LT-netten zijn in opkomst. Sebastiaan Knepper studeerde er onlangs op af. Aan IZ vertelt hij waarom deze duurzame verwarmingsmethode een interessant alternatief vormt voor de veelbesproken warmtepomp. Knepper voltooide recentelijk zijn studie Sustainable Energy Technology aan de TU Delft. Zijn eindscriptie had als titel ‘Meeting heat demands in Dutch existing homes using Low Temperature District Heating’. In de toekomst wil de twintiger graag zijn expertise op het gebied van LT-netten verder uitbouwen, bij voorkeur uiteraard in een professionele setting. Kinderschoenen Hoewel alle aandacht nu lijkt uit te gaan naar de warmtepomp, zijn er natuurlijk prima alternatieven om de thermische energievoorziening te verduurzamen. Een van die alternatieven is een LT-warmtenet. De ontwikkeling hiervan staat nog in de kinderschoenen in Nederland, volgens Knepper. “In tegenstelling tot Scandinavische landen waar al een aantal is gerealiseerd.” LT- of HT-warmtenet? Wanneer spreken we van een HT- of een LT-warmtenet? “In de praktijk worden er verschillende grenzen aangehouden. Sommige deskundigen betitelen alle warmtenetten die warmte leveren met een temperatuur onder de 70 graden Celsius als LT-netten. Anderen spreken nog van een tussencategorie, de zogenaamde Midden Temperatuurnetten, die een werkingsgebied hebben tussen de 50 en 70 graden Celsius. Alles daaronder valt dan in de categorie LT-net. Ikzelf houd het liefste die categorisering aan.” Mogelijke bronnen LT-warmtenetten zijn in feite collectieve voorzieningen voor de thermische energielevering. Er bestaat ook een equivalent, de zogenaamde LT-koudenetten, maar die zijn nog nauwelijks bekend hier in den lande. Een LT-warmtenet ontleent zijn thermische energie aan een bron, die
Auteur: Ruud
Is de tijd van radiatoren in Nederland voorbij? Naarmate steeds meer nieuwbouwwoningen met lage-temperatuurverwarmingssystemen opgeleverd worden verliest de radiator hier terrein. De naam radiator zegt het eigenlijk al. Een afleiding van het woord radiatie, ofwel straling. En waar convectie en conductie werken met een normale ΔT in temperatuur werkt straling met een ΔT in vierde-machtswortel. Het reduceren van de aanvoertemperatuur heeft hierdoor een veel grotere impact op het vermogen van radiatoren dan op bijvoorbeeld het vermogen van convectoren.Er vormen zich al verschillende trends binnen de radiatoren markt. Ventilatoren in radiatoren (wat eigenlijk meer convectoren worden) en aanvoermedium door de voorkant van de radiator om zoveel mogelijk straling te behouden.En vaak eindigt er toch nog een radiator in een badkamer van een nieuwbouwhuis, puur voor het esthetische aandeel of om handdoeken op te drogen. Deze werken echter vaak als hulpverwarming naast vloerverwarming. Ook worden er soms elektrische elementen in radiatoren geplaatst, maar hiervoor lijkt een infrarood paneel wellicht de betere optie. Ook blijft de radiator tot op heden toepasbaar in stadverwarmingsnetten. Zolang er hoge-temperatuursystemen blijven heeft de radiator een plaats binnen de markt. Maar op het moment dat er vooral lage-temperatuursystemen zijn, wat ik wel verwacht, en ook stadsverwarming op lage temperatuur gaat functioneren dan eindigt het voor de traditionele radiator. Het wordt een nicheproduct voor design, of voor in een berging of garage. Andere producten onder wellicht een verkapte ‘radiator’-naam zullen het overnemen en de hedendaagse radiator verdrijven.Tim VisserInstallatiebedrijf Visser in Twisk[Twee generaties installateurs, vader Dick en zoon Tim Visser,
