Categorie: Column

Het ‘ik-kan-alles’ syndroom

Hoe vaak zegt u: nee? Eerlijk zeggen, ongeacht de situatie? Uit onderzoek blijkt dat veel mensen dit moeilijk vinden. Nee is een antwoord, waarmee je de ander of jezelf teleurstelt. Ook in de bouw- en installatiesector zie ik dit fenomeen. U kent namelijk ook vast van die alleskunners. Van die allround professionals. Op de weg zie ik regelmatig de bouw- en installatiebussen rijden met de typisch herkenbare belettering aan de zij- en achterkant. Een opsomming van alle specialismen die men aanbiedt. En soms – om écht compleet te zijn – aangevuld met een extra sticker ‘…ook voor..’. Op basis hiervan denk ik dat veel bouw- en installatiebedrijven lijden aan het ‘ik-kan-alles-syndroom’. Ik geloof niet in die alleskunners die zich vervolgens ook nog eens presenteren als een specialist. Je bent breed en oppervlakkig of smal en specialistisch. Ik denk bij zoiets direct aan het tv-programma ‘Oorlog in de keuken’. Een restauranteigenaar in zak en as wordt geholpen door een ervaren rot in het vak. Wat is – naast personele perikelen – het eerste wat gebeurt? Juist…. De menukaart wordt danig ingekort. Er wordt focus gebracht in de dienstverlening. Vaak eenvoudiger en met veel betere kwaliteit. De chefkok ontvangt meestal stevige kritieken wanneer hij focus brengt in kaart en keuken. Maar, zodra het stof is neergedaald, leidt die focus meermaals tot mooie (financiële) resultaten. Het is goed om sterke eigenschappen in kennis en kunde extra te benadrukken. Blijf daarin wel realistisch in wie je écht bent (met wat je kunt) en wie

Slim installeren is digitalisering omarmen!

‘Slim installeren’, het klinkt heel vanzelfsprekend maar is het dat ook? We gaan er tegenwoordig gemakshalve vanuit dat alles slim is uitgewerkt. Toch blijkt er in de praktijk nog, op diverse fronten, winst te behalen. Als het gaat om slimme apparaten dan is de algemene verwachting ook dat deze veilig zijn. Maar een ‘verplichte apk’ voor een verwarmingsinstallatie is er bijvoorbeeld niet. Er is dus ook geen landelijke database waarin alle verwarmingstoestellen geregistreerd staan. Maar wat als die database er wel zou zijn? Dan wordt het mogelijk kwaliteitscontroles uit te voeren, te voldoen aan onderhoudscycli, energiegebruik te monitoren, updates door te voeren en daar waar nodig ‘product recalls’ te doen. De verwarmingstoestellen van nu zijn in staat om op afstand een onderhoudsindicatie af te geven en via een zelfdiagnose de onderhoudstijd te versnellen en te verkorten. De installateur, die toegang heeft tot deze informatie, weet vooraf welke onderhoudswerkzaamheden er uitgevoerd moeten worden én weet dus ook welke vervangende onderdelen hij daarbij nodig heeft. De installateur kan dus slim en efficiënt gebruik maken van de input die een verwarmingsinstallatie genereert. Uiteraard zal de klant toestemming moeten geven op het delen van onderhoudsinformatie- en storingsmeldingen, maar als dit cyber secured én volgens de AVG-wetgeving gerealiseerd kan worden dan is slim én veilig van grote meerwaarde. Naast onderhoud en beheer op afstand, worden tijdens het installatieproces ook diverse slimmigheden doorgevoerd. Door steeds meer gebruik te maken van slimme digitaal programmeerbare componenten kan het daadwerkelijk installeren, instellen en inregelen sneller en efficiënter. Ook monitoren

