Is het wel mogelijk om circulaire installaties te ontwerpen? Met die vraag in het achterhoofd wordt nu geëxperimenteerd in een aantal proefprojecten. Johan Riezebos, directeur bij Ter Steege Advies & Innovatie vertelt over de ervaringen in het Enschedese Stroïnkslanden. “Het is best een uitdaging om al van tevoren te bedenken hoe je afval voorkomt en wat er met de toegepaste producten moet gebeuren aan het einde van hun levensduur. Toch zien we gelukkig steeds meer zien we pilotprojecten ontstaan, waarin wordt geprobeerd om zo circulair mogelijk te bouwen. Project Enschede “Eén van die projecten is gerealiseerd in Enschede in de wijk Stroïnkslanden. Het ging om 7 woningen voor woningstichting De Woonplaats. Er stonden 7 eenlaagse woningen die klaar waren voor de sloophamer. Op de bestaande fundering zijn 7 nieuwe woningen opgetrokken met een HSB casco in twee lagen. We zijn in april van start gegaan, deze maand betrekken de eerste bewoners hun nieuwe woning.” Installateur “De Woonplaats had het project ingebracht in een masterclass Circulair Bouwen die door Pioneering (innovatief bouwnetwerk in oost-Nederland) was georganiseerd. Een aantal van de deelnemende partijen hebben samen de handschoen opgepakt en zijn gaan ontwerpen en ontdekken. Helaas was er bij de masterclass geen installatiebedrijf aanwezig. Maar via goede contacten werd Loohuis Energie- en Installatieadvies bereid gevonden om mee te denken.” Casco “Uitgangspunt van het ontwerp was om zoveel mogelijk van het bestaande woonblok te hergebruiken. De deelnemers wilden het bestaande casco dus liever niet slopen, maar laten staan en opnieuw gebruiken. Dan zou de
Categorie: Techniek
Het idee voor ChargeFreeHome ontstond bij grondlegger Henk van Houten toen hij zag wat een BENG-woning inhoudt en dat vergeleek met zijn energieplus-woning. De werktuigbouwkundige pleit voor een energietransitie waarbij verduurzaming naar een hoger niveau wordt getild. ‘Van BENG naar BELG’ noemt hij dat, oftewel van een Bijna Energie Neutraal Gebouw naar een Bewust Energie Leverend Gebouw. Een BELG-woning kan het hele jaar zelfvoorzienend zijn en elektriciteit leveren. In het geval van een starterwoning gaat het om 13.000 kWh en bij een semibungalow om 27.000 kWh aan overcapaciteit. Dat scheelt op jaarbasis meer dan 15.000 kg aan CO2-uitstoot per woning. Wijkaanpak Van Houten pleit voor een wijkgerichte aanpak, waarbij zowel aandacht wordt geschonken aan energiebesparingsmogelijkheden als de productie van groene energie. Alle huizen krijgen een lessenaarsdak met geïntegreerde zonnepanelen. Bovendien worden ze voorzien van PVT-panelen, een dik isolatiepakket, Triple glas, aardwarmtepomp en accu’s. Via WTW-systemen in de ventilatie, douche, keuken en riolering valt een verdere energiebesparing te realiseren. Dat geldt ook voor de PCM-vloer die tot de additionele mogelijkheden behoort. Buurtopslag Daarnaast komt er een energieopslag op buurtniveau met de mogelijkheid om elektriciteit door te geven aan nabijgelegen woningen en bidirectionele elektrische (deel)auto’s te laten inpluggen. Monitoring Door de energiestromen te monitoren en te sturen krijgt de bewoner zicht op en controle over zijn eigen gebruik. Zowel voor huishoudelijke doeleinden als voor de gebouwgebonden installaties. De markt heeft al de nodige oplossingen om hierin ondersteuning te bieden. Zoals (remote access) monitoringssystemen van Envitron. Selectief Volgens Van Houten is het onontkoombaar
We moeten zo snel mogelijk en op grote schaal de CO2-uitstoot omlaag krijgen. Daarbij draait het vooral om de pieken in het gas-, de warmte- en het elektriciteitsgebruik. Vervolgens kunnen we dan de basislast aanpakken, betoogt Ronald Rovers. Volgens de bouwfysicus en Fellow van de Faculteit Bouwkunde aan de TU/E is het tijd voor een totaal andere benadering, waarbij een hoofdrol is weggelegd voor de installatiebranche. “Traditioneel zijn installaties vaak uitgelegd op het invullen van de piekvraag. Dan zat je altijd goed. Dat was met fossiele, altijd beschikbare brandstof geen probleem. Maar met de huidige energietransitie kunnen we niet meer op deze weg doorgaan. De ironie is namelijk dat juist tijdens piekperiodes