Tag: artikel editie mei 2024

Klaar voor morgen

Transparantie in de milieu-impact van technische installaties wordt steeds belangrijker. Dit geldt zeker ook voor verwarmingssystemen in gebouwen. Maar ondanks het feit dat de milieu-impact van warmtepompen sinds 2023 meer aandacht krijgt binnen de sector, zijn categorie 1 productkaarten voor warmtepompen op dit moment nog schaars in Nederland. Terwijl het juist categorie 1 productkaarten zijn die accurate en gedetailleerde inzichten bieden in zowel kwaliteit, herkomst, als locatie van de gebruikte materialen. Hugo Hemel, Marketing Director bij Vaillant, licht namens Vereniging voor Duurzame Warmte de eigenschappen en voordelen toe. Een productkaart bevat gedetailleerde informatie over de kwaliteit, de herkomst en de locatie van materialen en producten. Het geeft inzicht in de materiële, circulaire en financiële (rest)waarde van een gebouw. Een productkaart uit categorie 1 geeft het meest fijnmazige en accurate beeld van de milieu-impact van een product. De gebruikte data zijn namelijk merkgebonden en daarmee rechtstreeks afkomstig van de fabrikant. In tegenstelling tot categorie 2 of categorie 3 materialenpaspoorten, die respectievelijk een sectorgemiddelde of zelfs generieke data bevatten. Totstandkoming Een categorie 1 productkaart wordt opgesteld op basis van een uitgebreide levenscyclusanalyse (LCA). Hiermee wordt de totale milieu-impact gemeten. Een dergelijke LCA wordt opgesteld door een daartoe bevoegde externe instantie, zoals het instituut Kiwa. De fabrikant van het product levert hiervoor de data aan. In uitgebreide EPD (Environmental Product Declaration) rapporten wordt vervolgens het gehele proces van gebruikte grondstoffen tot aan afvalverwerking gedetailleerd in kaart gebracht volgens de EN 15804 normering. Dit is veelal een intensieve en tijdrovende klus omdat zaken als

Bouwbiologie

In Duitsland lopen al duizenden bouwbiologen rond, in Nederland slechts enkele tientallen. Ze zijn werkzaam in een vrij nieuwe discipline binnen de bouwkolom. Hun focus ligt vooral op het creëren van gezonde gebouwen en daarvoor is een intensieve samenwerking met de installatiebranche eigenlijk onmisbaar. IZ sprak met een enthousiaste pionier, Nathalie Groot Kormelink. Nathalie is van huis uit architecte, maar heeft enkele jaren geleden een aanvullende opleiding op het gebied van bouwbiologie gevolgd. “Als bouwbioloog kijk je met een integrale blik naar de gezondheid van gebouwen en hun impact op de omgeving.” Op dit moment worden bouwbiologen vooral ingeschakeld door particuliere opdrachtgevers in Nederland, maar op termijn zal het vakgebied vast en zeker breder indalen in de bouwkolom. “We zijn als samenleving al volop bezig met gezond leven, denk aan sporten en aandacht voor verantwoorde voeding. Meer aandacht voor gezonde gebouwen zoals bouwbiologen propageren, is dan eigenlijk een logische vervolgstap.” Verregaand En die aandacht gaat ver. Want er wordt bijvoorbeeld niet alleen gekeken naar het binnenklimaat en de materialisatie, maar ook de lokale inpassing van een gebouw. We kennen allemaal die ‘glazen dozen’ langs onze snelwegen. Gebouwen die vaak een ‘unheimisch’, vervreemdend gevoel bij ons oproepen. Dat is niet voor niets, want ze zijn meestal niet gemaakt van natuurlijke en lokaal bekende materialen en sluiten niet aan op de lokale omgeving. Het zijn eenlingen, die niet geworteld zijn. Principes ‘Esthetische aspecten en evenwichtige verhoudingen’; het is één van de vijfentwintig principes waarop de bouwbiologie leunt. Een aantal daarvan heeft direct

Welke technologie wordt straks de gangbare?