Luistervink

In een ver verleden was ik opzichter bij een waterleidingbedrijf. Ik heb destijds samengewerkt met een wel heel bijzondere fitter: Arie de Jong. Arie had een uitvinding gedaan om lekkages in waterleidingen op te sporen. Een mooi en nuttig initiatief, want dergelijke lekkages zorgen niet alleen voor waterverlies maar kunnen ook leiden tot besmettingen. Arie had op een metalen staaf en een speaker geplaatst van een, nu ouderwetse, telefoon. Hij maakte kleine gaatjes in asfalt of berm en ‘prikte’ vervolgens de ondergelegen waterleidingbuizen aan. Daarna luisterde hij of hij geruis hoorde. Soms ging hij daarvoor best ver. Hij legde doodleuk het verkeer ter plaatse stil door een hek op de weg te plaatsen. Zo kon hij beter ‘uitluisteren’. Arie was met deze uitvinding zijn tijd ver vooruit. Het was in die dagen nog bijzonder moeilijk om de exacte plaats van een lekkage te bepalen. Tegenwoordig is dat wel anders met alle elektronische lekzoekapparatuur die hiervoor beschikbaar is. Eén van de dijken die Arie onderzocht, was treffend genoeg de Lekdijk langs de Lek. Deze dijk bestaat feitelijk uit meerdere dijken. In deze dijken lagen gietijzeren hoofdwaterleidingen. De dijken ‘wandelden’ soms; ze waren in beweging, maar de leidingverbindingen konden dat niet aan. Die waren gemaakt van lood en striktouw; zo ging dat vroeger: lood en touw inkloppen met een speciale hamer. U begrijpt het: Arie was een man met een speciale toewijding voor zijn werk. Mede door zijn expertise en – niet te vergeten – zijn uitstekende gehoor wist hij destijds veel

Onhandige systemen?

Balansventilatie is bezig met een ongekende opmars. Volgens deskundigen heeft het systeem al een marktaandeel van 40%. Toch zijn niet alle experts er even enthousiast over. Zo verklaarde GGD-gezondheidsdeskundige Martin Eggens liever natuurlijke ventilatiesystemen in huizen te zien. Terecht of onterecht?

Wat zit erachter?

Uit ervaring weten we dat er na, zeg 15 jaar, in een bestaand gebouw verbazingwekkend weinig kennis meer is van de technische installaties. Na oplevering van gebouwen verdwijnen technische tekeningen ‘als sneeuw voor de zon’. En mocht een gebouw één of meerdere keren van eigenaar veranderen, dan is de ramp al helemaal niet te overzien. Kortom, vaak weet niemand na een aantal jaren nog iets van de technische invulling van een gebouw. Dat is lastig voor een installateur die bijvoorbeeld in een appartementengebouw een nieuw cv-toestel moet gaan plaatsen. Het eerste wat hij moet uitzoeken is: wat zit er achter de wand? Welk rookgasafvoersysteem is toegepast en wat betekent dit voor de renovatie van ervan in combinatie met een cv-toestelvervanging. Kan hij dit zelf of moet hij hiervoor een specialist inschakelen? Wat hem zou kunnen helpen is een ‘schoorsteenaansluitplaat’ op of bij de aansluiting in de wand, waarop hij kan zien wat hij kan tegenkomen tijdens zijn werkzaamheden. De meest essentiële informatie zou hierop moeten staan. In ieder geval de productmarkering of ‘designation string’ (de belangrijkste kenmerken) van het afvoersysteem, evenals het jaar van installatie en de maximale levensduur van het systeem. Zo is simpel na te gaan of en hoelang het systeem nog bruikbaar is, en aan welke eigenschappen het nieuw aan te sluiten cv-toestel moet voldoen. Deze en andere gedachten zijn al vormgegeven in het onlangs ontwikkelde document ‘Het nieuwe CLV-systeem’ (Hfst. 7) waarin alle kwaliteitseisen voor het installeren van rookgasafvoersystemen voor modernste (C10) cv-ketels zijn samengebracht. In

samen werken of samenwerken?

