Wie heeft het tegenwoordig nog over cv-ketels? Het ooit zo populaire apparaat wordt nog steeds volop geplaatst maar in de (vak)media gaat het alleen nog maar over warmtepompen. Toch lijkt de rol van de cv-ketel voorlopig nog niet uitgespeeld, al zal het in de (nabije) toekomst vooral gaan om een bijrol. Want inmiddels lijkt wel duidelijk dat een hybride opstelling de voorkeur krijgt boven een all electric-oplossing, zeker als het bestaande bouw betreft. Dit betekent dat de verduurzaming stapsgewijs gaat: eerst een warmtepomp plaatsen naast de cv-ketel en pas later overschakelen op volledig all electric. We zien ondertussen steeds innovatievere warmtepompen op de markt verschijnen. Fabrikanten richten zich daarbij vooral op efficiëntie, geluidsreductie en installatiegemak. Maar ook digitalisering pikt een graantje mee. Zo brengt Quatt een ‘slimme warmtepomp’ op de markt. Deze leert, na te zijn geïnstalleerd, eerst de lokale omstandigheden kennen. Dankzij een artificial intelligence algoritme wordt permanent berekend wat de optimale manier is om het huis te verwarmen met zo min mogelijk energie. Wie weet, gaat een dergelijke warmtepomp in de toekomst ook nog koffiezetten.
Tag: artikel editie mei 2022
HT-warmtepompen zijn duidelijk in opmars. Er wordt gezegd dat ze eenvoudig zijn te combineren met bestaande afgiftesystemen. Maar klopt dat wel? Volgens Jan Verdonck zijn daar de nodige vraagtekens bij te plaatsen. IZ sprak erover met de Specialist New Business van JAGA. Verdonck volgt met grote belangstelling de ontwikkelingen in de warmtepompmarkt. JAGA verkoopt ze weliswaar zelf niet, maar wel de afgiftesystemen die eraan worden gekoppeld. Toekomst warmtepompen Volgens de Specialist New Business zal de warmtepomp zich op termijn stevig nestelen in de buitenstedelijke gebieden, kleine steden en dorpen. Voor de grote steden voorziet hij eerder een toekomst met warmtenetten, al dan niet gevoed met restwarmte of geothermie. Het is een geluid dat wel vaker te horen valt in de branche. Warmtepompen brengen een aantal praktische uitdagingen met zich mee, die slecht samengaan met grootstedelijke gebieden. Uitdagingen Denk bijvoorbeeld aan de beperkte mogelijkheden om bodemgebonden systemen aan te leggen in een historische binnenstad, of het ruimtebeslag en de geluidsproductie van buitenunits van lucht/water warmtepompen. Komt nog bij dat er een chronisch gebrek is aan vakmensen om alle systemen te installeren. Zeker aan monteurs die ook een F-gassencertificaat op zak hebben. HT-warmtepomp Inmiddels is er een breed scala aan warmtepompoplossingen beschikbaar. Binnen dat spectrum zal de HT-warmtepomp zich steeds meer ontwikkelen als een aparte markt denkt Verdonck. Een hoog temperatuur (HT) warmtepomp is een lucht/water warmtepomp die uit twee delen bestaat, een binnendeel die op de plek van de cv-ketel wordt gezet en een buitendeel. Het buitendeel haalt warmte uit de
Je kunt de krant niet openen of je ziet wel een bericht over (hybride) warmtepompen. Mensen wordt een beeld geschetst dat enorme besparingen haalbaar zijn. Maar klopt dit ook? Is deze apparatuur inderdaad zo energiezuinig? Dit kan alleen als alle delen van de installatie goed op elkaar zijn afgestemd. Warmtepomp, buffer, distributie (cv-leidingen, ontgassing en vuilafscheiding) en afgifte moeten optimaal worden gedimensioneerd. Alleen een goed gedimensioneerde installatie kan zorgen voor een optimaal energieverbruik. Kijken we naar het afgiftesysteem dan is een juiste dimensionering van radiatoren, convectoren en vloerverwarming van groot belang. Begin altijd met een warmteverliesberekening, bepaal daarna de gewenste energetische prestatie. Op basis hiervan bepaal je het temperatuurtraject en de te gebruiken leidingdiameters en regeling. Bij vloerverwarming moet je ook de legafstand en vloerafwerking in ogenschouw nemen. Hetzelfde geldt natuurlijk als installaties hybride gemaakt worden. Welk afgiftesysteem is er aanwezig? Kiest de bewoner voor