Categorie: Vooraf

Meer dan een pisbak

Aan het toilet viel in het (wat verdere) verleden niet zo veel eer te behalen. Zolang de vlotter in de hoog hangende stortbak maar werkte, was het allemaal wel prima. Maar tijden veranderen en tegenwoordig valt over een wc wel wat meer te vertellen. Waterbesparing, hergebruik van water maar ook hygiëne zijn belangrijke ontwerpcriteria geworden. En dan is daar ook nog de douchewc, die al enige jaren een veelbelovende noviteit in sanitairwereld is. Voor de sanitairspecialist dus zeker iets om in de gaten te houden. Maar een veel bredere ontwikkeling is digitalisering van het toilet. Sensoren kunnen allerlei informatie vergaren over de gezondheid van de bezoeker. Het belang van monitoring neemt ook toe vanwege andere redenen, zoals het tegengaan van vervuiling van rioolwater of het terugwinnen van energie, resten en grondstoffen. Met monitoringsdata kan bijvoorbeeld een filtersysteem worden aangestuurd om medicijnresten te verwijderen of fosfaat uit urine te halen. “Mensen zijn dol op dataverzameling”, vertelt toiletdeskundige Johan Molenbroek verderop in deze uitgave. “Deze trend zal zich zeker verder door gaan zetten.” Genoeg interessant leesvoer dus, zelfs over het toilet.

Trends

Op de recent gehouden installatievakbeurs ISH 2025 bleek dat de opmars van de warmtepomp niet te stoppen is, waarbij de keuze tussen een hybride of all-electric variant, al dan niet vanwege dreigende netcongestie, vooral een Nederlands issue is. Omringende landen blijken wat ruimer in hun elektriciteitsvoorziening te zitten, omdat ze nooit en masse de overstap op gasgestookte systemen hebben gemaakt. Alle Europese landen lopen overigens wel tegen een chronisch gebrek aan installateurs aan. Daardoor neemt de vraag naar plug & play oplossingen toe. Ook ruimtebeslag lijkt steeds vaker een thema te worden, met als gevolg dat er meer modulaire systemen op de markt verschijnen en de variatie aan plaatsingsmogelijkheden toeneemt. En hoe zit het dan met circulariteit? Aandacht hiervoor is groeiende, maar blijft voornamelijk beperkt tot recycling. Hoogwaardig duurzaam hergebruik is vooralsnog een stip aan de horizon. Een grote hindernis blijkt de opzet en instandhouding van een passende infrastructuur te zijn, met bijbehorende wetgeving, om oude systemen en componenten in te zamelen. Zo is wetgeving tegenwoordig altijd wel een dingetje. Vooral het onvoorspelbare beleid op nationaal niveau leidt soms tot een lastige spagaat. Ook dat lieten diverse exposanten ons nadrukke­lijk weten.

In beweging blijven

Er is inventiviteit nodig om aan de vraag naar specifieke gebouwgebonden installaties tegemoet te komen. Van het ‘oppimpen’ en verhogen van het rendement van oude radiatoren tot het op de markt brengen van liggende boilervaten om ruimte te besparen. Tegelijkertijd vraagt deze situatie om een grote mate van nauwkeurigheid. Denk aan maatvoering en Total Cost of Ownership. Ook worden nieuwe skills belangrijker. Zo is het meten van veel indicatoren vereist om precieze prestaties in beeld te krijgen, waarvoor de installateur over steeds meer digitale vaardigheden moet kunnen beschikken. Plaats dit alles tegen een achtergrond van een beperkt reservoir aan arbeidskrachten en het zal duidelijk zijn dat snelle montageoplossingen meer dan welkom zijn. Dan speelt verder nog mee dat de installatiebranche bij de overstap op circulaire materialen en duurzaam hergebruik van systemen nog mijlenver achter loopt op aanpalende sectoren in de bouwkolom. Kortom, de ontwikkelingen gaan hard in installatieland en dat heeft al heel wat noviteiten opgeleverd. Maar het zal tevens duidelijk zijn dat tevreden achterom kijken geen optie is. In beweging blijven dus.