“We moeten meer en beter met elkaar samenwerken” wordt vaak gezgd. Maar wat betekent ‘samenwerken’? Volgens Van Dale: ‘met verenigde krachten werken, gemeenschappelijk aan eenzelfde taak werken. Ik betrek dit eens op de wereld van gebouwbeheersystemen (GBS). GBS wordt volgens mij toegepast om optimale functionaliteiten te leveren aan de gebruiker: technische integraties moet méér brengen dan de autonoom werkende oplossing. Dit betekent dat de slimme integratie van technieken en diensten ondersteunend zijn aan functionele doelstelling(en). Juist dit maakt GBS kennisintensief en anders dan conventionele installatietechniek. Vanuit de techniek gezien ‘knoopt’ de branche nu alles probleemloos aan elkaar. Aanbieders roepen om het hardst dat het goed integreren (= vorm van samenwerken!) van een scala aan techniek geen onderwerp van discussie meer is. Althans, dat is het algemene beeld. De harde praktijk is anders. Gebruikers ervaren toegezegde functionaliteiten nog niet als probleemloos werkend. Kortom, systeemintegratie betekent nog niet dat er (optimaal) samengewerkt wordt. GBS overstijgt techniek en vraagt om omvangrijke kennis en specialistische deskundigheid van álle betrokken partijen, inclusief klant. Functionerende GBS eist vergaande integrale samenwerking ook op procesniveau. In een GBS-project heeft iedere partij een belang en belangeloos samenwerken bestaat niet. Een integrale benadering van het gezamenlijke belang wordt zo structureel onderschat. Van samen werken, samenwerken maken. Kan dat? Ik denk van wel. Mits er bij álle partijen duidelijkheid is over de onderlinge complementaire verhoudingen en er een helder gezamenlijk belang is geformuleerd, onder realistische condities. Het vraagt een andere manier van denken, organiseren en doen. Gaan we als vastgoed-, bouw-

Bovenkarspel hakt er nog altijd in

Omdat het zo’n impact had (en heeft) op onze samenleving, sta ik nogmaals stil bij het feit dat twintig jaar geleden de grootste legionella-uitbraak ooit plaatsvond in Bovenkarspel. 32 mensen overleden en honderden werden ziek. Van de overlevenden ondervindt nog een zeer groot aantal dagelijks hinder van de besmetting. Prof. P. Speelman van het AMC ziekenhuis heeft destijds 89 personen twee jaar gevolgd. Veel mensen bleken restklachten te hebben, zoals geheugenverlies concentratiestoornis, gewrichtspijn en vermoeidheid. Recent heeft de stichting Veteranenziekte een soortgelijk, zeg maar vervolgonderzoek gedaan. Schrik niet, de cijfers zijn bijna identiek. Kortom, het hakt er nog altijd stevig in. Andries Knevel, nu ambassadeur voor de stichting, weer daarover inmiddels mee praten. Tien jaar geleden was er een herdenking in Bovenkarspel en organiseerde de stichting een groot congres in Amersfoort. Ik had destijds met mevrouw Els Borst bekokstoofd dat de oprichters van het eerste uur een onderscheiding zouden krijgen. Daar kwam nog heel wat bij kijken: goedkeuring van Hare Majesteit en geheimhoudingsplicht voor de familie en mij. Er waren ongeveer 350 mensen aanwezig, waaronder personen die dierbaren hadden verloren en slachtoffers waarvan de meesten dus met restklachten en arbeidsongeschikt. Een zeer emotionele ervaring. Gelukkig is de wetgeving en controle nu sterk verbeterd maar er liggen nog steeds grote gevaren op de loer voor een nieuwe uitbraak. Kijk de recente uitzending van Zembla naar aanleiding van twintig jaar Bovenkarspel er maar eens op terug. Installateurs kunnen aan het voorkomen van dit soort drama’s een steentje bijdragen door onder andere gebruikers

