Categorie: Techniek

Tiny Houses

Tiny Houses zijn compacte, minimalistische woningen, meestal met een oppervlakte die varieert tussen de 15 en 50 vierkante meter. Ze zijn ontworpen met de nadruk op duurzaamheid, efficiënt ruimtegebruik en een lage ecologische voetafdruk. Dit artikel gaat in op een aantal karakteristieken, waaronder de toegepaste installatietechniek. Tiny Houses winnen aan populariteit. Uit onderzoek blijkt dat Nederland inmiddels 89 projecten telt waar gewoond mag worden in een Tiny House. Maar hoe worden ze geconstrueerd en welke installatietechniek wordt er toegepast? Ik zal er puntsgewijs op ingaan. Constructie en materialen - Tiny Houses worden meestal gebouwd met lichte materialen, zoals hout of staal. Hout verdient vaak de voorkeur, vanwege het constructiegemak en de ecologische voordelen. - Het frame is meestal van houtskeletbouw, met wanden, vloeren en daken die zijn gevuld met isolatiematerialen zoals glaswol of steenwol. - Vaak worden energiezuinige ramen (HR++ of triple glas) gebruikt om warmteverlies te beperken. - De buitenmaten van bijvoorbeeld een Heijmans One zijn 3.5 m breed, 9.5 m lang en 6.2 m hoog. Het is redelijk standaard om in deze range te zitten. Isolatie en bouwfysica - De compacte vorm maakt het eenvoudiger om een hoge isolatiewaarde te bereiken, wat thermische prestaties en energie-efficiëntie bevordert. - Ventilatie is essentieel, gezien de kleine ruimte. Mechanische ventilatiesystemen met warmteterugwinning (MVHR) worden vaak toegepast om vochtproblemen en schimmelvorming te voorkomen. - Door de compacte afmetingen van een Tiny House is luchtdicht bouwen van groot belang om energieverliezen te beperken. Dit vereist zorgvuldige detaillering en afdichting, vooral bij aansluitingen tussen wanden, daken en vloeren. Technische installaties  - Tiny

Slim installeren

De koeltechnische sector is volop in ontwikkeling en we staan voor een viertal belangrijke transities om slim installeren mogelijk te maken. Deze transities worden gedreven door ontwikkelingen die onontkoombaar zijn en een grote impact hebben op de branche. De eerste transitie die om de hoek komt kijken, is de uitfasering van F-gassen en de overstap naar alternatieve koudemiddelen. Daarnaast zien we de overgang van gasketels naar warmtepompen. Niet alleen in de nieuwbouw, maar ook in de grote vervangingsmarkt zagen we tot dit jaar een grote toename. Digitalisering en robotisering zijn als derde transitie niet meer weg te denken uit onze sector. Tot slot is daar de overgang naar geïntegreerde installaties. Waar we voorheen separate installaties hadden voor koelen, verwarmen en ventileren, zien we deze functies nu steeds vaker in één apparaat terug. Er zijn twee belangrijke drijfveren voor bovengenoemde transities. Ten eerste moeten we verduurzamen en zijn er Europese wetten die ons als sector dwingen om andere koudemiddelen toe te passen en warmtepompen te installeren. Ten tweede is er het tekort aan gekwalificeerde monteurs en het uitblijven van de broodnodige grote instroom van nieuw personeel om slimmer te gaan installeren. Van F-gassen naar alternatieve koudemiddelen De Europese F-gassenverordening is herzien en op 11 maart 2024 in werking getreden. Deze verordening regelt een versnelde uitfasering van F-gassen als koudemiddel in koel- en klimaatinstallaties. Dit gebeurt door in grote stappen de hoeveelheid F-gassen die op de Europese markt gebracht mag worden terug te brengen. In 2030 mag nog slechts 5,2% van de

