Op 1 januari 2021 gaat het nieuwe ‘Stelsel Energieprestatie Gebouwen’ van start, met nieuwe eisen aan gebouwen en nieuwe rekenmethoden. Inmiddels is het duidelijk wat de gevolgen zijn. Die zijn relevant voor zowel installateurs als installatieadviseurs. In dit artikel bespreken we de hoofdlijnen, zodat u goed geïnformeerd het nieuwe jaar in kunt gaan. Eerst een korte opfrisser: BENG staat voor Bijna Energie-Neutrale Gebouwen en is de opvolger van de EPC, die sinds 1995 gebruikt wordt om stapsgewijs strengere eisen te stellen aan de energieprestatie van nieuwbouw. Er komen nu aparte eisen voor drie belangrijke aspecten van een (bijna) energieneutraal gebouw, berekend met een nieuw opgezette rekenmethode: de NTA 8800. Indicatoren De eerste indicator (BENG-1) stelt een maximum aan de energiebehoefte voor verwarming en koeling. Daarmee wordt een goed bouwkundig ontwerp gewaardeerd. BENG-2 stelt een grens aan het vooraf berekende gebruik van fossiele energie, en waardeert daarmee de toepassing van energiezuinige technieken. Die twee eisen worden uitgedrukt in kWh/m2.jaar, onafhankelijk van de energiedrager, dus ook als het niet gaat om een all-electric oplossing. Het gaat daarbij om zogenaamde ‘primaire energie’, die niet een-op-een vergelijkbaar is met kWh op de elektriciteitsmeter. De derde eis stelt toepassing van hernieuwbare energie in elk plan verplicht. Nog niet 100%, daarom is het ‘bijna’ energieneutraal. Voor woningen komt er daarnaast een eis die betrekking heeft op het risico op temperatuuroverschrijding in de zomer: de ‘TO-juli’. Uit de eerste ervaringen blijkt dat juist deze een grote invloed zal gaan hebben op het energieconcept en dus op de
Categorie: Zakelijk
Een jong bedrijf met een duurzame ambitie. WARP Systems in Nieuwkoop heeft groen bloed. Door de dunste watergedragen vloer-, wand en plafondverwarming en -koeling te ontwikkelen voorziet het bedrijf in een behoefte en speelt het in op de toekomst. Michael Soederhuizen, verantwoordelijk voor de afdelingen Legal en Finance en medeoprichter van het bedrijf, ziet dagelijks nieuwe kansen. Maar hierbij is veilig werken wel een voorwaarde. Midden in coronatijd nadenken over verduurzaming en de groei van je bedrijf. Het is absoluut mogelijk. Soederhuizen: “We zien gewoon de vraag stijgen en met een enthousiast team weten we in deze bijzondere tijd onze doelstellingen te realiseren. We hebben vanaf het begin ingezet op de ontwikkeling van een eenvoudig systeem dat door zowel de doe-het-zelver als door de professional kan worden geïnstalleerd. We vormen de verbinding, de ADSL zoals wij dat noemen, naar hen. Want onze kernwoorden zijn Actief, Dun, Snel en Licht.” Snel en dynamisch Wat betekent WARP eigenlijk? Soederhuizen: “De WARP-technologie is een fictieve technologie uit de televisieserie Star Trek om ruimteschepen met een snelheid groter dan de lichtsnelheid te laten voortbewegen. Het inspireerde ons voor de naam van ons bedrijf. We zijn een jong bedrijf dat mee wil gaan in de uitdagingen die er liggen. Denk aan de renovatiegolf in de woningbouw. Misschien wil men eindelijk verlost zijn van de radiatoren. Of wil men een lagere energierekening of zich voorbereiden op het gasloos wonen. Op termijn wil men de overstap maken naar bijvoorbeeld een warmtepomp of laagtemperatuur-verwarming. Het zijn allemaal mogelijkheden.