Robotisering in de techniek

Onlangs verscheen het boek Human + machine waarin Paul Daugherty en Jim Wilson de impact van robotisering en kunstmatige intelligentie schetsen. Het boek opent je ogen voor de kansen en uitdagingen van de toekomst. Meer dan 90% van het werk zal op de een of andere manier door kunstmatige intelligentie veranderen. En 15 tot 20% van het werk zal straks volledig zijn geautomatiseerd. Het World Economic Forum voegt hieraan toe dat kunstmatige intelligentie in 2025 75 miljoen banen doet verdwijnen, maar ook 133 miljoen banen creëert. Wat zeggen deze cijfers voor jou? Waar sta jij als werknemer? Wat doe je als werkgever? Het is moeilijk om op toekomstvragen precieze antwoorden te geven. Maar zeker is dat het gaat om kansen pakken. Met kunstmatige intelligentie ontstaan nieuwe werkvormen en businessmodellen. Deze bieden kansen die je moet zien te verzilveren. Voor de branche betekent dit individueel én samen investeren in scholing. Van álle medewerkers. Want de komende jaren zal elke dag voor elke werknemer veranderingen brengen. Slimme marktoplossingen zullen vragen om andere ontwerpen, andere onderhoudsvormen en andere begeleiding. Maar ook om andere interne bedrijfsprocessen. Deze veranderingen zijn geen bedreiging, maar vragen wel om actie: een leven lang ontwikkelen! Hiermee sta je open voor nieuwe manieren van werken, maar heb je ook een open vizier naar de toekomst, de bereidheid om te (blijven) bewegen en een goede basis om van je werk te genieten. Best lastig voor een MKB-bedrijf dat op zoek is naar vakmensen die de bestaande werkvoorraad moeten oppakken of dat

Monobloc in opmars

LG lanceerde dit jaar de Monobloc, een luchtgebonden warmtepomp die zonder F-gassen handelingen kan worden aangesloten. Is dit een slimme zet of zit er een addertje onder het gras? IZ voelde Roel Drenth, Sales Manager Klimaattechniek van leverancier Centercon, hierover aan de tand. “Het systeem is stekkerklaar te installeren, maar er blijven koeltechnici nodig.”

Randvoorwaarden bepalen duurzame installatietechniek

Duurzame installatietechniek was al een trend voordat het woord duurzaam een hype werd. Zeker in de wereld van de cv-toestellen is door de jaren heen enorme vooruitgang geboekt. De innovatiekracht heeft bedrijven gestimuleerd om verwarmingstoestellen door te ontwikkelen. Resultaat: een veel hoger rendement per toestel én afname van het aardgasverbruik. In 1980 was het gemiddeld verbruik per woning nog circa 3500 kuub; in 1990 was dit al de helft*! En ook nu zet die duurzame en dus innovatie-gedreven ontwikkeling door. Echter, voor duurzame installatietechniek, specifiek voor het verwarmen van de gebouwde omgeving, zijn cruciale randvoorwaarden nodig. Eén daarvan is het behoud van het bestaande aardgasleidingnetwerk. Dit netwerk kan nu al ingezet worden voor CO2-vrije – en dus duurzame – gassen en is bovendien vele malen goedkoper dan de aanleg van een compleet nieuw elektriciteitsnetwerk of de aanleg van warmtenetten. Bovendien kan het huidige netwerk ook een belangrijke rol spelen bij opslag van duurzame wind-zon stroom die is omgezet middels het power-to-gas principe. Een andere essentiële randvoorwaarde voor duurzame installatietechniek is blijven investeren in goed opgeleide en kundige installateurs. De verwarmingsinstallatie kan nog zo zuinig en duurzaam zijn, als het toestel niet goed wordt geïnstalleerd, ingeregeld en onderhouden dan heeft dat per direct een nadelig resultaat. Het instellen en inregelen bij oplevering en in stand houden van de juiste waarden is minstens zo belangrijk als enkel de juiste componenten aanschaffen. Dat is van toepassing voor een traditionele verwarmingsinstallatie maar geldt ook zeker voor een hybride verwarmingsinstallatie. Immers moet bij een hybride