Auteur: Ruud

LT-radiatoren

Om lage-temperatuurverwarming via bijvoorbeeld een warmtepomp tot een succes te maken moet het afgiftesysteem voldoende warmte kunnen afgeven. Dat kan als het een groot oppervlak heeft, zoals bij vloer- of wandverwarming het geval is. Maar er zijn ook steeds meer radiatoren verkrijgbaar die speciaal ontworpen zijn voor lage temperaturen: de LT-radiator. LT-radiatoren laten het warme water bijvoorbeeld eerst via de voorplaat lopen. Hierdoor komt er zoveel mogelijk stralingswarmte van de radiator. In de radiator geïntegreerde ventilatoren zorgen voor versterkte convectie. Een voorbeeld hiervan is de nieuwste Ulow-E2 radiator van Radson (zie hoofdafbeelding). Dit soortradiatoren helpt woningeigenaren al een eerste stap te zetten naar een duurzame en energie-efficiënte woning op lagere temperatuur. In een later stadium – als dit qua investering beter uitkomt – kan hierop dan nog een warmtepomp worden aangesloten. Gecombineerde warmte De 2 in de naam van deze radiator staat voor het principe van twee gecombineerde warmtesystemen. De panelen leveren de stralingswarmte en de in de radiator geïntegreerde ventilatoren zorgen voor versterkte convectie van deze warmte naar de ruimte. De Ulow-E2 is zelfregulerend, stuurt, afhankelijk van de warmtevraag, zelf de ventilatoren aan, maar kan via een touchpad ook handmatig bediend worden. Een bijkomend voordeel van de ventilatoren is het ‘summer breeze effect’: de circulatie van duurzaam verkoelende lucht tijdens warmere zomermaanden. De radiator wordt gemonteerd zoals zijn traditionele broertje: met middenaansluiting. Elektrotechnisch is het een kwestie van een stekker in een stopcontact steken. Vlakke voorplaat De FlatLine-radiator van Vasco is een ander voorbeeld van een LT-radiator. De watervoerende

Terugkijken met trots

Het is een periode die ten einde komt. Het project Technologie Thuis Nu! wordt afgesloten. Meer dan tien jaar waren de ‘domoticawoningen in Woerden’ een vaste bestemming voor schoolklassen, studenten en installateurs. Tienduizenden bezoekers volgden er rondleidingen en cursussen. Inzet was bezoekers te laten ervaren hoe de behoeften van zorgconsumenten en mensen met een beperking kunnen worden gekoppeld aan bewezen technologie. Zodat zij langer thuis blijven kunnen wonen.We werkten in die tien jaar samen met het Longfonds, Bartimeus en Alzheimer Nederland. Bedrijven uit de branche dachten mee over opzet en programmering. We daagden studenten uit mee te denken over mogelijke aanpassingen. We ontwikkelden lesmateriaal en cursusmateriaal. We inspireerden woningbouwcoöperaties en ontwikkelden in Delft zelfs een voorbeeldwoning. We ontvingen delegaties uit heel Nederland en het buitenland. We zetten de stip op de horizon als het gaat om langer thuis wonen. Inmiddels is het thema breed omarmd. Slimmer wonen is niet langer een kwestie van verwonderen en inspireren; het is nu een kwestie van doorpakken. Ons werk is gedaan. En dat is de reden om de woonwijk eind september te sluiten. Maar het goede nieuws is dat in 2020 de woningen opnieuw verrijzen en wel in Nieuwegein, in de gebouwen van ROC Midden Nederland. Zij nemen onze rol over en willen studenten nog meer kennis laten maken met de wisselwerking tussen techniek en zorg. Daarnaast is in de tussentijd hard gewerkt aan een virtuele versie van de woonwijk compleet met toelichting. Deze is in september 2019 operationeel. We dragen het stokje dus