het aanbod aan duurzame energie het meest beperkt is. Daarom zijn we eigenlijk wel gedwongen om te zoeken naar een nieuwe en veel lagere balans tussen vraag en aanbod.” Geen tijd meer “En dat moet snel gebeuren. We hebben geen jaren de tijd meer om te wachten tot allerlei ideeën en onderzoeken tot prachtige nieuwe innovaties leiden. Maar, als we de curve alvast af kunnen buigen, dan winnen we wel wat tijd. Eigenlijk zouden we dit zo spoedig mogelijk moeten oppakken en op een manier die flexibel is, dat wil zeggen vervolgstappen niet in de weg zit.” Rol installateur “En daarbij komt de installateur om de hoek kijken. Een effectieve manier die snel resultaat oplevert, is om niet een complete renovatie uit te voeren, maar om een kleine warmtepomp naast de gasketel te hangen en die in hybride
Opleidingscentrum GO organiseerde in samenwerking met brancheorganisatie NVKL onlangs een online variant van de Dag van de Warmtepomp. In twee sessies werden de laatste ontwikkelingen voor installateur én consument op een rij gezet. Met een productietijd van miljoenen jaren, kunnen we de fossiele brandstoffen die we nu voor verwarming gebruiken, niet bepaald hernieuwbaar noemen. Omdat verreweg het overgrote deel van de huishoudens fossiele brandstoffen gebruikt voor stroom, verwarming en vervoer komt er een hoop CO2 vrij. Los daarvan zijn de (toegankelijke) fossiele brandstoffen naar verwachting over 60 jaar op terwijl we in Nederland al in 2050 van het aardgas af willen zijn. Transitie is dus het toverwoord! Hybride Om het effect van die transitie dan maar gelijk tastbaar te maken: de energie die in het huishouden wordt gebruikt voor verwarming kan van een cv-ketel of warmtepomp komen. Het rendement van de warmtepomp is daarbij 1,36; dat van een hoogrendement cv-ketel 0,96. Door inzet van de warmtepomp kan dus al 40% op het energiegebruik worden bespaard (mits het gebouw voldoet aan de eisen). Daar komt nog eens bij dat met de warmtepomp niet alleen kan worden verwarmd maar meestal ook kan worden gekoeld. Meer comfort dus. Verwacht wordt dat de cv-ketel nog wel even zal blijven hangen maar dat daarnaast een warmtepomp wordt ingezet. Een hybride oplossing dus zolang de wereld nog niet volledig all-electric is. Hernieuwbaar Terug naar de fossiele brandstoffen: die gaan steeds sneller plaats maken voor hernieuwbare energie. Een mooi voorbeeld is zonne-energie die met behulp van zonnepanelen
Fijnstof, we krijgen er dagelijks mee te maken. Of we nu in de stad leven of op het platteland. Gelukkig komen er steeds meer oplossingen op de markt om de schadelijke deeltjes uit de lucht te filteren. Zoals het Pure induct systeem van Brink Climate Systems. Fijnstof (≤PM10) is opgebouwd uit een groot aantal stoffen. Het belangrijkste onderdeel vormen stofdeeltjes die in de lucht worden gevormd uit zwaveldioxide, stikstofoxiden en ammoniak. Een tweede belangrijke bijdrage komt van elementair koolstof en organische koolstofverbindingen. We spreken van fijnstof als de maximale grootte van de deeltjes 10 micrometer bedraagt. In vaktermen ook wel afgekort tot 10 PM. Schadelijke effecten Fijnstof komt onder andere vrij bij verbrandingsprocessen met fossiele brandstoffen. Daarbij kan je bijvoorbeeld denken aan houtstook en uitlaatgassen. In Nederland overlijden jaarlijks enige duizenden mensen enkele dagen tot maanden eerder door kortdurende blootstelling aan hoge concentraties fijnstof, zegt het RIVM op haar website. Het gaat vooral om ouderen en mensen met hart-, vaat- of longaandoeningen. Langdurige blootstelling aan lagere concentraties fijnstof, zelfs beneden de Europese grenswaarden, levert ook nadelige gezondheidseffecten op. Levenslange blootstelling kan leiden tot blijvende gezondheidseffecten zoals verminderde longfunctie, verergering van luchtwegklachten en vroegtijdige sterfte aan met name luchtwegklachten en hart- en vaatziekten. Ultrafijn stof Des te kleiner de deeltjes, des te dieper ze de longen binnendringen en des te moeilijker het lichaam ze kan opruimen. Ultrafijnstof – deeltjes in de lucht die kleiner zijn dan 0,1 micrometer – zijn daardoor mogelijk nog schadelijker voor de gezondheid dan grotere deeltjes fijnstof.
