Categorie: Techniek

File op het stroomnet

De energietransitie in ons land was, ondanks de soms wat negatieve beeldvorming, aardig op gang gekomen. De verkoop van duurzame installaties schoot de afgelopen jaren door het dak. In de laatste kwartalen zien we helaas een enorme daling in verkoopaantallen van genoemde installaties. Hoe komt dit en wat kunnen we als technologische industrie doen om dit tij te keren? Er zijn verschillende oorzaken voor de daling in verkoopaantallen van duurzame installaties. Allereerst is daar de politiek die zich niet bepaald een betrouwbare partner toont van onze industrie, door de volgende zaken in het nieuwe regeerakkoord op te nemen: het schrappen van de verplichting om bij vervanging van een cv-ketel voor een duurzamer alternatief (lees: een (hybride) warmtepomp) te kiezen, het versneld afbouwen van de salderingsregeling waardoor de businesscase voor zonnepanelen minder gunstig uitkomt én een aangekondigde verlaging van de belasting op aardgas waardoor ook de businesscase voor (hybride) warmtepompen eveneens minder gunstig uitkomt. Wachtstand Daarnaast hebben we te maken met een overvol Nederlands stroomnet. Door het gebrek aan lange termijn visie bij de overheid is er veel te laat actie ondernomen om het Nederlandse stroomnet aan te passen aan de toenemende vraag, veroorzaakt door de energietransitie. Concreet houdt dit in dat zonnepanelen op bedrijven/woningen in zonneweides niet aangesloten kunnen worden. Daarnaast moeten de bestaande zonneweides en windparken op dagen van piekbelasting (veel zon en wind) zelfs afgeschakeld worden, doordat het net overbelast is. Genoemd verschijnsel is inmiddels bekend als ‘netcongestie’, de zogenaamde file van elektronen in ons stroomnet. Dit alles

Duurzaam vakantiepark

In het Brabantse Someren werd in 2022 vakantiepark De Heihorsten opgeleverd, waarna het in oktober 2023 verduurzaamd is met NIBE warmtepompen. In het park staan honderd comfortabele vakantiewoningen met historische bouwstijl die perfect passen in de natuurlijke omgeving. Ze zijn in verschillende soorten en maten geïnspireerd op de Brabantse boerderijen en schuren met traditioneel metselwerk en rieten daken. Alle vakantiewoningen zijn 100% gasloos en allemaal voorzien van warmtepompen. Maar hier gaat wel een verhaal aan vooraf. “Voor de vakantiewoningen is door de ontwikkelaar, WL de Heihorsten, in eerste instantie gekozen voor een all-electric installatie met elektrische ketels, elektrische boilers en mechanische ventilatie”, vertelt Dirk Kroon, directeur van Kroon Installatietechniek. “Duurzaamheid was uiteraard de belangrijkste drijfveer.” Hoge energiekosten De vakantiewoningen werden in 2022 opgeleverd en al snel bleek dat de woningen veel meer energie verbruik­ten dan voorheen bedacht was. Bezorgde eigenaren trokken aan de bel over te hoge energiekosten. Eén van de eigenaren is Gerard Van Haren, toevallig oud-eigenaar van Van Haren Installaties uit Cuijk. “De energiekosten bleken in de winter heel erg hoog, het verbruik in de woningen liep op tot 12.000 kWh op jaarbasis. Omdat ik bekend ben in de energiewereld, ben ik namens de VVE als energie-adviseur gaan kijken naar een passende oplossing voor dit probleem.” Dezelfde installateur Om tot een goede en nette oplossing te komen is Van Haren, als vertegenwoordiger van de eigenaren, in gesprek gegaan met alle betrokken partijen; de ontwikkelaar, de gemeente en de installateur. “We vonden het heel erg belangrijk dat we de