Er valt wat te kiezen

Deze uitgave heeft een gecombineerd thema: Ventilatie en All-electric. Beide onderwerpen staan steeds meer in de belangstelling vanwege de energietransitie. Het thema All-electric spreekt voor zich: alle ballen op de elektriciteit en het gas op de (reserve)bank. Maar vooral in de bestaande bouw lukt gasloos nog niet (helemaal) en zijn hybride-oplossingen een welkom alternatief. Twee derde van de bestaande woningen waar vorig jaar een warmtepomp werd geïnstalleerd, kreeg een hybride versie. In het beste geval was dit een all-electric ready hybride versie, zodat de weg naar volledig all-electric straks eenvoudiger kan worden ingeslagen. De overeenkomst met Ventilatie? Ook hier valt er te kiezen tussen verschillende systemen. En ook hier is een hybride vorm mogelijk: een combinatie van natuurlijke toevoer (roosters) met mechanische afzuiging en lokale WTW-oplossingen. Dus ook hier is vakkennis absoluut een vereiste. Want, zoals gebruikelijk in installatieland, is bijna geen enkele situatie hetzelfde; en al zeker niet in de bestaande bouw.

Plug & Pray

Fabrikanten zijn steeds meer gaan inspringen op het Plug & Play fenomeen. Met name vanwege het tekort aan geschoold personeel is er veel vraag naar. Toch kent deze trend ook zijn keerzijden. Uitholling van de vakkennis, lijkt er daarvan één te zijn. Straks kan jan-en-alleman nog een warmtepomp aansluiten. Bovendien: hoe leuk blijft het vak op deze manier voor beginnende installateurs? Maakt Plug & Play installatietechniek niet juist minder aantrekkelijk voor instromers? Het gaat immers steeds minder om de techniek zelf maar steeds meer om het ‘regelen aan de voorkant’; niet alleen vanwege de toenemende aandacht voor design en prefabricage, maar ook omdat de regelgeving belangrijker wordt. Denk daarbij aan BENG en MPG (i.v.m. circulariteit). Plug & Play klinkt leuk op papier, maar we moeten oppassen dat het geen Plug & Pray wordt: bidden dat het na aansluiten echt allemaal werkt zoals bedoeld. Gaat de traditionele installateur van het toneel verdwijnen of verhuist hij/zij naar de fabrieksvloer, als het in werking stellen van een installatie niet veel meer is dan simpelweg de stekker in het stopcontact steken?

Uitdaging

De markt vraagt al enige tijd om totaalconcepten en die gaan – aangezwengeld door o.a. het streven naar duurzaamheid en gebruikersgemak – steeds een stukje verder. In het recente verleden ging het vooral nog om een beetje W op elkaar afstemmen, maar gaandeweg zijn volwaardige meet- en regeltechniek en domotica daar bijgekomen. Tegelijkertijd moet de huidige W-installateur eigenlijk ook wel iets afweten van isolatie, omdat het bijvoorbeeld geen zin heeft om een warmtepomp in een lek huis te installeren. En ga zo maar door. De W-installateur van vandaag is dus eigenlijk steeds meer de bekende duizendpoot, die weliswaar niet tot in detail overal van af moet weten maar toch op zijn minst op de hoogte moet zijn van de verschillende technieken die met de ‘traditionele’ W-technieken samengaan. Voor de grote installatiebedrijven is dit allemaal wat makkelijker te behappen. Die lijven E-gerelateerde bedrijven in en beschikken daarmee in één klap over de nodige kennis en ervaring. Voor kleine bedrijven en de vele zzp’ers in de branche daarentegen, is er werk aan de winkel.

Robotisering

Installateurs kunnen slimmer en efficiënter hun werk voorbereiden door te prefabben. We zien dan ook een toenemende ontwikkeling van de toepassing van prefab-bouw. Door bouwkundige elementen zoals gevels onder ideale omstandigheden in een fabriek te bouwen, kan veel tijd op de bouwplaats worden bespaard. Bovendien kan dit werk deels door robots worden uitgevoerd (robotisering). Hierdoor neemt de werkdruk van monteurs af en kunnen bouwplanningen worden verkort. Het vraagt echter wel een gedegen ontwerp en werkvoorbereiding om te voorkomen dat zaken alsnog moeten worden aangepast of hersteld op de bouwplaats. Specialistische kennis verschuift daarmee van bouwplaats naar werkplaats, wat uiteindelijk resulteert in een toename van uitvoerende specialisten en een afname van vakmensen met kennis van de complete installatie. De toekomst zal leren wat het gevolg hiervan zal zijn voor de branche. Vakmensen met een brede kennis zullen altijd wel nodig zijn, mag je verwachten. Maar gezien de grote tekorten aan vakmensen kan robotisering zich wel eens heel snel gaan ontwikkelen.

