“Het wordt een slagveld”

De installatiesector gaat hem duidelijk aan het hart. Daarom stelt Jan Rotmans zich ook al jarenlang betrokken op bij onze sector. De hoogleraar Transitiekunde en medeoprichter van Urgenda staat bekend als een man met een uitgesproken boodschap. “Alleen de installatiebedrijven die wendbaar zijn gaan de komende jaren overleven. Voor de andere is het einde oefening.”

Jan Rotmans schopt graag tegen de schenen van de gevestigde orde aan, wat hem uiteraard niet altijd in dank wordt afgenomen. Toch houdt diezelfde gevestigde orde nauwkeurig zijn prognoses in de gaten. Sterker nog; hij wordt zelfs regelmatig uitgenodigd om zijn visie te geven op ontwikkelingen in de installatie- en energiebranche. Zoals een jaar of 7 jaar geleden, toen hij voor de energiereuzen een presentatie verzorgde over de toekomst van de sector. “Ik waarschuwde ze dat hun verdienmodel onder druk zou komen te staan, maar ze weigerden te luisteren. Nu zijn hun bedrijven 80% minder waard op de beurs.”

Transities

Rotmans is al jarenlang betrokken bij initiatieven om Nederland te verduurzamen. Als initiator, zo richtte hij onder andere met Marjan Minnesma het bekende Urgenda op, als adviseur van organisaties en bedrijven in de installatiebranche en uiteraard als wetenschapper. Een centraal thema in zijn werk is de strijd tussen de gevestigde orde en de vernieuwers tijdens een transitie. Een transitie moet dan worden verstaan als een langdurig veranderingsproces. In de installatiebranche hebben we sinds de 19e eeuw met grote transities te maken gehad. De introductie van elektriciteit, de overschakeling op gas als energiedrager na de vondst van de gasbel in Slochteren en in de huidige tijd de groeiende populariteit van duurzame energiebronnen. Wat uit deze voorbeelden duidelijk naar voren komt, is dat de ene transitie vaak een opmaat is voor de volgende. Zo’n ingrijpend veranderingsproces gaat gepaard met onrust, vernieuwingsdrift en maatschappelijke veranderingen. En niet iedereen kan daar even makkelijk mee omgaan. Zeker niet de gevestigde orde die liever alles bij het oude laat, om zo de touwtjes in handen te houden.

Installatiebranche

Ook de installatiebranche kent een gevestigde orde, zegt Rotmans. “Daartoe reken ik een aantal grote en middelgrote bedrijven.” Nee, namen noemt hij niet, dat is niet chique, maar hij kreeg onder andere met ze te maken toen hij via Urgenda probeerde de markt voor zonnepanelen open te breken en op fel verzet stuitte. “Wij kregen zelfs een rechtszaak aan onze broek. Men voelde zich bedreigd, was bang om werk te verliezen en inkomsten.” Dat gold en geldt ook voor een aantal energiereuzen, die maar moeizaam van hun fossiele verslaving lijken af te komen.

Versnelling

Uiteindelijk legt Rotmans uit, heb je altijd een kleine groep koplopers die de kastanjes uit het vuur haalt en geleidelijk aan volgt dan wel de rest van de meute. Rotmans zelf ziet het als zijn taak om de huidige transitie te versnellen. Hij probeert de komst van de duurzame maatschappij te bespoedigen door koplopers met elkaar te verbinden, de voordelen van duurzaamheid te promoten en Best Practices in de schijnwerpers te zetten.

‘Dag klassieke cv-installateur’

Op de huidige manier doorgaan, biedt geen toekomstperspectief, waarschuwt Rotmans. Over een jaar of 10 tot 15 is het spel voorbij voor de klassieke cv-installateur. Regelgeving, innovaties en de veranderende maatschappij sturen de branche de kant op van duurzame oplossingen. Ook de komst van centrale warmtenetwerken vormt een bedreiging voor installateurs. “Een partij als Siemens kan een integrale oplossing voor woningen ontwikkelen en bij wijze van spreken zomaar een deel van de markt overnemen.” Er liggen wel kansen voor installateurs die zich verdiepen in energieneutrale en integrale oplossingen, denkt Rotmans. Hij wijst op het Nul op de Meter concept dat nu breed ingang vindt in de nieuwbouw en renovatiemarkt.