Easy to install

We kennen al de waterstofketel. Binnenkort krijgt hij er een broertje bij: de waterstofgestookte luchtverwarmer. Mark Climate Technology is een expert op het gebied van klimaattechniek, luchtverwarming, stralingsverwarming en ventilatie apparatuur. De thuisbasis ligt in Veendam. Die omstandigheid heeft er in grote mate aan bijgedragen dat directeur Jan Koop de Boer op het idee kwam om een totaal nieuwe weg in te slaan met zijn luchtverwarmers. Ideale omstandigheden De Boer: “Het einde van de gaswinning in Groningen komt in zicht. Er worden nu verschillende initiatieven ontplooid om hierop in te springen. Zo is de Gasunie reeds bezig een bestaande ringleiding geschikt te maken voor Russisch gas. Een andere ringleiding van circa 600 km lengte wordt omgeturnd voor het transport van waterstofgas. Tegelijkertijd is de kuststrook ideaal voor nieuwe windmolen- en zonneparken. Als er te veel energie wordt opgewekt, kan er via elektrolyse waterstof mee worden gemaakt wat dan als opslagmedium gaat fungeren. Een duurzame oplossing, omdat waterstof zero emissies oplevert.” Al met al dus de ideale omstandigheden om waterstofgestookte verwarmers te ontwikkelen. Doelgroepen De luchtverwarmers moeten medio 2020 op de markt komen. De Boer mikt onder andere op de industrie, garages, sporthallen en supermarkten. “Ook is het mogelijk de luchtverwarmer in te bouwen in een LBK, waarbij hij gaat fungeren als voor- of naverwarmer. Concurrentie De vraag is echter of deze nieuwe oplossing wel aftrek zal vinden. In de media en ook in de branche worden immers de warmtepomp en waterstofketels al als de oplossingen voor onze duurzame toekomst aangeprezen.

Duurzaam verwarmen

Wat verstaan we eigenlijk onder verwarmen? Hebben we als branche nog wel een reëel beeld van de klantwensen als het om warmte gaat? We zijn soms zo geobsedeerd door verduurzaming, dat we de warmtebehoeften van bewoners ondergeschikt lijken te maken aan onze drang om energie te besparen. Een luchtkolom met een temperatuur van 20°C wordt in ons vak als behaaglijk beschouwd voor iedereen, maar klopt dat wel? Centrale verwarming is mede door de lagere energievraag van woningen steeds meer luchtverwarming geworden. En de lucht waarmee we verwarmen, krijgt een steeds lagere temperatuur en zit nog maar een fractie boven de kamertemperatuur van 20°C. Is deze manier van verwarmen wel zo prettig voor iedereen en zo energiezuinig als we denken? De klant centraal Zoals bekend kan warmteoverdracht zowel via radiatie als convectie plaatsvinden. Om warmte als behaaglijk te ervaren zijn beide nodig. Waarom laten we stralingswarmte (radiatie) dan steeds vaker achterwege? Misschien zijn we wel te veel bezig met energiebesparing en heeft dat een ondermijnende uitwerking op ons eindproduct. We verwarmen echter niet om aan een norm te kunnen voldoen, voor een bouwer of voor de leverancier van warmtepompen. Nee, we verwarmen voor onze klanten, die behoefte hebben aan voelbare warmte op een specifieke plaats en op een specifiek tijdstip. En die warmtebehoefte is zeer persoonlijk. Vrouwen hebben het sneller koud dan mannen en ouderen en veel allochtonen weer sneller dan een gemiddeld jong autochtoon gezin. Toch houden we daar bij het ontwerpen totaal geen rekening mee. Bovendien wil de klant

Bioketels

Wat veel mensen niet weten is dat maar liefst 60 % van de duurzame energie in Nederland komt van bio-energie, waarbij bioketels een belangrijke bijdrage leveren. Zon, wind, water en andere bronnen leveren de resterende 40 %. Dat aandeel stijgt flink, maar voor de energietransitie blijft ook bio-energie nuttig en noodzakelijk. In dit artikel ga ik wat dieper in op bio-energie en bioketels in het bijzonder. Over bio-energie bestaan veel misverstanden. Dat komt deels omdat bio-energie in Nederland nog relatief onbekend is en deels omdat bio-energie erg divers is, waarbij verbranding van het bio-deel in afvalcentrales meetelt evenals de open haard en houtkachel van huishoudens, maar ook de vergisting van mest en van reststromen in de voedingsmiddelenindustrie en biodiesel voor vrachtwagens. Bioketels die houtpellets of houtchips verbranden zijn de sterkst groeiende sector, zowel voor gebouwgebonden oplossingen als voor warmtenetten, tuinbouw en industrie. Bij huishoudens gaat het om bescheiden aantallen (in 2018 5.300 ketels), maar naar verwachting zal dit groeien naar enkele honderdduizenden. Duurzaamheid Bijna 80% van alle gebruikte biomassa komt uit Nederland. We kunnen ook nog even vooruit met onze Nederlandse stromen, maar op de langere termijn moet de beschikbaarheid beslist omhoog of de import uit omringende landen moet toenemen. De toepassing van hout hoger in de circulaire ladder staat ook niet op gespannen voet met de toepassing als energiebron. Integendeel, voor het opbouwen van circulaire ketens in Nederland zijn alle stappen naar het meer en breder toepassen van hout en andere biomassastromen gewenst. Meer bomen in de natuur en

