Iedereen beseft inmiddels dat de vergroening van onze samenleving een grote invloed heeft op de installatiemarkt. Maar wat heeft dit te maken met gebouw- of woningautomatisering? Dat nemen elektrotechnische collega’s toch voor hun rekening? In zekere zin wel. Maar warmtepompen, zonnepanelen, mini-windturbines en zelfs warmte/koudeopslag zijn technieken en systemen waar elektrotechniek en werktuigbouw prachtig samenkomen. Een terrein dat niet alleen nieuwe kennis maar ook nieuwe markten binnen handbereik brengt. Want naast de traditionele ‘natte’ deskundigheid wordt van de installateur opeens ook elektrotechnische kennis verondersteld. Hoe gaat hij daarmee om? Is hij voorbereid op de overstap naar slimme woningen en ‘smart technology’? En hoe kan hij – eventueel samen met zijn elektrotechnische collega – zijn toekomst veiligstellen?
Tag: Artikel editie november 2016
Een slimme kraan. Een slim bad. Een slimme thermostaat. Slimme verlichting. Of zonnepanelen waarvan de actuele energieopbrengst via een smartphone uit te lezen is. Steeds meer installatieproducten worden voorzien van een koppeling met het internet, om zo de duurzaamheid of het comfort ervan te verhogen. En daarmee de waarde voor de consument.
Tijdens de vakbeurs SHK Essen in maart van dit jaar kondigde Schell, fabrikant van sanitairappendages, al aan een nieuw watermanagementsysteem op de markt te gaan brengen. De fabrikant – vooral bekend van haar hoekregelkranen, die je in nagenoeg elke sanitaire omgeving tegenkomt – informeerde de Nederlandse en Belgische pers onlangs over dit systeem in het Duitse Olpe, waar Schell al haar producten voor de (publieke) natte ruimte produceert.
Grenzen tussen de bouw en de installatiebranche vervagen. Gebouwen hebben niet langer installaties, maar zijn installaties op zich. In bouwteams is samenwerking de sleutel naar succes en is het niet de vraag wie de baas is. Dit is niet nieuw, maar steeds meer de realiteit van elke dag! De opdrachtgever vraagt erom. Deze wil faalkosten verminderen en vooral geen gedoe tussen de verschillende partners hebben. Maar er zijn meer redenen om meer met elkaar op te trekken: we hebben dezelfde uitdagingen en bovendien vraagt de toenemende digitalisering om ketensamenwerking. De tijd dat de installateur halverwege het bouwproces werd ingevlogen om ‘wat’ techniek in te brengen, is voorbij. De scheiding tussen hoofd- en onderaannemer heeft zijn langste tijd gehad. BIM doet steeds meer zijn intrede in de branche. En dat gaat verder dan het gebruik van ICT-programma’s. Juist hier gaat het om samenwerken, afstemmen, elkaar zien en versterken. Van de programmeertafel tot de werkvloer. Met meer efficiency en minder faalkosten voor de klant. Natuurlijk blijf je sectorspecifieke belangen houden. Maar die benoemen is de grootste winst die je met elkaar kunt halen. Zoals een ondernemer het mij onlangs zei: “Samenwerken maakt juist helder hoe je ten opzichte van elkaar staat en wanneer je soms eenvoudigweg kunt gaan voor het belang van je eigen bedrijf. Openheid is hierbij cruciaal.” Bouw en installatiebranche zijn ‘partners in crime’ die in een sterk bewegende markt samen kansen kunnen verzilveren. Maar dit gaat niet vanzelf. Nieuwe technologieën, nieuwe klantvragen en nauwere samenwerking vragen om andere kennis
De installatiebranche speelt al jaren een belangrijke rol bij een aantal belangrijke maatschappelijke uitdagingen. Iedere Nederlander heeft inmiddels in de gaten dat het we duurzaam moeten denken en handelen. Zo vliegen de zonnepaneel-installaties als warme broodjes over de toonbank en raakt de warmtepomp steeds meer ingeburgerd. Duurzame en energiezuinige installaties zijn steeds vaker de norm en daar is gelukkig niet altijd een verplichting of subsidie vanuit de overheid (meer) voor nodig. Nu we het vergroenen steeds beter in de vingers krijgen dient zich een nieuwe markt aan. Maakt u zich zorgen om uw vergrijzende klantenbestand? Geen nood, dit is geen bedreiging maar een grote kans! De zorg verandert