Categorie: Techniek

Persoonlijke koeling

In 2015 klopten Eugene Dubovoy en zijn vader aan bij verschillende grote airco-fabrikanten. Ze hadden een nieuw systeem ontwikkeld waarmee het mogelijk werd om op individueel niveau te koelen. Er was geen interesse, dus toen zetten ze zelf hun vinding in de markt. Een gouden greep, de Evapolar slaat mondiaal aan, ook in Nederland. “Mijn vader hield zich als wetenschapper bezig met nanomaterialen”, vertelt Dubovoy. Nanomaterialen, voor de goede orde, zijn chemische stoffen of materialen met een deeltjesgrootte tussen 1 en 100 nanometer in ten minste één dimensie. Eigenschappen Door een groter specifiek oppervlak per volume-eenheid kunnen nanomaterialen andere eigenschappen hebben dan hetzelfde materiaal zonder nanoschaalkenmerken. De fysisch-chemische eigenschappen van nanomaterialen kunnen daardoor verschillen van die van bulkstoffen of deeltjes met grotere afmetingen. Er zijn al veel alledaagse producten met nanomaterialen op de Europese markt, zoals batterijen, coatings, antibacteriële kleding en cosmetica. Problematiek “Anno 2015 werd in de industrie al volop adiabatische koeling toegepast, maar daarvoor werden grote machines gebruikt. Met de kennis van mijn vader over nanomaterialen werd het in één klap mogelijk om een compacte, krachtige adiabatische koeler te ontwikkelen, waarmee je op persoonlijk niveau zou kunnen koelen.” Eigen product Enthousiast over hun concept, benaderden de Dubovoys verschillende airco-fabrikanten. “Maar die hadden geen belangstelling, ze waren erg behoudend en wilden er geen geld in steken. Daardoor werden we min of meer gedwongen om zelf de markt te betreden.” Dubovoy junior startte 4 jaar geleden, de Evapolar is sindsdien mondiaal verkrijgbaar. Innovatief Wat is er nu precies zo innovatief

Thermisch comfort

Wat verstaan we precies onder comfort en wat komt er allemaal bij kijken om het te realiseren en op niveau te houden? Ron Bosch, adviseur en Hoofddocent Installatietechniek bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, legt uit en geeft ‘hands-on’ adviezen. Thermisch comfort betekent feitelijk vertaald hoe tevreden men is over het thermisch binnenklimaat van een gebouw of een woning. De combinatie van luchttemperatuur, stralingstemperatuur, luchtvochtigheid en luchtverplaatsing (tocht) is in het bekende model dat is opgesteld door professor Fanger en zijn studentengroep verwerkt in de PMV (predicted mean vote) en PPD (predicted percentage dissatisfied) waardes. Hiermee is objectief en onafhankelijk door experts vast te stellen hoe het staat met het thermisch comfort binnen een gebouw of een woning. Bouwbesluit In het Bouwbesluit staan de eisen omschreven. In Artikel 3.49 Thermisch Comfort valt te lezen: “De toevoer van verse lucht veroorzaakt in de leefzone van een verblijfsgebied voor het verblijven van mensen, een volgens de NEN 1087 bepaalde luchtsnelheid die niet groter mag zijn dan 0,2 m/s in het verblijfsgebied.” Dit artikel 3.49 heeft als doel tochtverschijnselen binnen de woning tot een minimum te beperken. Ventilatie Door de ventilatietoevoervoorziening in de gevel op meer dan 1,8 meter boven de aangrenzende vloer te plaatsen wordt mogelijk voldaan aan de maximale luchtsnelheid van 0,2 m/s. Geadviseerd wordt om de afvoervoorziening zo dicht mogelijk bij het plafond te plaatsen, op minder dan 0,3 meter vanaf het plafond, zodat een goede doorspoeling van de woning optreedt. Leefzone Wanneer de ventilatietoevoervoorziening lager wordt geplaatst, dan