radiatoren, convectoren en/of vloerverwarming? Welke verdeler kies je dan? Moet de verdeler mengen, verdelen of beide? En van welk materiaal moet deze zijn? Allemaal keuzes waar de fabrikant van het afgifte- en distributiesysteem je mee kan helpen. Laat hen het ontwerp volledig uitwerken, zo kan er hulp worden geboden bij het vastleggen van de uitgangspunten, garanties en bij het kiezen van de verplichte naregeling per zone of per ruimte. Heel veel keuzes die moeten worden gemaakt om uiteindelijk het optimale energieverbruik te halen bij een fantastisch comfort. Dan maken we pas stappen in het terugdringen van CO2-uitstoot. Als je dan ook nog eens kiest voor
De noodzaak om goed te ventileren en te koelen wordt steeds duidelijker. De coronacrisis, stijgende energieprijzen en klimaatverandering dwingen de installateur om met betaalbare, energiezuinige en milieuvriendelijke oplossingen te komen. Met de Icecube wil Dutch Climate Systems hier invulling aan geven. Een warmte terugwin unit (WTW) is de meest energiezuinige manier om te ventileren en wordt dan ook voor ieder gebouw aangeraden. Als je daarnaast wilt koelen, zal er een aparte koelunit aan het systeem moeten worden toegevoegd. Dit vergroot de kosten en het aantal installaties. Er is echter ook een andere manier om te koelen, zonder dat er een extra apparaat nodig is. Dat kan namelijk via indirecte verdampingskoeling: koeling door verdamping van water aan de secundaire zijde van de lucht-lucht wisselaar. Maar dit goed doen, is niet zo gemakkelijk. Dutch Climate Systems uit Nieuwleusen (OV) heeft hun Icecube-klimaatunit zodanig ontworpen, dat deze geoptimaliseerd is voor koeling door de verdamping van water. Onderscheidend Met de Icecube kiest Dutch Climate Systems voor een andere aanpak dan concullega’s. Allereerst wordt in dit nieuwe apparaat een heel specifieke vorm van indirecte verdampingskoeling gebruikt, namelijk dauwpuntkoeling. Bij dauwpuntkoeling wordt een deel van de gekoelde lucht als verdampingslucht gebruikt. Dauwpuntkoeling is de meest geavanceerde vorm van indirecte verdampingskoeling. Met dauwpuntkoeling wordt het maximale koelvermogen uit iedere druppel water gehaald en de laagst mogelijke temperatuur. Voor deze techniek geldt dat hoe heter de lucht is, hoe groter het koelvermogen. Bij buitentemperaturen van 40°C kan met deze techniek alsnog gekoeld worden naar 24°C. Een goede bescherming
De vraag naar douche-WTW’s neemt toe. Tot voor kort was het echter problematisch om er eentje te installeren in een bestaande badkamer. Met de Flatmate brengt Sanura daarin verandering, aldus de fabrikant. IZ sprak met Co-Founder Bart Bergmans. “Douche-WTW’s bleven lang ‘buiten het zicht’. Jarenlang was men vooral bezig om nieuwbouwwoningen en bestaande woningen goed te isoleren om zo de thermische energievraag terug te dringen. Nu de schil beter op orde is, begint men zich echter te realiseren dat er ook veel warmte verloren gaat via het riool. In een nieuwbouwwoning ligt dat al snel rond de 50%. Met een douche-WTW heb je een relatief goedkope oplossing om daar iets aan te doen.” Gasgebruik “Per dag gebruiken we ongeveer 50 l water per persoon om te douchen. Dat komt voor een gemiddeld huishouden met 2,14 personen neer op ongeveer 210 kuub gas per jaar om douchewater op te warmen in de bestaande bouw. Pak ‘m beet zo’n 20% van het gasgebruik.” Rendementen Met een douche-WTW zijn rendementen te behalen die lopen in de tientallen procenten. “Als je de NTA 8800 als uitgangspunt hanteert, hebben we het theoretisch gezien over grofweg 30 – 50% rendement bij een horizontale douche-WTW en 60 – 70% met een verticale douche-WTW”, vertelt Bergmans. Typen douche-WTW’s Een douchepijp-WTW is een, veelal, koperen verticale buis die in de verdieping onder de badkamer in de muur wordt geïnstalleerd. Aan de binnenkant stroomt het gebruikte, water naar beneden. De warmte wordt via een warmtewisselaar afgegeven aan het koude water
