Tag: artikel editie mei 2023

Innovatiekracht maakt duurzaamheidsambities waar

Nederland is één van de meest innovatieve landen ter wereld. Nederlandse technologiebedrijven ontwikkelen innovatieve oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen zoals de warmtetransitie. Er is hier veel over te doen en daar speelt de Nederlandse maakindustrie daadkrachtig op in. Wanneer heb je het over innovatiekracht? Gemakshalve gaan we er vanuit dat een innovatie vernieuwend is en vooral beter en anders dan voorgaande uitvoeringen. Een innovatie ontstaat vanuit een behoefte; want het kan altijd mooier, beter, sneller, stiller, groter òf kleiner, goedkoper, duurzamer, milieuvriendelijker, en ga zo maar door. De Nederlandse verwarmingsindustrie heeft de afgelopen decennia aan de basis gestaan van grote ontwikkelingen binnen de warmtevoorziening van de gebouwde omgeving. De echte innovatiekracht achter deze ontwikkelingen is het realiseren van energiebesparing én (maatschappelijke) kostenreducties. Met deze innovatiekracht wordt ook de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderd. Neem de hybride verwarmingsinstallatie, waarbij de sterke kanten van een HR-ketel en een warmtepomp worden gecombineerd. Dit speelt in op de concrete vraag uit de maatschappij: een betaalbare oplossing die gemakkelijk kan worden ingezet én die direct zorgt voor een sterke verlaging van het gasverbruik en dus CO2-uitstoot. Duurzaamheid is breder dan energieprestatie alleen. Milieuprestatie en circulariteit worden een steeds belangrijker onderdeel binnen duurzaamheid. In de installatiesector kan dat beter. Grondstoffen zijn eindig, productie- en transportprocessen vervuilen en verpakkingen blijven achter. Het is daarom van belang dat innovatie ook wordt gezocht in circulaire oplossingen om de milieu-impact van de gebouwde omgeving te minimaliseren. De Nederlandse maakindustrie zal ongetwijfeld ook die koppositie pakken als het gaat om circulaire innovaties.

Leidingwatersystemen

De vernieuwde ISSO-publicatie 55 biedt professionals een update van bestaande kennis, maar ook een aantal nieuwe onderwerpen voor het ontwerpen en realiseren van leidingwaterinstallaties. Het naslagwerk biedt een gestructureerd overzicht van alle facetten die hiervoor nodig zijn. De publicatie is een herziening van de uitgave uit 2013 over ‘Leidingwaterinstallaties voor woon- en utiliteitsgebouwen’. Omdat deze publicatie al relatief lange tijd niet is geüpdatet, was alleen het actualiseren van de bestaande inhoud onvoldoende. Diverse ontwikkelingen in het vakgebied zorgden dat het nodig was om nieuwe en belangrijke onderwerpen aan de publicatie toe te voegen. Bovendien is ook de structuur van het kennisdocument grondig aangepast, waardoor het beter aansluit bij het volledige ontwerp- en realisatieproces van leidingwaterinstallaties. Overzichtelijkere structuur Specifieke onderwerpen, die voorheen verspreid door de publicatie aan bod kwamen, zijn vanwege hun belang en voor een beter overzicht in één hoofdstuk bij elkaar gebracht. Een mooi voorbeeld is het prominente onderwerp waterkwaliteit, dat nu in een eigen paragraaf extra aandacht krijgt. Op deze manier is het document sneller en gemakkelijker te raadplegen, zonder dat de professional hierbij heen en weer hoeft te bladeren. Daarbij zijn bij verschillende onderwerpen in het document ook nieuwe, handige schema’s toegevoegd. Ook dit draagt bij aan de volledigheid en gebruiksvriendelijkheid van het document. Aandacht voor duurzaamheid Zodra je collectieve leidingwaterinstallaties ontwerpt conform de kennis in deze publicatie, dan weet je zeker dat je voldoet aan de wet- en regelgeving en de laatste stand van kennis en techniek. Natuurlijk spelen comfort en veiligheid hierin een belangrijke rol,