Een goed werkende installatie, of die nu ondersteund wordt met een elektrische warmtepomp of met een gas-hybride installatie, heeft een behoorlijke positieve bijdrage om de uitstoot van broeikasgas te verkleinen. Uit onderzoek blijkt echter dat 75% van de cv-ketels niet optimaal functioneert. Door goed inregelen kan jaarlijks 10 tot 15% worden bespaard op het gasverbruik! Automatisch geregelde radiatorthermostaten zorgen voor een verder verlaging van het energiegebruik. Dit is een significante maatregel om de CO2 uitstoot te reduceren. Bovendien zijn deze thermostaten comfort verhogend.Het zijn maatregelen die we direct na de zomer kunnen toepassen, om nog voor het stookseizoen klaar te zijn. Gelijktijdig kan dan naar de veiligheid van de gehele installatie worden gekeken. Hierbij speelt de veilige afvoer van de rookgassen een cruciale rol. Aspecten die aandacht verdienen: zijn alle onderdelen van het afvoersysteem nog goed bevestigd? Is het afschot van de eventueel horizontale delen nog in orde? Veroorzaakt de uitmonding geen hinder, doordat er bijvoorbeeld een dakraam geplaatst is in de buurt van de uitmonding? Een checklist voor de controle van de meest voorkomende afvoersystemen is beschikbaar via: www.hetnieuwebeugelen.nl.Tot slot zien we dat concentrisch afvoermateriaal door marktwerking de nieuwe standaard wordt voor het aansluiten van een toestel. Alle leden van de Rogafa hebben dit in hun leveringspakket. Ook de ketelfabrikanten, die samen met o.a. Rogafa onderdeel uitmaken van de nieuwe branchevereniging de Nederlandse Verwarmingsindustrie, spreken hier hun voorkeur voor uit. Zij leveren hun cv-ketels standaard af-fabriek met een concentrisch aansluiting, waardoor een adapter niet langer nodig is. Opnieuw een
Waar zo’n pak hem beet 20 jaar geleden de Elektrotechniek, Werktuigkunde en ICT gescheiden werelden waren, integreren deze volop. Deze technische systeemintegratie is boeiend en biedt kansen. En opnieuw is een transitie gaande: een digitale transitie.De eerste technische integratieronde is een feit. Wie nu nog twijfelt of van mening is dat ‘het op ons afkomt’ is redelijk laat, zo niet té laat. In de vakmedia lees je nu veel over Internet of Things (IoT). Let op: dit komt er niet. Dit is er al. En het dijt de komende jaren alleen maar uit. Alle techniekvormen gaan in bepaalde mate, direct of indirect, met elkaar in verbinding staan. Onderdeel van de gaande transitie is de integratie van gewenste functie (F), de dienst rond het gebruik hiervan (D) én de benodigde onderliggende techniek (T). Binnen de digitale transitie gaat bij een eindgebruiker de F steeds belangrijker worden. Vraag aan een eindgebruiker niet wat hij wil. Je ontvangt namelijk het antwoord vanuit de context van wat hij weet. Henry Ford heeft dit ons al geleerd en in recentere tijd heeft ook Steve Jobs hiervan het bewijs geleverd. De eindgebruiker – geholpen door veel lifestylemedia – maakt wel duidelijk wat haar functionele behoeften zijn. En met de juiste vragen, achterhaal je ook wat latent (zeg maar in het onderbewuste) gewenst is. Een eindgebruiker wil alleen horen of je aan haar wensen kunt voldoen. Met welke techniekintegraties jij dit doet, boeit hem of haar in steeds mindere mate. Daar ben jij toch de specialist of
Om lage-temperatuurverwarming via bijvoorbeeld een warmtepomp tot een succes te maken moet het afgiftesysteem voldoende warmte kunnen afgeven. Dat kan als het een groot oppervlak heeft, zoals bij vloer- of wandverwarming het geval is. Maar er zijn ook steeds meer radiatoren verkrijgbaar die speciaal ontworpen zijn voor lage temperaturen: de LT-radiator. LT-radiatoren laten het warme water bijvoorbeeld eerst via de voorplaat lopen. Hierdoor komt er zoveel mogelijk stralingswarmte van de radiator. In de radiator geïntegreerde ventilatoren zorgen voor versterkte convectie. Een voorbeeld hiervan is de nieuwste Ulow-E2 radiator van Radson (zie hoofdafbeelding). Dit soortradiatoren helpt woningeigenaren al een eerste stap te zetten naar een duurzame en energie-efficiënte woning op lagere temperatuur. In een later stadium – als dit qua investering beter uitkomt – kan hierop dan nog een warmtepomp worden aangesloten. Gecombineerde warmte De 2 in de naam van deze radiator staat voor het principe van twee gecombineerde warmtesystemen. De panelen leveren de stralingswarmte en de in de