In deze uitgave laat architect Geert van der Aa weten hybride warmtepompen maar een halfbakken oplossing te vinden. Hij onderzocht tien jaar geleden klantwensen voor de ideale woning. “Als je gaat verduurzamen moet je eerst goed isoleren. Pas daarna ga je kijken naar een zo duurzaam mogelijke invulling van de resterende warmtebehoefte. Nu wordt vaak direct overgestapt op een hybride warmtepomp. Juist in de zwaarste periode, de koude maanden, moet de cv-ketel dan continu bijspringen.” Tegen dit bezwaar wordt meestal ingebracht dat een hybride oplossing een prima oplossing is voor degenen die de hoge kosten van onder andere isoleren niet zo maar kunnen ophoesten. Met een hybride in huis doe je alvast wat aan duurzaamheid en kun je kosten voor andere maatregelen ondertussen uitsmeren over een langere periode, waarna je eenvoudig van je hybride een all-electric opstelling maakt. En daar komt het ‘all-electric ready’ fenomeen in beeld, waaraan we in deze uitgave ook een artikel wijden. Deze systemen zijn ontworpen om uiteindelijk zonder een cv-ketel te kunnen werken. Een kwestie van loskoppelen dat ‘ding’. Of is dit minder simpel dan gedacht?
Categorie: Vooraf
De grootste installatievakbeurs van eigen bodem, VSK, werd in februari van dit jaar weer volop bezocht, na enkele achtereenvolgende edities teruglopende bezoekerscijfers te hebben laten zien. Goed nieuws dus, ook al omdat tijdens deze editie het accent weer lag bij de vakinstallateur. Dit jaar waren er, naar tevredenheid van menig exposant, een stuk minder consumenten die nieuwsgierig op zoek gingen naar duurzame mogelijkheden voor hun woning. Natuurlijk is het goed dat woningeigenaren zich oriënteren op warmtepompen en allerlei andere producten die de energietransitie kunnen versnellen. Maar het zijn uiteindelijk de installateurs die met hun vakkundigheid die energietransitie in goede banen moeten leiden. Fabrikanten brengen weliswaar steeds meer zogenaamde stekkerklare producten op de markt, maar dat wil nog niet zeggen dat iedere handige consument die producten zelf kan installeren op zodanige wijze dat die producten ook doen wat ze beloven. Ze zijn er inmiddels overigens wel: bedrijven die ‘doe-het-zelf installaties’ aanbieden met hulp op afstand om deze installaties in bedrijf te nemen. Maar het installeren van warmtepompen is toch echt technisch vakwerk.
Wie een warmtepomp overweegt, lijkt te moeten kiezen tussen een hybride of een all-electric systeem. Maar steeds vaker stellen adviseurs een derde optie voor: ‘all-electric ready’. Deze ‘tussenvariant’ is bedoeld voor wie nog niet voor all-electric kan of wil gaan, maar deze stap in de (nabije) toekomst wel wil zetten. Het is een trend die laat zien dat all-electric steeds nadrukkelijker het beeld zal gaan bepalen. Bovendien laat het zien dat de keuze in de praktijk nog niet zo eenvoudig is. Welke ontwikkelingen moet je als installateur nauwlettend volgen om straks niet achter de feiten aan te lopen? De energietransitie die is ingezet maakt dat installatietechniek tegenwoordig meer is dan W-techniek. Hoewel E-techniek is voorbehouden aan de ‘echte’ E-installateur, zal de W-installateur steeds meer op de hoogte moeten zijn van E-techniek die in het verleden een ver-van-zijn-bed-show was. Vandaar in deze special over all-electric meer aandacht dan gebruikelijk voor die E-techniek, zoals een artikel over energieopslag en een duikvlucht in de meterkast. Maar ook PV-panelen en zonne-accusystemen komen voorbij. Een uitstapje en inkijkje tegelijkertijd dus.
