De gemeente Emmen en enkele bedrijven hielden vorig jaar bij De Groot Installatiegroep een bijeenkomst over de aanpak van laaggeletterdheid in bedrijven. Het was het begin van een actieve aanpak binnen het bedrijf van het thema. Maar dan wel met de expertise van stichting Lezen en Schrijven. Een avontuur op zich. Aandacht is kracht. Dat is de essentie van De Groot Installatiegroep. Het bedrijf staat voor zijn personeel. Als winnaar van de FemmeTech Award zet De Groot zich actief in voor meer diversiteit op de werkvloer. Ontwikkeling en scholing hebben een belangrijke plaats binnen het bedrijf. Ook is de combinatie van mantelzorg en werken mogelijk. Irma Timmer, één van de mede-eigenaren van het familiebedrijf en verantwoordelijk voor HRM, is helder: “Als je in je mensen durft te investeren, krijg je er veel voor terug. Mensen voelen zich een onderdeel van het DNA van dit bedrijf. Men krijgt vertrouwen. Er kan veel bij ons. Er is vrijheid en ruimte om kansen te pakken. Met een plan. Met een visie. Met vertrouwen. Ook in ons bedrijf En zo kreeg ook laaggeletterdheid een plek op de agenda van dit bedrijf. Timmer: “We werden gevraagd een bijeenkomst over dit thema te hosten. En natuurlijke zeggen we dan ja. Maar het zette ons ook aan het denken. Wij groeien, we ontwikkelen en dat vraagt om digitale vaardigheden. Alles wordt steeds meer digitaal en dat vraagt om kennis hoe om te gaan met de apparatuur. Maar het is ook een kwestie van meer lezen. Dus bedachten
Auteur: Ruud
Voorafgaand aan de VSK besteden we weer aandacht aan deze beurs. Exposanten melden alvast wat zij straks op hun stands laten zien en we kijken enigszins in de glazen bol: hoe gaat het vakgebied zich de komende jaren ontwikkelen en in hoeverre zien we die ontwikkelingen al terug op de beurs? Aan het woord komen beurs-manager Patrick Schilte en trendwatcher Marjet Rutten. Eerstgenoemde ziet een vakgebied in bloei: “De installatiesector profiteert volop van economische trends, zoals energietransitie, klimaatontwikkeling en duurzaamheid.” Hij verwacht dat op de beursvloer allerlei oplossingen te zien zullen zijn die de energietransitie een boost gaan geven. Marjet Rutten stelt dat duurzaamheid zelfs al gemeengoed is geworden. Ze kijkt verder en ziet o.a. dat de installateur steeds belangrijker wordt, ook waar het advisering betreft. “Hij zit op rozen als hij zijn verantwoordelijkheid serieus neemt.” Circulariteit wordt volgens haar de nieuwe trend. Hergebruik van bouwstoffen, -componenten en -producten zal vroeg of laat overwaaien naar de installatiebranche, verwacht ze. We gaan er wellicht al wat van zien op de komende VSK. Ga er dus vooral heen.
Hoewel de thermodynamische warmtepomp al zeker 30 jaar bestaat, is er nauwelijks een installateur te vinden die deze duurzame oplossing kent. “Jammer”, zegt Ate Reitsma van Frythermo Warmtepompen. “Dit systeem produceert buiten geen geluid, werkt ook bij -10°C en is eenvoudig modulair uit te breiden.” Frythermo Warmtepompen opende 1,5 jaar geleden haar poorten in het Friese Franeker. De leverancier wil de installateur en eindgebruiker bekend maken met de thermodynamische warmtepomp, vertelt Reitsma, commercieel technisch adviseur bij Frythermo. Verschillen Het systeem heeft grote overeenkomsten met de veel toegepaste lucht-/water-warmtepomp, maar er zijn belangrijke verschillen. Evenals zijn bekende broertje haalt de thermodynamische warmtepomp warmte uit de lucht, maar in plaats van een buitenunit met ventilator, gebruikt hij daarvoor panelen. COP De matzwarte aluminium panelen meten 80 cm bij 2 m. Door dunne kanalen stroomt het koelmiddel R134A. Het gas absorbeert dag en nacht warmte uit de buitenlucht en geeft die met behulp van een warmtewisselaar af aan het cv-water. Zo produceert de warmtepomp warm water van 55 °C, onafhankelijk van het weertype. Bovendien haalt het systeem zelfs bij -10 °C nog een COP van 2,74. Bij 10 °C is dat maar liefst 4,76, zegt Frythermo. Geluidloos De panelen werken geluidloos. Bijkomend voordeel is dat ze, indien gewenst, makkelijk onder PV-panelen zijn te monteren. Volgens Reitsma profiteren zowel de warmtepomp als de zonnepanelen van deze opstelling. “De PV-panelen geven warmte af, die het warmtepompsysteem dan kan oogsten. Tegelijkertijd stralen de thermodynamische panelen koude af, waardoor de zonnecellen beter functioneren. Bovendien maakt een thermodynamisch
