Wat verstaan we eigenlijk onder verwarmen? Hebben we als branche nog wel een reëel beeld van de klantwensen als het om warmte gaat? We zijn soms zo geobsedeerd door verduurzaming, dat we de warmtebehoeften van bewoners ondergeschikt lijken te maken aan onze drang om energie te besparen. Een luchtkolom met een temperatuur van 20°C wordt in ons vak als behaaglijk beschouwd voor iedereen, maar klopt dat wel? Centrale verwarming is mede door de lagere energievraag van woningen steeds meer luchtverwarming geworden. En de lucht waarmee we verwarmen, krijgt een steeds lagere temperatuur en zit nog maar een fractie boven de kamertemperatuur van 20°C. Is deze manier van verwarmen wel zo prettig voor iedereen en zo energiezuinig als we denken? De klant centraal Zoals bekend kan warmteoverdracht zowel via radiatie als convectie plaatsvinden. Om warmte als behaaglijk te ervaren zijn beide nodig. Waarom laten we stralingswarmte (radiatie) dan steeds vaker achterwege? Misschien zijn we wel te veel bezig met energiebesparing en heeft dat een ondermijnende uitwerking op ons eindproduct. We verwarmen echter niet om aan een norm te kunnen voldoen, voor een bouwer of voor de leverancier van warmtepompen. Nee, we verwarmen voor onze klanten, die behoefte hebben aan voelbare warmte op een specifieke plaats en op een specifiek tijdstip. En die warmtebehoefte is zeer persoonlijk. Vrouwen hebben het sneller koud dan mannen en ouderen en veel allochtonen weer sneller dan een gemiddeld jong autochtoon gezin. Toch houden we daar bij het ontwerpen totaal geen rekening mee. Bovendien wil de klant
Tag: artikel editie oktober 2019
Wat veel mensen niet weten is dat maar liefst 60 % van de duurzame energie in Nederland komt van bio-energie, waarbij bioketels een belangrijke bijdrage leveren. Zon, wind, water en andere bronnen leveren de resterende 40 %. Dat aandeel stijgt flink, maar voor de energietransitie blijft ook bio-energie nuttig en noodzakelijk. In dit artikel ga ik wat dieper in op bio-energie en bioketels in het bijzonder. Over bio-energie bestaan veel misverstanden. Dat komt deels omdat bio-energie in Nederland nog relatief onbekend is en deels omdat bio-energie erg divers is, waarbij verbranding van het bio-deel in afvalcentrales meetelt evenals de open haard en houtkachel van huishoudens, maar ook de vergisting van mest en van reststromen in de voedingsmiddelenindustrie en biodiesel voor vrachtwagens. Bioketels die houtpellets of houtchips verbranden zijn de sterkst groeiende sector, zowel voor gebouwgebonden oplossingen als voor warmtenetten, tuinbouw en industrie. Bij huishoudens gaat het om bescheiden aantallen (in 2018 5.300 ketels), maar naar verwachting zal dit groeien naar enkele honderdduizenden. Duurzaamheid Bijna 80% van alle gebruikte biomassa komt uit Nederland. We kunnen ook nog even vooruit met onze Nederlandse stromen, maar op de langere termijn moet de beschikbaarheid beslist omhoog of de import uit omringende landen moet toenemen. De toepassing van hout hoger in de circulaire ladder staat ook niet op gespannen voet met de toepassing als energiebron. Integendeel, voor het opbouwen van circulaire ketens in Nederland zijn alle stappen naar het meer en breder toepassen van hout en andere biomassastromen gewenst. Meer bomen in de natuur en
Op de Kloveniersburgwal in Amsterdam ligt een prachtig monumentaal pand uit 1883. Dit architectonische huzarenstuk in hartje hoofdstad is niet het eerste waar je aan denkt wanneer je je een gasloos pand voorstelt. Toch is juist dit pand na een grondige renovatie volledig onafhankelijk van gas – voor zowel verwarming als koeling. Het oude grachtenpand heeft een statig voorkomen met een zichtbaar lange en enerverende geschiedenis. In de huidige staat fungeert het pand zowel als kantoor- als woonruimte, met zowel binnen als buiten groot respect voor de monumentale waarde. LG Air Solution wist het gehele pand in samenwerking met partners IDEA en Air-Innovations (zie kaders) op een passende manier gasloos te maken. Het is één van de eerste grote panden in Amsterdam die op deze manier verwarmt en koelt. Toekomstmuziek Michael Nijdam was als