Warmtepompen vereisen een zeer goede gebouw-isolatie . Dit maakt dat ventileren meer dan ooit van belang is om de luchtkwaliteit en het comfort in een gebouw in stand te houden. Marcel Loomans van de Technische Universiteit Eindhoven legt in deze uitgave uit dat tot op de dag van vandaag bij ventileren meestal nog wordt gedacht in termen van het ventilatievoud per uur. Dit veronderstelt dat die ruimte uniform wordt gemengd. In realiteit zal dit echter niet het geval zijn en wordt de ene plek in de ruimte beter geventileerd dan de andere. Hetzelfde geldt voor de temperatuurverdeling in een ruimte. Die is ook niet uniform, omdat er gradiënten aanwezig kunnen zijn, zoals temperatuur en luchtsnelheid, waardoor het lokale thermische comfort niet gelijk verdeeld is over de ruimte, met bijvoorbeeld tochtklachten als gevolg. Iedere situatie vraagt dus tot op zekere hoogte om zijn eigen oplossing, betoogt Loomans. Dat maakt ook het ‘simpel’ ventileren van een binnenruimte een specialisme dat vraagt om inzet van vakmensen, zoals elk specialisme daarom vraagt. Want alleen vakmensen kunnen luchtkwaliteit en comfort daadwerkelijk waarborgen.
Onder andere PVT en waterstof krijgen de nodige aandacht in vak- en reguliere media, maar vooralsnog lijkt vooral de warmtepomp te worden gezien als de interessantste optie om te verduurzamen. Vooral als het gaat om stand-alone oplossingen, lijkt er nauwelijks sprake te zijn van concurrentie in Nederland. Eigenlijk best wel een aparte ontwikkeling. De geschiedenis van de warmtepomp gaat namelijk al meer dan een eeuw terug, maar ondanks verwoede inspanningen – zelfs tot in de jaren negentig aan toe – wist de technologie nooit serieuze voet aan de grond te krijgen. Hoge elektriciteitsprijzen en een prima werkend en ingeburgerd cv-keteltje zetten de warmtepomp decennialang de voet dwars. En kijk nu, we hebben het bijna alleen nog maar over warmtepompen. Hoe vreemd kan het lopen. En we moeten straks (of over een eeuw) vooral niet raar opkijken als er opnieuw sprake is van voortschrijdend inzicht. Wat dat betreft is ook in de installatiebranche niets zo zeker als verandering. Maar goed, nu eerst maar een bezoek brengen aan VSK’24. Kijken of er nog leuke (toekomstige) verrassingen te spotten zijn.
De woningmarkt stagneert, zo horen we al geruime tijd. Desondanks worden er nog steeds fraaie projecten gerealiseerd waaraan de installatiebranche haar steentje bijdraagt. Dat blijkt ook weer in deze eindejaar-special ‘Projecten’. De installatietechniek draait in ons land op volle toeren, ondanks dat er minder woningen worden gebouwd dan eigenlijk nodig zijn. Dit betekent dat de druk op de branche alleen nog maar zal toenemen als de woningbouw straks wel de door de politiek beloofde inhaalslag zal maken. Want nu al explodeert de afzet van warmtepompen in ons land. In het derde kwartaal van dit jaar werden er ruim 38 duizend warmtepompen verkocht in het woningsegment. Dit betreft zowel de nieuwbouw als de bestaande bouw. Dat is ruim 15 duizend meer dan in het derde kwartaal van vorig jaar. Vereniging Warmtepompen handhaaft de prognose van in totaal 170 duizend warmtepompen in de woningbouw voor heel 2023, waarvan 120 duizend in de bestaande bouw en 50 duizend in de nieuwbouw. De energietransitie dendert door. Als nu ook nog voldoende vakkundig personeel instroomt, zit de installatiebranche voorlopig gebeiteld. Voorspoedig 2024!
Slimme installatietechniek is op vele manieren in te vullen. Producten kunnen op zichzelf slimmer functioneren, de techniek van installeren is vereenvoudigd en kan daardoor versneld worden uitgevoerd, maar ook kunnen installaties slim op de wensen van de eindgebruiker of op verscherpte regelgeving en normeringen worden aangepast, om maar eens wat te noemen. In deze uitgave over slimme installatietechniek zijn hiervan verschillende voorbeelden terug te vinden: warmtepompen die nog stiller werken, zodat ze werkelijk bijna overal kunnen worden geplaatst, bijvoorbeeld, en diverse slimmigheden voor in de badkamer om het de eindgebruiker en/of installateur gemakkelijker te maken. Soms heeft slim installeren niet eens zoveel met het installeren zelf te maken als wel met het slim omgaan met de klant. Hoe biedt je bijvoorbeeld een lastige klant het hoofd, zodat zowel hij of zij als jijzelf tevreden op het werk kunt terugkijken? Communicatie, empathie en strategisch denken zijn dan de toverwoorden. Ja ja, een installateur moet van alle markten thuis zijn.