in rap tempo. Op een plaatsje in een bejaardentehuis of verzorgingstehuis ka lang niet altijd meer gerekend worden. Het doel is om zoveel mogelijk in de eigen woonomgeving oud te worden. Om deze verandering mogelijk te maken zullen er tot 2021 jaarlijks 44.000 geschikte woningen voor senioren bij moeten komen. Door de economische crisis heeft de nieuwbouw echter jarenlang op een laag pitje gestaan. Veel ouderen moeten hun bestaande woning daardoor gaan aanpassen. Geen gemakkelijke opgave, maar wel een taak die de installatiebranche op het lijf is geschreven. Is dit toekomstmuziek? Ik denk van niet. Uw klanten krijgen nu al met het nieuwe beleid te maken. Als installateur staat u er gelukkig niet alleen voor! Zo krijgt u onder andere hulp van Uneto-VNI, OTIB, Technische Unie en ook onze eigen organisatie heeft hier inmiddels een concept voor ontwikkeld. Na een aantal jaren
In de voorbije columns heb ik over de basis van communicatie geschreven. Nu ga ik een stapje verder de theorie in. Want, communicatie is een begrip dat strategisch gezien vanuit vier gezichtspunten is te belichten, te weten: informeren, overreden, dialogiseren en formeren. Ik licht ze kort toe en sluit af met het belang. En een leestip. Informeren is wat je vaak bij voorlichting tegenkomt. Een organisatie maakt een eigen boodschap bekend met het doel de ontvanger tot nadenken aan te zetten en over het onderwerp al dan niet een besluit te nemen. Bij overreden gaat het een stapje verder. De eigen boodschap heeft duidelijk tot doel de ontvanger te beïnvloeden. Dit zie je terug in reclame of propaganda. Het gaat om de ander te overtuigen van het eigen gelijk. Tegenover deze twee begrippen staan dialogiseren en formeren. Dialogiseren is het gesprek aan te gaan met als doel in samenspraak tot een resultaat te komen. Dit ligt dichtbij formeren, wat weer een strategie is in besluitprocessen bij conflicterende belangen. Denk bijvoorbeeld in tijden van crisis. Deze vier vormen van communicatie zijn in een matrix te plaatsen. Op de x-as staat links het bekendmaken tegenover rechts het beïnvloeden. In de y-as staat (bovenaan) het ‘gecontroleerde éénrichtingsverkeer’ tegenover (onderaan) het tweerichtingsverkeer. In het kwadrant linksboven komt infomeren te staan om vervolgens met de klok mee in de kwadranten gevolgd te worden door: overreden, formeren en dialogiseren. Zo vormt zich het communicatiekruispunt. Dit strategische communicatiekruispunt is ontwikkeld door prof.dr. Betteke van Ruler en helpt
Op het moment van schrijven van deze column lees ik in de krant van een lek. Elk jaar weer dezelfde lekkage: het uitlekken van de miljoenennota. Dit lekken is net zo hardnekkig als de legionellabesmettingen die regelmatig opduiken. Er is veel geregeld na de ramp van Bovenkarspel. Toch gaat er ook nog steeds veel mis. Dit jaar heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) de watersportclubs aangeschreven. Ik ben door een aantal verenigingen gevraagd advies te geven; ze voelden de hete adem van ILT in hun nek. Zo heb ik gesprekken gevoerd met bestuursleden. Velen zijn onwetend en willen wel. Moedeloos word ik echter van de opmerkingen: “Het is een papieren tijger, er is nog nooit iemand ziek geworden, je ziet leeuwen en beren”. Toch probeer ik ze met praktijkvoorbeelden begrip bij te brengen. Dat komt omdat ze niet op hoogte zijn van de gevaren. Het doet mij denken aan de wilde natuur in Afrika; Als een dier dorst heeft kijkt het nerveus rond of er geen leeuwen zijn. Behoedzaam, voorzichtig en langzaam gaat het naar de waterkant. Het wil snel zijn dorst lessen. Dan, vanuit het niets, komt het gevaar uit het water. Het dier staat oog in oog met een krokodil. Ook bij ons schuilt het gevaar in het water, onzichtbaar gevaar. Recent nog: elf sporthallen in Emmen, maar natuurlijk altijd weer de onschuldige variant. Ik blijf erop hameren dat sporthallen moeten worden opgenomen in de prioritaire groep. Ook mensen met verminderde afweer komen sporten of revalideren. Met