Voor het eerst werd de circulaire economie dit jaar genoemd in de troonrede. Een lichtpuntje, maar de vraag is nu hoe we dat in de installatiesector vertalen van circulair denken naar circulair doen. Hoe wordt circulair werken het nieuwe normaal? Al jarenlang hebben we in de installatiesector de mond vol van duurzaamheid. Zeker in tijden van een energietransitie is dat heel logisch. We hebben het over zonnepanelen en warmtepompen en gebruiken afkortingen als NOM en BENG. Maar als ik dan kijk naar hoe duurzaam de materialen en systemen zijn die worden gebruikt onder het mom van duurzaamheid valt dat helaas nogal eens tegen. Tijd dus om daar wat meer aandacht aan te besteden. Voor de goede orde, het is niet zo dat er helemaal niets gebeurt in onze sector, maar iets meer kennis over wat het inhoudt, welke voorbeelden er zijn en wat je zelf direct kunt toepassen brengt je soms ook weer op nieuwe ideeën. Wat is een circulaire economie? Een bekende definitie luidt: “Een circulaire economie is een economisch systeem dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen en het behoud van natuurlijke hulpbronnen als uitgangspunt neemt”. Vrij vertaald komt dat erop neer dat alle producten die je maakt zo zijn gemaakt dat je het product lang kunt gebruiken en dat aan het einde van de levensduur alle toegepaste materialen (relatief) eenvoudig kunnen worden teruggewonnen. Op deze manier gaan geen kostbare grondstoffen verloren doordat ze worden gestort of verbrand in een “grondstoffencrematorium”, zoals architect en voorvechter van circulair bouwen
Het inzetten van duurzame warmte stopt niet bij de leveringsgrens. Er is een ware zoektocht gaande naar de meest geschikte duurzame warmtebronnen als alternatief voor aardgas en dat allemaal tegen de laagste maatschappelijke kosten. Toch wordt in dit proces nog vaak vergeten dat de kwaliteit van de binneninstallatie een belangrijke rol speelt. ‘Beperk het energiegebruik door verspilling tegen te gaan’; zo luid de eerste stap van de Trias Energetica. Het reduceren van warmteverliezen in de traditionele cv-installaties met radiatoren zoals we deze sinds 1970 kennen, speelt hierbij een belangrijke rol. Het verlagen van de warmtebehoefte draagt niet alleen bij aan lagere energiekosten voor de bewoner maar heeft ook positieve effecten bij de exploitatie van een warmtenet. Het op de juiste manier benutten en verdelen van warmte zorgt voor lagere retourtemperaturen en daarmee lagere distributieverliezen in en buiten de woning. Nieuwe regelgeving Op 10 maart 2020 is het herziene Bouwbesluit gepubliceerd met daarin volop aandacht voor warmteverliezen. Nieuwe regels moeten ons gaan helpen om op een gezonde manier jaarlijks 30.000 tot 50.000 gebouwen aardgasvrij te krijgen. Het Bouwbesluit omschrijft op welke wijze nieuwe en bestaande verwarminsginstallaties adequaat moeten zijn gedimensioneerd, geïnstalleerd, ingeregeld en ook instelbaar moeten zijn. Voorkomen overcapaciteit Omdat overcapaciteit een slechte invloed heeft op het rendement geeft het herziene Bouwbesluit aandacht aan het dimensioneren van installatieonderdelen. Dit betekent dat bij het plaatsen van een nieuwe warmteopwekker rekening moet worden gehouden met de warmtebehoefte van het gebouw. Bij de overstap naar een warmtenet of een duurzame warmtepompinstallatie is het belangrijk
Wanneer is een gebouw echt duurzaam en hoe meet je dat? Mario Boot, Project- en Service Manager bij BeNext vertelt hoe ICT-oplossingen de helpende hand kunnen bieden. Niet alleen bij de oplevering, maar ook tijdens de gehele levensfase van een gebouw. Een betoog over de waarde van Monitoring, Predictive Maintenance en trends die de toekomst gaan bepalen. We kennen het allemaal: de woningen zijn opgeleverd, de bouwkeet afgebroken, iedereen laat het project achter zich en gaat vol gas door naar de volgende uitdaging. De vraag is echter of de installaties jaren later nog naar behoren functioneren. Kloppen de aannames wel die tijdens de ontwerpfase zijn gedaan? Prestatiegaranties Het afgeven van prestatiegaranties kan een belangrijke incentive zijn om kennis op te gaan bouwen over het lange termijn functioneren van installaties. Immers, zodoende kunnen leveranciers van technische installaties valideren of er mogelijkheden zijn om de inregeling van systemen verder te optimaliseren. Bovendien hebben Woningbouwverenigingen hiermee