Tag: artikel editie april 2019

Slapende honden

De provenciale verkiezingen zijn net achter de rug. Het klimaatdebat speelde dit keer een prominente rol, aangewakkerd door de vele publieke acties voor een duurzaam beleid. Het heeft dus toch zin om uw mening te uiten. Zo gaat minister van Nieuwenhuizen de legionellawetgeving aanpassen na de recente uitzending van Zembla over dit onderwerp. Voor mij nog niet ver genoeg, maar er zit in ieder geval weer wat beweging in. Het RIVM blijf maar stellen dat in sporthallen mensen niet ziek worden. Vreemd, ik weet zeker dat ook hier veel mensen blootstaan aan besmettingen. Nog onbegrijpelijker is het dat de GGD zegt niet bemonsteren in deze hallen. Een brief naar de minister hierover heb ik vorig jaar op verzoek van Zembla opgeschort (geen slapende honden wakker maken). Besmettingen zijn er alom: in onze eigen ministeries en enige tijd geleden in Buckingham Palace en het Europese parlement. Hoe kan het dat daar wel monsters zijn genomen? Zijn dit prioritaire instellingen? Ik denk overigens dat bij ons koningshuis wel degelijk monsters worden genomen en dat daar preventie wordt toegepast. Meten met twee maten? Ik blijf een vinger aan de pols houden. Zo heb ik recent ook nog klachten geuit over BRL 6010 gecertificeerde bedrijven die weer examen moeten gaan doen. Bijscholing is prima maar als je vandaag een rijbewijs haalt, hoef je volgende week toch niet opnieuw examen te doen? En wat te denken van het feit dat in een prioritaire installatie 100 kve als gevaarlijk wordt beschouwd terwijl in een laagrisico-categorie zelfs

De installateur is toch méér dan een handige Harry?

De installatiesector is best eens een bijzonder wereldje van tegenstellingen. Waarom? Ik zal het met een ervaring duidelijk maken. Het is een veelgehoorde klacht dat de installateur ‘laat in plannen betrokken wordt’. In de conventionele manier van planontwikkeling, komt de installateur meestal pas aan bod bij het beantwoorden van het bestek. Deze vanuit de bouwkolom geredeneerde benadering, wordt door velen verfoeid. Het zou, zogezegd, geen ruimte bieden aan nieuwe (installatie)concepten, laat staan de mogelijkheid van een innovatieve benadering. De roep om een andere ketenpositie is dan ook regelmatig te horen. “Betrek de installateur vroeger: het levert écht voordeel op!” Trouwe lezers weten dat ik een pleitbezorger ben van het eerder en beter gebruik maken van de kennis en kunde van de installateur. Bezie hem eens als méér dan een handige Harry. En toch, ergens begrijp ik de weerbarstigere praktijk wel. Het verbaast mij namelijk hoe de installateur zichzelf zijn kansen ontzegt. Zo ben ik betrokken bij verschillende onderzoeksprojecten. Soms fundamenteel (wetenschappelijk) onderzoek, andere keren heel praktijkgericht en concreet. Projecten waarin techniek onmiskenbaar aanwezig is en de vroegtijdige inbreng van deskundige installateurs meer dan gewenst. Bij de vraag om hieraan deel te nemen, slaat de gretige wens ‘betrek ons eerder’ snel om naar een ‘u vraagt, wij draaien’ houding. De argumenten die ik hoor variëren van geen tijd tot aan – echt waar! – geef ons eerst het bestek dan kijken wij of het te maken is. En zo onttrekt de installateur zichzelf regelmatig aan het ontwikkelproces. Is de angst om

