Categorie: Column

Wij doen het samen

We beseffen het ons niet altijd, maar onze sector levert elke dag topprestaties. Uiteraard zie ik dit tijdens werkbezoeken, hoor ik het terug in gesprekken en ervaar ik het in mijn eigen huis. Met de vele uitdagingen op de terreinen van klimaat, energie en een op langer thuis wonen gerichte ouderenzorg worden deze topprestaties bovendien steeds groter. De inzet van betrouwbare innovatieve installatietechnieken heeft een enorme maatschappelijke en economische meerwaarde. Zo maken we als sector gebouwen immers slimmer en duurzamer, de zorg efficiënter, het verkeer veiliger en woningen comfortabeler. Daarnaast voorkomen we productieverlies in de industrie en maken we met onze technieken ook in vele andere sectoren het verschil. Dit doen wij samen. Met elkaar! De dynamiek in de technische installatiebranche is groot, maar de druk op onze schouders zo nu en dan evenzeer. Want het inrichten van de toekomst vraagt veel van de bedrijven en de vakmensen van de branche: creativiteit, kennis, kunde, flexibiliteit, het binden en behouden van vakmensen, het actief ontwikkelen van een ontwikkelcultuur enz. We hebben uitdagingen te over! Met de start van het nieuwe jaar is het moment weer daar om goede voornemens te maken en te realiseren. In dit verband roep ik iedere vakman en vakvrouw in de branche op om in 2020 kansen te pakken om je vakmanschap te versterken. Laat dit jouw goede voornemen zijn. Jij zit aan het stuur als het gaat om de duurzame toekomst van Nederland. Jij bent de zorg-innovator, de energie-expert én de klimaatspecialist. We helpen je hier

De Toekomst is gisteren al begonnen

Binnen Nederland staat de energietransitie hoog op de agenda. Binnen de gebouwde omgeving gaat het meer specifiek om de zogenaamde warmtetransitie. Deze heeft in rap tempo voor een diversiteit aan verwarmingsoplossingen gezorgd. Maar welke oplossing is geschikt voor welke situatie? Een verantwoorde keuze die een duurzame warmtetransitie rechtvaardigt hangt – naast gezinssamenstelling, ouderdom van het huis, mate van isolatie – vooral af van de volgende drie factoren: – het natuurkundige principe; – de energetische waarheid; – de (financiële) haalbaarheid. In de rol van adviseur zal de installateur vaak, in samenspraak met de klant, het financiële aspect bespreken. De overige twee factoren blijven vrijwel altijd buiten beschouwing. Echter, verantwoorde verduurzaming kan niet zonder het natuurkundige principe én de energetische waarheid. Om energiegebruik en emissie van de gebouwde omgeving inzichtelijk te maken, is het noodzakelijk dat er een nationale database wordt ontwikkeld waarin het mogelijk is om daadwerkelijk gerealiseerde energieprestaties van de gebouwde omgeving te monitoren. Dit geeft ons het geschikte handvat om de middels berekeningen theoretische voorspelde energieprestaties te valideren. Om midden in deze toekomst overeind te blijven is het opleiden, van zowel de installateurs die nu actief zijn als de nieuwe instromers, rand-voorwaardelijk. Met alle nieuwe verwarmingsoplossingen zal de opleidingsvraag enorm toenemen. Alleen door een ketengerichte aanpak kan invulling gegeven worden aan die vraag. Een intensieve samenwerking tussen installateurs, fabrikanten én onderwijsinstellingen is hiervoor een vereiste. Hoog op de agenda van dit samenwerkingsverband is het werven van nieuw talent. De toekomst die we samen mogelijk maken, is gisteren al begonnen!

