In mei 2015 betrokken Richard en Eveline hun nieuwe NOM-woning in Vuren. Het huis was voorzien van een dik isolatiepakket en duurzame installaties, zodat de bewoners van het gas los zouden kunnen. Is die belofte waargemaakt? IZ sprak met de bewoners en de adviseur. Vuren is een dorpje onder de rook van Gorinchem. In september 2014 begon de bouw van het nieuwe huis voor Eveline en Richard, in mei 2015 konden ze de woning betrekken. De nieuwbouw heeft een woonkamer met halfopen keuken, slaapkamer en bijkeuken annex technische ruimte op de begane grond. De eerste verdieping herbergt 4 slaapkamers en een badkamer. Wijzigingen In het originele bouwplan was dezelfde plattegrond geprojecteerd, maar voor een andere bouwkundige en installatietechnische aanpak gekozen. Toen Michel Deelen van adviesbureau IDEA echter aanschoof, werd al snel duidelijk dat er drastische wijzigingen nodig waren in het ontwerp. Belang isolatie “Ons advies is altijd om eerst de woning goed te isoleren, zodat de warmtevraag zoveel mogelijk wordt teruggebracht. Vervolgens kan je naar de beste installatietechnische oplossing gaan kijken. Dat hoeft niet per definitie een warmtepomp te zijn, zoals nu wel erg vaak wordt gezegd door een bepaalde lobby. In bepaalde gevallen is het vanuit financieel, rendement en technisch oogpunt juist slimmer om nog wel een cv-ketel te installeren.” #gaslos Richard en Eveline wilden een gasloze woning. Het liefst zelfs helemaal off-grid gaan. Michel: “We hebben geanalyseerd wat de mogelijkheden waren en wat haalbaar was. Eerst zijn de vloer, gevel en het dak geïsoleerd. De vloer heeft nu
Auteur: Ruud
Vereniging Eigen Huis luidde afgelopen jaar de noodklok. Volgens de VEH is het aantal opleverfouten met maar liefst 40% gestegen sinds de crisisjaren. Hoewel de belangenvereniging geen gedetailleerd overzicht maakt naar het soort bouwfouten, blijkt uit de aanwezige gegevens dat er ook veelvuldig installatietechnische opleveringsgebreken tussen zitten. Hoog tijd voor de branche om schoon schip te maken, aldus perswoordvoerder Hans André de la Porte. Vereniging Eigen Huis waarschuwde al nieuwbouwkopers om bij de oplevering van hun nieuwe woning scherp te letten op fouten en gebreken. In 2016 registreerden bouwkundigen van de vereniging gemiddeld 21 gebreken per woning. Dat is een stijging van maar liefst 40% ten opzichte van de crisisjaren, toen gemiddeld 15 opleveringspunten werden genoteerd. VEH onderzocht ook waar de meeste opleveringsgebreken voorkwamen. Koploper waren projecten in de gemeente Ouder-Amstel. Daar leverden bouwers woningen op met gemiddeld 37 gebreken. In hun kielzog volgden bouwers in Oegstgeest (32) en Leiden (32). Installaties De VEH geeft in haar persbericht enkele voorbeelden van veel voorkomende opleverfouten, zoals krassen in ramen, beschadigde deuren of ondeugdelijk schilderwerk. Maar niet alleen de bouwkundige aannemers of schilders laten steken vallen, ook de installatiebranche maakt fouten blijkt uit het perscommuniqué. Zo wordt er gerept over ventilatie die niet voldoet aan de regelgeving, barsten in het sanitair en te weinig contactdozen die ook nog eens op de verkeerde plek zitten. André de la Porte licht toe: “Bij ventilatie moet je vooral denken aan balansventilatiesystemen, waarvan bijvoorbeeld de in – en uitlaatopeningen op de verkeerde plek zitten. In het
De F-gassenverordening, die door de Europese Commissie al in 2014 werd aangenomen, zal op de korte termijn de markt voor koudemiddelen ingrijpend veranderen. Nu al zijn de prijsstijgingen enorm. En dat niet alleen voor de chemische koudemiddelen met een hoog GWP, ook de prijs voor koudemiddelen met een lager GWP (zoals R134 A) is het laatste jaar verdubbeld of verdrievoudigd. Wat betekent dit voor de meer dan een miljoen koelinstallaties en airconditioners in ons land die gebruik maken van koudemiddelen? Een vraag die menig installateur bezighoudt. Uitfasering Doel van de F-gassenverordening is om het gebruik van Cfk’s (fluorkoolwaterstoffen) terug te dringen. De regelgeving is erop gericht de verkoop van koudemiddelen met een hoge GWP-waarde te verminderen en te vervangen door koudemiddelen met een lage GWP-waarde. De GWP-waarde (Global Warming Potential) is de bijdrage die een gas levert aan het broeikaseffect. Het geeft het opwarmingsvermogen van een gas aan in vergelijking met CO2 (de GWP van CO2 is 1). Zo heeft bijvoorbeeld het in supermarkten veel toegepaste R-404 A een GWP-waarde van 3922 en het in veel airco’s gebruikte R 134 a een GWP-waarde van 1430. Maatregelen Om daadwerkelijk het gebruik terug te dringen, zijn een drietal maatregelen van kracht: - Productiebeperking: De totale hoeveelheid HFK-koudemiddelen die leveranciers nog mogen verkopen is vastgelegd in een quotum. Hoe hoger de GWP-waarde hoe groter het aandeel in het quotum. Het quotum wordt ieder jaar kleiner. Van 100% in 2015 naar 21% in 2030. - Gebruiksverbod: Installaties met koudemiddelen met een GWP-waarde van 2500 en hoger