LT-warmtenetten

Het wil nog niet vlotten met LT-warmtenetten, maar toch lijkt er een gouden toekomst te zijn weggelegd voor deze duurzame oplossing. Volgens Sebastiaan Knepper, deskundige en junior duurzaamheidsadviseur bij Merosch, is het slechts een kwestie van tijd voordat de grote doorbraak komt. IZ sprak twee jaar geleden al uitgebreid met Knepper. Hij was toen bezig af te studeren bij de TU Delft op LT-warmtenetten. Inmiddels heeft hij zijn Mastertitel gehaald en werkt hij bij Adviesbureau Merosch. Aantallen Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: Er zijn op moment van schrijven nog 0 projecten met LT-warmtenetten gerealiseerd, vertelt Knepper. Maar de sector staat niet stil. Twee jaar geleden bleek er nog de nodige onduidelijkheid te zijn over welke temperatuurrange we nu precies spreken bij LT-warmtenetten. Dat is inmiddels wel voorbij. Uniform “Ik zie nu een meer uniforme benadering”, vertelt Knepper. “Bij HT is de temperatuur van de warmtebron hoog genoeg om aan woningen water van circa 70 °C te leveren, MT zit tussen de 50 – 70 °C, LT tussen de 30 – 50°C en tot ZLT rekenen we alles wat onder de 30° zit.” Warmtebronnen De warmtenetten kunnen in theorie gebruik maken van verschillende bronnen, vertelt Knepper. “Eigenlijk geven lokale omstandigheden de doorslag. In pak ‘m beet een waterrijke provincie als Friesland zal je bijvoorbeeld eerder de warmte oogsten van oppervlaktewater. In Zuid-Holland daarentegen is geothermie interessanter. Daarnaast kan je warmtenetten ook voeden met rioleringswarmte.” Gelijkwaardigheid Hoewel er dus verschillende opties op tafel liggen, zijn ze niet

Berekeningen

In dit artikel legt Ron Bosch, adviseur en HBO-docent Installatietechniek, uit waarom berekeningen belangrijk zijn om tot een goed installatieconcept te komen. Daarvoor neemt hij u mee naar een bouwplaats in Rosmalen waar Hoedemakers Bouw en Ontwikkeling op moment van schrijven honderden woningen realiseert. Om precies te zijn: we gaan naar het nieuwbouwproject Parktuinen De Lanen, waar Hoedemakers vele fraaie woningen heeft neergezet aan de Bloesemgeel. Op Afbeelding 1 ziet u de in dit artikel besproken woning op kavel 2 zoals deze is gebouwd en opgeleverd nog net voor de Bouwvak. Berekeningen Met Vabi Elements Warmteverlies software, maak je een warmteverliesberekening (ook wel transmissieberekening genoemd) volgens de te hanteren Norm NEN-EN 12831 en de van toepassing zijnde ISSO-publicaties 51, 53 en 57. Zo bepaal dus je het te installeren verwarmings- of installatievermogen volgens de gestelde eisen. Input Een warmteverliesberekening is verplicht voor een Woningborg-certificaat. Vabi wordt in 90% van de bestekken voorgeschreven. De bouwkundige gegevens, de wensen voor warmwater en de ventilatiebalansberekening bepalen hoe het installatieconcept eruit gaat zien. Maar er is voor de bouw ook een Energieprestatie- en Milieuprestatieberekening nodig. EPC De berekeningen zijn opgesteld geheel conform NEN 7120 (zie verwijzing Bouwbesluit 2012). Fase 1 van het plan is nog uitgevoerd met gas, maar de woningen van Fase 2 – nu in ontwikkeling – moeten gasloos worden. De Energie Prestatie Coëfficiënt van deze koopwoningen mocht bij aanvraag maximaal 0,4 bedragen. Warmteverliesberekening Met een hiervoor genoemde warmteverliesberekening wordt het verwarmingsvermogen bepaald dat nodig is om de ruimtetemperatuur comfortabel te houden

Tastbare energietransitie

De energietransitie stelt het vakgebied voor interessante uitdagingen, zowel technisch als operationeel. Aalberts hydronic flow control participeert in DreamHûs op The Green Village. Hoe presteren haar innovaties in een bestaande woonomgeving? “Mijn grootvader heeft de meeste ondergrondse aardgasleidingen in Nederland gelegd en nu help ik ons land van het aardgas af”, zegt Jan Cnossen met een knipoog. Energietransitie zit de innovation manager van Aalberts hydronic flow control in het bloed. Hij bedenkt graag baanbrekende concepten en is nauw betrokken bij het testen van diverse technologieën in The Green Village. Technologieën die Nederlandse woningen aardgasloos helpen maken maar het hoofdgasleidingennet in tact laten. Lidewij van Trigt, projectmanager van The Green Village, is ‘heel blij’ met de deelname van Aalberts hydronic flow control. “Voor het energiesysteem van de toekomst is een mix van oplossingen nodig. Die kun je wel verzinnen, maar moet je ook testen.” Aalberts hydronic flow control is in dat opzicht een veelzijdig partner. “Het is een innovatief bedrijf met veel interessante dingen om te testen. Wij vormen een erg mooie match.” The Green Village en DreamHûs The Green Village is een fieldlab voor duurzame innovatie op Technische Universiteit Delft Campus. Hier onderzoeken en testen kennis- en onderwijsinstellingen, bedrijven, overheden, netwerkbeheerders en andere belangstellenden duurzame innovaties voor de gebouwde omgeving op wijk-, straat- en gebouwniveau. De proeftuin omvat diverse bewoonde woningen om technologieën te testen. Eén daarvan is DreamHûs, een experimenteel woonblok van drie replica woningen uit de jaren zeventig, gerealiseerd door WoonFriesland, Bouwgroep Dijkstra Draisma, The Green Village en

