Magnetiet, wie kent het niet? Zwarte aangekoekte ijzerdrab, die je in klonten uit de verwarming haalt. Kan je er iets aan doen als installateur? Jazeker, Wilfred de Regt en Riccardo Ruggiero riepen er zelfs een speciale Academy voor in het leven. Zo’n 15 jaar geleden hadden installateurs nog geen idee hoe ze roest en bacteriële aanslag moesten verwijderen uit radiatoren en vloerverwarming, vertelt De Regt. “Ze sloten een slang aan op het systeem en spoelden het vervolgens door met gewoon kraanwater, maar dat hielp voor geen meter.” Luchtdoorlatend “Alle warmte-afgiftesystemen zijn ten minste voor 10% luchtdoorlatend. Oude verwarmingsslangen laten sowieso meer lucht door dan hedendaagse varianten. Daarnaast zijn er nog steeds slangen in omloop die bij hogere temperaturen poreus worden. Bovendien kan er op verschillende manieren teveel zuurstof in de installatie komen. Denk maar aan lekkages of te frequent bijvullen. Als er ijzerdeeltjes losraken en in het water gaan rondzweven, leidt die zuurstof tot roestvorming. De deeltjes zakken naar het laagste punt en raken vastgekoekt aan de binnenkant van het systeem.” Zwart en roodbruin water “Magnetietvorming, te herkennen aan zwart water, is gewoon in een warmteafgiftesysteem. Uiteraard moet je wel ingrijpen, maar het probleem is relatief makkelijk te verhelpen. Het wordt pas zorgelijk als het water roodbruin gaat kleuren. Dat duidt op een hoge concentratie roest.” Bacteriële slib Naast roestvorming kan er een ander probleem optreden: slib. “Bij een hoge temperatuurinstallatie sterven de bacteriën. In een LT-systeem, zoals vloerverwarming kunnen ze daarentegen wel overleven. Geleidelijk aan ontstaat er bioslib, wat
Auteur: Ruud
Claudia Reiner klinkt heel stellig aan de telefoon. De vicevoorzitter van Uneto-VNI was nauw betrokken bij de onderhandelingen over het klimaatakkoord. Zo lovend als ze praat over warmtepompen, zo sceptisch klinkt ze als het gaat over bioketels. “Bioketels zijn geen duurzame oplossing voor de lange termijn.” Maar is haar opmerking wel terecht? Woningeigenaren kunnen nog steeds een beroep doen op subsidiepotjes voor duurzame energie als ze een pelletketel of -kachel willen aanschaffen. Maar waar in de jaren ’70 houtstook nog volop gepresenteerd werd als een duurzame verwarmingsoplossing, lijkt het klimaat langzaam maar zeker om te slaan. De uitspraak van Reiner staat dus niet op zichzelf. CO2 neutraal Hoe komt dat? Zowel in de landelijke dagbladen, als het NRC en Trouw, als in het weekblad De Groene Amsterdammer zijn de afgelopen jaren artikelen verschenen waarin een breed gezelschap aan geleerden en milieuorganisaties ageerde tegen houtstook. Ook de GGD is stellig in haar mening. Zo valt op de site van de GGD Amsterdam te lezen dat: “Houtrook ongezond is. Daarom vindt GGD Amsterdam dat het stoken van hout geheel vermeden moet worden. Zeker in een dichtbevolkt gebied als Amsterdam levert houtrook veel overlast en gezondheidsklachten op bij omwonenden. Hout stoken is niet CO2 neutraal en daarom niet duurzaam. Een houtvuur verspreidt veel meer vervuiling dan andere soorten verwarming. In huis en buiten komen door het stoken schadelijke stoffen in de lucht, ook als je geen rook ziet. Vooral bij windstil en mistig weer kan rook lang blijven hangen, tot ongeveer 400 meter
