Minder drukverlies door het betere bochtenwerk
Praktische tipsDe installateur die zelf aan het stuur wil blijven, doet er verstandig aan om niet klakkeloos een systeem of fitting te kiezen, maar zich goed te laten informeren door de fabrikant over verschillende aspecten. Daarbij kan worden gedacht aan: |
Drukverliezen in fittingen
De drukverliezen door fittingen zijn wat complexer. Hier zijn de stroomsnelheid van het water in de buis en de som van de zeta-waarden bepalend. Deze laatste, de weerstandswaarde, is afhankelijk van de vorm, ruwheid en de vernauwing van de verbinding zelf en in de fitting. De vernauwing is voor ieder type leidingsysteem en fitting verschillend. Draadfittingen van verzinkt staal, koperen soldeerfittingen en koperen persfittingen kennen bijvoorbeeld geen vernauwing van de diameter en hebben door hun ronde bochtvorm goede doorstromingseigenschappen. De weerstandswaarde voor dergelijke fittingen bedraagt veelal minder dan 2, terwijl het drukverval bij een stroomsnelheid van 2m/s circa 40 mbar is. Buitengewoon weinig dus. De knievormige fittingen die we tegenkomen in kunststofleidingsystemen hebben door de haakse vorm slechte doorstromingseigenschappen. De diameter is bovendien aanzienlijk vernauwd, waardoor de drukverliezen hoog zijn. Zeta-waarden van meer dan 15-20 zijn hier geen uitzondering. Datzelfde geldt voor het drukverval bij een stroomsnelheid van 2 m/s, dat kan oplopen tot wel 300 mbar. Dit onderstreept nog eens het belang om met bochten in plaats van knieën te werken. De ronde vorm van bochten zorgt voor een betere doorstroming en daarmee voor een lagere weerstand.
Grotere rol fabrikant
Om de gevolgen van drukverliezen te beperken, werd in het verleden gewerkt met toeslagen op de weerstandsberekening. De vernieuwde NEN 1006 stelt echter dat voor de praktijk moet worden uitgegaan van reële weerstandwaarden. Deze kunnen bij de fabrikant worden opgevraagd. Het is daarbij echter wel van belang om te controleren wat de uitgangspunten (stroomsnelheden) zijn geweest bij de bepaling van de weerstandswaarde. Hiervoor is in Nederland nog geen speciale meetmethode gedefinieerd. In Duitsland is daarentegen wel al een richtlijn beschikbaar: de DVGW-richtlijn W575 (Deutscher Verein des Gas- und Wasserfaches). Hierin staat beschreven hoe zeta-waarden van fittingen in leidingwaterinstallaties betrouwbaar en nauwkeurig kunnen worden gemeten. Dergelijke laboratoriumtesten bieden daarnaast de basis voor verdere verbeteringen. Een test kan immers aanleiding geven om een fitting verder te stroomlijnen of de gladheid te verbeteren dan wel de vernauwing te verminderen. Waar met de huidige productieprocessen voor kunststof of messing fittingen alleen haakse knieën mogelijk zijn, bieden koper, roestvast staal en gegoten brons veel meer mogelijkheden voor optimalisatie •