installatieadviseur bij IDEA verantwoordelijk voor het ontwerp van de werkbouwkundige en elektrotechnische installaties voor dit monumentale gebouw. Hij zag een gasloze oplossing wel zitten. “We zagen een kans om een volledig gasloze installatie te maken en besloten ervoor te gaan en deze oplossing te implementeren. Veel aannemers en ontwikkelaars in Amsterdam durven het nog niet aan; ik heb het idee dat sommigen warmtepompen nog een beetje eng vinden. Ze schuiven het voor zich uit en plannen de implementatie in voor ergens in de toekomst. Terwijl de timing juist nu heel geschikt is.” Geen zichtbare delen Ook Paul Hakkoer, eigenaar van Air Innovations, kan zich hier helemaal in vinden. Hij heeft als installateur de implementatie van de
Twintig jaar na de ramp in Bovenkarspel wordt wetgeving voor legionellapreventie soms nog steeds onvoldoende nageleefd. De komst van onder andere de nieuwe BRL 6010, die de advieskwaliteit moet verbeteren, was dan ook zeer welkom. Daarin is onder meer een diploma-eis opgenomen voor mensen die werken met de BRL. Begin februari heeft InstallQ de nieuwe Beoordelingsrichtlijn 6010, Legionellapreventie-advies in collectieve leidingwaterinstallaties, bindend verklaard. De aanpassingen zijn toegesneden op de wens van het ministerie van IenW en ervaringsdeskundigen vanuit de markt. De nieuwe richtlijn heeft als doel de advieskwaliteit naar een hoger niveau te tillen. Aantoonbaar vakbekwaam Zowel de eisen aan adviesbureaus als adviseurs zijn strenger geworden. Om te voldoen aan de BRL moeten adviseurs, installateurs en andere mensen die werken met de BRL 6010 aantoonbaar vakbekwaam zijn en een vakbekwaamheidsdiploma halen. Ook stelt de vernieuwde BRL onder meer hogere eisen aan de risicoanalyse en het beheersplan. De BRL geeft daarnaast handvatten om de rapportage van risicoanalyse en beheersplan op te stellen, die vallen onder hoofdstuk 4 van het Drinkwaterbesluit. Zo is in BRL 6010 een beslisboom toegevoegd die de lezer helpt bepalen of er een beperkte of een uitgebreide risicoanalyse moet worden gemaakt. Verder is aan de BRL 6010 een vast voorgeschreven indeling van de rapportage toegevoegd. Klanten overtuigen “Legionellapreventie is een complex vakgebied. Het gaat om installatietechniek en tegelijkertijd om microbiologie”, zegt Kevin Kanters, directeur van adviesbureau Hydroscope. “Het vraagt om technisch inzicht, inlevingsvermogen en overtuigingskracht. Als klanten een risicoanalyse bij ons afnemen, houdt dat bijna altijd in dat
De telefoon staat nog niet roodgloeiend, maar bij TDS Engineering merken ze wel dat de belangstelling voor warmtepompen fors is toegenomen. En ze zijn niet de enigen. Is het een uitgemaakte zaak? Gaat heel Nederland aan de warmtepomp? Vrijwel dagelijks krijgen we onze portie warmtepompen voorgeschoteld. Soms via de media, een andere keer tijdens een congres, symposium, cursus of training. Vaak zijn die berichten positief van aard. Maar er klinken ook sceptische geluiden. Over de torenhoge kosten die met een overstap gepaard gaan of de collectieve blindheid die we lijken te hebben voor alternatieven. Waar gaan we naartoe? Bart Ruijs, directeur van adviesbureau TDS Engineering gaat in op een aantal prangende vragen. De overstap op een warmtepomp, vereist nogal wat investeringen in de bestaande bouw. Met een warmtepomp alleen kom je er niet… “Dat klopt. Wijzelf werken volgens het principe van de Trias Energetica, dus we proberen eerst de warmtevraag zoveel mogelijk terug te brengen, voordat er een warmtepomp wordt geïnstalleerd. Bouwkundige maatregelen, zoals het aanbrengen van extra isolatie, kierdichting en goed glas kosten natuurlijk geld, evenals de installatie van een laagtemperatuur afgiftesysteem. Dat loopt al snel in de tienduizenden euro’s.” Bovendien zijn de warmtepompen zelf nogal prijzig, vergeleken met cv-ketels. Veel fabrikanten verwachten overigens dat daar ook geen verandering in komt… “Daar geloof ik niets van. De afgelopen jaren zijn de prijzen al gedaald. Ik verwacht dat die trend zal doorzetten als er steeds meer warmtepompen worden verkocht. Uiteindelijk zullen we natuurlijk wel een bodem bereiken. Ik denk zelf