Auteur: Ruud

Zuinig met (warm) water

Als we het over duurzaamheid hebben, ligt de nadruk vaak bij de warmte-opwekker. Uiteraard begint het daar allemaal mee en dragen bijvoorbeeld warmtepompen of PVT-systemen aanzienlijk bij aan een milieuvriendelijke samenleving. Maar ook op het oog ‘kleine ingrepen’ maken een woning of gebouw een stuk duurzamer. Wat te denken van waterbesparende douchekoppen en kranen. Slimme technologie zorgt ervoor dat tot ruim de helft op watergebruik kan worden bespaard, zonder overigens aan comfort in te boeten. Maar er is meer. Natte ruimten lijken paradijsjes voor technische innovaties die ons helpen zuiniger met watergebruik en warmwaterproductie om te gaan: recirculatiedouches, douche-WTW, mengkranen waaruit alleen koud water stroomt als de hendel op de middenpositie staat, het toepassen van een slim leidingverloop… Zelfs het installeren van kokendwaterkranen kunnen een bijdrage leveren. Ook op sanitairgebied komt de installatiebranche dus goed voor de dag als het gaat om verduurzaming. Zolang al die slimmigheidjes de gebruiker maar niet aansporen om het eigen duurzame gedrag te laten voor wat het is. Want dan schieten we uiteindelijk ons doel voorbij.

Bevochtiging

Volgens experts heeft circa 40% van de gebouwen te kampen met een te lage luchtvochtigheid. Met name tijdens de koudere maanden. De markt levert verschillende oplossingen om dit probleem het hoofd te bieden, maar sommige brengen een legionellarisico met zich mee. Hoe ga je hiermee om? Het is een terugkerend thema in IZ: luchtbevochtiging. Ondanks jarenlange campagnes van fabrikanten, leveranciers, kennisinstituten en andere stakeholders blijft een goede RV in de gebouwde omgeving een zorgenkindje. Wat is er aan de hand? Type gebouw “Het hangt voor een groot deel af van het type gebouw en de processen die er zich in afspelen”, zegt Wil Sampers, DGA van Cumulus. Zijn bedrijf is gespecialiseerd in industriële en utiliteits- bevochtiging en waterbehandeling. “In een aantal marktsegmenten gelden duidelijke randvoorwaarden voor de RV in gebouwen. Denk aan de textielindustrie, fruit- en groentetelers die gebruik maken van koelcellen, laboratoria of de zorgsector. Vanwege de hygiëne of gewenste optimale productieomstandigheden houdt men daar al uit voorzorg strikte randvoorwaarden aan. Maar in bijvoorbeeld kantoren of woningen ligt dat anders.” Graadmeters “Het beslissingstraject duurt langer, men heeft geen sensor in het lichaam die de luchtvochtigheid meet. Geïrriteerde ogen, een droge hoest of huid zijn dan vaak indicatoren dat de luchtvochtigheid te laag is.” Dat betekent in de praktijk een RV onder de 40%. Koude lucht Vooral in de koude maanden schiet de RV naar beneden. Maar vergis je niet, zegt Sampers. “Ook tijdens andere periodes, zoals dit jaar tijdens Pasen, toen er droge, zeer warme lucht uit Oost-Europa over

Gouden randjes

In een middelgrote stad als Leiden valt goed af te lezen hoe de installatietechniek zich in de loop der eeuwen heeft ontwikkeld. Edwin Orsel, bouwhistoricus van de gemeente Leiden ging met IZ op pad en legde uit waarom oude installaties ook voor nieuwe generaties waarde hebben. Orsel houdt kantoor in het gebouw van Erfgoed Leiden en Omstreken. In het depot liggen restanten van oude installaties. Orsel laat ze zien en vertelt er enthousiast over. Grens De vraag is natuurlijk wat we als historische installaties omschrijven. Waar ligt de grens? “Ik zou zelf geneigd zijn om te zeggen tot circa 25 jaar geleden. Daarna is de omloopsnelheid van producten fors toegenomen. Er komen sindsdien aan de lopende band innovaties op de markt.” Ambachtelijke karakter Tot de industrialisatie in de 19e eeuw gebeurde alles op ambachtelijke wijze. Met de komst van massaproductie en ontwikkeling van nieuwe bouwmaterialen, zoals gietijzer en later kunststoffen kwam er een grote kentering op gang. De eersten die daarvan profiteerden waren de rijke burgers. Zij hadden de financiën en mogelijkheden om de eigen leefomgeving aan te pakken. Een arbeider daarentegen was volkomen afhankelijk van anderen. Hij moest werken voor een, veelal, karig loontje en had een huurwoning. Elektriciteit “Illustratief voor deze ontwikkeling is de komst van elektriciteit in huizen. De architect Hendrik Jesse verbouwde in 1907 een woning aan de Breestraat, bij uitstek een straat voor de gegoede burgerij. De dokter wilde elektrische verlichting en had als een van de eerste Leidenaren een aansluiting op de stedelijke elektriciteitsfabriek.

