Luchtkwaliteit in woningen krijgt steeds meer aandacht vanwege het effect ervan op de gezondheid van de bewoners. Zo vertelt het Bouwbesluit precies hoe nieuwbouwwoningen op de juiste manier moeten worden geventileerd. Maar ondertussen staat ons land nog vol met huizen die afhankelijk zijn van natuurlijke ventilatie, waarmee verse lucht in huis geen garantie is. Brink bedacht voor deze huizen een ventilatieconcept waarvoor geen ingrijpende bouwkundige aanpassingen nodig zijn. De basis bestaat net zoals in moderne nieuwbouwwoningen uit een ventilatietoestel met warmteterugwinning (WTW). Normaal gesproken brengt deze WTW-unit de verse lucht via een toevoerkanalensysteem in de vloer naar de verblijfsruimtes en wordt vervuilde lucht afgevoerd via de natte ruimtes. De kanalen vanuit die natte ruimtes zijn in bestaande woningen vaak al aanwezig voor mechanische afzuiging en kunnen hergebruikt worden voor de nieuwe installatie. Maar in de meeste woningen ontbreken de toevoerkanalen nog. Om die achteraf in een bestaande woning aan te brengen, vergt veel hak- en breekwerk. Via hal of trapgat Brink heeft hiervoor een minder ingrijpende oplossing gevonden: toevoer van verse lucht via de centrale hal of het trapgat. Boven of naast de deur van de verblijfsruimte(s) wordt een Indoor Mixfan geplaatst die ervoor zorgt dat de lucht uit de verblijfsruimte uitgewisseld wordt met die in de hal. Door te sturen op CO2-waarden – zowel in de hal als in de vertrekken – zorgt dit systeem voor de gewenste luchtkwaliteit zonder daarbij energie te verspillen. Ook in nieuwbouw Hoewel dit ventilatieconcept geschikt is voor toepassing in renovatieprojecten, hoeft het zich
Auteur: Ruud
We kennen ze allemaal of we behoren zelf tot de categorie: installateurs die de 50 zijn gepasseerd en nog steeds actief zijn in de installatiebranche. Na de lagere school gingen ze een tijdje naar de middelbare school, maar als snel werd duidelijk dat ze werken leuker vonden dan leren en gingen ze snel aan de slag. Ik ben er zelf zo één. Met wat kennis van je leraar en uit enkele boeken, dacht ik de wereld aan te kunnen. Al snel werd ik teruggefloten door een ervaren maat, leermeester of baas. Ho-ho, zo doen we dat niet. Het moet netjes en goed. Je leerde je vak snel en bleef door vragen, lezen, experimenteren en vergaarde op andere manieren vakkennis. Alles was nieuw: van gietijzeren ketels met daarnaast een geiser met dikke stalen leidingen, gingen we naar de combiketel met dunne stalen leidingen. En deze werd veel later weer vervangen door een hr-combiketel. Wat een gedoe allemaal met dubbele pijpen en een afvoer. Gelukkig waren er handleidingen waaruit duidelijk bleek hoe je dit allemaal moest aansluiten. Tegenwoordig ben je van meer afhankelijk dan je lief is als je een nieuw product moet installeren. Productinformatie en een installatiehandleiding zitten er vaak niet meer bij. Navraag leert dat je deze moet downloaden, dan kan je alles terugvinden. Van de generatie die storingen vond en oploste met een handleiding, punttang en spanningzoeker – en die jaren later blij was met een mobiele telefoon om de achterban te bellen voor extra informatie – gaan we
Wat is waarde, in de context van bedrijven en haar marketing? En hoe staat het met toegevoegde waarde? Wat is dat nu écht? Is het waardemodel van Porter uit 1985 nog steeds bruikbaar in deze tijd? En hoe zit het eigenlijk met de value stream? Deze en andere ‘waardevolle’ vragen ga ik de komende tijd beantwoorden in een columnreeks. Wat is de waarde van waarde? Vaak wordt het begrip waarde direct gekoppeld aan geld. Aan euro’s dus. Maar klopt dit wel? Of doen we daarmee het begrip te kort en is er een bredere uitleg? De columns in InstallateursZaken knip ik op in drie blokken. Het eerste blok van drie columns gaat over de betekenis van waarde, en hoe en waar(in) je deze kunt herkennen. Daarna volgen er drie columns over hoe je waarde creëert en toevoegt. Tot slot leest u hoe u waarde in uw organisatie inbrengt en borgt. De serie