Legionellapreventie

Dankzij moderne micro-elektronica ontstaan nieuwe systeemtypen in de gebouwbeheersing. In dit artikel wordt een nieuwe geautomatiseerde legionellaoplossing beschreven, die eenvoudig is te installeren en een hoge mate van flexibiliteit en controle biedt. De beschikbaarheid van steeds goedkopere en meer krachtige micro-elektronica en draadloze techniek maakt in de gebouwbeheersing nieuwe besturingsconcepten mogelijk. Apparaten kunnen tegen geringe meerkosten met meer functionaliteiten worden uitgerust en tegelijkertijd ontsloten worden voor centrale bediening en monitoring. In de visie van Van Mierlo Ingenieursbureau werken deze functies het liefst zo lokaal en zelfstandig mogelijk en zou het Internet er enkel aan te pas moeten komen waar dit ook daadwerkelijk iets toevoegt. In het hier beschreven Sfella (Smart Flush Legionella) -systeem is deze filosofie duidelijk doorgevoerd. Zorgplicht Het is inmiddels alweer 20 jaar geleden dat op de West-Friese Flora honderden mensen besmet raakten met de legionellabacterie. Sinds die tijd is het bewustzijn over dit gevaar sterk gegroeid zowel binnen organisaties als onder het grote publiek. Gebouweigenaren hebben een zorgplicht om risico’s op legionellabesmetting zoveel mogelijk te voorkomen. Hieraan kan veelal voldaan worden door tap- en douchepunten regelmatig te spoelen en dit nauwkeurig te registeren. Dit is echter tijdsintensief en blijft mensenwerk, waarbij fouten niet zijn uit te sluiten. Geautomatiseerde oplossingen Voor sporthallen en dergelijke zijn al enige tijd douchebesturingssystemen beschikbaar die automatisch spoelen en hiervan zelfs data opslaan. Deze zijn echter relatief kostbaar en alleen goed inzetbaar als het om een bepaald aantal douchepunten gaat. Vanuit de markt is dan ook een vraag naar een ander soort oplossing.

Welles-nietes? Welles!

Wordt de warmtepomp nou goedkoper, zoals sectortafel-voorzitter Diederik Samsom wil en BDH’s Peter Wagener in het FD bevestigt? Of juist niet, zoals Remeha’s Arthur van Schayk stelt in De Volkskrant op dezelfde dag? Krijgt een warmtepomp het huis makkelijk warm bij ver onder 0 graden of nog niet eens bij +7 graden zoals het tv-programma Radar enkele weken terug meldde? Moet een gebouw eerst ‘hysterisch goed geïsoleerd zijn’ – Samsom bij Pauw – of moet je juist als eerste een hybride warmtepomp kopen, zoals Jan-Maarten Elias aanbeveelt (v/h Unica Energy Solutions)? Zo maar wat voorbeelden in de media de afgelopen periode, waarmee ik maar wil zeggen dat we geen rechtse en linkse politieke partijen nodig hebben om verwarring te zaaien! In tijden van transitie wordt de vakman – zoals ú – een opinieleider. En een vakblad – zoals dit – een opinieblad. Het is dus belangrijk dat wij ambassadeurs zijn met een vergelijkbaar verhaal. Het Nederlandse vastgoed is prima te segmenteren in enkele basisconcepten voor duurzame verwarming. Voor woningen is dat bijvoorbeeld prima gedaan door Milieu Centraal. Voor de puntjes op de i en voor écht maatwerk voor die monumentale villa moet men bij de vakman of -vrouw zijn. Alweer u dus! U speelt (dus) een hoofdrol in de energietransitie. In het installeren van een goed en duurzaam klimaatsysteem. Maar het begínt met u aan de spreekwoordelijke keukentafel. De warmtepomp-sector bij monde van de leveranciers- en installateursverenigingen willen en zullen u graag helpen met uw verhaal. Vind ons! Frank Agterberg

Dimensioneren warmtepompen bij warmte-accumulatie

De warmteverliesberekening, waarschijnlijk bent u er wel mee bekend. De berekening die gebruikt wordt om het verwarmingsvermogen voor een woning of gebouw te bepalen. De meest gebruikte is een statische berekening om het vermogen te bepalen bij een buitentemperatuur van -10 °C. Maar hoe vaak komt het nu voor dat het een langere tijd -10 °C of kouder is? In combinatie met warmtepompsystemen wordt meestal een laagtemperatuursysteem (LTV) toegepast, vaak in de vorm van vloerverwarming. Met vloerverwarming wordt ook warmte geaccumuleerd in massa (bijv. een zandcementvloer). Wanneer rekening gehouden wordt met de accumulatie (buffering) in deze massa in een dynamische berekening, kan een warmtepomp kleiner gedimensioneerd worden. Maar hoe gaat dat in zijn werk? Wanneer het een koude winterdag is met maar één uur een temperatuur van -10°C en de rest van de dag warmer, kan er gedurende de war­mere uren warmte geaccumuleerd worden in de vloer. Wanneer de buitentemperatuur -10 °C is, zal bij slim regelen de vloer nog een hogere temperatuur hebben dan de ruimte. In deze vloer is dus nog vermogen aanwezig; vermogen dat de warmtepomp niet hoeft op te wekken. Door het gebruik van historische weerdata en een warmteverliesberekening in combinatie met de massa die geactiveerd kan worden, kan een veel accurater vermogen voor de warmteopwekking berekend worden. Ook zal het nut van warmteaccumulatie veel beter afgespiegeld worden. Dit kan vergroot worden met bijvoorbeeld faseovergangsmaterialen (PCM’s), met minder starts en stops van de opwekking als gevolg. Het dynamisch effect van accumulatie is dus iets om rekening