radiator geïntegreerde ventilatoren zorgen voor versterkte convectie van deze warmte naar de ruimte. De Ulow-E2 is zelfregulerend, stuurt, afhankelijk van de warmtevraag, zelf de ventilatoren aan, maar kan via een touchpad ook handmatig bediend worden. Een bijkomend voordeel van de ventilatoren is het ‘summer breeze effect’: de circulatie van duurzaam verkoelende lucht tijdens warmere zomermaanden. De radiator wordt gemonteerd zoals zijn traditionele broertje: met middenaansluiting. Elektrotechnisch is het een kwestie van een stekker in een stopcontact steken. Vlakke voorplaat De FlatLine-radiator van Vasco is een ander voorbeeld van een LT-radiator. De watervoerende
Het is een periode die ten einde komt. Het project Technologie Thuis Nu! wordt afgesloten. Meer dan tien jaar waren de ‘domoticawoningen in Woerden’ een vaste bestemming voor schoolklassen, studenten en installateurs. Tienduizenden bezoekers volgden er rondleidingen en cursussen. Inzet was bezoekers te laten ervaren hoe de behoeften van zorgconsumenten en mensen met een beperking kunnen worden gekoppeld aan bewezen technologie. Zodat zij langer thuis blijven kunnen wonen.We werkten in die tien jaar samen met het Longfonds, Bartimeus en Alzheimer Nederland. Bedrijven uit de branche dachten mee over opzet en programmering. We daagden studenten uit mee te denken over mogelijke aanpassingen. We ontwikkelden lesmateriaal en cursusmateriaal. We inspireerden woningbouwcoöperaties en ontwikkelden in Delft zelfs een voorbeeldwoning. We ontvingen delegaties uit heel Nederland en het buitenland. We zetten de stip op de horizon als het gaat om langer thuis wonen. Inmiddels is het thema breed omarmd. Slimmer wonen is niet langer een kwestie van verwonderen en inspireren; het is nu een kwestie van doorpakken. Ons werk is gedaan. En dat is de reden om de woonwijk eind september te sluiten. Maar het goede nieuws is dat in 2020 de woningen opnieuw verrijzen en wel in Nieuwegein, in de gebouwen van ROC Midden Nederland. Zij nemen onze rol over en willen studenten nog meer kennis laten maken met de wisselwerking tussen techniek en zorg. Daarnaast is in de tussentijd hard gewerkt aan een virtuele versie van de woonwijk compleet met toelichting. Deze is in september 2019 operationeel. We dragen het stokje dus
We kennen al de waterstofketel. Binnenkort krijgt hij er een broertje bij: de waterstofgestookte luchtverwarmer. Mark Climate Technology is een expert op het gebied van klimaattechniek, luchtverwarming, stralingsverwarming en ventilatie apparatuur. De thuisbasis ligt in Veendam. Die omstandigheid heeft er in grote mate aan bijgedragen dat directeur Jan Koop de Boer op het idee kwam om een totaal nieuwe weg in te slaan met zijn luchtverwarmers. Ideale omstandigheden De Boer: “Het einde van de gaswinning in Groningen komt in zicht. Er worden nu verschillende initiatieven ontplooid om hierop in te springen. Zo is de Gasunie reeds bezig een bestaande ringleiding geschikt te maken voor Russisch gas. Een andere ringleiding van circa 600 km lengte wordt omgeturnd voor het transport van waterstofgas. Tegelijkertijd is de kuststrook ideaal voor nieuwe windmolen- en zonneparken. Als er te veel energie wordt opgewekt, kan er via elektrolyse waterstof mee worden gemaakt wat dan als opslagmedium gaat fungeren. Een duurzame oplossing, omdat waterstof zero emissies oplevert.” Al met al dus de ideale omstandigheden om waterstofgestookte verwarmers te ontwikkelen. Doelgroepen De luchtverwarmers moeten medio 2020 op de markt komen. De Boer mikt onder andere op de industrie, garages, sporthallen en supermarkten. “Ook is het mogelijk de luchtverwarmer in te bouwen in een LBK, waarbij hij gaat fungeren als voor- of naverwarmer. Concurrentie De vraag is echter of deze nieuwe oplossing wel aftrek zal vinden. In de media en ook in de branche worden immers de warmtepomp en waterstofketels al als de oplossingen voor onze duurzame toekomst aangeprezen.