Materialenpaspoort

Vaillant lanceerde tijdens de ISH de eerste warmtepomp met een materialenpaspoort. Het gaat om de aroTHERM split lucht-/waterwarmtepomp, die ook in monoblock uitvoering verkrijgbaar is. Waarom is dit een belangrijke ontwikkeling? Met een levenscyclusanalyse of LCA wordt de milieu-impact van bijvoorbeeld een warmtepomp gemeten en onafhankelijk getoetst. De verkregen data zijn nodig om een materialenpaspoort samen te stellen. Materialenpaspoort Een materialenpaspoort bevat gedetailleerde informatie over zowel de kwaliteit, de herkomst als de locatie van materialen en producten. Het geeft daarmee inzicht in de materiële, circulaire en financiële (rest)waarde van een gebouw. De som van alle gebruikte materialen in een bouwproject vertaalt zich in een score; de Milieu Prestatie voor Gebouwen (MPG). MPG Nieuwe gebouwen in Nederland zijn gebonden aan de MPG. Het gevalideerde meetinstrument drukt in een cijfer uit wat de belasting van het gebouw (of een compleet project) is op het milieu. Sinds juli 2021 mag de MPG maximaal 0.8 bedragen. Anno 2030 zal dat slechts 0.5 zijn. Materialen die geen certificering in categorie 1 hebben, wegen zwaarder in de MPG-berekening. Gebruik je wél duurzame categorie 1 producten, dan valt de score lager uit. Voordelen Vaillant’s aroTHERM split lucht-/waterwarmtepomp is nu de enige warmtepomp met een categorie 1 materialenpaspoort. Een groot voordeel dus. Bovendien wordt het met een gunstige MPG-score makkelijker om duurzaamheidssubsidies binnen te harken, wat de warmtepomp extra aantrekkelijk maakt. Daarnaast valt de score bij BREEAM-certificeringstrajecten hoger uit. En, zit je als aannemende partij in een gunstige uitgangspositie bij overheidsaanbestedingen. Doelgroepen De aroTHERM is verkrijgbaar in vermogensklassen

Melissa

Eind jaren 80 initieerde de Euro­pean Space Agency (ESA) het Melissa Project. Het doel was om ‘Regenerative Life Support Sys­tems’ te ontwikkelen. In de afgelopen 30 jaar zijn grote vorderingen gemaakt, die ook interessant zijn voor de installatietechniek in de gebouwde omgeving. Waar hebben we het dan zoal over? Christophe Lasseur is het Hoofd van het Melissa Project. Melissa staat voor ‘Micro-Ecological Life Support System Alternative’. ESA beoogt hiermee Life Support Systems te ontwikkelen, waarmee voeding, water en zuurstof worden gewonnen uit het afval van ruimtevaartmissies. We spreken dan over gesloten kringlopen of circulariteit. Om deze doelstelling te verwezenlijken is een sleutelrol weggelegd voor installatietechniek. 9 kg afval Per dag produceert een astronaut of kosmonaut op z’n Russisch, ongeveer 9 kg aan afval. “We hebben het dan onder andere over CO2, urine en zweet”, vertelt Lasseur. Voor langdurige missies zouden hieruit weer nieuwe voedingsstoffen moeten worden teruggewonnen voor de bemanning. Daar is al het een en ander aan ervaring mee opgedaan, “maar in de hedendaagse ruimtevaart recyclen we eigenlijk alleen nog condensatie”. Kop koffie Uit urine kan je niet alleen water terugwinnen, maar ook kalium en stikstof. Daar komen de nodige handelingen bij kijken, zoals filteren en koken. Maar het werkt. “We grappen wel eens dat een astronaut in de ruimte in feite herhaaldelijk dezelfde kop koffie drinkt.” Bioreactor Zuurstof terugwinnen vergt ook verscheidene stappen. Met behulp van bioreactors (micro-algen), aanwezige CO2 en stikstof worden water en zuurstof geproduceerd. Dat zijn ook belangrijke bestanddelen om planten en daarmee bijvoorbeeld je

Werk aan de winkel

Warmtepompen, warmtepompen en warmtepompen… Het is de ondertitel van één van de artikelen in deze speciale uitgave over… juist, warmtepompen. Het betreffende artikel geeft een impressie van de ISH vakbeurs in Frankfurt, die terug was van weggeweest na en­­kele jaren Corona ellende. In een nog niet eens zo lang verleden eisten cv-ketels en toebehoren een hoofdrol op tijdens deze internationale beurstopper. De warmte­pomp heeft die positie hele­maal overgenomen en domineert nu de beursvloer en zal dat ook de komende edities nog wel blijven doen. Zeg­gen we hiermee iets nieuws? Nee, zeker niet. Wie nu nog niet weet dat de warmtepomp voorlopig het belangrijkste alternatief is in de energietransitie-race, heeft onder een steen geleefd. Wat vooral zo interessant is dat de installatiebranche zo’n belangrijke positie heeft in­-ge­nomen in onze samenleving. Dat was feitelijk al zo met de cv-ketel, maar daar zijn we met z’n allen vandaag de dag nog meer van door­drongen. Techniek Nederland voorzitter Terpstra ha­mert hier ook steeds op. En te­recht. De branche mag er zelfs best wel trots op zijn. Even dan, want er is onder­tussen veel werk aan de winkel.