In de installatiesector wordt nu vanwege de energietransitie volop ingezet op gasloos verwarmen. Maar wordt de warmtepomp nu de ‘mainstream’ technologie, breekt verwarmen met waterstof als hoofdstroom alsnog door of worden het toch warmtenetten die de dienst uit gaan maken? Het is zonder meer van belang om alle ontwikkelingen in een sector goed in de gaten te houden. En dan niet alleen de technologische. Want wat gebeurt er op politiek en economisch gebied dat invloed heeft op de ontwikkeling en acceptatie van technologie? Probeer daarbij eens ook verder vooruit te kijken dan de komende drie jaar. Zelfs als de uiteindelijke uitkomst nog onzeker is. En kijk ook naar de impact van de technologie die in ontwikkeling is op het concurrentievermogen, groeipotentieel en succes op langere termijn van het bedrijf. Ook in relatie tot de complexiteit van de technologie en de aanwezige kennis die eventueel noodzakelijk is. Want wat moet je allemaal doen om dat in huis te halen? Zeker als nog niet bekend is welke technologie het gaat winnen. Het smeden van samenwerkingsverbanden is daarbij een goede optie. Jouw bedrijf zet voornamelijk in op het verzamelen van veel kennis en kunde van de ene technologie. Jouw samenwerkingspartner juist op een andere. Zo kan je kennis en ervaring uitwisselen, zeker als één van beide doorbreekt als hoofdstroom technologie. Je kunt nu eenmaal niet dé expert zijn op alle fronten. Maar wel aan je afnemers die andere technologie aanbieden in samenspraak met jouw samenwerkingspartner als die andere technologie toch ‘mainstream’ wordt. Het

Zuinig zijn op ervaring

We hebben iedereen nodig in de techniek. Dat blijkt wel uit recent onderzoek van de ROVC. Vergrijzing ligt in de sector op de loer; aan nieuwe, jonge aanwas is een schreeuwend gebrek. Dat vraagt iets van zowel werkgevers als medewerkers. Want iedereen moet zo lang mogelijk zijn of haar vakmanschap kunnen inzetten. Het Nederlandse technische landschap staat voor een groeiende uitdaging: vergrijzing. Een recent onderzoek, de TechBarometer van technisch opleider ROVC, werpt een scherp licht op de impact van vergrijzing op de technische sector. Bijna de helft van de technische bedrijven (44%) maakt zich zorgen over de vergrijzing van hun personeelsbestand. Meer dan één op de drie (36%) beschouwt de vergrijzing zelfs als de meest impactvolle ontwikkeling in de branche, terwijl ruim een kwart (27%) de vergrijzing ziet als de grootste personele uitdaging van de komende jaren. Vergrijzing goede term? Vergrijzing klinkt vaak negatief. Maar het gaat hier om vakmensen met veel ervaring en een lange staat van dienst. Met andere woorden: die kennis hebben we hard nodig. Om het werk te doen. Maar vooral ook om jonge vakmensen op de werkvloer te laten groeien en als rolmodel op treden. Het ervaren kapitaal van een bedrijf. En dat is nodig. Eén van de meest zorgwekkende punten is immers het gebrek aan nieuwe aanwas. Het tekort aan technici is al jaren een punt van zorg voor technische bedrijven. Maar liefst 32 procent van de bedrijven geeft aan dat er te weinig jonge technici afkomen op vacatures. Deze leidt tot een verlenging

Van keuzestress naar keuzevrijheid

Om te veranderen moeten er keuzes gemaakt worden. Zonder keuze geen vooruitgang. Dat klinkt gemakkelijk, maar is zeker niet altijd eenvoudig. Ook op het gebied van verwarming is het een opgaaf om de juiste route te kiezen. Een keuze die gaat over de selectie tussen verschillende opties, alternatieven en beslispunten op basis waarvan je een beslissing maakt. Juist die laatste kan voor verwarring zorgen. Baseer je een keuze op investering, besparing, comfort of CO2 uitstoot? Gelukkig zijn er veel oplossingen in de markt beschikbaar. Dat kan leiden tot keuzestress, maar ook tot keuzevrijheid. Dat is een waardevol gegeven. Allemaal mooie technieken. Voor nu, voor later, voor jou en voor mij. Allemaal uitingen van een veranderende wereld. Dat is het mooie van deze tijd, een tijd waar verandering aan de orde van de dag is, en in de meeste gevallen tot een vooruitgang leidt. Een vooruitgang met een lagere CO2 uitstoot, lagere kosten en meer comfort tot gevolg. Soms leidt een keuze tot een gasloos verwarmingssysteem. Een fantastisch systeem met alleen maar winnaars. In andere gevallen leidt de beslissing tot een hybride systeem. In de wereld van hybride verwarming wordt gebruik gemaakt van het bestaande verwarmingssysteem, aangevuld met een nieuwe kleine warmtepomp. Een warmtepomp die afgestemd is op het klimaat die het meest in de Nederlandse winter voorkomt in combinatie met de eigenschappen van de (bestaande) woning waar het systeem toegepast wordt. Gebruik makend van het bestaande, uitgebreid met het nieuwe. Nieuw, maar toch vertrouwd. Werkend op elektriciteit wanneer het kan,