Duurzaam warmtapwater

We lezen steeds vaker over netcongestie, filevorming op het elektriciteitsnet. Met een groeiend aantal zonnepanelen en warmtepompen in woningen, komt ‘code rood’ op het net ook steeds vaker voor in woonwijken. Verduurzaming van tapwater is dé sleutel in reductie van lokale netcongestie. Netcongestie is er op verschillende netvlakken (hoog-, midden en laagspanning), zowel in de winter als in de zomer en heeft verschillende oorzaken. Wanneer we focussen op bestaande wijken, zijn de toegenomen elektriciteitsvraag van warmtepompen (winter), elektrische auto’s (hele jaar) én de toegenomen productie van zonnepanelen (zomer) de belangrijkste oorzaken dat de bestaande laagspanningsnetten tegen grenzen aanlopen. Bij het uitbreiden van de capaciteit van de wijktrafo en/of het niet kunnen aansluiten van (nieuwbouw)wijken liggen vaker ook problemen van hogere netvlakken ten grondslag aan netcongestie. Het effect van duurzaam warmtapwater op netcongestie: • Verlagen winterpiek door lagere gelijktijdigheid, beter functioneren warmtepomp en verschuiven vraag naar volledig buiten de piek. • Vraagcreatie gedurende piekproductie zonnepanelen. • Verhogen zelf-consumptie van elektriciteit naar 90%. Zelfs als een individuele woning de aansluitwaarde niet verandert, verlaagt duurzaam warmtapwater het wijkvermogen met 30-40% per 100 woningen. Hoe kan douche-energie zoveel effect hebben? Dertig jaar terug was slechts 6% van de warmte-energiebehoefte voor douchen. Door na-isolatie en hoogkwalitatieve nieuwbouw is het aandeel warmtapwater in de gemiddelde woning nu 26% en in nieuwbouw al steeds vaker meer dan 50%. Bij toepassen van de hybride warmtepomp stijgt het aandeel warmtapwater in de gasvraag naar 60-80%. DoucheWTW vermindert de tapwater-energiebehoefte met 50%. Dat is 12-25% van de totale warmtebehoefte en 30-40% van de

Pompen

Circulariteit is het nieuwe tover­woord. Ook voor de pompenbranche. Maar er zijn meer belangrijke ontwikkelingen te melden. IZ sprak erover met drie specialisten. Zowel Biral, Grundfos als Kessel zijn bekende namen in de pompenwereld. Alle drie timmeren al de nodige jaren aan de weg in Nederland. Ieder in zijn eigen segment. ‘Natlopers’ Biral levert zowel oplossingen voor de verwarmingswereld en gekoeld water als drinkwater. Het gaat dan om circulatiepompen en inlinepompen. Bij circulatiepompen wordt de motor gekoeld door het medium, vandaar dat ze ook wel ‘natlopers’ worden genoemd, vertelt directeur Erwin Knijnenburg. Bij inlinepompen daarentegen staat de elektromotor op de pompbehuizing. Een ventilator zorgt aan de achterkant voor koeling van de elektromotor. Digitalisering Circulatiepompen zijn in principe 10 tot 12 jaar onderhoudsvrij. Inlinepompen hebben een afdichtingsseal en daarom regelmatig onderhoud nodig. In de HVAC-wereld komen voornamelijk circulatiepompen voor. De belangrijkste technische ontwikkeling dateert alweer van enige jaren geleden, vertelt Knijnenburg. Pompen zijn energie-efficiënter geworden, omdat de regelgeving heeft aangestuurd op een betere IE-classificatie voor de elektromotoren. Daarnaast digitaliseert de pompenbranche in een rap tempo. De systemen worden aangesloten op GB-systemen of zijn bijvoorbeeld via apps te bedienen. Verduurzaming De verduurzamingsslag die Nederland nu doormaakt heeft ook grote gevolgen voor de pompenbranche. Zo neemt de vraag naar oplossingen voor koelingssystemen toe. Tegelijkertijd kunnen gebouwen door de steeds betere isolatie toe met minder grote verwarmingsvermogens dan vroeger, vertelt Knijnenburg. Kennis De directeur van Biral merkt dat kennis uit de sector aan het wegstromen is, nu de oudere generatie met pensioen gaat. Om