Laag GWP koudemiddelen en het belang van scholing

De Europese Unie heeft de ambitie om de CO2-uitstoot in 2030 met 55% te verlagen ten opzichte van het niveau in 1990. Een van de manieren om dit te bereiken, is door de herziening van de F-gassenverordening. De belangrijkste transities binnen deze verordening om aan de ambitie te voldoen, zijn de overgang van koudemiddelen met een hoog aardopwarmingsvermogen (hierna GWP) naar laag GWP koudemiddelen en de overstap van gasketels naar warmtepompen. Deze laatste is sinds februari 2022 in een stroomversnelling gekomen door de drastische stijging van de energieprijzen vanwege de oorlog met Oekraïne, waardoor de vraag naar warmtepompen nog verder is toegenomen. De transitie van koudemiddelen met een hoog GWP naar laag GWP koudemiddelen vraagt een andere manier van denken van de installateur. Wie voorheen gespecialiseerd was in het installeren van verwarmingsketels, zal nu de stap naar warmtepompen moeten maken. Waar koudemiddelen met een hoog GWP met name een belasting voor het milieu zijn, brengen koudemiddelen met een laag GWP vooral veiligheidsrisico’s met zich mee. Bedrijven zullen zich daarom aan deze veranderende situatie moeten aanpassen en hun medewerkers moeten opleiden, trainen en certificeren en daarbij veiligheidsprocedures, werkinstructies en risicobeoordelingen moeten opstellen. Daarnaast zal er geïnvesteerd moeten worden in middelen zoals gereedschappen, apparatuur, opslag, transport en persoonlijke beschermingsmiddelen om hier goed op in te kunnen spelen. Binnen NVKL, de vereniging van koeltechnische bedrijven, zijn de NVKL-erkende installateurs volledig op de hoogte van voornoemde ontwikkelingen en kunnen ze hier snel op anticiperen. Zij zijn in het bezit van de NVKL-erkenning en voldoen

Afhankelijk van elektriciteit

Stoppen met een bedrijf gaat niet zomaar, daar ben ik inmiddels achter gekomen Enkele lopende werken moeten nog worden afgemaakt, de monteurs moeten een goede nieuwe plek krijgen, de opgebouwde voorraad moet worden opgeruimd etc. Met enorm veel begrip en medewerking van diverse leveranciers is dit in gang gezet en zal dit ook allemaal goed komen. Wel komen er heel veel herinneringen aan werken en storingen naar boven bij mij tijdens deze opruimwerken. Mijn kantoor, ook een plek met veel herinneringen, heeft een andere bestemming gekregen. Ik mag de laatste periode op een andere plek werken. Het was niet de eerste interne verhuizing, maar nu dus wel de laatste. Tijdens al deze werkzaamheden ben ik erachter gekomen hoe afhankelijk we zijn van elektriciteit. Even wat nazoeken op het internet of de computer, een briefje of column opzetten, of een bakkie koffie zetten. Het is allemaal zo simpel, maar kan niet zonder elektriciteit. Ik had het hierover met een paar bouwvakkers in de kantine waar we met enig knutselwerk koffie hadden geregeld, Daarna ging het gesprek over op de verschillende beroepen die we vertegenwoordigden. De timmerman nam als eerste het woord. Hij claimde onder de aanwezigen het oudste beroep te hebben, iets dat gelijk in twijfel werd getrokken. Maar de beste man refereerde aan de ark van Noach, die toch gemaakt was door timmermannen. De metselaar sprak dit echter tegen. Volgens hem was de door metselaars gemaakte muur van Jericho een stuk ouder. Mijn elektricien hoorde dit allemaal kalm aan en