Ik heb in mijn vorige column iedereen gezondheid en geluk gewenst. Dat is mij ook veel toegewenst, de praktijk bleek echter anders. Inmiddels heb ik drie operaties achter de rug en ben ik ongewild 15 kilo gewicht kwijt. Maar het zonnetje schijnt en we gaan er onverminderd positief tegenaan. Toch is dat niet eens zo eenvoudig. Weliswaar lijkt de coronacrisis definitief voorbij maar deze heeft wel flinke sporen nagelaten. De levensmiddelen zijn ca. 20 % duurder geworden en in alle bedrijfstakken is er een gebrek aan personeel, om maar wat te noemen. Door de oorlog in Oekraïne zijn ook de brandstofprijzen nog eens omhoog geschoten; het autorijden, het verwarmen en verlichten van woning en bedrijf… voor velen wordt de kostenpost inmiddels te hoog. Materialen worden bovendien schaars. Zo zijn levertijden van drie en meer maanden op artikelen niet eens vreemd meer en schieten hierdoor ook deze prijzen omhoog. Menig installateur zal ervaren dat bij offertes die opdracht geworden zijn, het zout uit de pap is. De winstmarges zijn door de stijgende materiaal- en loonkosten flink gereduceerd, en zelfs tot onder de nul gekomen. Deze ontwikkeling zal op de lange termijn ook zijn weerslag hebben. En zo gaat het maar door. Kortom, een valse start. De vraag is: waar gaat dit allemaal naar toe? Maar, het zonnetje schijnt. Ik blijf positief. Het heeft geen zin om bij de pakken neer te gaan zitten. Valse start of niet. Installatiebedrijf Visser in Twisk [Twee generaties installateurs, vader Dick en zoon Tim Visser, schrijven
De vraag naar alternatieven voor de Hr-ketel is groter dan ooit. Het plaatsen van een (hybride) warmtepomp in een bestaande situatie vraagt om goed installatiewerk. Daarbij moet de installateur ook rekening houden met de installatie als geheel. Sinds begin 2020 gelden er nieuwe wettelijke eisen voor onderhoud, verbouw en de nieuwe aanleg van installaties voor verwarming, koeling, tapwater, ventilatie en (bij utiliteit) verlichting. Aan de reacties uit de markt te horen, zijn deze nog nauwelijks bekend. Wat er wel bekend is, berust regelmatig op misverstanden en foutieve interpretaties. We zoomen in op de eisen voor individuele warmtepompen. Richtlijn Vanaf 10 maart 2020 staan in het Bouwbesluit – artikel 6.55 en 6.55a om precies te zijn – nieuwe wettelijke eisen voor veel voorkomende installaties. De eisen komen uit de Europese richtlijn EPBD-III, waarin bijvoorbeeld ook de keuringsverplichting voor grote installaties is geregeld. Deze nieuwe eisen gelden ook voor woningbouw en kleine utiliteit waarop de keuringseisen niet van toepassing zijn. Bijzonder is dat de eisen ook van toepassing zijn op bestaande installaties. Onduidelijkheden In de markt circuleert een aantal misverstanden over de eisen. Deze hebben deels betrekking op warmtepompen. Hieronder een overzicht: • Elektrische verwarming Directe elektrische verwarming (ofwel: met een COP van 1) is alleen toegestaan met losse zelfstandige toestellen. Een oplossing met een ‘elektrische ketel’ is hiermee praktisch verboden. Dat geldt zowel voor nieuwbouw als bij vervanging van het opwekkingstoestel. Een warmtepomp valt hier niet onder. Ook een hybride oplossing van warmtepomp met een elektrische ‘piek’-ketel zal waarschijnlijk voldoen. • Regeling per
De lente is aangebroken en het wordt eindelijk weer wat warmer en zonniger. Als de trend van de afgelopen jaren doorzet, wordt het ook dit jaar een hete zomer. Met de stijging van de temperatuur in Nederland stijgt ook het aantal geïnstalleerde split-unit airco’s. Dat was de afgelopen jaren duidelijk zichtbaar, met een stijging van gemiddeld 50% per jaar. Als gevolg van hoge gasprijzen en keuzes ten aanzien van het klimaat, worden woningen steeds vaker verwarmd met een (hybride) warmtepomp. Kortom, of het nu gaat om koelen of verwarmen of allebei, koeltechniek is in opmars. Een goede gelegenheid voor NVKL, de vereniging van koeltechnische bedrijven, om een aantal zaken op een rijtje te zetten over het werken in de koeltechniek. De