Een aantal partijen ontwikkelt een luchtwarmtepomp voor de Nederlandse consument. Het alternatief zal werken met propaan als koudemiddel. Rijwoningen (ongeveer 40%) en twee-onder-een-kapwoningen (circa 10%) vormen samen meer dan 50% van de in Nederland aanwezige woningen en zijn daarmee een interessante doelgroep. Binnen dit zogenoemde HP-Launch-project (zie kader) is een na-geïsoleerde rijwoning met standaard radiatoren de referentiewoning. Het projectteam heeft op basis van interviews met onder meer installateurs, woningeigenaren en warmtepompexperts de prioriteiten voor de ontwikkeling van een warmtepomp bepaald: • lage aanschafs- en bedrijfskosten • beperken van het geluid • toegankelijk voor onderhoud • plaatsing dicht bij huidige ketel • beperkte bouwkundige aanpassingen bij installatie van het systeem • compact • uiterlijk onopvallend/passend in het Nederlandse straatbeeld Hybride systeem Er is gekozen voor een hybride systeem, omdat zo de belasting van het elektriciteitsnet wordt beperkt en omdat dit systeem goed werkt in een woning met standaard radiatoren. Business Development Holland (BDH) heeft laten zien dat de warmtevraag voor ruimteverwarming in Nederlandse rijwoningen (met een gasgebruik lager dan 2000 m3) tot 95% van het jaar gedekt kan worden door een warmtepomp van slechts 3,5 kW. Alleen bij tapwaterbereiding en piekmomenten in de warmtevraag wordt de gasketel ingezet. Zo wordt de eerste stap van de energietransitie aanzienlijk vereenvoudigd. Andere voordelen die ontstaan door de beperkte afmetingen van het systeem zijn: • Aantrekkelijke verhouding tussen kosten en opbrengsten doordat relatief veel vollasturen worden gemaakt. • Vereenvoudigde inpassing en installatie. • Het wordt mogelijk om een warmpompsysteem te bouwen met minder dan 150
Luchtkwaliteit in woningen krijgt steeds meer aandacht vanwege het effect ervan op de gezondheid van de bewoners. Zo vertelt het Bouwbesluit precies hoe nieuwbouwwoningen op de juiste manier moeten worden geventileerd. Maar ondertussen staat ons land nog vol met huizen die afhankelijk zijn van natuurlijke ventilatie, waarmee verse lucht in huis geen garantie is. Brink bedacht voor deze huizen een ventilatieconcept waarvoor geen ingrijpende bouwkundige aanpassingen nodig zijn. De basis bestaat net zoals in moderne nieuwbouwwoningen uit een ventilatietoestel met warmteterugwinning (WTW). Normaal gesproken brengt deze WTW-unit de verse lucht via een toevoerkanalensysteem in de vloer naar de verblijfsruimtes en wordt vervuilde lucht afgevoerd via de natte ruimtes. De kanalen vanuit die natte ruimtes zijn in bestaande woningen vaak al aanwezig voor mechanische afzuiging en kunnen hergebruikt worden voor de nieuwe installatie. Maar in de meeste woningen ontbreken de toevoerkanalen nog. Om die achteraf in een bestaande woning aan te brengen, vergt veel hak- en breekwerk. Via hal of trapgat Brink heeft hiervoor een minder ingrijpende oplossing gevonden: toevoer van verse lucht via de centrale hal of het trapgat. Boven of naast de deur van de verblijfsruimte(s) wordt een Indoor Mixfan geplaatst die ervoor zorgt dat de lucht uit de verblijfsruimte uitgewisseld wordt met die in de hal. Door te sturen op CO2-waarden – zowel in de hal als in de vertrekken – zorgt dit systeem voor de gewenste luchtkwaliteit zonder daarbij energie te verspillen. Ook in nieuwbouw Hoewel dit ventilatieconcept geschikt is voor toepassing in renovatieprojecten, hoeft het zich
