“Liever geen balanssystemen”

SCHIMMELS EN VENTILATIE

Rond de 2,5% van alle woningen heeft last van schimmels. In een groot aantal gevallen is slechte ventilatie de boosdoener. Martin Eggens, toxicoloog bij GGD Groningen dook in de problematiek. Aan IZ legt hij uit hoe het probleem ontstaat en geeft hij tips aan de installateur wat hij eraan kan doen.

Op het eerste gezicht lijkt het een onbeduidend probleem. Een beetje aanslag op de muren, so what? “Vergis je niet”, corrigeert Eggens direct. “Schimmels in woningen kunnen luchtwegklachten veroorzaken, zoals benauwdheid, een piepende ademhaling en leiden tot een verergering van astma en COPD.” Bewoners krijgen voornamelijk last als er sporen vrijkomen. Daarnaast kunnen schimmels bouwkundige problemen met zich meebrengen, zoals aantasting van houten delen. Tot slot voelen zilvervisjes en andere boosdoeners zich ook uitermate behaaglijk in dezelfde omstandigheden waarin schimmels goed gedijen.”

Vochtig en slecht geventileerd

Schimmels nestelen zich met name op vochtige plekken in het huis waar de temperatuur rond de condensatiewaarden schommelt en de ventilatie te kort schiet. “Badkamers, kelders, in de bekleding aan de achterkant van banken. Ze zijn dol op poreus materiaal, zoals kit. Tegelijkertijd komen we ook ophopingen van schimmels tegen in koelinstallaties, waar zich vochtconcentraties bevinden, zoals aircosystemen.”

Meersporenbeleid

Om de schimmelproblematiek aan te pakken is een meersporenbeleid nodig, legt Eggens uit. Kijkend naar het binnenklimaat wijst hij allereerst op het belang van voldoende verwarming en een goede ventilatie. “Het luistert sowieso al nauw, omdat het Bouwbesluit slechts de ondergrens van het toelaatbare eist. Bij het minste of geringste heeft het binnenklimaat er al onder te lijden.” Neem nu de huurders. “Een doorsnee ventilatiesysteem heeft drie standen. Eigenlijk zou die op 2 moeten staan met een normale bezetting en op 3 als mensen gaan koken of bijvoorbeeld een feestje hebben. Wij komen genoeg bewoners tegen die de ventilator standaard op 1 houden, vanwege het geluid, maar ook om ‘energie te besparen’. Bij stand 3 menen ze al snel dat ze ‘voor de KLM aan het stoken zijn’.”

Ventilatie Prestatiekeuring

Eerlijk is eerlijk, eigenlijk gaat het menig maal al daarvoor fout. “Het ventilatiesysteem wordt slecht ingeregeld, de bewoners krijgen geen of een vrijwel onleesbare handleiding, installateurs leggen niet uit hoe het systeem werkt...” Die missers zijn grotendeels te voorkomen als de Ventilatie Prestatiekeuring, zoals die door de Vereniging Luchttechnische Apparaten (VLA) in het leven is geroepen, verplicht zou worden gesteld, meent Eggens.

Natuurlijke ventilatie

Er woedt al lang een stammenstrijd in ventilatieland tussen voorstanders van natuurlijke en mechanische balansventilatie. Eggens schaart zich duidelijk aan de kant van de eerste groep. “Ik ben een warm voorstander van natuurlijke toevoer en mechanische afvoer in de natte ruimtes. In de praktijk zien we maar al te vaak dat balansventilatie te kort schiet. Dit wordt in de hand gewerkt door de matige eisen van het Bouwbesluit. Balansventilatiesystemen functioneren alleen naar behoren als er aan allerlei condities wordt voldaan. En daardoor zijn ze kwetsbaar. Zo vragen dergelijke oplossingen al snel om gedragsregels, zoals schakelen naar een hogere stand als er bezoek is of wordt gekookt. Denk je echt dat bewoners zich altijd daaraan houden? Met een CO2-gestuurde oplossing lijk je de problemen te omzeilen, alleen is een overmaat aan CO2 alleen een indicatie voor de aanwezigheid van het aantal mensen. In een badkamer zou je bijvoorbeeld weer het liefst vochtgestuurde ventilatie willen en voor radon is constante ventilatie noodzakelijk.”