Ontharders

Ron Bosch, adviseur en HBO-hoofddocent Installatietechniek gaat in dit artikel in op drie soorten ontharders die erg populair zijn. Het gaat om de magnetische ontharder en de ontharder die werkt op basis van kooldioxide toevoeging aan het drinkwater en het Greenguard onthardingsprocedé. Dit artikel is een vervolg op een eerder verschenen publicatie in IZ in de juli-editie van 2022. Het desbetreffende artikel ging over de aansluiting van ontharders via de juiste keerkleppen. Bosch kreeg vervolgens de nodige vragen binnen bij de vakcommissie op de Hogeschool over het gebruik van specifieke ontharders. Magnetische waterontharder Een magnetische waterontharder zou volgens fabrikanten de aanwezige calciumionen voorzien van een negatieve elektrische lading. Hierdoor wordt de binding met magnesiumionen voorkomen. Er is echter geen enkele wetenschappelijke onderbouwing dat het werkt. Ook zijn er, zover wij hebben kunnen nagaan, geen testattesten van keuringsinstanties voorhanden waaruit de werking blijkt. Te mooi Een magneet-waterontharder is niet meer dan een klein doosje, die met tie-wraps om de hoofdwaterleidingbuis gemonteerd wordt. Je ziet ze veel in reclamespotjes op tv. Er zitten een paar permanente magneten in of elektromagneten die op stroom werken. Ze variëren in prijs van enkele tientjes tot honderden euro’s. Dat zo’n doosje met magneten je kalkprobleem oplost, lijkt bijna te mooi om waar te zijn. En dat is het waarschijnlijk ook. Recent gaf een rechtbank nog te kennen dat “het gebruik van de term ‘waterontharder’ in het geval van de Amfa magnetische waterontharder feitelijk onjuist is”. Kooldioxide ontharder Het tweede type waterontharder dat opgang maakt, is de

Klimaatneutraal

Systeemleverancier Viega heeft op zijn locatie Attendorn-Ennest een energiezuinig opleidingsgebouw gerealiseerd. Het ongeveer 12.000 vierkante meter grote interactieve gebouw is klimaatneutraal. Dankzij fotovoltaïsche panelen en het warmtenet met een nabij gelegen productiehal wekt het meer energie op dan het nodig heeft. Viega World, zoals het gebouw heet, is volgens de BIM-werkmethode gepland en gebouwd. Als opdrachtgever, investeerder en toekomstige gebruiker legde Viega vooraf gedetailleerd het gebruik van het gebouw vast. Duurzaamheid speelde een centrale rol bij de exploitatie van het centrum. Uitgangspunt was een zo gering mogelijke energiebehoefte en het gebruik van regeneratieve energiebronnen. Projectleider Dipl.-Ing. Sebastian Herkel van het Fraunhofer-instituut voor zonne-energiesystemen ISE legt uit dat het daarbij niet alleen ging om een zo laag mogelijk energiegebruik of een zo hoog mogelijk regeneratief rendement. “Onze insteek was veel meer om een modelproject te realiseren dat probleem­loos voor andere gebouwen kan worden toegepast en de weg wijst naar klimaatneutrale gebouwen.” Open aanpak In eerste instantie werden de meest uiteenlopende technologische benaderingen overwogen met een open aanpak, waarbij vooral één hindernis moest worden overwonnen: de sterk wisselende belastingsprofielen van het trainingscentrum. Daarnaast was er de vraag naar leveringszekerheid en economische efficiëntie, vooral met het oog op de toepasbaarheid van het concept voor andere nieuwe gebouwen. Dit eisenpakket werd opgelost door een gezamenlijk ontwikkeld energieconcept. Dit omvat een moderne geïsoleerde gebouwschil (KfW Efficiency House 55), een fotovoltaïsch systeem van enkele duizenden vierkante meters en het gebruik van lokale warmte van een nabij gelegen productie-installatie. De output ervan dekt al ongeveer 375 kWh

