De vraag naar alternatieven voor de Hr-ketel is groter dan ooit. Het plaatsen van een (hybride) warmtepomp in een bestaande situatie vraagt om goed installatiewerk. Daarbij moet de installateur ook rekening houden met de installatie als geheel. Sinds begin 2020 gelden er nieuwe wettelijke eisen voor onderhoud, verbouw en de nieuwe aanleg van installaties voor verwarming, koeling, tapwater, ventilatie en (bij utiliteit) verlichting. Aan de reacties uit de markt te horen, zijn deze nog nauwelijks bekend. Wat er wel bekend is, berust regelmatig op misverstanden en foutieve interpretaties. We zoomen in op de eisen voor individuele warmtepompen. Richtlijn Vanaf 10 maart 2020 staan in het Bouwbesluit – artikel 6.55 en 6.55a om precies te zijn – nieuwe wettelijke eisen voor veel voorkomende installaties. De eisen komen uit de Europese richtlijn EPBD-III, waarin bijvoorbeeld ook de keuringsverplichting voor grote installaties is geregeld. Deze nieuwe eisen gelden ook voor woningbouw en kleine utiliteit waarop de keuringseisen niet van toepassing zijn. Bijzonder is dat de eisen ook van toepassing zijn op bestaande installaties. Onduidelijkheden In de markt circuleert een aantal misverstanden over de eisen. Deze hebben deels betrekking op warmtepompen. Hieronder een overzicht: • Elektrische verwarming Directe elektrische verwarming (ofwel: met een COP van 1) is alleen toegestaan met losse zelfstandige toestellen. Een oplossing met een ‘elektrische ketel’ is hiermee praktisch verboden. Dat geldt zowel voor nieuwbouw als bij vervanging van het opwekkingstoestel. Een warmtepomp valt hier niet onder. Ook een hybride oplossing van warmtepomp met een elektrische ‘piek’-ketel zal waarschijnlijk voldoen. • Regeling per
Auteur: Ruud
De lente is aangebroken en het wordt eindelijk weer wat warmer en zonniger. Als de trend van de afgelopen jaren doorzet, wordt het ook dit jaar een hete zomer. Met de stijging van de temperatuur in Nederland stijgt ook het aantal geïnstalleerde split-unit airco’s. Dat was de afgelopen jaren duidelijk zichtbaar, met een stijging van gemiddeld 50% per jaar. Als gevolg van hoge gasprijzen en keuzes ten aanzien van het klimaat, worden woningen steeds vaker verwarmd met een (hybride) warmtepomp. Kortom, of het nu gaat om koelen of verwarmen of allebei, koeltechniek is in opmars. Een goede gelegenheid voor NVKL, de vereniging van koeltechnische bedrijven, om een aantal zaken op een rijtje te zetten over het werken in de koeltechniek. De meeste koudemiddelen die worden gebruikt in huidige airco’s en warmtepompen – vooral voor toepassingen in woningen – zijn gefluoreerde broeikasgassen, ook wel f-gassen genoemd (of vroeger: ‘Freon’). Deze stoffen zijn goed toepasbare koudemiddelen, maar het zijn ook broeikasgassen die een bijdrage leveren aan de opwarming van de aarde. Hoe groot deze bijdrage is, wordt weergegeven met het GWP (Global Warming Potential)-getal. R32 bijvoorbeeld heeft een GWP van 675. Dat betekent dat 1 kg R32 hetzelfde effect heeft op de opwarming van de aarde als 675 kg CO2, of met andere woorden: 1 kg R32 is gelijk aan 675 kg CO2-equivalent. Wetgeving Voor deze f-gassen is er Europese wetgeving die bekend staat als de f-gassenverordening. Het doel van deze verordening is het zo klein mogelijk houden van de opwarming van
Met VSK 2022 vers in het geheugen zijn we er nóg meer van doordrongen dat de installatiebranche midden in een duurzaamheidstransitie staat. Je vakkennis up-to-date houden is belangrijker dan ooit, bijvoorbeeld over het installeren van zonne-energiesystemen en energieopslag. Er zijn zeer veel zaken die je je kunt afvragen voor en tijdens de installatie van een zonne-energiesysteem. Want in welke situatie installeer je wel een aardlekschakelaar en wanneer niet? Welke materialen zijn nodig voor de integratie, wat is de kwaliteit van connectoren, welke eisen stellen verzekeraars of certificeringsregelingen? En wanneer is het beter om de invoeding van een PV-systeem aan de andere kant van de hoofdschakelaar te plaatsen? En dan hebben we het nog niet eens over