schrijf ik vanuit mijn hoedanigheid als associate partner in STEM Industrial Marketing Centre. STEM IMC heeft tot doel de marktgerichtheid van technische mensen en bedrijven te verbeteren. Dit gebeurt onder andere door het geven van trainingen, opleidingen en masterclasses. De kennis die ik deel in de columns ga ik verbinden met extra informatie op de website van deze organisatie. Denk hierbij aan invulschema’s of oefeningen die u helpen ‘waarde’ te plaatsen in uw eigen onderneming en activiteiten. De site vind u op www.stem-imc.com/InstallateursZaken aangeduid met []. Het is voor mij een experiment in het verbinden van offline (de
We beseffen het ons niet altijd, maar onze sector levert elke dag topprestaties. Uiteraard zie ik dit tijdens werkbezoeken, hoor ik het terug in gesprekken en ervaar ik het in mijn eigen huis. Met de vele uitdagingen op de terreinen van klimaat, energie en een op langer thuis wonen gerichte ouderenzorg worden deze topprestaties bovendien steeds groter. De inzet van betrouwbare innovatieve installatietechnieken heeft een enorme maatschappelijke en economische meerwaarde. Zo maken we als sector gebouwen immers slimmer en duurzamer, de zorg efficiënter, het verkeer veiliger en woningen comfortabeler. Daarnaast voorkomen we productieverlies in de industrie en maken we met onze technieken ook in vele andere sectoren het verschil. Dit doen wij samen. Met elkaar! De dynamiek in de technische installatiebranche is groot, maar de druk op onze schouders zo nu en dan evenzeer. Want het inrichten van de toekomst vraagt veel van de bedrijven en de vakmensen van de branche: creativiteit, kennis, kunde, flexibiliteit, het binden en behouden van vakmensen, het actief ontwikkelen van een ontwikkelcultuur enz. We hebben uitdagingen te over! Met de start van het nieuwe jaar is het moment weer daar om goede voornemens te maken en te realiseren. In dit verband roep ik iedere vakman en vakvrouw in de branche op om in 2020 kansen te pakken om je vakmanschap te versterken. Laat dit jouw goede voornemen zijn. Jij zit aan het stuur als het gaat om de duurzame toekomst van Nederland. Jij bent de zorg-innovator, de energie-expert én de klimaatspecialist. We helpen je hier
Binnen Nederland staat de energietransitie hoog op de agenda. Binnen de gebouwde omgeving gaat het meer specifiek om de zogenaamde warmtetransitie. Deze heeft in rap tempo voor een diversiteit aan verwarmingsoplossingen gezorgd. Maar welke oplossing is geschikt voor welke situatie? Een verantwoorde keuze die een duurzame warmtetransitie rechtvaardigt hangt – naast gezinssamenstelling, ouderdom van het huis, mate van isolatie – vooral af van de volgende drie factoren: – het natuurkundige principe; – de energetische waarheid; – de (financiële) haalbaarheid. In de rol van adviseur zal de installateur vaak, in samenspraak met de klant, het financiële aspect bespreken. De overige twee factoren blijven vrijwel altijd buiten beschouwing. Echter, verantwoorde verduurzaming kan niet zonder het natuurkundige principe én de energetische waarheid. Om energiegebruik en emissie van de gebouwde omgeving inzichtelijk te maken, is het noodzakelijk dat er een nationale database wordt ontwikkeld waarin het mogelijk is om daadwerkelijk gerealiseerde energieprestaties van de gebouwde omgeving te monitoren. Dit geeft ons het geschikte handvat om de middels berekeningen theoretische voorspelde energieprestaties te valideren. Om midden in deze toekomst overeind te blijven is het opleiden, van zowel de installateurs die nu actief zijn als de nieuwe instromers, rand-voorwaardelijk. Met alle nieuwe verwarmingsoplossingen zal de opleidingsvraag enorm toenemen. Alleen door een ketengerichte aanpak kan invulling gegeven worden aan die vraag. Een intensieve samenwerking tussen installateurs, fabrikanten én onderwijsinstellingen is hiervoor een vereiste. Hoog op de agenda van dit samenwerkingsverband is het werven van nieuw talent. De toekomst die we samen mogelijk maken, is gisteren al begonnen!