History meets design

Op de Kloveniersburgwal in Amsterdam ligt een prachtig monumentaal pand uit 1883. Dit architectonische huzarenstuk in hartje hoofdstad is niet het eerste waar je aan denkt wanneer je je een gasloos pand voorstelt. Toch is juist dit pand na een grondige renovatie volledig onafhankelijk van gas – voor zowel verwarming als koeling. Het oude grachtenpand heeft een statig voorkomen met een zichtbaar lange en enerverende geschiedenis. In de huidige staat fungeert het pand zowel als kantoor- als woonruimte, met zowel binnen als buiten groot respect voor de monumentale waarde. LG Air Solution wist het gehele pand in samenwerking met partners IDEA en Air-Innovations (zie kaders) op een passende manier gasloos te maken. Het is één van de eerste grote panden in Amsterdam die op deze manier verwarmt en koelt. Toekomstmuziek Michael Nijdam was als installatieadviseur bij IDEA verantwoordelijk voor het ontwerp van de werkbouwkundige en elektrotechnische installaties voor dit monumentale gebouw. Hij zag een gasloze oplossing wel zitten. “We zagen een kans om een volledig gasloze installatie te maken en besloten ervoor te gaan en deze oplossing te implementeren. Veel aannemers en ontwikkelaars in Amsterdam durven het nog niet aan; ik heb het idee dat sommigen warmtepompen nog een beetje eng vinden. Ze schuiven het voor zich uit en plannen de implementatie in voor ergens in de toekomst. Terwijl de timing juist nu heel geschikt is.” Geen zichtbare delen Ook Paul Hakkoer, eigenaar van Air Innovations, kan zich hier helemaal in vinden. Hij heeft als installateur de implementatie van de

Beter legionella-advies

Twintig jaar na de ramp in Bovenkarspel wordt wetgeving voor legionellapreventie soms nog steeds onvoldoende nageleefd. De komst van onder andere de nieuwe BRL 6010, die de advieskwaliteit moet verbeteren, was dan ook zeer welkom. Daarin is onder meer een diploma-eis opgenomen voor mensen die werken met de BRL. Begin februari heeft InstallQ de nieuwe Beoordelingsrichtlijn 6010, Legionellapreventie-advies in collectieve leidingwaterinstallaties, bindend verklaard. De aanpassingen zijn toegesneden op de wens van het ministerie van IenW en ervaringsdeskundigen vanuit de markt. De nieuwe richtlijn heeft als doel de advieskwaliteit naar een hoger niveau te tillen. Aantoonbaar vakbekwaam Zowel de eisen aan adviesbureaus als adviseurs zijn strenger geworden. Om te voldoen aan de BRL moeten adviseurs, installateurs en andere mensen die werken met de BRL 6010 aantoonbaar vakbekwaam zijn en een vakbekwaamheidsdiploma halen. Ook stelt de vernieuwde BRL onder meer hogere eisen aan de risicoanalyse en het beheersplan. De BRL geeft daarnaast handvatten om de rapportage van risicoanalyse en beheersplan op te stellen, die vallen onder hoofdstuk 4 van het Drinkwaterbesluit. Zo is in BRL 6010 een beslisboom toegevoegd die de lezer helpt bepalen of er een beperkte of een uitgebreide risicoanalyse moet worden gemaakt. Verder is aan de BRL 6010 een vast voorgeschreven indeling van de rapportage toegevoegd. Klanten overtuigen “Legionellapreventie is een complex vakgebied. Het gaat om installatietechniek en tegelijkertijd om microbiologie”, zegt Kevin Kanters, directeur van adviesbureau Hydroscope. “Het vraagt om technisch inzicht, inlevingsvermogen en overtuigingskracht. Als klanten een risicoanalyse bij ons afnemen, houdt dat bijna altijd in dat

Een uitgemaakte zaak?

De telefoon staat nog niet roodgloeiend, maar bij TDS Engineering merken ze wel dat de belangstelling voor warmtepompen fors is toegenomen. En ze zijn niet de enigen. Is het een uitgemaakte zaak? Gaat heel Nederland aan de warmtepomp? Vrijwel dagelijks krijgen we onze portie warmtepompen voorgeschoteld. Soms via de media, een andere keer tijdens een congres, symposium, cursus of training. Vaak zijn die berichten positief van aard. Maar er klinken ook sceptische geluiden. Over de torenhoge kosten die met een overstap gepaard gaan of de collectieve blindheid die we lijken te hebben voor alternatieven. Waar gaan we naartoe? Bart Ruijs, directeur van adviesbureau TDS Engineering gaat in op een aantal prangende vragen. De overstap op een warmtepomp, vereist nogal wat investeringen in de bestaande bouw. Met een warmtepomp alleen kom je er niet… “Dat klopt. Wijzelf werken volgens het principe van de Trias Energetica, dus we proberen eerst de warmtevraag zoveel mogelijk terug te brengen, voordat er een warmtepomp wordt geïnstalleerd. Bouwkundige maatregelen, zoals het aanbrengen van extra isolatie, kierdichting en goed glas kosten natuurlijk geld, evenals de installatie van een laagtemperatuur afgiftesysteem. Dat loopt al snel in de tienduizenden euro’s.” Bovendien zijn de warmtepompen zelf nogal prijzig, vergeleken met cv-ketels. Veel fabrikanten verwachten overigens dat daar ook geen verandering in komt… “Daar geloof ik niets van. De afgelopen jaren zijn de prijzen al gedaald. Ik verwacht dat die trend zal doorzetten als er steeds meer warmtepompen worden verkocht. Uiteindelijk zullen we natuurlijk wel een bodem bereiken. Ik denk zelf

