Bouwverbeteraar neemt sector op de schop

afb-iJan Willem van de Groep bedacht en initieerde de Stroomversnelling en was regisseur van de Energiesprong. Beide programma’s hebben hetzelfde doel: Nederland klaarstomen voor een klimaatneutraal 2050. Dat lijkt een stip aan de horizon, maar volgens Van de Groep ligt die toekomst al binnen handbereik. Als we maar het lef hebben om de bouwsector grondig te hervormen. En daarbij ook gelijk de installatiebranche meenemen.

Pragmatisch

Van de Groep studeerde Weg- en Waterbouw en Bedrijfskunde. Al tijdens zijn tweede studie werkte hij bij een bouwbedrijf. Hij maakte vervolgens de overstap naar de woningcorporatiewereld en kwam daar in contact met het Ministerie van VROM, dat mensen zocht om het Energiesprong programma te realiseren. Uit die contacten vloeide in 2013 een nieuw initiatief voort, door Van de Groep en zijn collega’s bedacht en op poten gezet: de Stroomversnelling. Het doel: in 5 jaar tijd 111.000 oudere huurwoningen renoveren tot energieneutrale huizen. Voor alle duidelijkheid: waar de Stroomversnelling zich beperkt tot sociale huurwoningen, agendeert de Energiesprong de hele gebouwde omgeving.

Bevlogen

Van de Groep is inmiddels niet meer actief betrokken bij de Energiesprong. Het programma zal volgens planning eind dit jaar worden afgerond. De bevlogen bouwverbeteraar is nog wel op de achtergrond actief als adviseur bij de Stroomversnelling. Waar hij jaren geleden begon als regisseur en verbinder voor grootschalige maatschappelijke programma’s, werkt hij nu liever vanuit een bedrijfsmatige opzet. Vorige jaar startte hij twee bedrijven op, ARXlabs en Factory Zero, om daarmee de utiliteit en woningbouw te helpen verduurzamen. Bij ARXlabs fungeert hij als aanjager van innovatie bij toeleveranciers. “Ik breng verschillende spelers bij elkaar om nieuwe producten, componenten en dergelijke te ontwikkelen en op de markt te brengen.” Zo werkt ARXlabs nu aan een concept om scholen op klaslokaalniveau energieneutraal en gezond te maken. “Het is een all electric oplossing, waarbij we een klaslokaal in een dag renoveren tot op energieneutraal niveau, inclusief isolatie en installaties.” Factory Zero daarentegen, werpt zich op Home-Make-overs. Samen met toeleveranciers zoekt het bedrijf oplossingen om woningen tot de NOM-status op te krikken. Door risico’s te delen in een integraal samenwerkingsverband, wordt de financiële drempel om de markt op te gaan verkleind.

Uitgangspunten

De aanpak van Van de Groep stoelt op drie uitgangspunten. Hij somt ze op: “innovatie, industrialisatie en een nieuw sectormodel voor de bouw- en installatiesector.” Desgevraagd geeft hij graag de nodige verduidelijking. “Het belang van innovatie spreekt vrijwel voor zich. Om onze doelstellingen voor 2050 op een financieel verantwoorde wijze te realiseren, zijn er nieuwe producten en diensten nodig. Componenten, producten en systemen moeten bij voorkeur in een industriële omgeving worden vervaardigd. Ik trek graag de parallel met de industrie, denk aan lopende banden en robots. In een dergelijke omgeving kan je zo kostenefficiënt mogelijk kwalitatief hoogwaardige producten maken. Bovendien bespaar je zo tijd, geld en mankracht op de bouwplaats, want bouwvakkers en installateurs krijgen alleen nog te maken met plug & play oplossingen, idealiter.”