De afgelopen zomer beleefden we een recordlange hittegolf. De temperaturen kwamen op een gegeven moment nog nauwelijks onder de 25 graden Celsius. Lekker, om de vakantie bijvoorbeeld een keer in eigen land door te brengen. Lekker ook voor menig installatiebedrijf gespecialiseerd in airconditioning. Maar iets minder lekker voor degenen die in deze overhitte periode overuren moesten draaien om, misschien zelfs, een cv-ketel te vervangen in voorbereiding op de komende winterperiode. Want nu de herfst zijn intrede doet zal verwarming toch echt weer nodig zijn. Maar wie denkt (of hoopt) dat daarvoor geen nieuwe cv-ketels meer worden geïnstalleerd nu de ‘molen van de energietransitie’ volop draait, komt bedrogen uit. Weliswaar is er steeds meer aandacht voor duurzamere – lees aardgasloze – alternatieven, maar blijkt ondertussen dat vorig jaar 3% meer hr-ketels zijn verkocht dan in 2016. Dit terwijl de verkoop van warmtepompen juist afvlakt, nadat er de afgelopen jaren steeds meer van zijn verkocht. De hr-ketel domineert dus nog steeds de markt: er zijn in 2017 vijf keer zoveel hr-ketels verkocht als warmtepompen. De ketel is kennelijk nog niet op zijn retour. Vooral teleurstellend is dat het aantal plaatsingen in nieuwbouwwoningen de afgelopen jaren bleef stijgen. Juist deze woningen zijn bouwtechnisch vaak uitermate geschikt voor een warmtepomp.
Er is de afgelopen vijftien jaar veel gebeurd op het gebied van leidingwaterinstallaties. Koper is vervangen door kunststof, energieprestaties zijn aangescherpt, warmtepompen en douche-wtw’s hebben de praktijk sterk veranderd. Dat leidde onder meer tot nieuwe voorschriften. Al deze veranderingen zijn verwerkt in de nieuwe ISSO-Publicatie 30 voor het ontwerpen, aanleggen, onderhouden en beheren van leidingwaterinstallaties in woningen. Een handzaam en compleet naslagwerk dat alle betrokkenen aan de hand van de nieuwste inzichten door het traject leidt. Hoe pas ik de juiste terugstroombeveiliging toe? Waar moet ik op letten bij het afpersen van de installatie? Hoe richt ik de meterkast in als een woning op stadsverwarming is aangesloten? Hoe zorg ik voor voldoende vermogen en watervoorraad om het gewenste comfort te bereiken? Het zijn allemaal vragen waarop de ISSO-Publicatie 30 antwoorden geeft. Update was hard nodig Een update van ISSO-Publicatie 30 was hard nodig. De laatste stamde nog uit 2003. Sindsdien is er veel veranderd. Materialen en werkwijzen, voorschriften en regels. Veelal onder invloed van de aangescherpte eisen aan energieprestaties. De beperkingen aan het energiegebruik van woningen en de eisen ten aanzien van het aandeel duurzame energie hebben belangrijke gevolgen voor de inzet van warmtapwater. Duurzame technieken als warmtepompen deden hun intrede in de woning en de beschikbaarheid van warmtapwater is daarmee niet meer zo vanzelfsprekend als bij de cv-ketel. De grootte van het buffervat bepaalt in belangrijke mate het comfort en de energiezuinigheid. Bij een te klein vat zal elektrisch bijverwarmen vaker nodig zijn of komt men vaker onder een
Radiatoren vormen het zichtbare deel van de verwarmingstechniek in huis. Daarom is niet alleen de temperatuurafgifte belangrijk bij het ontwerpen van deze producten maar ook het uiterlijk en de functie ervan. Deze elementen vinden we dan ook steevast terug in badkamerradiatoren die nieuw op de markt verschijnen. Is er dan niets nieuws onder de zon. Jawel, een radiator waarachter kleding en handdoeken kunnen worden gehangen bijvoorbeeld. Of die geschikt is voor zowel hoge als lage temperaturen. Met de nieuwe Niva Bath (hoofdfoto) breekt Vasco met trend om radiatoren zo dicht mogelijk tegen de wand te plaatsen. Deze designradiator staat op 30 cm van de badkamermuur en creëert zo ruimte voor bijvoorbeeld een kledinghaak en leggers die zich volledig uit het zicht bevinden. Alleen de onderste brede legger en de telescopische roestvast stalen steun worden aan de wand bevestigd. Niva Bath is geïnspireerd op de klassieke Niva-radiator. De radiator is verkrijgbaar in 55 kleuren. De