een instrument in handen om te bepalen of de beloofde prestaties wel worden gehaald. Is dat niet het geval, dan kunnen ze overwegen om claims in dienen bij de leveranciers. In dergelijke situaties spelen aannemers en installateurs een belangrijke rol, omdat ze op basis van monitoringsdata de onderbouwing kunnen aanleveren over de mate waarin de installaties voldoen aan de verwachtingen. Monitoring Door structureel, onafhankelijk en via gecertificeerde meetapparatuur te monitoren, kunnen gegevens verzameld worden over het functioneren van de woningen. Onafhankelijkheid is belangrijk om een “Wij van Wc-eend” verhaal te voorkomen. Certificeringen, zoals bijvoorbeeld de Europese Measurement
Het Floating Office Rotterdam (FOR) wordt het nieuwe hoofdkantoor van het Global Commission on Adaptation (GCA). Het drijvende kantoorgebouw, ontworpen door Powerhouse Company en ontwikkeld door RED Company, wordt een uithangbord voor duurzaam bouwen. Zo gaat het gebouw de warmte oogsten van het oppervlaktewater, komen er PV-panelen op het dak te liggen en krijgt het drijvende kantoor een gebalanceerd ventilatiesysteem. Eind 2020 moet het gebouw klaar zijn voor gebruik. Maar wat heeft Bill Gates hier nu mee te maken, zal de lezer zich afvragen? Het GCA is een initiatief van verschillende landen en de Wereldbank en wordt voorgezeten door voormalig VN-voorzitter Ban Ki-moon, Bill Gates en Kristalina Georgieva (algemeen directeur van het IMF). Het GCA ontwikkelt en deelt kennis over het veranderende klimaat in de wereld en de wijze hoe daarop ingespeeld kan worden. Drijvende bouw Het GCA helpt wereldwijd landen en steden om klimaatbestendig te worden. Drijvende bouw wordt gezien als één van de antwoorden op klimaatverandering, vertelt Rico Logman van DWA. Vandaar dus deze bijzondere keuze. Rico Logman is als senior-adviseur betrokken bij het installatietechnisch ontwerp van Floating Office Rotterdam. Voordelen Wat zijn dan de voordelen van drijvende bouw, zal je je wellicht afvragen. Allereerst gebruik je geen land om een gebouw neer te zetten. Daarnaast gelden er geen verplichtingen met betrekking tot de hemelwaterafvoer. Daarvoor zijn de eisen aangescherpt, tegenwoordig dienen pandeigenaren zoveel mogelijk hun eigen hemelwater vast te houden op locatie en waar mogelijk te infiltreren. Dat brengt nogal wat werkzaamheden en kosten met zich mee.
Om het aantal ongelukken door koolmonoxide terug te dringen, mogen werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties vanaf 2022 alleen nog worden uitgevoerd door bedrijven die hiervoor gecertificeerd zijn. Deze maatregel is hard nodig en moet samen met ‘het nieuwe beugelen’ de bakkers en slagers in de markt te weren. Hieronder enige hands on adviezen. KIWA heeft speciaal voor het certificeringstraject de richtlijn BRL6000-25 KIWA richtlijn ‘Werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties in verband met koolmonoxide’ ontwikkeld. De Certificaathouder [lees installateur] kan zich in de deelgebieden 1 t/m 3 bekwamen en gecertificeerd worden. Aangezien het om een samenhangend geheel gaat, is het raadzaam om je alle deelgebieden eigen te maken, zodat je goed beslagen ten ijs kan komen. Deelgebieden 1. Vanaf het moment van opleveren dient de installateur te hebben voldaan aan een juiste installatie van een gasverbrandingstoestel, zowel voor de verbrandingsluchttoevoervoorzieningen en/of de rookgasafvoervoorzieningen. Dit impliceert ook dat de installateur op de juiste wijze moet beugelen op de betreffende mof van de rookgasbuis. 2. Voor het uitvoeren van reparatiewerkzaamheden aan bestaande gasverbrandingstoestellen, verbrandingsluchttoevoervoorzieningen en/of rookgasafvoervoorzieningen dient de installateur of technicus gecertificeerd te zijn. Ook in dit geval dient de installateur te voldoen aan de voorschriften voor het nieuwe beugelen. 3. De installateur of technicus dient eveneens gecertificeerd te zijn voor het uitvoeren van onderhoud aan bestaande gasverbrandingstoestellen, verbrandingsluchttoevoervoorzieningen of rookgasafvoervoorzieningen. Daarnaast moet hij het nieuwe beugelen onder de knie hebben en het samenhangend geheel van een gasverbrandingstoestel, verbrandingsluchttoevoervoorzieningen of rookgasafvoervoorzieningen kennen. Het nieuwe beugelen Wat is nu dan de beste manier om een rookgasafvoersysteem te installeren? Het is verstandig