Systemintegrator

Als het nieuwe sectormodel aan de orde komt, duikt Van de Groep meer de diepte in. Al jarenlang wordt er in de bouw- en installatiewereld gesproken over het belang van de systemintegrator. De man/vrouw die verschillende spelers bij elkaar brengt, verbindingen legt en alle eindjes als het ware aan elkaar knoopt. In de opzet die Van de Groep voor ogen heeft, krijgt de componentleverancier de rol van systemintegrator. “De componentleverancier is een nieuwe rol in de sector. Deze partij is de bedenker, ontwikkelaar en aanbieder van één van de vijf grote componenten: gevel, dak, installatie, interieur of casco. Ze kunnen ook de aanbieder zijn van het totaalproduct, waarbij alle componenten zijn samengevoegd tot één concept. Daarnaast buigen ze zich niet alleen over de systematische integratie, maar duwen ze ook producten de markt op en regisseren ze op de achtergrond het klantencontact. Uiteindelijk nemen ze zelfs de eindverantwoordelijkheid voor de prestaties van een gebouw.”

Innoverend vermogen

Als we over de gehele breedte kijken naar de bouwsector, kunnen we niet anders concluderen dan dat innovatie vooral van de toeleveranciers vandaan komt. “Zij krijgen de integratie van verschillende producten tot één werkende component echter niet zelf voor elkaar. De system integrator bedenkt de basisconcepten, integreert het designgedeelte en kijkt tegelijkertijd naar de markt. Voor de integratie van de diverse componenten wordt gebruik gemaakt van systems-engineerings methodieken.”

Zorgenkindje

De laatste tijd zwelt de kritiek aan op de Stroomversnelling. Het samenwerkingsverband van bouwbedrijven, corporaties en leveranciers om meer dan honderdduizend woningen in 2020 nul-op-de-meter te krijgen is mislukt, zei recentelijk nog Wim van den Bogerd, CEO bij Klimaatgarant en Itho Daalderop én lid van de Stroomversnelling. Volgens hem zijn een gebrek aan samenwerking, te hoge kosten en targets die niet worden gehaald, daar debet aan. De motor lijkt inderdaad te haperen. Er zijn nu rond de 700-800 woningen gerenoveerd. Het programma ligt ver achter op schema, zelfs als we de 8500 woningen meenemen die in de planning zitten om te worden aangepakt. Van de Groep’s wijst in hoofdlijnen op dezelfde oorzaken als Van de Bogerd. Ook hij zegt dat de kosten verder omlaag moeten, bovendien “kan de samenwerking beter”. Daarnaast is de wetgeving pas recentelijk aangepast. Grote onzekerheidsfactor blijft natuurlijk de salderingsregeling. Om het NOM-plaatje financieel aantrekkelijk te houden is het wenselijk om deze regeling nog 20 jaar te laten voortbestaan voor projecten die nu onder handen worden genomen. Den Haag heeft echter al aangekondigd veranderingen te gaan doorvoeren in 2020. Of er dus na dat jaar nog een salderingsregeling zal zijn, is dus maar de vraag. En zo ja, welke vorm zal die dan aannemen?

Adviseur

Ook de installatie-adviseur zou in de huid van de systemintegrator kunnen kruipen, denkt Van de Groep. Met zijn markt- en vakkennis is hij in staat om toeleveranciers met elkaar in contact te brengen, proces- en productoptimalisatieprocessen in de juiste richting te sturen en zorg te dragen voor het borgen van prestaties van gebouwen. Maar, en dat geldt trouwens ook voor bouwers met dezelfde ambities, dan moet hij wel een bedrijf hebben van enige omvang.

Installateur

Blijft over de installateur. Van de Groep verwacht dat actief blijft als uitvoerder, waarbij de traditionele markt steeds meer een niche-karakter zal krijgen. Partijen als de installateur en bouwkundige aannemer zullen in toenemende mate te maken krijgen met het assembleren van plug & play oplossingen. Zeker bij nieuwbouwprojecten. Ook zullen service en onderhoud belangrijker worden (bijvoorbeeld om gebouwprestaties te borgen). Concluderend zullen de traditionele rolverdeling, het productie- en het werkproces veranderen. Het zal soms gaan schuren, maar uiteindelijk zullen de stukjes wel op hun plaats vallen en zal iedereen zijn plek vinden, denkt Van de Groep. Hij ziet de toekomst dan ook met vertrouwen tegemoet. Voor zichzelf én voor de installatiebranche •

Geef een reactie