92 NOM-woningen

Wel of geen warmtepomp? Een bodem- of luchtgebonden systeem? En welk afgiftesysteem combineert het beste met de gekozen oplossing? Het zijn zomaar enkele vragen waar je als installateur tegenaan loopt als je overweegt om een warmtepomp te installeren. Bij BAM Energy Systems zijn ze er maar al te bekend mee. BAM Energy Systems heeft de afgelopen jaren al diverse NOM-woningen gerealiseerd met bouwpartners. Daarbij is een leerproces doorlopen waar nu de vruchten van worden geplukt. Arjen van der Meer, Manager Ontwikkeling en Prijsvorming bij BAM Energy Systems licht toe aan de hand van een project in Delft. Project In de Klinkerbuurt 3 in de Schoemaker Plantage in Delft ontwikkelt gebieds- en vastgoedontwikkelaar AM 92 toekomstbestendige nul-op-de-meter huizen naar een ontwerp van WAM Architecten. Ze worden gebouwd door BAM Wonen. BAM Energy Systems is verantwoordelijk voor de duurzame installaties. Getrouw aan de principes van de Trias Energetica is eerst nagedacht over manieren om de energievraag zoveel mogelijk te beperken. In dat kader zijn verschillende passieve bouwkundige maatregelen genomen. Zo heeft de gevel een dik isolatiepakket, is er Triple glas toegepast en kierdicht gebouwd. De gevels van de woningen hebben, afhankelijk van het geveldeel, een RC-waarde tussen de 5 en 6. Stroom Eigenlijk lag de keuze al bij voorbaat vast. “In een stedelijke omgeving met windturbines aan de slag gaan, is geen optie. Bovendien wisten we van eerdere projecten dat je prima NOM-woningen kan realiseren met PV-panelen.” De vraag was alleen welke PV-panelen er zouden worden toegepast. “Uiteindelijk viel onze keuze op

Duurzaamheid verkopen

Kantelen, noemen ze het in vakjargon. Nederland staat aan de vooravond van een aardverschuiving. Iedereen weet dat de energietransitie onomkeerbaar is, maar vooralsnog aarzelt de consument om en masse over te stappen op duurzame oplossingen. Waarom? Queena Qian en Shima Ebrahimigharehbaghi zijn beiden verbonden aan de TU Delft. Ebrahimigharehbaghi is op dit moment bezig te promoveren bij Qian. Beide dames verdiepten zich de afgelopen jaren in de motieven van Nederlandse huiseigenaren en huurders om wel of niet over te stappen op duurzame oplossingen. Het resultaat van hun onderzoek zal binnenkort worden gepubliceerd. In dit artikel een voorproefje, waarbij tijdens het interview vooral Qian het woord voerde. Stap wagen? Met onze ambitieuze klimaatdoelstellingen moeten we als maatschappij overstappen op duurzame verwarmingssystemen en energieopwekkers. Het is opvallend dat Nederland zo langzamerhand wel aan de PV-panelen gaat, maar de warmtepomp nog niet helemaal lijkt te omarmen. Wat is er aan de hand en kan je als installateur jouw klant zover krijgen dat hij wel de stap durft te wagen? Onbekendheid oplossingen Hoewel het onderzoek van Qian en Ebrahimigharehbaghi zich vooral toespitst op de sociale context, hebben ze gaandeweg ook wel enig inzicht gekregen in het populariteitsgehalte van de verschillende technische oplossingen. En daar zit al de eerste bottleneck. Nederland wil wel de overstap maken op zonne-energie, maar bijvoorbeeld een zonneboiler, batterij of warmtepomp aanschaffen, is een ander verhaal. “Sommige oplossingen zijn gewoon minder bekend”, vertellen de beide onderzoeksters. En dat brengt vragen met zich mee. “Consumenten vragen zich bijvoorbeeld af of er wel