De horden zijn genomen, tijd voor de eindsprint
De totstandkoming en invoering van regelgeving heeft vaak veel weg van atletiekwedstrijden: eerst talloze horden nemen, afgewisseld met een hink-stap-sprong om vervolgens aan het eind van de rit nog eens de 100 meter sprint af te leggen. Dat is ook precies het traject dat de sectie Kabel van de Fedet doorloopt op weg naar 1 juli 2017. Op die datum wordt de Europese regelgeving voor bouwproducten, kortweg CPR, van kracht. De sectie wil – wellicht nog meer en intenser dan de Europese beleidsmakers – richtinggevend zijn als het om brandveiligheid gaat. Kwaliteit is daarbij leidend. “Een stap vooruit in kwaliteit betekent automatisch een betere veiligheid én een sterkere economie”, aldus de leden van de sectie. Maar dan moet nu wel de sprint worden ingezet; een gigantische uitdaging.
Iedereen wil veilig wonen, werken en leven. Dat kan alleen wanneer de gebouwen én de producten die voor de bouw ervan worden gebruikt, veilig zijn. Dat blijkt helaas niet altijd even eenvoudig. Maar liefst 90% van de slachtoffers van brand bevinden zich in gebouwen. De EU-lidstaten hebben daarom veiligheidseisen geformuleerd waaraan een bouwwerk moet voldoen. Een goed voorbeeld waar veiligheidsregels op Europees niveau nuttig zijn, is de brandveiligheid. De EU stelt alleen dat een bouwproduct een bepaalde prestatie moet leveren, bijvoorbeeld tijdens brand. Een prestatie die weer afhangt van de producteigenschappen.
Alle bouwproductenDe CPR is onder meer relevant voor installateurs, adviseurs, aannemers, constructeurs en eindgebruikers. Partijen waar de W-installateur dagelijks mee te maken heeft. De CPR heeft betrekking op alle bouwproducten, waardoor de reikwijdte groot is. Volgens de Verordening is elk product dat bestemd is om blijvend te worden verwerkt in bouwwerken, een bouwproduct. Die ruime omschrijving maakt dat zeer veel producten als bouwproduct kunnen worden aangemerkt. Een kabel, ondervloer, vlechtijzer, cement, het hout voor een gebinte, dakpannen of bakstenen: het zijn allemaal bouwproducten. Hetzelfde geldt voor afwerkingproducten zoals tegels of deurbeslag. Maar ook de elementen die deel uitmaken van een systeem en definitief geïntegreerd zijn in het bouwwerk, zoals rookdetectoren en kranen zijn te beschouwen als bouwproducten. Valt een product waar de W-installateur mee te maken heeft onder een geharmoniseerde norm of bestaat er voor het product een Europese technische beoordeling en voldoet het daar ook aan? Dan moet het product voorzien zijn van CE-markering en Prestatieverklaring. Overigens vallen ook de kabels in de gebouwgebonden (vaste) installaties in de industrie onder het toepassingsgebied van CPR. De W-installateur moet hierbij de NEN 8012 gebruiken om de classificatie vast te stellen. |
Nieuwe norm
Om die prestatie zeker te stellen – en dus bij te dragen aan een veiliger woon en werkomgeving – moet een bouwproduct dan ook worden getest volgens de betreffende Europese veiligheidsnorm. Na succesvolle afronding van de test wordt een zogenaamde Prestatieverklaring opgesteld en kan het product CE-gemarkeerd worden. De CE-markering in combinatie met de Europese veiligheidsnorm zegt dus iets over de kwaliteit en veiligheid tijdens brand. Fabrikanten van bouwproducten, zoals kabels, hebben de afgelopen jaren met man en macht gewerkt aan deze nieuwe norm, en dus aan de kwaliteit en veiligheid. Een inspanning die ertoe geleid heeft dat hun producten op het gewenste prestatieniveau zijn gebracht.