Een systeem in balans

De inzet van een warmtepomp of een andere duurzame energiebron, betekent niet automatisch dat de totaalinstallatie duurzaam is. Het bereiken van een optimale balans in het systeem is cruciaal om zowel energiegebruik als CO2-uitstoot te verminderen en het comfort te verbeteren. Duurzame systeemoptimalisatie bereik je door een goed systeemontwerp, het gebruik van de juiste appendages ter bescherming van de installatie én waterzijdig inregelen. Door een goede inregeling kan maar liefst 15-20% energie worden bespaard in de meeste gebouwen. Regelgeving Dat hydraulisch inregelen steeds belangrijker wordt, is een feit. En ook de regelgeving rondom dit thema blijft niet achter. Vanuit het Europese Klimaatakkoord om in 2050 een CO2-neutrale samenleving te zijn, werd in de EPBD o.a. vastgelegd dat verwarmingsinstallaties in woningen en utiliteitsgebouwen hydraulisch in balans (waterzijdig ingeregeld) moeten zijn. Voor Nederland werd dit besluit al omgezet naar de NTA8800 bepalingsmethode. Via de EPBD stelt de Europese Commissie richtlijnen om de energieprestatie van gebouwen te verbeteren. De verplichting om in te regelen geldt sinds 2020 voor alle gebouwen waarin de warmtebron, cv-ketel of (hybride) warmtepomp, wordt vervangen of vernieuwd. Maar ook wanneer meer dan 30% van de afgiftesystemen (zoals radiatoren of vloerverwarming) wordt geplaatst of vervangen. Alleen maar voordelen Waterzijdig inregelen, oftewel hydraulisch balanceren, betekent simpelweg dat het cv-water met de juiste debieten en juiste snelheid door de afgifteapparaten stroomt. Daardoor heeft het water voldoende tijd om precies genoeg warmte af te geven. Dit resulteert in gelijkmatig verwarmde ruimtes, wat het comfort verhoogt, én het energieverbruik verlaagt. Zeker wanneer de warmtebron

Warmtepompsystemen

ISSO heeft de publicaties 72 en 98, over respectievelijk bodemgebonden water/waterwarmtepompen en lucht/waterwarmtepompen in de woningbouw, op de schop genomen. En dat is niet voor niets. Jos de Leeuw, Specialist Klimaatinstallaties bij ISSO, signaleert namelijk diverse trends in deze markt. Zo wijst De Leeuw onder meer op de bètafactor bij het selecteren van een warmtepomp. Dit is de verhouding tussen het vermogen van de warmtepomp en het benodigd nominaal vermogen voor ruimteverwarming. Hiermee wordt de bijdrage van de warmtepomp aan de totale warmtelevering vastgesteld. “Tot op heden hield men vaak een bèta-factor van 0,7 á 0,8 aan. De warmtepomp levert dan op jaarbasis vrijwel alle benodigde warmte. De enkele keer dat dit niet lukt, lost het elektrisch element dat op.” Scherper ontwerpen Daar moeten we echter vanaf, stelt De Leeuw. “Nu netcongestie een steeds groter probleem wordt, is het – mits het warmtepompvermogen goed geselecteerd wordt – beter om een bèta-factor van 1 te kiezen. Dan kan de warmtepomp het altijd aan en springen niet overal tegelijk de elektrische elementen aan als het buiten te koud wordt.” Sowieso zijn er mogelijkheden om warmtepompen nauwkeuriger te selecteren. “In de kontaktgroepen van ISSO zitten mensen met veel praktijkervaring. Zij beschikken over veel data of hebben een berekeningsprogramma, waarmee ze exact kunnen zien hoe vaak en wanneer de warmtepomp niet meer aan de warmtevraag kan voldoen. Die kennis kunnen fabrikanten inzetten om nog ‘scherper’ te ontwerpen.” Warmteverliesberekening De Leeuw is betrokken bij zowel de grote herziening van ISSO-publicatie 98 ‘Lucht/waterwarmtepompen in woningen’, als

All-electric ready?