Adsorptiewarmtepomp

Waar de cv-ketel al helemaal is uitontwikkeld, kan de warmtepomp nog grote slagen maken. In 2023 komt er een nieuw soort warmtepomp op de markt die werkt op basis van adsorptietechnologie. Fabrikant Cooll werkte meer dan tien jaar aan de ontwikkeling ervan. IZ sprak met CEO Stefan van Uffelen (zie foto). Het begon allemaal in 2003. De universiteit Twente kreeg een aanvraag binnen van ruimtevaartorganisatie ESA om een trillingsvrije koeler voor -270 graden Celsius te ontwikkelen, die onderhoudsvrij zou zijn en geen bewegende delen zou bevatten. De technologie die hieruit voortkwam, vormt in feite de basis van de nieuwe warmtepomp. Daarom heet het bedrijf ook Cooll. Marktkansen In eerste instantie wilden de initiatiefnemers een systeem ontwikkelen voor duurzame verwarming en koeling op basis van de adsorptietechnologie. Uit onderzoek bleek dat de koelingstoepassing markttechnisch lgezien astig was, omdat het een toepassing is voor buitenlandse markten, maar dat de verwarmingstoepassing erg interessant is. In 2009 hebben Johannes Burger, Stefan van Uffelen en Robert Jan Meijer toen Cooll opgericht. Testen In 2018 is het eerste wandtoestel ontwikkeld. Deze opstelling heeft inmiddels twee winters het eigen hoofdkantoor verwarmd. In de winter van 2020- 2021 is voor het eerst een woning in Uden verwarmd met een stand alone opstelling inclusief meetapparatuur en veiligheidssystemen. Momenteel bouwt het team van Cooll aan de versie van de warmtepomp zoals die in een eerste beperkte oplage in 2022 op de markt komt. Deze wordt komende winter in een aantal woningen getest. Impact maken De warmtepomp werkt op basis van

Innovatie

De pandemie en klimaatverandering fungeren op veel fronten als een katalysator. Zowel in de sanitaire technieken als in de klimaattechniek worden grote sprongen gemaakt om veiligheid en comfort naar een hoger niveau te tillen. IZ sprak erover met twee experts. De bouwkolom is al een aantal jaar bezig om zichzelf opnieuw uit te vinden, zegt Jan Verdonck. De gedreven techneut is in het dagelijks leven werkzaam als Specialist New Business bij JAGA/Konvektco Nederland. Daarnaast hanteert hij de voorzittershamer bij branchevereniging de Nederlandse Verwarmingsindustrie D&A en de NEN 35107407 ventilatiecommissie en was hij jarenlang lid van de NTA 8800 projectgroep. Kortom een professional die vanuit een vogelvluchtperspectief goed zicht heeft op alle ontwikkelingen in de klimaattechniek. Trends Verdonck signaleert een aantal trends die zowel hun impact hebben op de bouwkolom in zijn totaliteit als specifiek de installatiebranche. “Allereerst neemt de populariteit van prefab toe. Ook in de renovatiesector. Met de industrialisatie neemt de kans op faalkosten af, maar we moeten er ons niet op blind staren. Naast prefab moet er ook meer aandacht komen voor procesoptimalisatie. Kennisgebrek en slechte planning leiden namelijk al snel tot spanningen tussen aannemers en installateurs, installaties die slecht samenwerken en uiteindelijk klachten van de gebruikers.” BENG Daarnaast houdt de invoering van de BENG-eisen de gemoederen flink bezig. Verdonck merkt dat veel spelers in de bouwkolom nog zoekende zijn hoe ze die eisen precies moeten invullen. “In de installatiebranche gaat het dan met name om de derde eis oftewel welke duurzame energieopwekker ga ik gebruiken in mijn

Energiemonitoring

Na de oplevering van een gebouw verdwijnen de bouwpartijen vaak uit zicht. Gebouweigenaren, huurders/gebruikers moeten er vervolgens maar vanuit gaan dat de beloofde energieprestaties haalbaar zijn. De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor deze problematiek. En komen er ook interessante oplossingen op de markt. Vaak is er sprake van een zogenaamde ‘split-incentive’ oftewel ‘uiteenlopende belangen’. Stel dat je als huurder een all-in prijs hebt afgesproken: ga je je dan nog druk maken of de energierekening aan het eind van de maand hoger of lager uitvalt voor de gebouweigenaar? Nee toch? Of, stel dat de huurder apart afrekent voor het energiegebruik, ga jij je dan als verhuurder nog inspannen om zijn energierekening zo laag mogelijk te houden? Veel verhuurders, huurders en gebruikers kijken, begrijpelijkerwijze, niet verder dan hun neus lang is. Tools Hoe krijg je de verschillende partijen dan doordrongen van het feit dat ze allemaal baat hebben bij een lage energierekening? Al was het maar om installaties langer operationeel te houden en niet op termijn met een hogere all-in rekening te worden opgescheept. “Door ze samen te brengen en het bespreekbaar te maken”, vertelt Edwin Scholten van Belimo. Als expert op het gebied van waterzijdige toepassingen weet hij waar hij over praat. Maar behalve een integrale benadering van het probleem, want daar hebben we het in feite nu over, is het ook belangrijk om de betrokken partijen de juiste tools te verstrekken, zodat zij daadwerkelijk inzicht krijgen in het energiegebruik. Samenbrengen Vandaar ook dat Belimo in eigen woorden