Diversificatie

Lange tijd leek erop dat installatieconcepten met luchtgebonden warmtepompen in combinatie met vloerverwarming de komende jaren de toon zouden aangeven. Inmiddels zijn er alternatieven in opkomst die ook een deel van de markt bedienen, zoals verwarmen met airco, concepten met klimaatplafonds en bodemgebonden warmtepompen. Maar bijvoorbeeld ook infraroodpanelen zijn in opkomst als niche-oplossing voor gerichte verwarming in specifieke ruimtes. Kortom, er is sprake van behoorlijk wat diversificatie. Diversificatie is sowieso een goede zaak. Meer wegen leiden immers naar Rome, en dat geldt zeker in installatieland waar niet iedere situatie vergelijkbaar is maar eerder uniek. Het maakt wel dat er steeds meer verwacht wordt van de installateur. Zijn kennisbagage moet breder en specifieker zijn dan in het recente verleden en bovendien zal die kennis continu op peil moeten worden gehouden, want de ontwikkelingen in de markt gaan snel. Meer dan ooit is de installateur een echte vakman (of vrouw natuurlijk).

Stralingsverwarming

De installatiebranche is een innovatieve sector, die voor een belangrijk deel de zo noodzakelijke energietransitie in gang houdt. Vooral de ontwikkeling van warmtepompen draagt daar aan bij. De vraag hiernaar nam de afgelopen jaren een grote vlucht. Maar daar zit nu een beetje de klad in. Er is al drie kwartalen op rij sprake van een terugval in de verkoop van warmtepompen. De aankondiging van de nieuwe regering om de renovatienorm niet door te zetten en elektriciteit niet te bevorderen boven aardgas heeft daar zeker niet bij geholpen. Toch is de verwachting dat de vraag naar warmtepompen de komende jaren behoorlijk zal zijn. We moeten met z’n allen immers naar een duurzamere samenleving toe. Gaan alleen warmtepompen daarvoor zorgen? Als het aan Peter Hajiioannou van stralingsverwarmingsspecialist Enco ligt, zeker niet. “Elektrische stralingspanelen zijn in veel gevallen een uitstekend, en regelmatig, zelfs beter alternatief”, betoogt hij enthousiast. Lees verderop in deze uitgave waarom er dan een tegenvallend aantal van deze innovatieve installatieproducten worden geïnstalleerd.

Watervriendelijk

Jaarlijks moeten er 100.000 woningen bijkomen. Maar voor al die woningen zal straks onvoldoende drinkwater beschikbaar zijn. Drinkwaterbedrijven zitten nu al aan hun maximale capaciteit. In navolging van de energietransitie is een watertransitie dus essentieel. We moeten watervriendelijk gaan bouwen! Installatiebedrijven doen er daarom verstandig aan om nu al actief met water aan de slag te gaan om zo later de boot niet te missen. Want waterpositief bouwen wordt uiteindelijk de regel, zo is de verwachting. Welke maatregelen en technieken daarbij komen kijken, valt te lezen verderop in deze uitgave. Gaat dat weer een ingewikkeld traject worden? Nee, dat hoeft allemaal niet zo moeilijk te zijn. Het aanleggen van een regenwatersysteem is een goed en simpel voorbeeld. De technieken hiervoor bestaan al lang. We hoeven alleen nog maar door te pakken, zoals onze zuiderburen al gedaan hebben. In Vlaanderen zijn ze namelijk al 10 jaar verplicht om regenwater op te vangen en te gebruiken. Dat heeft ertoe geleid dat al de helft van alle Vlaamse woningen en gebouwen is voorzien van een regenwaterput. Jawel, een regenput. Want zo eenvoudig kan het zijn.