In dit artikel leg deskundige Gerd van ‘t Hul uit wat duurzaam ondernemen betekent voor de interne bedrijfsvoering van de installateur en wat duurzaam ondernemen richting klanten inhoudt. Wat is duurzaamheid? Duurzaam ondernemen is een breed begrip. Gaat het over het voortbestaan van jouw onderneming? Over hoe gelukkig jouw team is? Over hoeveel energie je gebruikt? Over hoeveel geld je verdient? Of toch over hoeveel energie jij voor je klanten kunt besparen? Het antwoord op deze vragen is dat duurzaam ondernemen over alle aspecten van je bedrijf gaat. Het gaat over het voortbestaan van jouw bedrijf, over blije gezichten in de kantine, over energie besparen, over die laatste rooie rotcent en over jouw klanten helpen om energie te besparen. Continuïteit Zelf ben ik accountant. Bij ons gaat het, voor het eerst in jaren, sinds COVID-19 weer eens serieus over continuïteit. In goede jaren lukt het namelijk iedereen om een onderneming te starten en winstgevend te laten zijn. Maar als het minder gaat, onderscheiden de beste ondernemers zich door eerder, sneller en doeltreffender in te grijpen. En meestal ook (juist dan!) te investeren. Een matige ondernemer snijdt te laat in de kosten, moddert nog even door en stopt dan met zijn bedrijf, verkoopt het bedrijf, of gaat failliet. Hoe voorkom je dat? Het antwoord is door in te zetten op duurzaamheid. Gezondheid Een duurzame ondernemer zorgt ervoor dat zijn team zich goed voelt. Een onderneming is zo goed als het team. Duurzaam ondernemen betekent ook ervoor zorgen dat je team zich
“Ik ben Sarah, ik ben zwanger en ik zet dus een kind op de wereld die in 2040 net volwassen is. 2040, het jaar waarvoor we nu mooie plannen en rapporten hebben gemaakt om de wereld leefbaar en veilig te laten zijn. Voor mij en vooral voor mijn kind. De installatiebranche heeft grote invloed op het verduurzamen, comfortabel en veilig maken van onze woon- en werkplekken. En daarom heb ik hen en alle betrokkenen uitgenodigd.” Dit zijn de beginzinnen van het nieuwe multimediale programma speciaal voor vakmensen in de techniek dat sinds kort door Nederland reist. Huis van Sarah opent de deuren voor werkgevers en werknemers. Voor samenwerkingspartners. Voor iedereen die zich een onderdeel voelt van de opdracht een toekomstbestendige leefomgeving te creëren. Zes grote verhuiskisten met ieder een eigen kamer en verhaal. Als publiek zit je niet stil; je gaat van kist naar kist met Sarah als je persoonlijke gids. Zes verschillende invalshoeken met uitdagende vragen over de toekomst van technische installatiebranche en jouw eigen toekomst, op weg naar 2025 en verder. De Greenroom, de Sky-highroom, de Hartkamer, het Transformatorhuisje, de Wachtkamer en de Safetyroom staan klaar om de makers van de energietransitie en de digitale samenleving te ontvangen. Geen papier meer Wieteke Tichelaar van Wij Techniek is de trekker van dit programma. Zij is programmamanager Kennisontwikkeling en zoekt altijd naar nieuwe manieren om kennis over te dragen. Samen met een team van gedreven collega’s ging ze de uitdaging aan om verkenningen, rapporten en vergezichten om te zetten naar
Als brancheorganisatie lobbyt de VLA voor de ventilatiebranche en beschikt ze over een schat aan kennis over het vakgebied. Toch zie je bij een tv-discussie over ventilatie en corona eerder een outsider als Maurice de Hond aanschuiven, dan een VLA-bestuurslid. Wouter Wijma, de nieuwe voorzitter wil daar verandering in brengen en de branchevereniging meer op de kaart gaan zetten. De Vereniging Leveranciers voor Luchttechnische Apparaten heeft sinds juni een nieuwe voorzitter. Wouter Wijma neemt na 4 jaar het stokje over van Erik van Heuveln. Wijma is in het dagelijks leven Algemeen Directeur bij Ned Air. De 53-jarige was als bestuurslid betrokken bij het opstellen van de nieuwe strategische visie van de VLA voor de komende jaren en wil daar nu handen en voeten aan gaan geven. Ervaring De 53-jarige Wijma is een oudgediende in de installatiebranche. Zo was hij in het verleden onder andere werkzaam bij Stork, Refac, Nefit, Imtech en Wavin. Sinds 2014 leidt Wijma Ned Air, een specialist op het gebied van luchtbehandeling en ventilatie. Hij signaleert een aantal belangrijke trends in de installatiebranche, die ook hun impact hebben op de ventilatiesector. TOjuli-eis “Allereerst de stikstofproblematiek, die zet een rem op de nieuwbouw. Tegelijkertijd zien we ook een aanscherping van de regelgeving. Kijk bijvoorbeeld naar de nieuwe BENG-eisen. TOjuli-eis stelt paal en perk aan temperatuuroverschrijdingen in nieuwbouwwoningen, dat heeft natuurlijk gevolgen voor de ventilatie. Daarnaast staan we voor belangrijke keuzes, onder andere over het tempo waarin we onze energievoorziening gaan verduurzamen en het wel of niet verdichten van