Rendementsverlies

Tegenvallende rendementen van warmtepompen kunnen het gevolg zijn van verkeerde uitgangspunten, afwijkende temperaturen of ontwerpcondities. Vergelijkbaar met de traditionele cv-installatie kunnen ook lucht en vuil in het systeem na verloop van tijd het risico op storing en onderhoud verhogen. Lucht en vuil zijn twee onopvallende maar in de praktijk wel vaak voorkomende veroorzakers van rendementsverliezen, storing en onderhoud in verwarming- en koelinstallaties. Hun invloed is groter bij installaties die op basis van een lagere temperatuur werken om energie te besparen, zoals warmtepompen. Verder zijn vloerverwarmingsystemen gevoeliger voor lucht- en vuilophoping dan radiatoren. Lucht kan in de vorm van microbellen, opgelost in het leidingwater en in een vrije vorm aanwezig zijn in installaties. Dit vermindert zowel de doorstroming als warmte-afgifte. Ophoping van vuil wordt veroorzaakt door corrosie van leidingen en installatiecomponenten, bacteriegroei of kalkaanslag. Lucht en vuil hebben beide een reducerende invloed op de efficiëncy en levensduur van warmtepompen, wisselaars en andere componenten. Adviezen uit de praktijk De negatieve invloed van lucht en vuil op het rendement van installaties is zo groot dat Alklima automatische lucht- en vuilafscheiders standaard voorschrijft bij de verkoop van warmtepompen. “Wij zien bij onze servicecontacten een direct verband tussen alle meldingen en de aanwezigheid van lucht en vuil in het systeemwater”, vertelt Rudy Grevers, manager woningbouw bij het bedrijf. “In lagetemperatuur-installaties komt lucht in de vorm van microbellen meer voor en hopen vuildeeltjes zich sneller op dan in hogetemperatuur-installaties, waardoor de energetische prestatie afneemt. Als klanten contact opnemen over een code 9 melding wordt die vaak

Hou het koel!

Het is bijna zomer, en jij merkt al dat door die warme zomers van de afgelopen jaren jouw klanten zich eerder melden. Jij wilt hun helpen voorbereid te zijn op de warmte. Of het nu gaat over duurzaam verkoelen, de laatste ontwikkelingen, nieuwe producten en designs, met al jouw kennis geef jij jouw klant een goed en gedegen advies. Jij bent hun coole held als het gaat om die nieuwe installatie of het onderhoud aan die bestaande installatie. Zij zitten er straks weer heerlijk koel bij. Check wasco.nl/koel-wonen voor alles over duurzaam verkoelen, de laatste ontwikkelingen, nieuwe producten en designs. Onze specialisten delen hier al hun kennis met jou.

Innovatiekracht maakt duurzaamheidsambities waar

Nederland is één van de meest innovatieve landen ter wereld. Nederlandse technologiebedrijven ontwikkelen innovatieve oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen zoals de warmtetransitie. Er is hier veel over te doen en daar speelt de Nederlandse maakindustrie daadkrachtig op in. Wanneer heb je het over innovatiekracht? Gemakshalve gaan we er vanuit dat een innovatie vernieuwend is en vooral beter en anders dan voorgaande uitvoeringen. Een innovatie ontstaat vanuit een behoefte; want het kan altijd mooier, beter, sneller, stiller, groter òf kleiner, goedkoper, duurzamer, milieuvriendelijker, en ga zo maar door. De Nederlandse verwarmingsindustrie heeft de afgelopen decennia aan de basis gestaan van grote ontwikkelingen binnen de warmtevoorziening van de gebouwde omgeving. De echte innovatiekracht achter deze ontwikkelingen is het realiseren van energiebesparing én (maatschappelijke) kostenreducties. Met deze innovatiekracht wordt ook de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderd. Neem de hybride verwarmingsinstallatie, waarbij de sterke kanten van een HR-ketel en een warmtepomp worden gecombineerd. Dit speelt in op de concrete vraag uit de maatschappij: een betaalbare oplossing die gemakkelijk kan worden ingezet én die direct zorgt voor een sterke verlaging van het gasverbruik en dus CO2-uitstoot. Duurzaamheid is breder dan energieprestatie alleen. Milieuprestatie en circulariteit worden een steeds belangrijker onderdeel binnen duurzaamheid. In de installatiesector kan dat beter. Grondstoffen zijn eindig, productie- en transportprocessen vervuilen en verpakkingen blijven achter. Het is daarom van belang dat innovatie ook wordt gezocht in circulaire oplossingen om de milieu-impact van de gebouwde omgeving te minimaliseren. De Nederlandse maakindustrie zal ongetwijfeld ook die koppositie pakken als het gaat om circulaire innovaties.