Gemakzucht

Al jarenlang kampen we met een structureel gebrek aan vakmensen. Experts wijten dat voornamelijk aan de vergrijzing en het beroerde imago van ons vakgebied. Maar volgens Lisje Schellen Teammanager CIVIL Installatie- en elektrotechniek en Kenny Broer, docent van Gilde Opleidingen speelt er meer. Ze wijzen ons ook op ons gedrag als samenleving. “We worden steeds gemakzuchtiger”. Het Limburgse Gilde Opleidingen heeft zo’n 300 leerlingen die een W- of E-installatietechnische MBO-opleiding volgen. “De installatiebedrijven waar wij contact mee onderhouden, kunnen echter veel meer mensen plaatsen. Ze kampen met een structureel gebrek aan vakmensen. Wij verwachten dat daar, helaas, de komende vijf jaar geen verandering in zal komen.” Hoe komt dat? “Daar zijn verschillende oorzaken voor aan te wijzen. Allereerst natuurlijk de vergrijzing, waardoor het aantal jongeren afneemt. En dan kampen we als sector ook nog met een slecht imago. Vuil werk, laag betaald, noem het maar op.” Wat kan je eraan doen? “De salarissen moeten echt omhoog. Zolang bijvoorbeeld bedrijven als Nedcar voor ongeschoold werk meer bieden dan een installatiebedrijf, is het lastig om jongeren te enthousiasmeren voor onze sector. Daarnaast hebben we behoefte aan marketingcampagnes die bijdragen aan een positieve beeldvorming. Campagnes waarbij we als sector laten zien trots te zijn op ons vakmanschap.” Maar er worden toch al allerlei initiatieven ontplooid om jongeren te werven voor de installatiebranche? “Jewel, maar laten we ook de hand in eigen boezem steken als onderwijsinstelling; we weten jongeren niet altijd via de juiste weg te bereiken. We benutten bijvoorbeeld niet de Social Mediakanalen

Aftellen naar BENG

Wellicht al bekend bij u maar vanaf 1 juli 2020 zullen projecten moeten voldoen aan de richtlijnen van BENG, ofwel Bijna Energieneutrale Gebouwen de vervanger van de huidige EPC. Een stap in de goede richting naar mijn mening. De BENG zal namelijk onder andere gaan kijken naar de maximale kWh-behoefte per vierkante meter, ofwel de energiebehoefte per vierkante meter. De EPC maakte het nog mogelijk om bijvoorbeeld een niet geïsoleerde schuur te bouwen met een weiland PV-panelen. Dan kwam je nog steeds goed uit. Het bouwbesluit laat dit echter niet toe. Naast de energiebehoefte voor vierkante meter zal de BENG ook nog eisen stellen aan het maximale primaire fossiele energiegebruik en het minimale aandeel hernieuwbare energie in procenten. Producten als WTW-ventilatie en vraag-gestuurde ventilatie of combinaties hiervan zullen veel beter vertegenwoordigd worden in deze nieuwe eisen. Deze leveren namelijk doorgaans een aanzienlijke reductie op van de energievraag per vierkante meter. De triasenergetica zal weer op een betere manier toegepast worden door in eerste instantie de energievraag te reduceren, i.p.v. de energievraag te compenseren met duurzame opwekking in de vorm van PV-panelen. Of, zoals ik ze in zo’n geval ook wel eens noem, EPC-panelen. Voor een goed resultaat is echter nog iets nodig en dat is handhaving. Ik hoor wel vaker dat het bestek (waar ooit vergunning op is afgegeven) begint met een WTW en warmtepomp en eindigt met een MV-box en cv-ketel. Zolang dit mogelijk is komt duurzaamheid geen stap verder. Tim Visser Installatiebedrijf Visser in Twisk [Twee generaties installateurs,

Slingers of tissues

Op het Branchebureau van de DHPA liggen slingers klaar. Voor als de markt voor warmtepompen doet wat de leden ambiëren: hard groeien. Dat is tenslotte ook één van de beleidsdoelen van de energietransitie in Nederland en dus goed voor de installateur. Met zelfs een verdere toename van de groei op het moment dat de ISDE subsidie ‘aan’ ging in 2016. De slingers werden opgehangen! Volgend jaar gaat de EPG-rekenmethode samen met de BENG eisen ‘aan’ en de warmtepomp staat er goed op. Hoewel de ventilatie-warmtepomp in Nederland nog wel zijn BENG 3 krediet moet krijgen die Europees allang geregeld is. Wij, leveranciers, en jullie, installateurs, zijn klaar voor verdere groei. De slingers liggen alweer klaar. Volgend jaar gaat voor de (hybride) lucht-warmtepomp ook de geluidseis van buitenunits ‘aan’. Gericht op het maatschappelijke draagvlak omdat er – terechte – zorgen zijn over eventuele geluidsoverlast. Echter, een groot deel van de Nederlandse gebouwde omgeving dreigt deze elegante en betaalbare techniek te worden ontzegd. Gemiddeld genomen zal in de typisch Nederlandse woningbouw de buitenunit moeilijk of niet kunnen gaan voldoen aan de eis van 24/7 maximaal 35 dB(A) bij een ‘tonaal’ geluid op de gehele perceelsgrens. Na Kamervragen is de branche nu wél uitgenodigd om direct mee te praten om de bepalingsmethode van de aanstaande regelgeving definitief vorm te geven. De met de mond beleide doelstelling is een praktische bepalingsmethode die de marktgroei kan bestendigen. De slingers liggen klaar. De tissues voor de tranen ook; voor als de groei toch gaat stagneren. Frank

Onderscheiden vermogen? Stick-to-the-plan!