Wat verstaan we eigenlijk onder verwarmen? Hebben we als branche nog wel een reëel beeld van de klantwensen als het om warmte gaat? We zijn soms zo geobsedeerd door verduurzaming, dat we de warmtebehoeften van bewoners ondergeschikt lijken te maken aan onze drang om energie te besparen. Een luchtkolom met een temperatuur van 20°C wordt in ons vak als behaaglijk beschouwd voor iedereen, maar klopt dat wel? Centrale verwarming is mede door de lagere energievraag van woningen steeds meer luchtverwarming geworden. En de lucht waarmee we verwarmen, krijgt een steeds lagere temperatuur en zit nog maar een fractie boven de kamertemperatuur van 20°C. Is deze manier van verwarmen wel zo prettig voor iedereen en zo energiezuinig als we denken? De klant centraal Zoals bekend kan warmteoverdracht zowel via radiatie als convectie plaatsvinden. Om warmte als behaaglijk te ervaren zijn beide nodig. Waarom laten we stralingswarmte (radiatie) dan steeds vaker achterwege? Misschien zijn we wel te veel bezig met energiebesparing en heeft dat een ondermijnende uitwerking op ons eindproduct. We verwarmen echter niet om aan een norm te kunnen voldoen, voor een bouwer of voor de leverancier van warmtepompen. Nee, we verwarmen voor onze klanten, die behoefte hebben aan voelbare warmte op een specifieke plaats en op een specifiek tijdstip. En die warmtebehoefte is zeer persoonlijk. Vrouwen hebben het sneller koud dan mannen en ouderen en veel allochtonen weer sneller dan een gemiddeld jong autochtoon gezin. Toch houden we daar bij het ontwerpen totaal geen rekening mee. Bovendien wil de klant
Wat veel mensen niet weten is dat maar liefst 60 % van de duurzame energie in Nederland komt van bio-energie, waarbij bioketels een belangrijke bijdrage leveren. Zon, wind, water en andere bronnen leveren de resterende 40 %. Dat aandeel stijgt flink, maar voor de energietransitie blijft ook bio-energie nuttig en noodzakelijk. In dit artikel ga ik wat dieper in op bio-energie en bioketels in het bijzonder. Over bio-energie bestaan veel misverstanden. Dat komt deels omdat bio-energie in Nederland nog relatief onbekend is en deels omdat bio-energie erg divers is, waarbij verbranding van het bio-deel in afvalcentrales meetelt evenals de open haard en houtkachel van huishoudens, maar ook de vergisting van mest en van reststromen in de voedingsmiddelenindustrie en biodiesel voor vrachtwagens. Bioketels die houtpellets of houtchips verbranden zijn de sterkst groeiende sector, zowel voor gebouwgebonden oplossingen als voor warmtenetten, tuinbouw en industrie. Bij huishoudens gaat het om bescheiden aantallen (in 2018 5.300 ketels), maar naar verwachting zal dit groeien naar enkele honderdduizenden. Duurzaamheid Bijna 80% van alle gebruikte biomassa komt uit Nederland. We kunnen ook nog even vooruit met onze Nederlandse stromen, maar op de langere termijn moet de beschikbaarheid beslist omhoog of de import uit omringende landen moet toenemen. De toepassing van hout hoger in de circulaire ladder staat ook niet op gespannen voet met de toepassing als energiebron. Integendeel, voor het opbouwen van circulaire ketens in Nederland zijn alle stappen naar het meer en breder toepassen van hout en andere biomassastromen gewenst. Meer bomen in de natuur en
Op de Kloveniersburgwal in Amsterdam ligt een prachtig monumentaal pand uit 1883. Dit architectonische huzarenstuk in hartje hoofdstad is niet het eerste waar je aan denkt wanneer je je een gasloos pand voorstelt. Toch is juist dit pand na een grondige renovatie volledig onafhankelijk van gas – voor zowel verwarming als koeling. Het oude grachtenpand heeft een statig voorkomen met een zichtbaar lange en enerverende geschiedenis. In de huidige staat fungeert het pand zowel als kantoor- als woonruimte, met zowel binnen als buiten groot respect voor de monumentale waarde. LG Air Solution wist het gehele pand in samenwerking met partners IDEA en Air-Innovations (zie kaders) op een passende manier gasloos te maken. Het is één van de eerste grote panden in Amsterdam die op deze manier verwarmt en koelt. Toekomstmuziek Michael Nijdam was als installatieadviseur bij IDEA verantwoordelijk voor het ontwerp van de werkbouwkundige en elektrotechnische installaties voor dit monumentale gebouw. Hij zag een gasloze oplossing wel zitten. “We zagen een kans om een volledig gasloze installatie te maken en besloten ervoor te gaan en deze oplossing te implementeren. Veel aannemers en ontwikkelaars in Amsterdam durven het nog niet aan; ik heb het idee dat sommigen warmtepompen nog een beetje eng vinden. Ze schuiven het voor zich uit en plannen de implementatie in voor ergens in de toekomst. Terwijl de timing juist nu heel geschikt is.” Geen zichtbare delen Ook Paul Hakkoer, eigenaar van Air Innovations, kan zich hier helemaal in vinden. Hij heeft als installateur de implementatie van de