Prefabben

Installateurs kunnen slimmer en efficiënter hun werk voorbereiden door te prefabben. Ron Bosch, adviseur en HBO-hoofddocent Installatietechniek dook voor IZ in deze bijzondere wereld en sprak met een aantal koplopers. Prefabben is het proces waarbij installatieonderdelen of samengebouwde installatiemodules van een gebouw of installatie vooraf in een fabriek of werkplaats worden geproduceerd en vervolgens op de bouwplaats worden gemonteerd. Dat kan variëren van kleine componenten, zoals warmtepompen en ventilatie-units, tot grotere modules, zoals een volledig afgewerkt WKO-systeem of zelfs de gehele warmteopwekkingsinstallatie in een container. Voordelen Prefabben biedt aanzienlijke voordelen, zoals tijd- en kostenbesparing, doordat componenten in een gecontroleerde omgeving worden geproduceerd, wat parallel kan lopen met andere bouwwerkzaamheden en leidt tot lagere productiekosten. De productie onder optimale omstandigheden verhoogt de kwaliteit en vermindert de materiaalverspilling. Daarnaast zorgt prefabben voor een veiligere werkomgeving en betere ergonomische omstandigheden, waardoor de fysieke belasting op de bouwplaats aanzienlijk wordt verminderd. Risico’s Prefabben kent enkele risico’s, zoals aansluitproblemen op de bouwplaats, wanneer onderdelen niet goed passen of niet juist worden geïnstalleerd. Dit kan leiden tot vertragingen en extra kosten. Daarnaast kunnen er logistieke uitdagingen zijn bij het transport van prefab elementen naar de bouwplaats. Inflexibiliteit speelt ook een rol, omdat aanpassingen op locatie moeilijker en duurder zijn. Verder vereist de prefab productie zelf aanzienlijke initiële investeringen in technologie en training. Tot slot hebben installateurs nogal eens de neiging om geprefabte onderdelen los te halen, omdat zij moeite hebben met de aansluiting of afwijkingen in de uitvoering. Vakmanschap Prefabben vermindert de noodzaak voor traditioneel vakmanschap

Slim renoveren

Verduurzamen vereist een integrale benadering. Dat krijgen we als IZ bij vrijwel ieder interview te horen. Gaat het een keer fout, dan blijkt het daar vaak ook aan te hebben geschort. Bij de Woonwijzerwinkel kiezen ze daarom voor een slimme aanpak, waarbij de eerste stap al het fundament legt voor een succesvolle vervolgstap. “De Woonwijzerwinkel is de grootste winkel voor duurzaam wonen in Nederland”, valt er op de website te lezen. “In onze showrooms in Rotterdam, Kerkrade en Tiel, vinden onze klanten alle duurzame oplossingen voor isoleren, ventileren, zonnepanelen, warmtepompen, zonneboilers, duurzame materialen, onder één dak. Klanten krijgen van ons deskundig, onafhankelijk en persoonlijk advies dat past bij hun woning, situatie en budget. “ Naast het geven van advies helpt de Woonwijzerwinkel ook bij het vinden van de juiste bouw- en installatiepartners. Pilot IZ bezocht de showroom in Kerkrade en sprak er met Marketing- en Communicatie-expert Jochen Greven en Yoram Moonen, Projectleider Energierechtvaardigheid en LAI over een pilotproject dat onlangs van start is gegaan. Het gaat om het verduurzamen van 50 huishoudens in de wijk Molenberg. Samen met Vrieheide is Molenberg de wijk met de meeste energiearmoede in de Limburgse gemeente. De pilot richt zich op particuliere woningen met een WOZ-waarde lager dan €219.000 en een energielabel D, E, F of G. Het doel is om bij de gemeentebrede uitrol in totaal minimaal 1.443 woningen energetisch te verbeteren. Planning Het initiatief maakt deel uit van een groter plan om in het totaal 5155 woningen in 5 Limburgse gemeenten aan te

Slimstalleren

Het leven van de nog maar 41-jarige Peter Geerdes leest als een jongensboek. Al op jonge leeftijd kwam hij achter zijn technische talent en besloot hij er maximaal gebruik van te maken. Dat leidde hem onder andere naar Mysterieland, badkamers installeren en sinds enige jaren Slimstalleren. Als tiener raakte Geerdes gefascineerd door de technische kant van evenementen organiseren en al doende leerde hij de kneepjes van het vak. Hoe je het geluid en het licht regelt bijvoorbeeld. “Destijds dacht ik nog dat je een papiertje nodig had om verder te komen, dus voor de zekerheid heb ik toen maar een opleiding Media- en Entertainmentmanagement gevolgd. Ik zie nu wel in dat de juiste ervaring en kennis veel belangrijker zijn dan een diploma.” Sensation Geerdes werkte op grote festivals als Sensation, Mysterieland en Dance Valley en was ook zelf een tijd lang actief als Dj. Maar gaandeweg kreeg hij het steeds drukker, waardoor hij nog maar zelden thuis te vinden was. Een onhoudbare situatie. “Een aantal jaar geleden heb ik de knoop doorgehakt en ben ik aan de slag gegaan als zelfstandige in de bouw. Ik kon daarbij deels terugvallen op de kennis die ik al had opgedaan als medewerker bij Hornbach, een side job die ik een tijd lang heb gedaan” Ook hier leerde hij al doende verder. Hij installeerde badkamers met ervaren vakmensen, boog zich over installatieconcepten, maar kwam uiteindelijk weer terug bij zijn oude liefde: E-techniek. Gebouwautomatisering Geerdes haalde onder andere zijn KNX-certificering en bekwaamde zich in Loxone.