De uitdaging is duidelijk: er moeten meer mensen de techniek in. Vakmensen – jong en oud – geven de energietransitie, verduurzaming en digitalisering van ons land vorm. Het techniekonderwijs speelt een sleutelrol bij het opleiden van deze vakmensen. En hierbij zijn goede techniekopleiders met de juiste kennis onmisbaar. Daarom initieert en ondersteunt Wij Techniek het onderwijstraject voor hybride techniekopleiders. En het werkt! Projectmanager Hans Haring vertelt hoe dit voor meer gekwalificeerde docenten in de techniek zorgt. De maatschappelijke opgave is enorm: de energietransitie moet worden gerealiseerd, verduurzaming moet worden gefaciliteerd en nieuwe digitale technologieën moeten verantwoord landen in de samenleving. Deze belangrijke taak ligt voor een groot deel in handen van de techniek. Tegelijkertijd is er een tekort aan goed opgeleide vakmensen. Om de maatschappelijke uitdagingen écht aan te kunnen gaan is onderwijs dus cruciaal. En daar liggen kansen voor méér goede opleiders voor de klas. Wie die kansen als geen ander kunnen pakken? De vakmensen in de techniek! Tweeledige doelstelling Hans Haring ziet als projectmanager onderwijs als geen andere de kracht van het samenbrengen van bedrijfsleven, onderwijs en vakmensen in de technische installatiebranche. Met het scholingstraject voor hybride techniekopleiders is Wij Techniek al langere tijd actief op dit unieke snijvlak. Doelstelling van het traject? Die is tweeledig, volgens Hans. “Enerzijds bijdragen aan het oplossen van het tekort aan techniekopleiders, en anderzijds de samenwerking tussen beroepsonderwijs en het bedrijfsleven versterken.” Goud waard Hoe zou Hans een hybride techniekopleider omschrijven? “Een hybride techniekopleider is iemand die in de techniek werkt en
De ontwikkelingen gaan snel. De samenleving vraagt om verduurzaming en de techniek heeft de sleutel in handen. Maar wat betekent dat voor de vakmensen? Welke stappen kunnen zij zetten? Nadenken over de toekomst stopt niet; ook niet in tijden van corona. In de online Vakbus worden de mensen in de techniek hierbij geholpen. Vorig jaar startte Wij Techniek, het ontwikkelingsfonds voor de technische installatiebranche, met een initiatief in Zuid-Holland: de Vakbus. Deze bus kwam bij de bedrijven of op een locatie naar keuze om acht vakmensen te ondersteunen bij het maken van een plan rond de eigen ontwikkeling. Een pitstop met impact. Gezien het grote succes werd de pilot begin van dit jaar een landelijk project en Leonie Martens startte als projectleider. Maar toen kwam de lockdown… Even slikken “Ja, ik had het me anders voorgesteld. Ik begon aan een prachtig project en binnen nog geen drie weken lag het stil”, aldus Leonie. “En dan ga je even door een soort rouwfase. Het klinkt misschien gek. Maar ik had er zoveel zin in. De pilot had laten zien dat op deze manier met vakmensen in gesprek gaan echt meerwaarde heeft. Het is laagdrempelig, kleinschalig en komt naar de bedrijven toe. Alleen maar enthousiaste verhalen! In plaats van verder uitbouwen moest ik nu alle reserveringen afzeggen. Het was echt even slikken.” Online Maar Leonie en Wij Techniek begonnen ook direct over alternatieven na te denken. “We hebben echt gezien dat de Vakbus iets binnen de bedrijven kan doen. Het wil vakmensen