Internet of Things, Big Data of Artificial Intelligence. De digitalisering slaat steeds meer toe. Ook in de installatiemarkt. De technisch installateur wordt steeds meer een ICT dienstverlener. Nieuwe installaties produceren data. Gebruik deze slim en maak er informatie van. Het is toegevoegde waarde in je dienstverlening naar de klant. Het ‘gewone’ installatiewerk wordt steeds meer een competitieve vechtmarkt. Een markt waarin marges uiterst dun zijn. Een veelgehoorde uitspraak onder de installateurs is: “hard werken voor weinig”. Hartstikke druk, met verhoudingsgewijs weinig opbrengsten. Is de klassieke installateur dan een uitstervend ras? In een interview heb ik dit wel eens gezegd. Natuurlijk blijft het ‘gewone’ installatiewerk voor een deel bestaan. Maar het aanbod van dat soort werk wordt minder in de toekomst. Ik ben ervan overtuigd dat het werk van de installateur veranderd. De conventioneel werkende installateur krijgt het steeds lastiger in een sterker concurrerende markt. Slim aanhaken op de digitalisering draagt bij in het ontwikkelen van onderscheidend vermogen en brengt andersoortige werkzaamheden. Denk goed na over je toekomst. Een duidelijke strategie en een doordacht plan is één. De uitvoering hiervan is twee. Goede marketing helpt je daarbij. Uit ervaring weet ik dat dit bij veel installateurs vaak een dingetje is. Een misverstand: marketing is géén reclame! Het is veel meer dan dat. Het gaat letterlijk om de ‘ver-markt-dat-ding’ vanuit een strategische onderscheidende positie. Niet vanuit het product, maar vanuit de toegevoegde waarde als installateur. Wat is jouw stip op de horizon? Maak in al het digitale geweld duidelijke keuzes in wat

Veilig werken

We werken veilig of we spreken elkaar erop aan. Het lijkt logisch maar is dat niet altijd. Er zijn altijd wel afleiders. Hoe vaak we ons bewust zijn van het belang van goede procedures, er is altijd wel een excuus. Totdat de realiteit bij je binnendringt en je de gevolgen ziet. Onlangs was ik bij een bijeenkomst over veilig en gezond werken in de techniek. Daar hoorde ik het verhaal van voormalig ijsbeklimmer Hein Noortman. Hij focuste zich altijd op veiligheid en vaste procedures bij het uitoefenen van zijn sport. Geen half werk dus… meestal. Als voorbereiding op een grote klim besloot hij nog een laatste keer te oefenen op een klimwand, op een dag zoals we die allemaal kennen: drukte, oponthoud, nog snel even iets doen en denken te kunnen vertrouwen op vaste routines zonder controles. Het liep anders dan verwacht. Noortman viel van 14 meter hoogte omdat hij niet alle checks had nagelopen. Fysiek kapot en ontwaakt uit een coma zet hij nu zijn leven voort, zonder geur, zonder zicht en minder mobiel. Maar wel met een missie! Hij vertelt nu het verhaal over het voortdurende belang van alertheid, checks en procedures. Zijn verhaal maakte grote impact. En vooral ontstond het bewustzijn dat er altijd afleiders zijn: haast, een wachtende klant, de druk van de agenda, de drukte op de weg, de samenwerking met anderen en daarmee de wisselende verwachtingen van elkaar. Maar juist door alle afleiders is het belangrijk om stopmomenten in te bouwen voor een gesprek,