Advies

“Ik adviseer kleine en middelgrote installateurs om zich in dergelijke concepten te gaan verdiepen en een keer mee te draaien met een project. En sluit je aan bij netwerken die vernieuwing in de bouw willen bewerkstelligen.” Zo heeft stichting KIEN het ‘To be or not To be’ transitietraject in gang gezet. Doel is om coalities te smeden van installateurs, adviseurs, regionale overheden en bevlogen burgers en zodoende op klein en middelgroot schaalniveau de gebouwvoorraad te verduurzamen. Rotmans is er zelf bij betrokken als inspirator en transitiedeskundige.

Waan van de dag

Maar het is moeilijk om zijn boodschap ingang te laten vinden, merkt de professor. Zo heeft KIEN nog maar enkele tientallen installateurs aan zich weten te binden met het ‘To Be or not To be’ traject. “De bouw- en installatiebranche laat zich leiden door de waan van de dag. Ze sprint van crisis naar crisis. Over maximaal een jaar of tien stort de economie weer in door de volgende bubbel met geleend geld.” Maar ondanks alle ellende brengt iedere crisis de branche weer een stapje verder in de goede richting, meent Rotmans. “Crises hebben een louterend effect. Zo heeft de malaise van de afgelopen jaren de noodzaak om over te stappen op groene energiebronnen en de sprong te maken naar een circulaire economie breed onder de aandacht gebracht. Uneto-VNI maakt zich nu hard voor het verduurzamen van 7 miljoen woningen, een gigantische kans voor installateurs.”

Slagveld

Tenminste, hij benadrukt het nog een keer; als ze er tijdig bij zijn. “Het wordt een slagveld de komende tijd. Drie van de vijf installatiebedrijven gaan het niet redden, want de sector gaat helemaal op de schop. Over een jaar of tien bestaat er geen eens een branche meer. De installatiebedrijven van nu zijn dan onderdeel van grotere bedrijven die totaalconcepten aanbieden. Ik verwacht bovendien een golf aan fusies in de bouwkolom, vooral bij middelgrote en grote bedrijven.”

Werkdag

En een doordeweekse werkdag van een installatiedeskundige ziet er tegen die tijd totaal anders dan nu, denkt Rotmans. “Hij zal vaak bezig zijn met data-analyses, en de gegevens gebruiken om pasklare, maatwerkoplossingen te bedenken voor klanten. Het werk wordt gecompliceerder, maar ook uitdagender. Bovendien zal hij intensief moeten samenwerken met andere disciplines, wat ook de nodige Soft Skills vereist. Nee, veel cv-ketels zullen er tegen die tijd niet meer hangen, sluit Rotmans af. “Dus daar valt geen brood meer mee te verdienen. Tenzij je je misschien gaat richten op het weghalen van de nog aanwezige exemplaren. Dat zou ook nog wel eens een business kunnen worden.” 

Achtergrond

Hoewel Rotmans uiteenlopende reacties oproept in den lande, zijn vriend en vijand het erover eens dat de Rotterdamse professor een enorme ‘drive’ heeft.
Al vanaf het prille begin van zijn carrière houdt Rotmans zich bezig met duurzaamheid en transities. Na een studie Toegepaste Wiskunde aan de TU Delft, kwam hij terecht bij het RIVM waar hij het eerste integrale klimaatmodel ter wereld ontwikkelde. Het werd later gebruikt bij de onderhandelingen over het Kyoto klimaatprotocol. Daarna werkte Rotmans onder andere voor de VN en als professor Integrated Environmental Assesment aan de Universiteit van Maastricht. In 2004 kreeg hij een aanstelling als hoogleraar Transitiekunde aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Naast zijn wetenschappelijke werk stelt Rotmans zich ook maatschappelijk geëngageerd op. Zo richtte hij onder andere Urgenda op, met als motto om Nederland sneller duurzaam te maken.