Het is heel wat edities geleden dat VSK een volwaardig programma sanitaire producten liet zien. De beurs was ooit zelfs in het weekend open voor particulieren op zoek naar een badkamerinrichting. Een succes werd dat nooit en inmiddels lijkt het sanitair-gedeelte sowieso het ondergeschoven kindje van de beurs te zijn geworden. Reden voor IZ om wat extra aandacht aan enkele sanitaire noviteiten te besteden. Zo laat Viega een nieuwe generatie voorwandsystemen zien. De Prevista heeft een inbouwreservoir dat – samen met verschillende identieke onderdelen – zowel voor wand-, staanderconstructie- als railmontage kan worden ingezet. Er is alleen nog onderscheid tussen de droogbouwsystemen Prevista Dry en Prevista Dry Plus en Prevista Pure voor de natbouw. Alle elementen hebben eenzelfde standaardhoogte (1200 mm) en inbouwreservoir. De spoeltechniek is altijd gelijk, onafhankelijk van bouwhoogte en -diepte. Montagegemak Op het element kan een optionele wandhouder worden aangesloten, zodat de gewenste diepte handmatig en flexibel kan worden ingesteld. Alle beweegbare en handmatig te monteren onderdelen zijn geel gekleurd. Zo is in één oogopslag duidelijk wat handmatig kan worden gemonteerd. Een voorbeeld daarvan zijn de schuifelementen op het afvoerventiel waarmee zowel de volledige of gedeeltelijke spoeling wordt ingesteld als de instelbare spoelstroombegrenzer of bevestiging van het vulventiel. Afvoerventiel Verder zijn de instelmogelijkheden van de gewenste spoelhoeveelheid via het afvoerventiel vereenvoudigd en zorgt een gepatenteerde spoelstroombegrenzer voor een optimale spoelstroom. Daarmee kan de spoeling van het inbouwreservoir worden afgestemd op uiteenlopende wc-keramieken, ook randloze. Daarnaast zijn er voorwandelementen verkrijgbaar met de optie om het wc-keramiek in hoogte
Steeds meer dienstverleners en fabrikanten introduceren een app bij de producten die ze op de markt brengen. Deze apps kunnen bijvoorbeeld worden ingezet om rechtstreeks te bestellen bij de groothandel, om actuele gegevens over de binnenluchtkwaliteit op te vragen of om een verwarmingsinstallatie (op afstand) te bedienen. Een app om onafhankelijke informatie over uw vak via uw smartphone binnen te halen, was er tot voor kort nog niet. Maar daar hebben we verandering in gebracht. IZ heeft een eigen app laten ontwikkelen. Niet alleen zijn daarin alle artikelen, columns en rubrieken uit iedere uitgave van IZ terug te vinden. We vullen die vakinformatie dagelijks aan met actueel nieuws uit en over uw vakgebied. Dat laatste gebeurt in samenwerking met de redactie van Installatienet.nl, dat al twee decennia lang als populaire nieuwssite voor het vakgebied fungeert. De app is gratis te downloaden in de Google Playstore (Apple volgt snel) (zoek op installateurszaken). Doe dat vandaag nog en blijf, waar u ook bent op elk moment van de dag, op de hoogte van het allerlaatste vaknieuws. PS. Via de app vindt u ook alvast alle exposanten van de komende VSK-beurs.