We kennen ze allemaal of we behoren zelf tot de categorie: installateurs die de 50 zijn gepasseerd en nog steeds actief zijn in de installatiebranche. Na de lagere school gingen ze een tijdje naar de middelbare school, maar als snel werd duidelijk dat ze werken leuker vonden dan leren en gingen ze snel aan de slag. Ik ben er zelf zo één. Met wat kennis van je leraar en uit enkele boeken, dacht ik de wereld aan te kunnen. Al snel werd ik teruggefloten door een ervaren maat, leermeester of baas. Ho-ho, zo doen we dat niet. Het moet netjes en goed. Je leerde je vak snel en bleef door vragen, lezen, experimenteren en vergaarde op andere manieren vakkennis. Alles was nieuw: van gietijzeren ketels met daarnaast een geiser met dikke stalen leidingen, gingen we naar de combiketel met dunne stalen leidingen. En deze werd veel later weer vervangen door een hr-combiketel. Wat een gedoe allemaal met dubbele pijpen en een afvoer. Gelukkig waren er handleidingen waaruit duidelijk bleek hoe je dit allemaal moest aansluiten. Tegenwoordig ben je van meer afhankelijk dan je lief is als je een nieuw product moet installeren. Productinformatie en een installatiehandleiding zitten er vaak niet meer bij. Navraag leert dat je deze moet downloaden, dan kan je alles terugvinden. Van de generatie die storingen vond en oploste met een handleiding, punttang en spanningzoeker – en die jaren later blij was met een mobiele telefoon om de achterban te bellen voor extra informatie – gaan we
Wat is waarde, in de context van bedrijven en haar marketing? En hoe staat het met toegevoegde waarde? Wat is dat nu écht? Is het waardemodel van Porter uit 1985 nog steeds bruikbaar in deze tijd? En hoe zit het eigenlijk met de value stream? Deze en andere ‘waardevolle’ vragen ga ik de komende tijd beantwoorden in een columnreeks. Wat is de waarde van waarde? Vaak wordt het begrip waarde direct gekoppeld aan geld. Aan euro’s dus. Maar klopt dit wel? Of doen we daarmee het begrip te kort en is er een bredere uitleg? De columns in InstallateursZaken knip ik op in drie blokken. Het eerste blok van drie columns gaat over de betekenis van waarde, en hoe en waar(in) je deze kunt herkennen. Daarna volgen er drie columns over hoe je waarde creëert en toevoegt. Tot slot leest u hoe u waarde in uw organisatie inbrengt en borgt. De serie schrijf ik vanuit mijn hoedanigheid als associate partner in STEM Industrial Marketing Centre. STEM IMC heeft tot doel de marktgerichtheid van technische mensen en bedrijven te verbeteren. Dit gebeurt onder andere door het geven van trainingen, opleidingen en masterclasses. De kennis die ik deel in de columns ga ik verbinden met extra informatie op de website van deze organisatie. Denk hierbij aan invulschema’s of oefeningen die u helpen ‘waarde’ te plaatsen in uw eigen onderneming en activiteiten. De site vind u op www.stem-imc.com/InstallateursZaken aangeduid met []. Het is voor mij een experiment in het verbinden van offline (de
We beseffen het ons niet altijd, maar onze sector levert elke dag topprestaties. Uiteraard zie ik dit tijdens werkbezoeken, hoor ik het terug in gesprekken en ervaar ik het in mijn eigen huis. Met de vele uitdagingen op de terreinen van klimaat, energie en een op langer thuis wonen gerichte ouderenzorg worden deze topprestaties bovendien steeds groter. De inzet van betrouwbare innovatieve installatietechnieken heeft een enorme maatschappelijke en economische meerwaarde. Zo maken we als sector gebouwen immers slimmer en duurzamer, de zorg efficiënter, het verkeer veiliger en woningen comfortabeler. Daarnaast voorkomen we productieverlies in de industrie en maken we met onze technieken ook in vele andere sectoren het verschil. Dit doen wij samen. Met elkaar! De dynamiek in de technische installatiebranche is groot, maar de druk op onze schouders zo nu en dan evenzeer. Want het inrichten van de toekomst vraagt veel van de bedrijven en de vakmensen van de branche: creativiteit, kennis, kunde, flexibiliteit, het binden en behouden van vakmensen, het actief ontwikkelen van een ontwikkelcultuur enz. We hebben uitdagingen te over! Met de start van het nieuwe jaar is het moment weer daar om goede voornemens te maken en te realiseren. In dit verband roep ik iedere vakman en vakvrouw in de branche op om in 2020 kansen te pakken om je vakmanschap te versterken. Laat dit jouw goede voornemen zijn. Jij zit aan het stuur als het gaat om de duurzame toekomst van Nederland. Jij bent de zorg-innovator, de energie-expert én de klimaatspecialist. We helpen je hier