leggers zijn in zwart en wit beschikbaar. Hogere warmteafgifte Jaga heeft in haar programma designradiatoren opgenomen die geschikt zijn voor zowel hoge- áls lagetemperatuur-verwarming (LTV). De fabrikant speelt daarmee in op de overgang naar duurzamere verwarmingsmethoden. De Iguana designradiator is geïnspireerd op een kindertekening van de stralende zon. De slanke, driehoekige buizen gaan een hoekje om en garanderen veel vermogen op weinig ruimte. Van bijna alle modellen is er ook een Plus variant verkrijgbaar. Bij dit type zorgt een strakke zijplaat voor meer warmteafgifte, waardoor de watertemperatuur verder omlaag kan. De Tetra designradiator bestaat uit een
Volgens Kiwa kan waterstof in de toekomst aardgas vervangen. Het huidige gasnet zou hiervoor niet ingrijpend hoeven te veranderen. De belangenorganisatie voor cv-ketelfabrikanten steunt het plan. Maar is die overstap op waterstof, zoals KIWA en de VFK bepleiten wel echt zo duurzaam?
Centrale verwarming, het is en blijft een hot item. Klimaatakkoord, energietransitie, duurzame energie, het zijn zomaar een paar termen die het nieuws van de dag bepalen. Maar hoe én op welke manier kunnen we in de toekomst ons huis nog (verantwoord) verwarmen? De eerste en direct ook grootste winst is eenvoudig te realiseren: door radiatoren optimaal af te stellen en in te regelen valt een enorme energiebesparing te behalen. De realiteit is echter anders. In de praktijk krijgt – of neemt – de gemiddelde installateur te weinig tijd voor het installeren en inregelen van de installatie en radiatoren, want: hoge werkdruk en scherpe prijzen dus gauw door naar de volgende klant. Het kan ook anders! Gun de installateur de tijd voor het optimaal inregelen van installatie en radiatoren. Met hooguit een halve dag werk is het tiptop in orde én kan het energie besparen beginnen. Voor een gemiddeld huishouden betekent dit 20% besparen op een gemiddeld verbruik van 1400 kuub gas; vertaald naar euro’s is dat circa € 168,- op jaarbasis. Is de huidige centrale verwarming aan vervanging toe? Overweeg dan de aanschaf van een hybride-ketel. De hybride-verwarmingstoestellen van de toekomst zijn geschikt voor groene stroom en groen gas, én nu al beschikbaar. Bijkomend voordeel, naast tot 85% aardgasbesparing, is dat bij een hybride-verwarmingsoplossing alles op zijn plek blijft, dus ook de radiatoren. De zogenaamde ‘plug & play’ optie maakt een grote interne verbouwing overbodig en dat is wel zo prettig. Kortom, met een hybride-verwarmingsinstallatie blijft de rekening laag en
Een automatische kraan of doorspoelend urinoir is niet bijzonder meer. Evenals slimme verlichting, verwarming, koeling of slimme meters. En van een smart spiegel die de verkeersinformatie en inkomende e-mails laat zien tijdens het scheren kijken we ook niet meer op. Alles verbindt zich met het internet en wordt ‘slim’. ICT en IT betreden zo het speelveld van elektrotechniek en werktuigbouw. Het vraagt bij menig installateur om andere kennis. Kennis van producten, verkoop, engineering, installatie en bovenal kennis van klantprocessen. De afgelopen 15 jaar zijn de technologische ontwikkelingen razendsnel gegaan. Techniek komt steeds dichterbij. In het rapport ‘Intieme Technologie’ (Rathenau Instituut) wordt er gesproken over technologie in, over, tussen en als ons. Het laatste doelt op de komst van robots. Vandaag de dag hebben we allerlei (communicatie)technieken die ons 24/7 ondersteunen in het wonen, werken, zorgen en recreëren. Waar zijn we zonder de tablet en smartphone? Het is een vaststelling dat internet een ongelofelijke impact heeft op ons leven. Onder de veelbesproken noemer The Internet of Things is het de verwachting dat elk eindproduct op een of andere manier een ‘verbinding’ krijgt met internet. En daarmee is het tijdperk van automatisering en informatietechnologie definitief een feit. Digitaal of digitalisering wordt of is de nieuwe norm. Alles is en wordt data en is dus informatie. Het wordt voor veel branchebedrijven een uitdaging om hierin mee te bewegen vanuit sociale innovatie. Het gaat er steeds meer om waarom je iets doet in plaats van wat en hoe je het doet. Met al deze