Slim meten

Temperatuurmeters, rookgasanalysers, drukmeters; als installateur kan je er niet zonder. Vandaar dat de vraag eigenlijk altijd wel constant blijft. Crisis of geen crisis. IZ ging op bezoek bij Euro Index. De technische handelsonderneming fungeert als importeur/distributeur, onderhoudsexpert en ontwikkelt en produceert ook een eigen gamma aan producten onder de naam Blauwe Lijn. Daarnaast spraken wij ook met concullega Testo. Euro Index is in uiteenlopende sectoren actief, waaronder de industrie en installatiebranche. De technische handelsonderneming levert meetoplossingen op het gebied van verwarmings- en elektrotechniek, gas- en lekdetectie en binnenklimaat/koeltechniek. Daarnaast kan de vakman er terecht voor onderhoud en het kalibreren en justeren van instrumenten. Breed palet De technische handelsonderneming biedt een breed palet aan oplossingen voor de installateur. Die blijkt vooral op zoek te zijn naar meetinstrumenten die te maken hebben met rookgasanalyse en elektrische en persoonlijke veiligheid, vertelt Marco van Raavens, Marketing- en Communicatiemanager. Gasketelwet Dat valt eenvoudig te verklaren. Door de gasketelwet is de vraag naar rookgasanalysers toegenomen. En ook naar gasdetectiesystemen. Onder andere in de vorm van een draagbare variant die gaat piepen en trillen als de toegestane koolmonoxide-waarde in de omgevingslucht wordt overschreden. Daarnaast krijg je bij de aanleg van elektrische installaties te maken met de NEN 1010 en NEN 3140. Dan kan je niet om meetinstrumenten heen. Protocollen Over het algemeen gebruikt de installateur wel zijn meters op de juiste manier, is de indruk van Van Raavens. Maar soms wordt niet het juiste protocol gevolgd. Bijvoorbeeld omdat men al jarenlang gewend is om werkzaamheden op een

Klimaatplafonds

We kennen klimaatplafonds vooral uit de utiliteit, maar ook in de woningbouw wint deze slimme oplossing aan populariteit. IZ sprak erover met Engineer Arjen Schots, sinds 2015 werkzaam bij Technea. Toen bij begon, kregen ze zelden een aanvraag binnen voor een klimaatplafond in de woningbouw. En als dat gebeurde, ging het om woningen in het luxe segment. Anno 2024 is het aantal aanvragen behoorlijk toegenomen. En, begint het klimaatplafond ook aan bekendheid te winnen in andere woningbouwsegmenten. Concurrentie Vloerverwarming is nog steeds het meest populaire afgiftesysteem. Zonder twijfel. “Dat heeft alles te maken met een zekere gewenning vanuit het verle­- den. Daarnaast ervaart men de stralingswarmte als comfortabel en is het systeem zowel in de nieuwbouw als renovatie toepasbaar”, legt Schots uit. Technea, voor alle duidelijkheid, verkoopt zowel vloerverwarmingssystemen als klimaatplafonds. Koelvermogen Ondanks die voordelen kan het aantrekkelijk zijn om toch voor een klimaatplafond te kiezen in plaats van een vloerverwarmingssysteem. “Zeker als er een grote koelvraag is. Het koelvermogen is twee keer zo hoog. Bovendien ervaart men een koel hoofd als comfortabel.” Beperkingen Wel vergt het iets meer inspanning om een klimaatplafond te installeren. “Vooral qua voorwerk, want je moet regelwerk en platen aanbrengen en het plafond zelf nog monteren. Het aansluiten gaat redelijk snel.” Ook prijstechnisch kan een klimaatplafond iets duurder uitvallen. Kan, het hoeft niet. “Uiteindelijk hangt het af van de situatie en de gekozen oplossing”, verduidelijkt Schots. Airco Behalve vloerverwarming heeft het klimaatplafond nog een andere belangrijke concurrent: de airco. Zoals elders in IZ te lezen