Aircoverwarming

Airco-installateurs moeten nu ook in de winter vol aan de bak. Dat klinkt misschien verrassend, maar de vraag naar de aircosystemen om mee te koelen én te verwarmen neemt toe. En niet zonder reden. Recentelijk viel nog in de media te lezen dat “verwarmen met de airco tot 40% zuiniger,” zou uitvallen. Ron Bosch, adviseur en HBO-hoofddocent Installatietechniek dook er in voor IZ. Hedendaagse airco’s kunnen zowel verwarmen als koelen, maar hoe verloopt dat proces ook alweer? Laat me u even meenemen in een korte uitleg over de werking van het systeem. Verwarmingsmodus Zoals u wel eens heeft vernomen, onttrekken warmtepompen warmte aan de buitenlucht, zelfs bij lagere buitentemperaturen. Zo maakt een warmtepomp van laagwaardige buitentemperaturen hoogwaardige warmte, voor de afgifte aan een warmteafgiftesysteem. Dit gebeurt via een elektrisch aangedreven compressor die zich in de buitenunit bevindt. Hernieuwbaar Met een warmtepomp wordt wel tot 80% van de energie die nodig is voor het verwarmen van een huis uit de buitenlucht gehaald. We hebben daarmee dus een gratis en oneindig hernieuwbare energiebron tot onze beschikking om gebouwen mee te verwarmen. Koelmodus Voor het koelen, werkt het systeem omgekeerd en wordt warmte aan de binnenlucht onttrokken door het binnendeel en afgevoerd naar de buitenlucht via het buitendeel. Het koudemiddel biedt in feite gas aan het binnendeel aan, waarna de ventilator kan gaan koelen. We hebben het hier over de zogenaamde koudemiddelcyclus. Warmte van binnen en buiten het huis wordt overgedragen. De ene keer om te verwarmen en de andere keer om te

Hybride warmtepomp

In 2022 maakte de overheid bekent dat iedere Nederlander vanaf 2026 bij de noodzakelijke vervanging van zijn cv-ketel, verplicht wordt naast de nieuwe cv-ketel een hybride warmtepomp te plaatsen. Techniek Nederland en de Nederlandse ketelfabrikanten stonden te juichen, maar hoe kijkt de Hollandse installateur naar deze ontwikkeling. Is hij ook zo blij? Wanneer we er wat nuchterder naar kijken, zijn er aantal zaken die opvallen. De overheid zal zeggen ‘we nemen deze maatregel, omdat we daarmee noodzakelijke CO2 reduceren’. De branche of beter gezegd de fabrikanten van hr-ketels zijn blij, omdat hiermee hun aantallen cv-ketels nog jaren op een hoog niveau verkocht kunnen blijven worden. En mogelijk zijn de netwerkbeheerders blij, omdat hiermee in tijden van echte kou er minder aanspraak gemaakt wordt op hun dan overbelaste weerafhankelijke elektriciteitsnetwerk. Technische noodzaak? De gemiddelde installateur krijgt er opnieuw gespecialiseerd werk bij. Zij zullen daardoor meer en beter geschoold personeel moeten zien te vinden. Maar waar? De belangrijkste vragen zijn echter: Wordt hybride technisch een succes en is deze tussenstap technisch wel noodzakelijk? En dan de Nederlandse consument; die er op te wachten? Het waarom Om op deze vraag antwoord te geven, zouden we dit vanuit de posities van verschillende partijen moeten doen. Allereerst de consumenten. Zij zijn het vanaf 2026 eenvoudigweg verplicht. Waar nog weinigen over praten, is het feit dat dit soort installaties relatief duur zijn voor de consument. Hij weet al vanaf dag één dat hij na pakweg 15 jaar opnieuw een forse investering moet plegen en dan in

De plannen zijn er

Er werd veel over gepraat. Over de noodzaak. Over de urgentie. Over extra maatregelen die nodig zijn. En eindelijk liggen de plannen er. Op 26 april 2023 werd het aanvullende klimaatpakket van minister Rob Jetten gepresenteerd, dat écht moet bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering. Met een hoofdrol voor de techniek.  Klimaatverandering tegengaan staat al langer op de politieke agenda, maar nu liggen er nieuwe plannen. Het klimaatakkoord hadden we al, maar nu zijn ook de maatregelen gepresenteerd die moeten gaan zorgen voor een vermindering van broeikasgasemissies in Nederland met ten minste 55% in 2030 ten opzichte van 1990. Het kabinet hoopt met de plannen zelfs tot een vermindering van 60% te komen. In alle plannen is het helder: de technische installatiebranche heeft een hoofdrol. Zonder de vakmensen uit onze branche is het niet mogelijk. We nemen je in vogelvlucht mee in de plannen. Verduurzaming Het kernwoord in de plannen is -niet onlogisch- verduurzaming. Het gaat bijvoorbeeld om de verduurzaming van gebouwen. In 2030 moeten er miljoenen woningen en gebouwen zijn verbeterd, door onder meer duurzame verwarming en betere isolatie. Huizen met slechte energielabels horen daarmee tot het verleden. Zo mogen huizen met een energielabel van E, F of G-label niet meer verhuurd worden vanaf 2029. Het gaat daarnaast ook om de verduurzaming van de industrie. Denk hierbij aan het aanpassen van de CO2-heffing en het stimuleren van de ontwikkeling van nieuwe technologieën, zoals bio-based bouwen. Ook gaat de overheid scherpere eisen stellen aan plastics: vanaf 2027 moeten die voor