Binnen Nederland staat de energietransitie hoog op de agenda. Binnen de gebouwde omgeving gaat het meer specifiek om de zogenaamde warmtetransitie. Deze heeft in rap tempo voor een diversiteit aan verwarmingsoplossingen gezorgd. Maar welke oplossing is geschikt voor welke situatie? Een verantwoorde keuze die een duurzame warmtetransitie rechtvaardigt hangt – naast gezinssamenstelling, ouderdom van het huis, mate van isolatie – vooral af van de volgende drie factoren: – het natuurkundige principe; – de energetische waarheid; – de (financiële) haalbaarheid. In de rol van adviseur zal de installateur vaak, in samenspraak met de klant, het financiële aspect bespreken. De overige twee factoren blijven vrijwel altijd buiten beschouwing. Echter, verantwoorde verduurzaming kan niet zonder het natuurkundige principe én de energetische waarheid. Om energiegebruik en emissie van de gebouwde omgeving inzichtelijk te maken, is het noodzakelijk dat er een nationale database wordt ontwikkeld waarin het mogelijk is om daadwerkelijk gerealiseerde energieprestaties van de gebouwde omgeving te monitoren. Dit geeft ons het geschikte handvat om de middels berekeningen theoretische voorspelde energieprestaties te valideren. Om midden in deze toekomst overeind te blijven is het opleiden, van zowel de installateurs die nu actief zijn als de nieuwe instromers, rand-voorwaardelijk. Met alle nieuwe verwarmingsoplossingen zal de opleidingsvraag enorm toenemen. Alleen door een ketengerichte aanpak kan invulling gegeven worden aan die vraag. Een intensieve samenwerking tussen installateurs, fabrikanten én onderwijsinstellingen is hiervoor een vereiste. Hoog op de agenda van dit samenwerkingsverband is het werven van nieuw talent. De toekomst die we samen mogelijk maken, is gisteren al begonnen!
Het is heel wat edities geleden dat VSK een volwaardig programma sanitaire producten liet zien. De beurs was ooit zelfs in het weekend open voor particulieren op zoek naar een badkamerinrichting. Een succes werd dat nooit en inmiddels lijkt het sanitair-gedeelte sowieso het ondergeschoven kindje van de beurs te zijn geworden. Reden voor IZ om wat extra aandacht aan enkele sanitaire noviteiten te besteden. Zo laat Viega een nieuwe generatie voorwandsystemen zien. De Prevista heeft een inbouwreservoir dat – samen met verschillende identieke onderdelen – zowel voor wand-, staanderconstructie- als railmontage kan worden ingezet. Er is alleen nog onderscheid tussen de droogbouwsystemen Prevista Dry en Prevista Dry Plus en Prevista Pure voor de natbouw. Alle elementen hebben eenzelfde standaardhoogte (1200 mm) en inbouwreservoir. De spoeltechniek is altijd gelijk, onafhankelijk van bouwhoogte en -diepte. Montagegemak Op het element kan een optionele wandhouder worden aangesloten, zodat de gewenste diepte handmatig en flexibel kan worden ingesteld. Alle beweegbare en handmatig te monteren onderdelen zijn geel gekleurd. Zo is in één oogopslag duidelijk wat handmatig kan worden gemonteerd. Een voorbeeld daarvan zijn de schuifelementen op het afvoerventiel waarmee zowel de volledige of gedeeltelijke spoeling wordt ingesteld als de instelbare spoelstroombegrenzer of bevestiging van het vulventiel. Afvoerventiel Verder zijn de instelmogelijkheden van de gewenste spoelhoeveelheid via het afvoerventiel vereenvoudigd en zorgt een gepatenteerde spoelstroombegrenzer voor een optimale spoelstroom. Daarmee kan de spoeling van het inbouwreservoir worden afgestemd op uiteenlopende wc-keramieken, ook randloze. Daarnaast zijn er voorwandelementen verkrijgbaar met de optie om het wc-keramiek in hoogte