De airco

Het was even spannend. Toen de energiecrisis in volle vaart door ons land raasde, nam de populariteit van aircoverwarming in een rap tempo toe. Maar zou die opmars ook doorzetten als de gas- en elektraprijzen weer enigszins zouden stabiliseren? Ja dus. IZ hoort van installateurs, adviseurs en fabrikanten dat de consument steeds vaker zijn toevlucht neemt tot de airco voor de hoofdverwarming. Eigenlijk begon de opmars al eerder. Door klimaatverandering en verduurzaming van de gebouwde omgeving krijgen woningen en utiliteitsgebouwen steeds vaker te maken met ongewenste opwarming. En dus begon het vorige decennium al de vraag naar koelingsoplossingen te groeien in de zakelijke en consumentenmarkt. Keerpunt Maar waar pak ‘m beet 5 jaar geleden vooral de vraag toenam tijdens de warme maanden, blijkt nu het hele jaar door de airco gretig aftrek te vinden. Dat begon al eerder, maar nam een vlucht tijdens de winter van 2022 toen de energieprijzen sterk stegen, vertelt Joeri Kapsenberg, Productmanager Airconditioning bij Daikin. “Op een gegeven moment zat je met gasprijzen van ruim 3 euro per m3.” Goedkoper en flexibeler “Daarnaast was het al duidelijk dat verwarmen met een airco in bepaalde situaties een meer geschikte oplossing is dan overstappen op een warmtepomp. Toen kwam de airco steeds meer in beeld als een goedkoper alternatief dat bovendien in menig geval flexibeler is in te passen dan een warmtepomp.” Single- vs multi-split Dat kan, heel kort door de bocht, op twee manieren. Als single-split oplossing; dus per ruimte een binnen- en buitenunit of in een

Update energietransitie

De energietransitie draait volop. Steeds meer huishoudens en bedrijven stappen over op duurzame energiebronnen. Zonnepanelen, elektrische auto’s en warmtepompen worden gemeengoed. Dit brengt echter wel een onvoorziene uitdaging met zich mee: hoe los je de netcongestie op? Netcongestie treedt op wanneer het elektriciteitsnetwerk de vraag naar elektriciteit niet kan bijbenen. Er wordt dan meer stroom gevraagd dan het netwerk veilig kan leveren, waardoor er een beperking ontstaat in het transport van elektriciteit. Dit probleem wordt steeds urgenter naarmate meer mensen en bedrijven overstappen op elektrische oplossingen zoals warmtepompen en elektrische auto’s Deze vormen een zware belasting voor het netwerk, vooral tijdens piekuren. Het probleem wordt bovendien groter door de lokale productie van energie door bijvoorbeeld zonnepanelen. Hierdoor kan er een grote hoeveelheid elektriciteit in het net worden geïnjecteerd op momenten dat de vraag juist laag is. Netbeheerders staan voor de enorme uitdaging om de infrastructuur op tijd te upgraden om aan de groeiende vraag te voldoen, maar dat kost tijd en geld. Soms wordt beweerd dat netcongestie serieuze belemmering is voor de voortgang van de energietransitie. Maar er is een oplossing: de hybride warmtepomp. Het is precies de reden dat vaak wordt geadviseerd om bij verduurzaming van je huis niet voor een volledig elektrische warmtepomp te kiezen, maar voor een hybride variant die deels op gas draait. Natuurlijk zijn er mensen die zich afvragen of het met hybride warmtepompen niet veel langer duurt voordat we ‘van het gas af’ zijn, en of de klimaatdoelen niet in het geding komen. Maar

Warmtepompen

Binnen de warmtetransitie wordt nadrukkelijk ingezet op de realisatie van warmtenetten. Dit komt door de veronderstelling van netbeheerders en gemeenten dat individuele warmtepompen zouden zorgen voor hogere maatschappelijke kosten door een zwaardere belasting van het elektriciteitsnet. Een goede, transparante en gevalideerde onderbouwing hiervoor ontbreekt echter, waardoor belangrijke beslissingen worden genomen op basis van foutieve informatie. Dit was voor Merosch aanleiding om op eigen initiatief een onafhankelijk onderzoek uit te voeren. Uit praktijkgegevens van gerealiseerde projecten blijkt dat de netbelasting van één individuele warmtepomp aanzienlijk lager is dan beleidsmakers nu veronderstellen. Bij een netbewuste inpassing, waarbij een warmtepomp zo ontworpen en ingeregeld wordt dat de belasting op het elektriciteitsnet wordt geminimaliseerd, kan de netbelasting zelfs beperkt blijven tot minder dan 1 kW. Dit is een factor 6 verschil met de huidige kengetallen. Netbelasting Om te bepalen of deze lagere netbelasting ook moet leiden tot een herpositionering van individuele warmtepompen in de warmtetransitie, hebben wij een vergelijking gemaakt met de netbelasting van warmtenetten met een centrale warmtepomp. Uit meetgegevens en modelberekeningen blijkt dat de netbelasting van individuele warmtepompen op wijkniveau verglijkbaar of zelfs lager is dan de netbelasting van collectieve systemen. Dit komt doordat er geen verschil zit tussen de twee alternatieven in het benodigde verwarmingsvermogen en de gelijktijdigheid hiervan. Bij warmtenetten is er daarnaast vermogen nodig om de warmte in de wijk rond te pompen, terwijl ook warmteverliezen resulteren in een hogere netbelasting. Rem Wel is het zo dat individuele warmtepompen achter de meterkasten van huishoudens worden geplaatst. Het laagspanningsnet in