Fabrikant Remeha liet het afgelopen anderhalf jaar uitgebreid onderzoek verrichten naar de bereidwilligheid van Belgen en Nederlanders om data van slimme thermostaten te delen. De installateur gaat een belangrijke rol spelen in het acceptatieproces. Bij onze Zuiderburen bleek er weinig animo te zijn om de data van slimme verwarmingstoestellen te delen. Slechts 25% van de Belgen was hiertoe bereid. Product Manager Jan Deklerck liet in een reactie aan de Belgische bouwsite Livios weten teleurgesteld te zijn. Voordelen De huiver om data te delen kan namelijk een rem vormen op innovatie, aldus Deklerck. “We ontwikkelen regelsystemen afgestemd op patronen van de gebruiker. Je zou bijvoorbeeld de combinatie van een thermostaat met een bewegingssensor kunnen onderzoeken. Of dat nuttig is, weten we momenteel niet. Maar via de informatie die we verkrijgen van slimme ketels zouden we dat wel kunnen testen en achterhalen. Of tal van nieuwe features bedenken. Maar daarvoor heb je reële situaties nodig om te achterhalen of dit minder gaat gebruiken. En zouden wij als fabrikant een beroep moeten kunnen doen op geanonimiseerde data van gebruikers.” Nederland Zijn Nederlandse collega Ferry Overweg kreeg dit jaar de onderzoeksresultaten binnen voor ons land. Ook Nederlanders maken zich zorgen om hun privacy bij het delen van gegevens met fabrikanten en/of derden, maar het ligt wel allemaal genuanceerder dan bij onze zuiderburen. “We hebben 800 respondenten benaderd, die een representatieve afspiegeling zijn van de bevolking. Uit onze gegevens blijkt dat 20% van de Nederlanders nu een slimme thermostaat heeft. Van de resterende 80% toont
Tijdens de Dag van de Warmtepomp verzorgde Michel van Bronkhorst een workshop over propaan. Volgens de ervaren trainer van GO° ontberen installateurs vaak nog de kennis om aan de slag te gaan met R290. Propaan is een natuurlijk koudemiddel, dat behoort tot de koolwaterstoffen. Propaan heeft een aantal gunstige eigenschappen, waardoor het uitermate geschikt is voor warmtepompen. “Qua energetische prestaties doet propaan zeker niet onder voor de synthetische koudemiddelen. Daarnaast is het relatief goedkoop in de aanschaf en heeft het een lage GWP-waarde (3).” In de particuliere sector staat het gebruik van R290 nog in de kinderschoenen. Maar met de energietransitie in volle gang is de verwachting dat een significant deel van de warmtepompen op termijn op natuurlijke koudemiddelen zal draaien, waaronder propaan. Tussen wal en schip Helaas weet de gemiddelde installateur maar weinig over propaan. Van Bronkhorst legt uit waarom: “Je hebt sowieso geen F-gassendiploma nodig. En als je met propaan werkt, moet je pas boven de 5 kg beschikken over een vakbekwaamheidscertificering. Installateurs die cv-ketels vervangen voor een warmtepomp hebben maar kleine hoeveelheden nodig, waardoor ze vaak niet goed zijn ingevoerd in de finesses van het werken met propaan.” Misverstanden En dat brengt misverstanden met zich mee, die zelfs kunnen leiden tot gevaarlijke situaties. “Het is sowieso al opletten geblazen, want propaan is reuk-, geur- en kleurloos, verdampt snel en is zeer brandbaar. Veel installateurs denken bijvoorbeeld dat ze evenveel liter propaan nodig hebben om een installatie af te vullen als synthetische koudemiddelen, zoals R410A. Een liter propaan
Cv-ketelinstallaties worden meestal te ruim gedimensioneerd om onder alle klimaatomstandigheden het gewenste comfortniveau te kunnen garanderen. Bij warmtepompen werkt deze veiligheidsmaatregel juist tegen de installatie in, betogen drie deskundigen. Bij een gasgestookte cv-ketel zijn wij gewend de installatie op de piekmomenten te dimensioneren. En het liefst nog een beetje meer voor de zekerheid. Een grotere ketel kost immers maar weinig meer dan een kleintje. Het grootste deel van het seizoen laat je hem lekker zachtjes branden en bij een plotselinge piekvraag is de woning snel warm te krijgen. Een gasketel kan ook in lichte gebouwen die van zichzelf weinig massa hebben om warmte vast te houden, ‘gas’ geven om erg koude periodes te overbruggen. Warmtepomp Bij een warmtepomp ligt dat anders. Die kan je niet zachtjes en dan weer met een groot vermogen laten draaien. Als een warmtepomp gedimensioneerd wordt op meer dan het dubbele vermogen dat nodig is voor de normale basisvraag, dan zal de pomp heel vaak aan en uit schakelen om niet te veel warmte te produceren. Dit ‘pendelen’ is erg nadelig voor de levensduur van de pomp en kan alleen verminderd worden met een zeer groot buffervat. Zowel de warmtepomp als het buffervat zijn vergeleken met een gasketel duur in de aanschaf. Er valt dus veel voor te zeggen om deze onderdelen van de installatie niet te over-dimensioneren. Berekeningen maken De technische verschillen tussen een gasketel en een warmtepomp zouden eigenlijk ook aanleiding moeten zijn om op een andere manier het benodigde warmtevermogen te berekenen. In