Op het moment dat ik deze column schrijf ben ik net terug van een vaarvakantie met onze eigen boot in ons mooie Nederland. Dankzij het bijzonder warme weer was het goed vertoeven op het water. Beroepshalve weet ik maar al te goed wat een lange droge periode met een land kan doen. Maar als fervent watersporter raak je nog meer doordrongen van het feit dat we zuinig moeten zijn met en op ons water. Toch durf ik te beweren dat wij in ons land water genoeg hebben, zolang we ons oppervlaktewater maar goed managen. En dat doen we. Waterleidingbedrijven sturen bijvoorbeeld water naar gebieden waar watergebrek dreigt of verlagen de druk enigszins. Dat neemt niet weg dat we zelf ook terughoudend moeten kunnen zijn met ons watergebruik. Daarom verboden de waterschappen soms het sproeien van gewassen. Prachtig toch, zoals we het hier voor elkaar hebben. Maar niet alles gaat goed. Zo was er in Groningen ophef over de vermeende aanwezigheid van Legionella op woonarken. De watertemperatuur in de leidingen naar de schepen in het ondiepe, warme water zou zijn opgelopen tot boven de 25 graden Celsius. De bewoners werd geadviseerd om water voor gebruik te koken en vooral niet te douchen. Het bleek een een geval van ‘een storm in een glas water,’ vooral veroorzaakt door een gebrek aan goede voorlichting. Net zoals bij dat Chinese echtpaar waarvan de vrouw, ondanks verwoede pogingen, maar niet zwanger raakte. Onderzoek door de huisarts wees uit dat ze nog altijd maagd was! Soms
Onlangs verscheen in de Staatscourant het bericht dat het kabinet de Subsidieregeling Praktijkleren 2018 met 5 miljoen euro verhoogt en dat de subsidieregeling ook de komende jaren blijft bestaan. Dit is goed nieuws voor werkgevers met leerwerkplaatsen! Juist de afgelopen maanden waren er verschillende signalen dat de subsidieregeling zou worden veranderd en dat daarbij aanzienlijke bezuinigingen zouden worden doorgevoerd. Deze bezuinigingen zouden leiden tot een lagere uitkering per leerwerkplaats. En omdat de omvang van de bezuiniging pas achteraf – dat wil zeggen: na afloop van het schooljaar – duidelijk zou worden, veroorzaakte de dreigende bezuiniging veel onrust. Daarnaast ging het gerucht dat de regeling überhaupt op termijn zou gaan verdwijnen. Werkgevers- en werknemersorganisaties en het onderwijs hebben zich hier echter met succes tegen verzet! Dit is dus uw kans! Neem een kijkje op Praktijkleren-online waar u alle informatie over de regeling vindt en pak het stuur vast om meer vakmensen naar de branche te leiden. Tegelijkertijd stimuleren we onze ervaren vakmensen om ook hún belangrijke rol te blijven spelen. Dit doen we onder andere door ervaren vakmensen tot parttime docenten in het onderwijs op te leiden. Maar bijvoorbeeld ook door, samen met het onderwijs, regionaal in te zetten op instroom en bijscholing. Daarnaast ondersteunen we werkgevers bij het scholen van praktijkbegeleiders en infomeren we met de in heel Nederland plaatsvindende Praktijkopleidersdagen werknemers en werknemers over de meerwaarde van praktijkbeoordeelaars. En bovendien zijn we nu natuurlijk ook weer op weg naar de verkiezing van de Topcoach van Nederland: dé waardering voor