Filters

“En dan de filters van balansventilatiesystemen”, vervolgt Eggens. “Een jaar geen onderhoud en de ventilatiecapaciteit is al 20% minder. Ik adviseer daarom mensen om ze twee keer per jaar schoon te maken en één keer per jaar te vervangen. Wanneer de woning in een stad staat op een meer vervuilde locatie, kan men zelfs beter overgaan op een frequentie van vier keer per jaar. Maar ja, nogmaals, wie volgt trouw al die voorschriften op? Naar mijn mening is het verstandiger als de woningcorporatie zich zelf van deze taak kwijt of er een externe professionele partij voor inschakelt.”

Aanvullende maatregelen

Om de schimmels zelf te verwijderen kan men een oplossing van 6% soda (6 gram per liter water) gebruiken, vertelt Eggens. “Als dit niet lukt, is bleekwater nog een optie (ongeveer 250 ml bleekwater in een emmer water). Aanbevolen wordt om dit een nacht te laten inwerken. Zorg wel dat je handschoenen draagt en de ventilatie afdoende is bij het aanbrengen. Er zijn ook speciale middelen op de markt die schimmels verwijderen. Zorg ook hier voor goede ventilatie tijdens het gebruik.”

Belangenconflict

Het is opvallend dat vooral huurders van oude woningen (voor 1965) te maken krijgen met schimmels; waarom zij wel en woningeigenaren minder? “Het heeft allemaal te maken met een belangenconflict”, legt Eggens uit. “De huurder vindt dat de verhuurder het probleem moet oplossen, terwijl de verhuurder de verantwoordelijkheid bij de huurder legt. Woningeigenaren zijn zowel eigenaar als gebruiker. Zij nemen al direct preventieve maatregelen of laten onmiddellijk schimmels verwijderen als die zich vertonen.”

‘Nieuwe’ klachten

Eggens merkt dat de klachten afnemen na grondige renovaties. De huizenbouw heeft bovendien gigantische sprongen gemaakt de afgelopen decennia, waardoor het schimmelprobleem minder aan de orde is in nieuwe huizen en appartementen. Toch blijft de toxicoloog voorzichtig. “Je moet natuurlijk niet het ene probleem inwisselen voor een ander probleem. Zo brengen bijvoorbeeld NOM-woningen weer andere klachten met zich mee. We horen regelmatig dat bewoners last hebben van een droge keel en hoesten. We zijn nog bezig om de oorzaken te achterhalen, maar het zou onder andere te maken kunnen hebben met de omschakeling. Nieuwe bewoners zijn niet gewend aan de binnenklimaatomstandigheden van een NOM-woning en het gedrag dat vereist is om die optimaal te houden. Dat vereist een gewenningsproces. Ik ben benieuwd hoe een en ander de komende jaren zal uitpakken.” 

WTW-unit

“Ik weet dat ik een zijspoor bewandel”, zegt Eggens, “maar ik wil hier toch nog enkele woorden wijden aan warmteterugwinning systemen. De WTW-unit van een balansventilatiesysteem kan er bij uitzonderlijk warm weer voor zorgen dat de woning zijn warmte vasthoudt. Ik zou denken dat temperaturen boven de 27 graden in een woning een risico gaan vormen. Dat geldt natuurlijk voornamelijk voor de meest kwetsbare groepen, zoals ouderen, chronisch zieken en mensen met overgewicht. Vooral als ’s nachts de temperatuur in slaapkamers boven de 20 graden blijft, zal dat leiden tot een slechtere nachtrust. Het is daarom aan te bevelen om in zo’n installatie altijd een bypass in te bouwen. Deze kan dan ‘s nacht worden gebruikt om koelere lucht in de woning te blazen. Dit zorgt ervoor dat de woning ‘s ochtends koeler is en de warmte zich minder ophoopt gedurende de dag.”

Adviezen

Eggens adviseert de installateur om de volgende maatregelen te nemen in een nieuwbouw- of renovatietraject om schimmels te voorkomen en voldoende ventilatiecapaciteit te kunnen waarborgen:
1. Installeer een ventilatiesysteem met natuurlijke toevoer en mechanische afvoer
2. Zorg bij aangrenzende ruimtes voor luchtdoorvoer, bijvoorbeeld via spleten onder de deur.
3. Laat een Ventilatieprestatie Keuring uitvoeren bij de oplevering.
4. Leg de werking van het ventilatiesysteem uit aan de bewoners en geef ze een goed leesbare handleiding.
5. Sluit een onderhoudscontract af.