In dit artikel wordt door Ron M R Bosch, adviseur en HBO-hoofddocent Installatietechniek onderzocht in hoeverre hybride warmtepompen die op de markt worden gebracht als ‘all-electric ready’, daadwerkelijk gereed zijn om volledig elektrisch te functioneren zonder een cv-ketel. Het artikel zal dieper ingaan op de technische aspecten die hierbij komen kijken en praktijkvoorbeelden geven van het loskoppelen van een warmtepomp van een cv-ketel. Daarnaast zal er beknopt aandacht zijn voor eventuele voorschriften en regelgeving die relevant zijn voor deze transitie. Concept Het concept van ‘all-electric ready’ hybride warmtepompen impliceert dat deze systemen zijn ontworpen om uiteindelijk volledig elektrisch te werken, zonder de ondersteuning van een gasgestookte cv-ketel. Deze hybride warmtepompen maken zowel gebruik van elektriciteit als een fossiele brandstof (meestal gas) om warmte te leveren, maar zijn ontworpen met de flexibiliteit om volledig elektrisch te worden. Loskoppelen Een hybride warmtepomp definitief loskoppelen van een cv-ketel en volledig elektrisch laten werken gaat niet zomaar. Houd rekening met de volgende zaken: 1. Capaciteit en efficiëntie: Voordat een hybride warmtepomp volledig elektrisch kan werken, moet de warmtepomp voldoende capaciteit hebben om de volledige verwarmings- en warmwatervraag van het huishouden aan te kunnen. Bovendien moet de warmtepomp efficiënt genoeg zijn om dit te doen, zonder buitensporige hoge energiekosten. 2. Benodigde aanpassingen: Het kan zijn dat er aanpassingen nodig zijn aan de bestaande verwarmingsinstallatie, zoals het vergroten van de radiatoren of het installeren van vloerverwarming, om de warmtepomp effectief te laten functioneren. 3. Isolatie en energie-efficiëntie: Het succesvol functioneren van een volledig elektrische warmtepomp is

Veranderingen

De markt van warmtepompen en airconditioning is volop in beweging. Er zijn grote veranderingen op komst die ook impact hebben op bedrijven die actief zijn in onze sector. Om te beginnen is daar de transitie van gasketels naar warmtepompen die inmiddels alweer jarenlang aan de gang is. De aantallen warmtepompen die nieuw op de markt worden gebracht stijgen en het aantal nieuwe gasketels daalt navenant. Gedreven door de internationale klimaatdoelen, vastgelegd in zowel internationale als nationale regelgeving en de hogere gasprijzen, zet deze transitie zich de komende jaren in een hoog tempo door. Daarnaast is op 11 maart jl. de tweede herziening van de F-gassenverordening van kracht geworden. In deze Europese wet wordt onder andere geregeld dat de hoeveelheid op de markt te brengen koudemiddel met een hoge impact op de opwarming van de aarde in de komende jaren in hoog tempo wordt teruggebracht en in 2050 volledig verboden is. Tekort Om een voorbeeld te geven van de snelheid waarmee dit gebeurt: in de vorige versie van deze verordening was het resterende percentage in 2030 nog 21%, voldoende bijvoorbeeld voor het onderhouden van bestaande installaties. In genoemde herziening is dit in 2030 nog maar 5,2%. De afschaling gaat in fases van twee jaar en in het geval van het jaar 2030 dus bijna vier keer zo snel, waardoor er in dat jaar al een dusdanig tekort ontstaat dat we de bestaande installaties zonder grootschalige terugwinning en recycling niet meer kunnen onderhouden. Dit betekent dat er ook in koudemiddelenland een grote