meeste koudemiddelen die worden gebruikt in huidige airco’s en warmtepompen – vooral voor toepassingen in woningen – zijn gefluoreerde broeikasgassen, ook wel f-gassen genoemd (of vroeger: ‘Freon’). Deze stoffen zijn goed toepasbare koudemiddelen, maar het zijn ook broeikasgassen die een bijdrage leveren aan de opwarming van de aarde. Hoe groot deze bijdrage is, wordt weergegeven met het GWP (Global Warming Potential)-getal. R32 bijvoorbeeld heeft een GWP van 675. Dat betekent dat 1 kg R32 hetzelfde effect heeft op de opwarming van de aarde als 675 kg CO2, of met andere woorden: 1 kg R32 is gelijk aan 675 kg CO2-equivalent. Wetgeving Voor deze f-gassen is er Europese wetgeving die bekend staat als de f-gassenverordening. Het doel van deze verordening is het zo klein mogelijk houden van de opwarming van
Met VSK 2022 vers in het geheugen zijn we er nóg meer van doordrongen dat de installatiebranche midden in een duurzaamheidstransitie staat. Je vakkennis up-to-date houden is belangrijker dan ooit, bijvoorbeeld over het installeren van zonne-energiesystemen en energieopslag. Er zijn zeer veel zaken die je je kunt afvragen voor en tijdens de installatie van een zonne-energiesysteem. Want in welke situatie installeer je wel een aardlekschakelaar en wanneer niet? Welke materialen zijn nodig voor de integratie, wat is de kwaliteit van connectoren, welke eisen stellen verzekeraars of certificeringsregelingen? En wanneer is het beter om de invoeding van een PV-systeem aan de andere kant van de hoofdschakelaar te plaatsen? En dan hebben we het nog niet eens over zonnewarmtesystemen, waar weer heel andere inpassingsproblemen spelen. Handboek Zonne-energie De ontwikkelingen in het vakgebied gaan erg snel. Deze zomer komt ISSO daarom met een nieuwe editie van het Handboek Zonne-energie, de vierde uitgave. De inhoud van deze vierde editie is voor meer dan 20% aangepast, mede onder invloed van de nieuwe NEN1010 en de NEN7250 en diverse technische ontwikkelingen. Deze normen hebben redelijk veel invloed op de kennis die je nodig hebt om zonne-energiesystemen veilig en vakbekwaam te kunnen installeren. De editie die deze zomer verschijnt is op veel plaatsen aangepast, ook waar het gaat om de bouwkundige integratie van pv-systemen. Brandveiligheid “Door de komst van de vernieuwde NEN7250 hebben die bouwkundige aspecten een belangrijke basis in de normen gekregen”, vertelt André Derksen, projectcoördinator voor het Handboek Zonne-energie bij ISSO. “Dat wilden we dan
“Klanten willen toch alleen maar de laagste prijs.” Deze opmerking hoor ik regelmatig tijdens workshops en trainingen die ik verzorg op het gebied van Marketing en Sales voor technische bedrijven. Prijs en waarde zijn twee schaaltjes aan dezelfde weegschaal. Als die in balans zijn, ervaart de klant de waarde die verwacht wordt. Niet meer en niet minder. Maar het is gevaarlijk om aan te nemen dat de klant dan ook tevreden is. Want wat een product of dienst in prijs waard is, is wat anders dan de waarde voor de klant. Zoals een schoon opgeleverde ruimte bij een verbouwing of een installatie die niet alleen werkt, maar ook helemaal volgens afspraak is aangebracht. Hoe vaak gaan bij oplevering discussies juist over de troep die achtergelaten wordt. Dat de installatie wel werkt, maar niet op de afgesproken wijze, of slordig is afgewerkt. Ik ervaar om mij heen dat er een niet al te positief beeld heerst over de sector op dat gebied. Klanten zien ook niet echt het verschil tussen de ene en de andere installateur. Ze leveren allemaal wel een werkende installatie. Maar het onderscheidend vermogen is klein. Dat vertaalt zich in een lagere waardering voor het werk dat opgeleverd wordt. De balans slaat door: een lage prijs wordt belangrijker dan de waarde die de klant van de installatie denkt te ervaren. De prijsdiscussie die dan ontstaat, win je niet meer als je niet vooraf heel goed duidelijk hebt gemaakt waarin jouw op te leveren installatie zich onderscheidt van die