De warmtepomp is Nederland aan het veroveren. Dit jaar zullen in totaal 170.000 warmtepompen worden geplaatst, verwacht de Vereniging Warmtepompen. Vooral hybride warmtepompen zijn bezig aan een razendsnelle opmars. Bij die opmars worden overigens hier en daar wel kanttekeningen geplaatst, zoals valt te lezen in het artikel ‘Hybride warmtepompen’. Terecht? Lees in dat zelfde artikel de reacties van Techniek Nederland en een warmtepompleverancier die zich vooral sterk maakt voor all electric-oplossingen. Het geeft allemaal aan dat vanzelfsprekendheid momenteel wat verder te zoeken is dan in het recente verleden, toen de cv-ketel een bijna gegarandeerde optie was om een woning te verwarmen. Hetzelfde geldt voor het afgiftesysteem. Steeds meer alternatieven steken hun kop op. Lees bijvoorbeeld het artikel ‘Anders verwarmen in deze uitgave, waarin minder bekende verwarmingstechnieken zoals warmbouwen en klimaatwanden aan de orde komen. Voor de al drukke installateur is er daarmee veel werk aan de winkel. Probeer al die nieuwe informatie maar eens bij te houden tussen alle werkzaamheden door. Gelukkig bestaan er ook nog vakbladen!
Zo af en toe duikt er berichtgeving op over het gebruik van waterstof als alternatief voor gas. Onlangs nog werd een grootschalig onderzoek aangekondigd naar het produceren en toepassen van groene waterstof op basis van zonne- en windenergie bij agrarische ondernemingen. Er lopen ook verschillende praktijkproeven met wijken die ‘waterstofready’ worden gemaakt, zoals in het Groningse Wagenborg. Verder tonen fabrikanten inmiddels hun waterstofketels op vakbeurzen en elders in deze uitgave wijden we een artikel aan een andere noviteit: een infraroodverwarmer die volledig op waterstof kan werken. We kunnen al deze inspanningen met recht onder het kopje ‘innovatief’ scharen. De vraag is alleen of waterstof straks ook daadwerkelijk op grote schaal gaat (of kan) worden toegepast. Duurzaamheidsconsultant Maarten van Andel heeft er een hard hoofd in. Achterin deze uitgave draagt hij hiervoor diverse argumenten aan. “Installeer gewoon een warmtepomp”, zo stelt hij onomwonden. “Die innovatie heeft zich inmiddels in de praktijk bewezen.” De tijd zal leren waar we uiteindelijk op uitkomen. Het vakgebied levert ondertussen meer dan ooit fraaie innovaties af.
Als we het over duurzaamheid hebben, ligt de nadruk vaak bij de warmte-opwekker. Uiteraard begint het daar allemaal mee en dragen bijvoorbeeld warmtepompen of PVT-systemen aanzienlijk bij aan een milieuvriendelijke samenleving. Maar ook op het oog ‘kleine ingrepen’ maken een woning of gebouw een stuk duurzamer. Wat te denken van waterbesparende douchekoppen en kranen. Slimme technologie zorgt ervoor dat tot ruim de helft op watergebruik kan worden bespaard, zonder overigens aan comfort in te boeten. Maar er is meer. Natte ruimten lijken paradijsjes voor technische innovaties die ons helpen zuiniger met watergebruik en warmwaterproductie om te gaan: recirculatiedouches, douche-WTW, mengkranen waaruit alleen koud water stroomt als de hendel op de middenpositie staat, het toepassen van een slim leidingverloop… Zelfs het installeren van kokendwaterkranen kunnen een bijdrage leveren. Ook op sanitairgebied komt de installatiebranche dus goed voor de dag als het gaat om verduurzaming. Zolang al die slimmigheidjes de gebruiker maar niet aansporen om het eigen duurzame gedrag te laten voor wat het is. Want dan schieten we uiteindelijk ons doel voorbij.