zonnewarmtesystemen, waar weer heel andere inpassingsproblemen spelen. Handboek Zonne-energie De ontwikkelingen in het vakgebied gaan erg snel. Deze zomer komt ISSO daarom met een nieuwe editie van het Handboek Zonne-energie, de vierde uitgave. De inhoud van deze vierde editie is voor meer dan 20% aangepast, mede onder invloed van de nieuwe NEN1010 en de NEN7250 en diverse technische ontwikkelingen. Deze normen hebben redelijk veel invloed op de kennis die je nodig hebt om zonne-energiesystemen veilig en vakbekwaam te kunnen installeren. De editie die deze zomer verschijnt is op veel plaatsen aangepast, ook waar het gaat om de bouwkundige integratie van pv-systemen. Brandveiligheid “Door de komst van de vernieuwde NEN7250 hebben die bouwkundige aspecten een belangrijke basis in de normen gekregen”, vertelt André Derksen, projectcoördinator voor het Handboek Zonne-energie bij ISSO. “Dat wilden we dan
“Klanten willen toch alleen maar de laagste prijs.” Deze opmerking hoor ik regelmatig tijdens workshops en trainingen die ik verzorg op het gebied van Marketing en Sales voor technische bedrijven. Prijs en waarde zijn twee schaaltjes aan dezelfde weegschaal. Als die in balans zijn, ervaart de klant de waarde die verwacht wordt. Niet meer en niet minder. Maar het is gevaarlijk om aan te nemen dat de klant dan ook tevreden is. Want wat een product of dienst in prijs waard is, is wat anders dan de waarde voor de klant. Zoals een schoon opgeleverde ruimte bij een verbouwing of een installatie die niet alleen werkt, maar ook helemaal volgens afspraak is aangebracht. Hoe vaak gaan bij oplevering discussies juist over de troep die achtergelaten wordt. Dat de installatie wel werkt, maar niet op de afgesproken wijze, of slordig is afgewerkt. Ik ervaar om mij heen dat er een niet al te positief beeld heerst over de sector op dat gebied. Klanten zien ook niet echt het verschil tussen de ene en de andere installateur. Ze leveren allemaal wel een werkende installatie. Maar het onderscheidend vermogen is klein. Dat vertaalt zich in een lagere waardering voor het werk dat opgeleverd wordt. De balans slaat door: een lage prijs wordt belangrijker dan de waarde die de klant van de installatie denkt te ervaren. De prijsdiscussie die dan ontstaat, win je niet meer als je niet vooraf heel goed duidelijk hebt gemaakt waarin jouw op te leveren installatie zich onderscheidt van die
Er staan dit keer maar weinig sanitair-exposanten op de VSK. Het mag dan op de beurs een onderbelicht onderwerp zijn, hier zetten we deze exposanten in de schijnwerpers. Wat opvalt is dat kleur in de badkamer een belangrijke rol speelt. Bij het ontwerpen van een nieuwe badkamer spelen individueel design en persoonlijk karakter een steeds grotere rol. De Grohe Colors collectie maakt het eenvoudig om een geheel gepersonaliseerde badkamer te creëren: in eigen kleur, stijl en afwerking, van kranen en douche tot aan de accessoires die zorgen voor de finishing touch. Complete oplossing Eén van belangrijkste kenmerken van de Colors collectie is de brede keuze in kleuren. Grohe biedt zelfs een kleurenportfolio voor montagedelen, douches, accessoires en bedieningsplaten, aangevuld met een aanbod in keramiek. PVD Coating De sanitairfabrikant produceert de Colors producten op basis van haar Physical Vapor Deposition (PVD) proces. Dit proces zorgt voor een nog bredere kleurkeuze en biedt tegelijkertijd een afwerking die drie keer zo hard en tien keer krasvaster is dan een gegalvaniseerde finish. Naast chroom bestaat de Color collectie uit diverse andere kleurdesigns, waaronder SuperSteel, Cool Sunrise (goud), Warm Sunset (koper) en Hard Graphite (antraciet). Stijlvolle combinatie De ruime keuze aan vormen en plaatsingsmogelijkheden, zoals opbouw, inbouw en onderbouw, bieden veel mogelijkheden. Een stijlvolle combinatie kan gemaakt worden met het Subway 2.0 toilet dat nu verkrijgbaar is in dezelfde kleuren als de Loop & Friends wastafels. Organische wastafels Villeroy & Boch heeft de Loop & Friends wastafels vernieuwd waarbij de moderne, organische vormgeving direct opvalt.
