. Wordt er echter gestart met een koelseizoen dan zal de bodemtemperatuur logischerwijs stijgen, waardoor er bij de start van het eerst voorkomende stookseizoen een warmere bodemtemperatuur aanwezig is. Dit verschil heeft gevolgen op de efficiëntie en dus het verbruik van de warmtepomp en als de regeneratie gedurende de zomer niet de volledige wintervraag dekt dan zal dit gedurende de hele levensduur van de warmtepomp een impact hebben op de gemiddelde bodemtemperatuur. In sommige gevallen ben ik zelfs tegengekomen dat fabrikanten adviseren om deels elektrisch te stoken wanneer er gestart wordt met een verwarmingsseizoen. Dit is echter niet alleen van toepassing voor woonhuizen maar ook voor grotere warmte/koude-opslagsystemen. Iets om dus in het achterhoofd te houden! Wellicht heeft u een project waar u de klant kunt adviseren om een systeem, wanneer mogelijk, gedurende de bouw al in bedrijf te nemen, om op deze wijze een net iets betere installatie te

Safety First?

In de bouw vinden nog steeds de meeste ongevallen plaats; een plek waar ook onze vakmensen werken. Communicatie is van groot belang. En we hebben mooie slogans. Maar wat betekenen deze uitspraken nu echt? Nemen we veiligheid altijd zo serieus als we doen lijken? Laten we de bekende uitspraak “Safety First” eens onder de loep nemen. De oorsprong van Safety First gaat terug naar het begin van de 20e eeuw, toen veiligheid op het werk steeds belangrijker werd. Vooral in Amerika werd de term populair om werknemers bewust te maken van het belang van veilige werkomstandigheden. In theorie klinkt het goed: we zorgen ervoor dat alles veilig is voordat we aan het werk gaan. In de praktijk ligt dat echter anders. Als veiligheid écht altijd op de eerste plaats zou komen, zouden we dan nog wel raketten de ruimte in sturen? In de technieksector willen we natuurlijk zo veilig mogelijk werken. Maar de waarheid is dat we nooit met veiligheid beginnen. We beginnen met een doel. Of het nu gaat om het plaatsen van zonnepanelen, het installeren van een warmtepomp of wat dan ook.We willen iets bereiken en pas daarna denken we na over hoe dat zo veilig mogelijk kan. Veiligheid is dus belangrijk, maar nooit het hoofddoel. Dat zou ook juist verlammen. Veiligheid zorgt er niet voor dat we minder doen, maar juist dat we meer kunnen doen, op een verantwoorde manier. Dus in plaats van Safety First, zouden we misschien beter kunnen zeggen: wat is het doel? En

Impact van nieuwe regeerakkoord op de koeltechnische sector

Nu het nieuwe kabinet het regeerakkoord op hoofdlijnen uitwerkt in concrete plannen, wordt steeds duidelijker wat de impact op onze sector is. De teruglopende verkoopaantallen van warmtepompen vormen een zorgelijke ontwikkeling. Het nieuwe kabinet is bovendien voornemens om de salderingsregeling terug te draaien per 1-1-2027, de verplichting om vanaf 1-1-2026 bij vervanging van een traditionele cv-ketel een duurzamere oplossing te kiezen te laten vervallen en tot slot om de energiebelasting op aardgas te verlagen. Hierdoor lopen de terugverdientijden op en besluiten particulieren en bedrijven om investeringen in duurzame technologie uit te stellen of zelfs helemaal niet meer te doen. En dit terwijl fabrikanten en installatiebedrijven hier juist volop in hebben geïnvesteerd. Onze sector is gebaat bij een stabiele politieke koers die niet afhankelijk is van de vierjaarlijkse cyclus van politiek Den Haag. Hiermee worden desinvesteringen voorkomen en blijft het landelijk vertrouwen op peil. Door bovengenoemde aangekondigde maatregelen van het kabinet ontstaan ook weer kansen voor alternatieve technologieën. Bedrijven en particulieren worden immers min of meer gedwongen om zelf opgewekte energie niet terug te leveren, maar zelf te gebruiken en/of op te slaan. Dit doen zij door met zonnepanelen opgewekte elektrische energie of warmte op te slaan in boilers of in thuisbatterijen. Dit soort oplossingen zullen uitgebreid aandacht krijgen op de energiebeurs in Den Bosch. Uiteindelijk blijft het zaak om je als klant goed te laten adviseren over alle technologische mogelijkheden en de investeringen, subsidies en terugverdientijden die daarbij horen. NVKL-erkende installateurs kunnen je hierin van gedegen advies voorzien. Coen van