Eisen aan cv-systemen

Warmtepompsystemen, lagetemperatuurverwarming, zoneregelingen, testen van de luchtdoorlatendheid. Stuk voor stuk nieuwe onderwerpen die de afgelopen 15 jaar belangrijker zijn geworden. En met de verduurzaming van vastgoed ontstaan er ook nieuwe eisen aan de cv-systemen. “15 jaar geleden waren de gasgestookte cv-ketel en de aansluiting op de stadsverwarming de bepalende elementen voor de achterliggende cv-installatie”, vertelt Jos de Leeuw, projectcoördinator bij ISSO. “Inmiddels zien we de dominantie van deze opwekkers langzaam maar zeker veranderen. De warmtepomp is al geruime tijd aan een opmars bezig, ook in hybride verwarmingsinstallaties, waarmee tegelijk de eisen aan het afgiftesysteem veranderen. Maar ook bouwkundige verbeteringen aan woningen, zoals meer isolatie en kierdichting, maken dat het cv-systeem anders gaat functioneren. Dit zijn stuk voor stuk veranderingen die ingrijpende gevolgen kunnen hebben, ook voor andere onderdelen in een cv-systeem.” Kennis op de werkvloer Over die veranderingen kunnen professionals, na een update van de kennis in ISSO-kleintje CV, weer alles terugvinden. ISSO-kleintje CV, voor het eerst in 2006 gepubliceerd, bood de installateur en monteur op de werkvloer altijd veel hulp en houvast bij het installeren van cv-installaties, maar ook bij onderhoud en service. De laatste jaren werd dat wat lastiger omdat er in 2006 nog weinig aandacht was voor warmtepompen, lage afgiftetemperaturen of meerdere klimaatzones in de woning. Vandaar dat het tijd werd om deze kennis, en nog enkele actuele thema’s, in het nieuwe Kleintje CV op te nemen. Achter de opwekker Het zwaartepunt van dit vernieuwde Kleintje Individuele centrale verwarmingsinstallaties in woningen, zoals de publicatie van ISSO officieel

Slim en snel

Installerend Nederland kampt met een tekort aan gekwalificeerd technisch personeel, juist nu de energietransitie zoveel werk met zich meebrengt voor het vakgebied. Arbeidstijd is voor de installateur meer dan ooit een schaars goed. Fabrikanten schieten te hulp door hun producten zoveel mogelijk plug & play aan te bieden. Niet om de installateur buiten spel te zetten, zo benadrukken ze, maar om hem of haar te ontzorgen. Zo ontwikkelt Nefit Bosch, onder de noemer ‘Fit to Fit’, oplossingen om op installatiegebied snelheid en efficiëntie te realiseren. Dat doet de fabrikant samen met ketenpartners. Woningcorporatie Talis en Dura Vermeer hadden in Nijmegen de primeur: de vervanging van in totaal 220 sociale huurwoningen in de aardgasvrije wijk Jerusalem. Voor dit project is een all-in-one skid ontwikkeld, waarin alle installatiecomponenten plug & play zijn voorgemonteerd. Voorgemonteerd In samenspraak met Dura Vermeer en Installatiebedrijf De Leeuw uit Boven-Leeuwen ontwikkelde de Nefit Bosch een klantspecifieke all-in-one skid: een prefab installatieruimte die bij de fabrikant in Deventer op maat wordt geconstrueerd. Daarin worden alle installatiecomponenten geplaatst en ingeregeld, en al het leidingwerk wordt voorgemonteerd. Na levering wordt de skid in de woning gehesen voor het dak erop gaat, waarna aansluiten een kwestie is van plug & play. Compleet De skid voor het Nijmeegse project meet 1,20 x 1,30 meter en bevat een 300 liter Nefit zonneboiler, een pv-omvormer, een Bosch Tronic Heat 3500 elektrische cv-ketel, een Bosch Tronic TR5000 doorstroomtoestel en een WTW-unit van collega-fabrikant Zehnder. Enkele van de units zijn uitgevoerd als hybride installatie en voorzien