De ideale woning

In 2014 deed architect Geert van der Aa onderzoek naar klantwensen voor de ideale woning. IZ vroeg hem 10 jaar later hoe de vlag er nu voor staat. Wat vinden bewoners belangrijk bij de aankoop en renovatie van een woning? En welke rol is daarbij weggelegd voor installatietechniek? Geert van de Aa is de eigenaar van Architectuurstudio Breda. Na jarenlange ervaring met verschillende klanten in de woningbouw, kwam hij tot de conclusie dat ze vaak hetzelfde wensenpakket hebben. Maar het allemaal net anders formuleren. “Zou er een soort prototype ideale woning bestaan, vroeg ik me af en zo ja aan welke eisen zou die droomwoning moeten voldoen?” Opzet Van der Aa stelde in 2014 een online enquête op, waarin respondenten zelf een bepaalde waarde konden toekennen aan 25 eigenschappen die hen worden voorgelegd. Ongeveer 250 mensen vulden de enquête in. In de top 5 stonden 1. Veel daglicht; 2. Energieneutraal/duurzaam; 3. Aantrekkelijke materialen/details, 4. Integratie met de tuin en 5. Ruimtes afgestemd op het gebruik/de menselijke maat. Hoe is dat nu anno 2024? We lichten er drie elementen uit, die duidelijk raakvlakken hebben met installatietechniek. Energiezuinig “Men hecht nu beduidend meer waarde aan energiezuinigheid dan destijds”, vertelt Van der Aa. “Dat heeft alles te maken met de stijgende energieprijzen van de afgelopen jaren en de meerwaarde die een beter energielabel oplevert bij de verkoop van woningen.” Daarnaast is duurzaamheid er nu zo ingebeiteld bij kopers, dat ze bij aankoop van een woning vaak direct een energetische renovatie willen doorvoeren, weet

Klaar voor morgen

Transparantie in de milieu-impact van technische installaties wordt steeds belangrijker. Dit geldt zeker ook voor verwarmingssystemen in gebouwen. Maar ondanks het feit dat de milieu-impact van warmtepompen sinds 2023 meer aandacht krijgt binnen de sector, zijn categorie 1 productkaarten voor warmtepompen op dit moment nog schaars in Nederland. Terwijl het juist categorie 1 productkaarten zijn die accurate en gedetailleerde inzichten bieden in zowel kwaliteit, herkomst, als locatie van de gebruikte materialen. Hugo Hemel, Marketing Director bij Vaillant, licht namens Vereniging voor Duurzame Warmte de eigenschappen en voordelen toe. Een productkaart bevat gedetailleerde informatie over de kwaliteit, de herkomst en de locatie van materialen en producten. Het geeft inzicht in de materiële, circulaire en financiële (rest)waarde van een gebouw. Een productkaart uit categorie 1 geeft het meest fijnmazige en accurate beeld van de milieu-impact van een product. De gebruikte data zijn namelijk merkgebonden en daarmee rechtstreeks afkomstig van de fabrikant. In tegenstelling tot categorie 2 of categorie 3 materialenpaspoorten, die respectievelijk een sectorgemiddelde of zelfs generieke data bevatten. Totstandkoming Een categorie 1 productkaart wordt opgesteld op basis van een uitgebreide levenscyclusanalyse (LCA). Hiermee wordt de totale milieu-impact gemeten. Een dergelijke LCA wordt opgesteld door een daartoe bevoegde externe instantie, zoals het instituut Kiwa. De fabrikant van het product levert hiervoor de data aan. In uitgebreide EPD (Environmental Product Declaration) rapporten wordt vervolgens het gehele proces van gebruikte grondstoffen tot aan afvalverwerking gedetailleerd in kaart gebracht volgens de EN 15804 normering. Dit is veelal een intensieve en tijdrovende klus omdat zaken als