De Techniekmaker

DIVERSITEIT IN TECHNIEK BEVORDEREN

“Ik ben geen kwartiermaker, maar een techniekmaker.” Aan het woord is Ben Snoeijs (foto). Een man met een techniek- en onderwijshart. En dat hart wordt vaak teleurgesteld. “Ik kom veel op basisscholen en daar zijn de technieklokalen verstoft. Leerkrachten vinden techniek maar moeilijk, zeggen ze.”

Snoeijs zet zich met zijn bedrijf Techniekmaker in om de diversiteit in de techniek te bevorderen en de instroom te vergroten. Maar dat is nog maar het begin. Hij is ambassadeur bij Stichting Guruz die werkt aan het versterken van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en doceert 1 dag per week engineering bij Avans. Hij is bestuurslid van STEAMup die de grootste industriële robotcompetitie van de Benelux organiseert. Daarnaast zet hij zich bij het Platform Talent voor Technologie onder andere in voor Jet-Net, een landelijk netwerk van bedrijven en scholen die jongeren willen interesseren voor techniek.

Met passie
Zijn woorden raken; zijn passie is oprecht; zijn zorgen groot. Snoeijs ziet grote uitdagingen op de techniek afkomen. “We roepen in Nederland al meer dan 10 jaar dat het belangrijk is om jongeren te interesseren voor de techniek. Maar dat lijkt maar niet te landen. We staan aan de vooravond van 20 jaar techniekarmoede. Ik zeg actie en wel nu!” ‘Praktijkopleidingen zorg en techniek populairder’, zo kopte de NOS nog niet zo lang geleden. Maar je kunt daar geen geruststelling uit halen, aldus Snoeijs. “Kijk naar het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). Afgelopen jaar steeg de keuze voor techniek met 10 procent. Dat lijkt mooi, maar er wordt vooral gekozen voor het profiel Bouwen, Wonen en Interieur. Daar heeft niet de hele techniek baat bij, zeker niet in het licht van de energietransitie. En wat stelt het voor als het percentage techniekstudenten het afgelopen decennium met 40 procent is gedaald?”

2 voor 12
Het aandeel havo-scholieren dat voor natuurprofiel koos, daalde in de periode 2011-2021 van 43 naar 36 procent, het vwo noteerde een afname van 62 naar 57 procent. In de doorstroom van havo-scholieren naar het hoger beroepsonderwijs (hbo) laat de helft die koos voor bèta dat los, en dat percentage wordt helaas elk jaar hoger. Wat betekent dat volgens Snoeijs? “We hebben technische mensen op allerhande niveaus nodig om de grote uitdagingen aan te gaan. In totaal staan er in de techniek en ICT op dit moment 115.000 vacatures open. Het is twee voor twaalf. We moeten actie ondernemen met elkaar.”

Er zijn oplossingen
Het voelt als onomkeerbaar. Maar Snoeijs ziet maar één oplossing is: een grote structurele impuls om jongeren de techniek in te krijgen en – om een meer directe impact te maken – de zij-instroom bevorderen. Daarbij wijst hij allereerst op het ‘aanboren’ van vrouwelijk talent. Als we 10.000 vrouwen per jaar naar de techniek weten te verleiden, dan zet dat enorm veel zoden aan de dijk; dan stijgt het aantal techniekstudenten met 15 procent. Ook onder arbeidsmigranten is het potentieel enorm, misschien nog groter. Maar je kunt ook denken aan het weghalen van de instroombarrière in het vervolgonderwijs. Je kan dan bijvoorbeeld zonder wiskunde B een technische studie doen. Of denk aan het creëren van onverwachte combinaties, zoals een economisch profiel met data sciences.”

Onderwijzers als ambassadeurs
Maar het begint al eerder. “Techniek is niet meer een serieus onderwerp op de PABO. Het gevolg is dat we jonge onderwijzers voor de klas krijgen die geen idee hebben van techniek en het belang van techniek in de ontwikkeling van het kind. Dat doet iets met de interesse van een potentiële vakman of vakvrouw.” En men hoeft het niet alleen te doen. Zo opende Snoeijs recent nog het Techniekhuis op Zuid. Dat is een initiatief van Tech op Zuid;de Rotterdam-Zuid regio van Sterk Techniekonderwijs. Het doel is werken aan duurzaam, dekkend en kwalitatief sterk technisch onderwijs van po naar vo en mbo. Er zijn drie lokalen ingericht, speciaal voor alle basisscholen in Rotterdam-Zuid.

Ouders hebben een rol
Snoeijs ziet ook een rol weggelegd voor de ouders. “Zij denken nog steeds dat hun kind beter niet de techniek in kan gaan omdat daar weinig wordt verdiend, terwijl de startsalarissen juist veel hoger liggen dan in andere sectoren. Ook is er de voortdurende roep om vooral door te studeren. HBO is beter dan een mooie baan in de techniek. Maar het gaat om waar de leerling zich thuis voelt. Wat hij of zij graag wil doen. En blijkbaar kunnen we met de branche dat nog niet goed vertellen. Hoe we innovaties toepassen. Hoe belangrijk we zijn als het gaat om klimaat. Hoe zeer we mooie kansen bieden. Hier ligt een opgave waar ik met hart en ziel aan werk. Maar dat moeten we met elkaar doen.”

Adopteer een school
Snoeijs is een drukbezet man. Hij is aanwezig op evenementen, in het onderwijsveld, denkt mee met de overheid, en probeert via de (social) media de discussie aan te jagen. En hij ontwikkelt lesmateriaal. Maar hij zoekt altijd partners in crime. “Ik denk dan aan de overheid. Zij zien het belang van techniekonderwijs, maar nemen nog weinig concrete acties. Maar ik denk ook aan de bedrijven. Ik zou zeggen adopteer een school” Wat betekent dat? “Door een school te adopteren, draag je bij aan het Techniekonderwijs op de betreffende school. Snoeijs verzorgt als Techniekmaker de lessen met de context van het bedrijf op school. Lesmaterialen worden vervolgens in het portal beschikbaar gesteld voor alle scholen in Nederland. “Dus wie weet hoeveel leerlingen bereikt worden met jouw materiaal?” Tot op heden nemen vooral de bedrijven deel die geloven dat goed onderwijs ook leidt tot meer instroom. “Zij geloven dat je niet vroeg genoeg kunt beginnen om te enthousiasmeren voor Tech.” 

Adopteer ook een school

Ga Naar https://www.techniekmaker.nl. Het programma wordt samen met het bedrijf ontwikkelt. Techniekmaker bewaakt hierbij de fun, didaktiek en aansluiting bij de doelgroep. Bedrijven worden vermeld in de lesbrieven, social media en de hall of fame. Het programma wordt samen met het bedrijf ontwikkelt. Techniekmaker bewaakt hierbij de fun, didaktiek en aansluiting bij de doelgroep. Bedrijven worden vermeld in de lesbrieven, social media en de hall of fame.