Leidingwatersystemen

De vernieuwde ISSO-publicatie 55 biedt professionals een update van bestaande kennis, maar ook een aantal nieuwe onderwerpen voor het ontwerpen en realiseren van leidingwaterinstallaties. Het naslagwerk biedt een gestructureerd overzicht van alle facetten die hiervoor nodig zijn. De publicatie is een herziening van de uitgave uit 2013 over ‘Leidingwaterinstallaties voor woon- en utiliteitsgebouwen’. Omdat deze publicatie al relatief lange tijd niet is geüpdatet, was alleen het actualiseren van de bestaande inhoud onvoldoende. Diverse ontwikkelingen in het vakgebied zorgden dat het nodig was om nieuwe en belangrijke onderwerpen aan de publicatie toe te voegen. Bovendien is ook de structuur van het kennisdocument grondig aangepast, waardoor het beter aansluit bij het volledige ontwerp- en realisatieproces van leidingwaterinstallaties. Overzichtelijkere structuur Specifieke onderwerpen, die voorheen verspreid door de publicatie aan bod kwamen, zijn vanwege hun belang en voor een beter overzicht in één hoofdstuk bij elkaar gebracht. Een mooi voorbeeld is het prominente onderwerp waterkwaliteit, dat nu in een eigen paragraaf extra aandacht krijgt. Op deze manier is het document sneller en gemakkelijker te raadplegen, zonder dat de professional hierbij heen en weer hoeft te bladeren. Daarbij zijn bij verschillende onderwerpen in het document ook nieuwe, handige schema’s toegevoegd. Ook dit draagt bij aan de volledigheid en gebruiksvriendelijkheid van het document. Aandacht voor duurzaamheid Zodra je collectieve leidingwaterinstallaties ontwerpt conform de kennis in deze publicatie, dan weet je zeker dat je voldoet aan de wet- en regelgeving en de laatste stand van kennis en techniek. Natuurlijk spelen comfort en veiligheid hierin een belangrijke rol,

Materialenpaspoort

Vaillant lanceerde tijdens de ISH de eerste warmtepomp met een materialenpaspoort. Het gaat om de aroTHERM split lucht-/waterwarmtepomp, die ook in monoblock uitvoering verkrijgbaar is. Waarom is dit een belangrijke ontwikkeling? Met een levenscyclusanalyse of LCA wordt de milieu-impact van bijvoorbeeld een warmtepomp gemeten en onafhankelijk getoetst. De verkregen data zijn nodig om een materialenpaspoort samen te stellen. Materialenpaspoort Een materialenpaspoort bevat gedetailleerde informatie over zowel de kwaliteit, de herkomst als de locatie van materialen en producten. Het geeft daarmee inzicht in de materiële, circulaire en financiële (rest)waarde van een gebouw. De som van alle gebruikte materialen in een bouwproject vertaalt zich in een score; de Milieu Prestatie voor Gebouwen (MPG). MPG Nieuwe gebouwen in Nederland zijn gebonden aan de MPG. Het gevalideerde meetinstrument drukt in een cijfer uit wat de belasting van het gebouw (of een compleet project) is op het milieu. Sinds juli 2021 mag de MPG maximaal 0.8 bedragen. Anno 2030 zal dat slechts 0.5 zijn. Materialen die geen certificering in categorie 1 hebben, wegen zwaarder in de MPG-berekening. Gebruik je wél duurzame categorie 1 producten, dan valt de score lager uit. Voordelen Vaillant’s aroTHERM split lucht-/waterwarmtepomp is nu de enige warmtepomp met een categorie 1 materialenpaspoort. Een groot voordeel dus. Bovendien wordt het met een gunstige MPG-score makkelijker om duurzaamheidssubsidies binnen te harken, wat de warmtepomp extra aantrekkelijk maakt. Daarnaast valt de score bij BREEAM-certificeringstrajecten hoger uit. En, zit je als aannemende partij in een gunstige uitgangspositie bij overheidsaanbestedingen. Doelgroepen De aroTHERM is verkrijgbaar in vermogensklassen