De warmtepomp als kop van jut

Af en toe bekruipt mij het gevoel dat we in Nederland leven in een angstmaatschappij. Jaren geleden was er een huiveringwekkend artikel over het gevaar van spaken in een fietswiel. Hoe gevaarlijk is dat? Jaarlijks komen duizenden kindervoetjes hiermee in aanraking… De spaak moest maar snel in de ban, te gevaarlijk. Als je goed naar die getallen kijkt, blijkt dat van het aantal kinderen tussen 0 en 4 jaar dat hiermee te maken krijgt, ongeveer 1,5% een serieus letsel heeft. Natuurlijk is ieder (kinder)voetje er één te veel, maar is een dergelijke percentage nu reden om er zo dramatisch over te doen? Een risicoloos leven bestaat niet. Ik dacht hieraan toen ik keek naar de uitzending van Radar op 16 september jl. Wat een drama als je al vier winters met je gezinnetje in de kou zit. Met alle goede bedoelingen is een warmtepomp in je woning geïnstalleerd. Duurzaam: goed voor het milieu en de volgende generatie, en van het gas af. Vervolgens zit je in de kou! Vier winters op een rij. Bibberen in je eigen huis. Ik snap dat je daar helemaal klaar mee bent. Zeker als blijkt dat niemand je probleem oplost. Om gek van te worden. Zelfs bij de voorzieningenrechter kom je niet verder, omdat het probleem ‘hoog complex’ is? Angst Weer is het ‘de warmtepomp’ die het middelpunt is van de ellende. Het ding zorgt niet voor voldoende warmte. Bij Radar passeert alles de revue. De installateur geeft ‘niet thuis’, rapporten van deskundigen spreken elkaar

Alleen of samen

Als zelfstandig installateur zal het meermaals gebeurd zijn dat je opgeroepen wordt in de avonduren, weekenden of op feestdagen. Een ketel die hardnekkig weigert dienst te doen. Je laat je klant toch niet in de kou staan? Een onwillig riool met alle overlast van dien. Of een spontaan lek in een waterinstallatie met water op plekken waar je dit niet wilt. Daar sta je dan in je eentje te sleutelen, het probleem op te lossen. Je staat immers te boek als een servicebedrijf. Maar dit soort noodoproepen gaat vaak ten koste van veel familie- en/of sociale contacten. De beller-klant heeft daar natuurlijk geen boodschap aan. Die is al lang blij als zijn probleem weer is opgelost. Een eenpitter zal sleutelend aan zo’n storing best wel eens denken: als ik er nu eens iemand bij heb, dan hoef ik dit niet allemaal alleen te doen. Helemaal waar natuurlijk, maar we weten ook wat het betekent om personeel te hebben. Extra organisatie, veel administratieve rompslomp, scholing, toolbox, bedrijfsauto en privégebruik, en ga zo maar door. Denk daarom eens aan een samenwerking met een collega. In de huidige tijd hoeven we niet bang te zijn voor concurrentie. Er is immers een chronisch te kort aan vaklieden. Samenwerken met een collega met een storingsdienst kan voor beiden uitkomst bieden. Vertrouwen in elkaar en onderling duidelijke afspraken kunnen het leven van een installateur zoveel leuker maken. Het maakt ook echt niet uit of je nu een eenmansbedrijf bent of bij een groot bedrijf werkt. Samenwerken

Gespecialiseerde alleskunners

De installatiewereld wordt steeds complexer en de vakman komt steeds meer onder druk te staan. De diversiteit in verwarmingsoplossingen gaat omhoog en door gebrek aan vakmensen moet het installatieproces steeds sneller maar wel mét behoud van kwaliteit. Geen wonder dat de installatiesector knel komt te zitten. Voor de huidige vakmensen geen prettige positie maar ook voor de toekomstige vakvrouw- en man geen goed vooruitzicht. De vakmensen van nu worden gezien als een allround-specialist, want zij moeten verstand hebben van verwarmen, koelen, ventileren, de digitale regeltechniek daaromheen én alles tot een passende integrale oplossing verwerken. Voor sommigen is dat een hele uitdaging. Dit blijkt in de praktijk wanneer uitvoeringsdetails niet worden nageleefd en geclaimde prestaties daardoor niet worden waargemaakt. Met als resultaat: een ontevreden klant. De Nederlandse Verwarmingsindustrie pleit voor een integrale aanpak. Het vraagt heel veel van de vakmensen in deze sector om altijd op de hoogte te zijn van alle trends en nieuwe technieken die bijdragen aan een comfortabel binnenklimaat. Daarom is het trainen en opleiden van vakmensen een continu proces, dat breder moet zijn dan te focussen op één aspect. Er is een geïntegreerde opleiding nodig waarin opwekking, distributie, afgifte en regelapparatuur samenkomen. Hiervoor wil de Nederlandse Verwarmingsindustrie een ketensamenwerking op gang brengen waarin opleiders en installateurs participeren om zo de instroom op de arbeidsmarkt te bevorderen. Naast het opleiden van vakmensen is het van groot belang dat er producten worden ontwikkeld die eenvoudiger te installeren en te onderhouden zijn; een mooie opdracht voor onze leden. De nieuwe