Fedet Sectie Kabel
Voor de Sectie Kabel van de Fedet (zie kader) komt de CPR dan ook niet onverwacht. Vanaf het eerste begin hebben de leden bovenop de bal gezeten. Kwaliteit en veiligheid zijn immers de kern van hun business. Bovendien is de kabelmarkt de afgelopen 15 jaar eigenlijk voortdurend in beweging geweest: nieuwe materialen, nieuwe producten, nieuwe markten – er gaat geen dag voorbij of er verandert iets.
Ruim een jaar geleden kwamen de kabelfabrikanten die zijn vertegenwoordigd in de sectie voor het eerst bijeen om de invoering van de CPR vanuit de branche te begeleiden en de naleving en handhaving goed voor te bereiden. Geen overbodige luxe als we bedenken dat aan alle ketenpartijen – producent, groothandel installateur én eindgebruiker – per 1 juli volgend jaar eisen worden gesteld. Per geïnstalleerde kabel moet bijvoorbeeld worden aangegeven aan welke CPR-classificatie deze voldoet.
Fedet Sectie KabelIn de Sectie Kabel van de Fedet zijn de belangrijkste kabelfabrikanten vertegenwoordigd: Draka, Nexans en TKF; gezamenlijk goed voor 80% van de markt. Een belangrijke doelstelling van de Sectie kabel is dat de CPR en de Europese Norm EN 50575 (specificeert de eisen voor het brandgedrag van kabels die gebruikt worden in vaste elektrotechnische installaties van bouwwerken), die per 1 juli 2017 verplicht zal zijn, ook in Nederland zal worden nageleefd. |
Belang voor de markt
Naar de markt toe informeert de sectie en haar leden over de ontwikkelingen. En die zijn voor de installerende markt niet onaanzienlijk. Zo wordt van de elektro-installateur verwacht dat hij aan kan tonen waarom er voor een bepaalde kabel is gekozen en moet hij de prestatieverklaring hiervan beschikbaar maken voor de klant. De elektrotechnische groothandel en andere wederverkopers moeten de traceerbaarheid faciliteren. In het geval van CPR door het beschikbaar stellen van de prestatieverklaringen.
“Wie Europa een beetje kent, weet dat het bulkt van de regelgeving. Regels waarvan je jezelf soms afvraagt wat het belang ervan is. Maar deze CPR is nou eens een voorbeeld van regelgeving die niet alleen moet, maar die wij als branche ook willen. Niet Europa maar wij als Fedet vinden dat veiligheid en kwaliteit topprioriteit zijn”, verklaart Fedet-voorzitter Rob van Veen.
Sprint inzetten
Het is daarvoor wel noodzakelijk dat de verschillende producten zijn getest door een instantie die door de Raad van Accreditatie is toegelaten. En daar wringt de schoen. Waar fabrikanten veel hebben geïnvesteerd om hun kabelprogramma ‘CPR-gereed’ te maken, zijn zij nu afhankelijk van de capaciteit van certificerende instanties. Capaciteit die vooralsnog tekortschiet om tijdig alle prestatieverklaringen rond te hebben. “Daarom moeten nu echt de schouders eronder om op tijd onze producten getest en goedgekeurd te krijgen”, aldus de sectie Kabel.
Daarbij wordt een tweesporenbeleid gehanteerd: Fedet die leden inspireert om topkwaliteit te leveren en inzet op ontzorging van de installateur en groothandel én gezamenlijke acties met FME richting politiek en overheden. Die lobby is nodig om ook op dat niveau het noodzakelijke bewustzijn te laten ontstaan. “Het is geen geringe opgave om tijdig alle kabelproducten en -varianten te testen”, aldus Rob van Veen. “En dat zal toch écht moeten want na 1 juli 2017 mogen producten die niet-CPR zijn geclassificeerd niet meer worden verkocht. Iedereen, overheid, bedrijfsleven en certificerende en accrediterende instanties, moet daarom nu de sprint inzetten.” •
Auteur: Martin Franke, Beta Public Relations