De VSK is terug. En hoe. De 25e editie staat volop in het teken van de energietransitie. Die – zoals een vakcollega onlangs omschreef – de grootste uitdaging is sinds de Deltawerken. Uitdagingen aangaan? De Nederlandse verwarmingsindustrie moet dat als geen ander. Eerst de coronacrisis en de daaropvolgende grondstoffen- en onderdelenschaarste. Een zeer onstuimige markt als gevolg van de stijgende gasprijzen en de noodzaak om snel minder afhankelijk te worden van buitenlands aardgas. Paniek? Integendeel. Keep calm and carry on. En dus tonen leden van de Nederlandse verwarmingsindustrie op de VSK 2022 volop hun veerkracht en vernieuwingsdrang: klaar om de schouders onder de duurzame ambities van Nederland te zetten. Met een breed palet aan all-electric oplossingen. Met de door de overheid omarmde hybride installaties voor een duurzamere gebouwde omgeving waarmee ook nog eens wordt voorgesorteerd op de inzet van alternatieve gassoorten en waterstof. En met nieuwe concepten die de bouwwereld kansen bieden de grootschalige bouw van nieuwe, duurzame woningen te versnellen. Innovatiekracht is terug te zien in de nominaties voor de VSK Award 2022. Het wordt ongetwijfeld ook hét onderwerp tijdens inspirerende gesprekken op de stands van fabrikanten. Het mag duidelijk zijn: de Nederlandse verwarmingsindustrie gaat geen uitdaging uit de weg. Bovendien: de VSK is terug en daar zijn we blij mee. Hét podium waarop we onze technologische bijdragen aan de energietransitie en de duurzame bouwopgave tonen. Met een thema dat aansluit bij onze ambities: ‘Onze toekomst, jouw wereld. VSK zet je op voorsprong.’ De Nederlandse verwarmingsindustrie laat er zien
Het is een bijzondere tijd voor Wij Techniek. Hoewel we merken dat onze handen jeuken om het vakmanschap in de technische installatiebranche verder te voeden, moeten we een beetje op onze handen zitten deze maanden. Waarom? Op dit moment zijn de werkgevers- en werknemersorganisaties met elkaar in gesprek over de cao. Dat betekent dat we op dit moment als ontwikkelingsfonds geen bijdragen meer ontvangen van werkgevers en werknemers. Een lastige situatie, want het betekent dat we een groot deel van onze activiteiten stil moeten leggen. En dat is onwennig voor de mensen die zich elke dag bezighouden met het ondersteunen van het vakmanschap in de branche. En we wachten dan ook met spanning tot het moment dat we weer aan de slag kunnen en onze activiteiten weer op kunnen starten. Zitten we nu dan stil? Nee, we proberen de ontwikkelingen in de branche goed te volgen, maar ook alles wat maatschappelijk speelt waar onze vakmensen het verschil kunnen maken. En we volgen vooral wat vakmensen van nu en morgen nodig hebben. Dus ja, het is stilzitten, maar wel met een voortdurend oplettende blik. Zodat we klaar zijn als het moment dat we weer aan de slag kunnen is aangebroken. En vooral zodat we weten wat er dan nodig is. Want de energietransitie stopt niet. Nog steeds vinden we dat techniek een bepalende rol speelt bij het langer thuis laten wonen van senioren. Willen we het verschil maken bij de groeiende inzet op elektrisch vervoer. En willen we industrieën blijven verduurzamen.