Duurzame zorg

Schoonoord is een Baarnse woonvoorziening voor ouderen van woningcorporatie Habion en zorgorganisatie Amaris Zorggroep. De bouw van het complex ging in 2017 van start. Tijdens de uitvoering werd de knop omgezet om een duurzamer eindresultaat te garanderen. Habion, Amaris, Slokker Bouwgroep en installatiebedrijf Scheer & Foppen speelden zo vervroegd in op de ambitie van Den Haag om gasloos bouwen verplicht te gaan stellen. Nieuwe woningen waarvoor de bouwaanvraag na 1 juli 2018 is ingediend, moeten gasloos worden gerealiseerd. Omdat de bouw van Schoonoord al in 2017 van start ging, hoefde dit gebouw niet aan deze eis te voldoen. Toch ging de knop om. “Je neemt zo’n beslissing natuurlijk niet zomaar alleen met je zorgpartner. Het is zeker ook de verdienste van onze aannemer Slokker Bouwgroep en haar onderaannemer Scheer & Foppen. Zij hebben zich uitermate coöperatief opgesteld,” vertelt Habion-directeur Peter Boerenfijn. Kostenbesparingen De samenwerkende partijen vonden het hun verantwoordelijkheid om Schoonoord gasloos te maken. Zo past het perfect bij de maatschappelijke duurzaamheidsdoelstellingen en is het gebouw ‘futureproof’. Daarnaast voorzagen de partijen dat ze het in de nabije toekomst toch zouden moeten doen. “Dan is het beter om direct over te stappen. Er waren nog geen bewoners, zodat van extra overlast geen sprake zou zijn,” vertelt Boerenfijn. Ook zorgorganisatie Amaris was meteen overtuigd. Manager vastgoed Herman Bezemer: “De energielasten gaan aanzienlijk omlaag. Het geld dat we besparen komt ten goede aan onze bewoners.” Warmtepompen en PV-panelen Uiteraard moest er het nodige worden aangepast om een ‘gasloos’ complex te realiseren. “De cv-ketels

Toekomstbestendig

Bij wie kan je het best te rade gaan voor een totaaloverzicht van alle trends? Precies bij de groothandel. IZ ging in de aanloop naar ‘Hardenberg’ op bezoek bij exposant Wasco. “Koeling wordt steeds belangrijker, disciplines groeien naar elkaar toe en de warmtepomp zal ook andere duurzame oplossingen naast zich moeten dulden.” Herold van den Belt kwam in 1997 officieel in dienst bij Wasco. Zijn vader was in 1970 begonnen in een schuur en wist in de loop der jaren een bedrijf neer te zetten met meerdere vestigingen. In 2002 werd Wasco verkocht, de Van den Belts bleven wel betrokken bij de groothandel. Begin dit jaar kwam Wasco wederom in andere handen terecht. Gilde nam samen met het Wasco management de aandelen over. Als algemeen directeur heeft Herold van den Belt nu de eer om Wasco in 2020 het vijftigste levensjaar binnen te loodsen. Cijfers Eerst maar even wat cijfers. Wasco heeft 36 vestigingen, 2 distributiecentra en kan maar liefst een half miljoen artikelen leveren. Er zijn 450 vaste krachten werkzaam bij de groothandel, die gezamenlijk een omzet genereren van “300 miljoen plus”, aldus Van den Belt. Constanten Van den Belt heeft het bedrijf zien groeien en veranderen door de jaren heen. Toch zijn er ook constanten aan te wijzen. “We zijn altijd erg autonoom geweest. Eerst natuurlijk als familiebedrijf, maar ook later nadat we in andere handen overgingen. Daarnaast zijn we altijd bezig om onze bedrijfsvoering verder te professionaliseren. Door de platte structuur en korte lijnen heerst er een