Voor installateurs hebben de lockdown-maatregelen zoals het houden van 1,5 meter afstand, grote gevolgen. Veel opdrachten worden gecanceld. Toch zijn er de nodige werkzaamheden die doorgang vinden en biedt deze situatie ook kansen, aldus marketingdeskundige met ‘installatie-roots’ Kirsten Bruijel. Bruijel was van 2007 tot 2015 Head Corporate Communication van Uneto-VNI (het huidige Techniek Nederland). Tegenwoordig begeleidt zij vanuit haar bedrijf Change Collectief bedrijven die een digitaliseringsslag maken en bijvoorbeeld hun E-commerce en communicatie op orde willen krijgen. Zo heeft ze onder andere ervaring met het begeleiden van installateurs. Kansen “Of je nou noodgedwongen thuis zit, of het werk ineens heel anders moet organiseren omdat de afstand tussen mensen gehandhaafd moet worden; het heeft geen zin om bij de pakken te gaan neerzitten. Zo zie ik júist nu allerlei kansen op het gebied van ‘online’. Voor installatiebedrijven kunnen cloudplatforms en Social Media ineens een levenslijn blijken te zijn om bepaalde zaken virtueel door te laten lopen. Ik weet uit ervaring dat sommige installateurs de digitalisering van hun werkprocessen -zoals communicatie met hun klanten, leveranciers en medewerkers- het liefst zo lang mogelijk voor zich uitschuiven. Omdat het misschien niet zo heel erg nodig lijkt of gewoon een ver van mijn bed show is.” Gemak “Nu de nood aan de man is, zien veel organisaties dat de inzet van virtuele platforms veel voordelen heeft en ook verrassend snel went. Want net als installatietechniek het leven aangenamer maakt, zo biedt ‘the internet of (every) thing’ ook een hoop gemak. Dan doel ik bijvoorbeeld op
Vraag hem niet een airconditioning te installeren. Maar inspelen op de mogelijkheden die de coronacrisis biedt, kan hij als de beste. Erik van Asselt (34), directeur van technisch toeleverancier Blanken Controls en Koller Installatietechnieken, bedacht samen met zijn collega’s een nieuw concept voor het meten van de temperatuur van personeel, bezoekers of klanten. Een actueel punt. Welke obstakels kwamen zij tegen? En wat maakt hun oplossing zo uniek? Van Asselt, van huis uit jurist, vertelt hoe hij de afgelopen maanden heeft beleefd. Zoals zoveel ondernemers werd ook Erik van Asselt (34) verrast door de coronacrisis. “Mensen in mijn omgeving reageerden zeer verschillend. Sommigen bleven vrij rustig, bij anderen ontstond lichte paniek. Zelf hebben we direct actie ondernomen met de nodige maatregelen, die aansloten bij de richtlijnen van het RIVM. Ook hebben we alle noodzakelijke hygiënemiddelen geregeld. Ondertussen probeerden we onder deze lastige omstandigheden onze individuele projecten wel door te laten gaan. Het balletje moet namelijk wel blijven rollen.” Eigen verantwoordelijkheid Het gesprek aangaan en blijven communiceren was van meet af aan belangrijk, volgens Van Asselt. “Nu de echte crisissfeer is afgenomen is kunnen we periodiek bijsturen. Het allerbelangrijkste is dat je duidelijk communiceert naar je personeel en naar je klanten. Iedereen in ons bedrijf is vrij om de voorzorgsmaatregelen op zijn eigen manier in te vullen, als het maar volgens de RIVM-richtlijnen is. Maar ook de eigen verantwoordelijkheid staat centraal: blijf bijvoorbeeld thuis als je voelt dat je klachten hebt. We moeten tenslotte samen de rust bewaren en verstandig blijven
Vakmensen zijn er in allerlei soorten en maten; dat is de kracht van de techniek. Bedrijven met een diverse groep vakmensen zijn veelzijdiger, creatiever en innovatiever. Toch kan het voor een leidinggevende soms een uitdaging zijn om met medewerkers met verschillende karaktereigenschappen, vaardigheden en achtergronden om te gaan. Dat vond Claudia van Zoelen, manager financiën en personeel bij MD Service, ook. Zij ging ermee aan de slag door een workshop en coachingstraject over inclusief leiderschap te volgen. Wat heeft ze geleerd over diversiteit en leiderschap? Hoe kun je je leiderschapsstijl aanpassen aan degene die je tegenover je hebt? En hoe sta je sterker in je schoenen? Een boeiend gesprek. Inclusief leiderschap Claudia van Zoelen (49) is werkzaam als manager financiën en personeel bij het Moordrechtse bedrijf MD Service, dat actief is in onder andere elektrotechniek, beveiliging en beeld en geluid. Via de site van OTIB zag zij de workshop ‘Inclusive Leadership’ en dat sloeg aan. “Bij ons bedrijf doen we regelmatig mee aan activiteiten van OTIB. Dus een vertrouwd adres en met rake onderwerpen. Ik merkte zelf dat ik nog wel eens tegen bepaalde dingen aanliep als het gaat om het voeren van goede gesprekken. Mijn werkgever signaleerde dat ook en stimuleerde mij hiermee aan de slag te gaan. En deze workshop kon mij ondersteunen.” Beter worden Dus meldde Claudia zich aan. Maar wel met verwachtingen. “Ik wilde slagvaardiger en beter worden in het voeren van gesprekken en beter leren omgaan met mensen met verschillende karakters. In een gesprek wist