Vanaf 1 augustus 2021 staat op het Energielabel vermeld of de woning voldoet aan de ‘Standaard voor woningisolatie’. Deze standaard wordt uitgedrukt in kWh/m2.jr en geeft aan of de woning goed genoeg is geïsoleerd voor een toekomst zonder aardgas. Daarmee krijgen gebouweigenaren inzicht in hoeverre verbeteringen nodig zijn aan de woning voor verwarming met een alternatief voor aardgas. Het alternatief is vaak verwarming met een lage(re) temperatuur. De samenhang tussen de standaard en het temperatuurtraject voor ruimteverwarming vraagt bij de uitwerking van het renovatieplan om aandacht. Standaard De ‘Standaard voor woningisolatie’ is een kenmerk op woningniveau, namelijk de jaarlijkse netto-warmtebehoefte die berekend wordt volgens NTA 8800. Daarmee is de Standaard voor de woningbouw één waarde in kWh/m2.jr die afhankelijk is van het samenspel van geometrische kenmerken, de bouwkundige kwaliteit, het isolatieniveau en de luchtvolumestromen (ventilatie, infiltratie). Merk op dat de warmtebehoefte iets anders is dan de verwarmingscapaciteit of de afgiftecapaciteit van de installatie. Die capaciteit wordt afgestemd op een piekvraag, de warmtebehoefte wordt berekend voor een representatief jaar. De twee grootheden zijn vrij eenvoudig uit elkaar te houden: een capaciteit wordt uitgedrukt in W of kW, de behoefte in kWh. Netto-warmtebehoefte De ‘Standaard voor woningisolatie’ is een niveau van de netto-warmtebehoefte die een eerste antwoord geeft op de vraag of de woning ‘aardgasvrij’ kan worden; de standaard geeft aan hoeveel warmte nodig is om de woning te verwarmen. Daarbij is een niveau gekozen dat als toekomstvast kan worden beschouwd. De betreffende woning hoeft dan voor 2050 niet nogmaals geïsoleerd te
Vanuit Nederlandse wetgeving (selectiviteit) zit er een limiet aan het aantal ampèrezekering die geplaatst kan worden na de hoofdaansluiting. Doorgaans beschikt een woning over een 3x25A hoofdaansluiting en vanuit selectiviteit wordt er een factor 1,6 gevraagd t.o.v. de huiszekeringen. Hiermee kom je tot een limiet van een 16A zekering. Bij enkelfase warmtepompen tot 6 kW is dit geen probleem, hier volstaat de 16A zekering en kan deze gewoon toegepast worden. Vanaf ±8 kW warmtepompen zie je echter bij veel merken dat hier een 20A zekering nodig is en vanaf ±10 kW een 25A zekering. Beide zullen niet voldoen om selectiviteit in de meterkast te handhaven. De warmtepompen zelf gebruiken als opgenomen elektrisch vermogen lang niet het maximale van wat dit kan leveren, maar dit zal te maken hebben met startstromen die dermate hoog oplopen dat deze zekering nodig is. In de praktijk ben ik al diverse oplossingen tegen gekomen. Of de selectiviteit wordt genegeerd en er zit een 20A achter een 25A aansluiting, of er zitten twee 16A zekering aan dezelfde kabel om aan de selectiviteit te voldoen maar effectief creëren ze eigenlijk een te grote zekering. Om aan selectiviteit te voldoen zal de hoofdzekering verzwaard dienen te worden. Dit neemt dermate vastrechtkosten met zich mee dat het hele voordeel van het weghalen van de gasmeter verdwijnt. Daarnaast kan gekeken worden om naar een driefase-warmtepomp over te gaan die met 3x16A zekering voldoet. De vraag is echter of het verwarmingsvermogen dan niet teveel wordt voor de woning. Een laatste optie
De laatste keer dat ik een beurs bezocht was kort voor de eerste lockdown in 2020. Het bezoekersaantal lag dramatisch laag. De gemiddelde standhouder stond verveeld op zijn smartphone te kijken, zonder oog te hebben voor de enkele bezoeker die voorbij liep. Dat gedrag was eender toen de beurzen in het pre-corona tijdperk nog beter liepen. Een gemiste kans, want misschien heeft een standhouder wel iets zinvols te bieden aan bezoekers. Alleen, als je het aan zijn ronddwalende ogen overlaat, kijkt die maar al te graag weg. Want hij zit niet te wachten op een commercieel praatje. Dat is die andere doodzonde tijdens een beurs: gelijk proberen iemand iets te verkopen. Zelfs niet als een heel goed geïnstrueerd lid van de standbemanning bezoekers met de juiste set aan vragen naar binnen weet te ‘lokken’. Als dit trouwens al lukt, heeft het bedrijf zich blijkbaar behoorlijk goed voorbereid op de beurs. De successen volgen doorgaans na de beurs. En normaliter heb je maar twee weken de tijd om na afloop te ‘oogsten’. Dus alle reden om een beursdeelname serieus te nemen en je er als bedrijf goed op voor te bereiden. Goed voorbereiden geldt ook als je een beurs gaat bezoeken. Zorg dat je weet welke nieuwe snufjes je wilt zien. Bij wie en waar op de beurs die te vinden zijn. Kijk daarvoor in relevante vakbladen en op de website van de beursorganisatie die doorgaans voorafgaand aan een beurs hierover publiceren. Want anders is een dagje beursbezoek toch niet veel