In november riep een deskundige jury drie praktijkbegeleiders in de technische installatiebranche uit tot Topcoaches van het jaar 2018. Als waardering voor hun inzet om nieuw talent met passie naar hoger vakmanschap te begeleiden. Maar de echte beloning voor hun belangrijke werk zit natuurlijk in het zichtbare resultaat van hun begeleiding: enthousiaste – vooral jonge – vakmensen die de skills van de branche hebben leren verstaan en gemotiveerd zijn om zich te blijven ontwikkelen. Zij stimuleren aanstormend talent om zich in hun vak te ontplooien en uit zichzelf te halen wat erin zit. Maar dan is een veilige omgeving nodig waarbij de leerlingen hun onzekerheden kunnen omzetten in op skills gebaseerd zelfvertrouwen en plezier in hun werk. Hoe leerlingen tijdens de uitreiking van de prijs vertelden over hun vakhelden raakte me. Zij noemden hun praktijkbegeleiders: leraar, vriend, vertrouwenspersoon, rolmodel. Het maakt duidelijk hoe zeer de persoonlijke relatie van groot belang is. Oog hebben voor elkaar en leren is de succescombinatie. De waardering van leerlingen is dan ook groot. De drie winnaars maakten deel uit van een kandidatenlijst met maar liefst 750 topcoaches, die stuk voor stuk door hun leerlingen waren genomineerd. Het praktijkbegeleiderschap geeft bovendien zelfwaardering. Want wat is er nu mooier om mensen in staat te stellen in hun vak maar ook als mens te groeien? Het praktijkbegeleiderschap is in de branche een vak op zich. Een belangrijk vak, dat met de groei van de branche en de krapte op de arbeidsmarkt alleen maar belangrijker wordt. Een goede begeleider
Stadlander is een woningcorporatie met 15000 woningen in West-Brabant en Tholen. In 2016 liet de verhuurder annex eigenaar Nieuw Eeckelenbergh optrekken in Steenbergen. Het bouwblok bestaat uit 17 NOM-woningen, die levensloopbestendig zijn. Na ruim een jaar monitoren mag wel geconcludeerd worden dat het nieuwbouwproject een succes is. Met dank aan de warmtepomp. Nieuw Eeckelenbergh werd in het voorjaar van 2017 opgeleverd. Met het oog op de toekomst zijn de woningen levensloopbesteding uitgevoerd. Allereerst door ze te bouwen als nultreden woningen met brede deuren. Daarnaast zijn op de begane grond in principe alle faciliteiten beschikbaar. Bewoners hebben er een grote woonkamer met open keuken, een lichte slaapkamer en badkamer tot hun beschikking. Op de eerste verdieping heeft de huurder ook nog eens twee slaapkamers. De woningen hebben een gebruiksoppervlakte van ongeveer 105 m2. Isolatie De 17 huizen hebben een binnenwand van kalkzandsteen, een gemetseld buitenblad, en kozijnen van duurzaam geproduceerd hout met 3-laagse HR++ beglazing. Tijdens de bouw is extra aandacht besteed aan kier- en luchtdichtheid. De RC-waarde van de schil bedraagt dan ook 4,5 en van het dak 7. E-concept De bewoners mogen jaarlijks bijna 10.000 kWh aan energie gebruiken. Daarvan is 2600 bestemd voor gebouwgebonden en 2600 voor consumptief gebruik. De overige 4625 kWh gaat naar de productie van warmtapwater. Alle cijfers zijn gebaseerd op nauwkeurige berekeningen die op voorhand zijn gedaan. Bij het gebouwgebonden gebruik hield de installateur rekening met een gemiddelde bezetting van 2,5 personen. Mochten de bewoners meer stroom gebruiken dan is voorzien in hun bundels,
Vorig jaar januari zijn we in IZ uitgebreid ingegaan op de vraag of waterontharders noodzakelijk zijn voor een goede waterkwaliteit. Zowel installateurs, waterleidingsbedrijven als consumenten toonden grote belangstelling voor het twee pagina’s tellende artikel en gaven aan te stoeien met de vraag wat onthard water nu precies doet met het leidingnetwerk in de woning en met ons lichaam. Adviseur en HBO-docent Installatietechniek Ron Bosch heeft hier nader onderzoek naar verricht. Anderhalf jaar geleden konden wij de vraag naar de mogelijk gevolgen van waterontharders voor de gezondheid van consumenten nog niet beantwoorden. Het ontbrak ons aan cohortstudies, waarin grote groepen mensen vrijwillig deelnemen aan een veldonderzoek. Inmiddels zijn er betrouwbare gegevens beschikbaar, waardoor we deze en andere vragen van de installateur wel kunnen beantwoorden. Werking waterontharder De meeste waterontharders verminderen het kalkgehalte door ionenuitwisseling, maar ze kunnen ook werken op basis van omgekeerde osmose. Bij de ionenwisselaar wordt water door een cilinder met kunsthars kern geleid, waaraan het calcium en het magnesium blijven plakken. Na een aantal dagen zal de harskern verzadigd raken. Een automatisch regeneratieproces zorgt ervoor dat de kern wordt schoongemaakt. Dat gebeurt met een zoutoplossing. De vuilrestanten verdwijnen in het riool. Vervolgens begint de cyclus weer van voren af aan. Op deze wijze wordt continu hard water in zacht water omgezet. Aantasting kalk Waarom is kalk schadelijk voor leidingen, sanitair en toestellen? • Het vermindert de inwendige diameter van buizen, bochten en appendages. Dat leidt weer tot beperkingen in de waterstroming en drukverlies. • Kalkafzetting op de interne
Technologie is onlosmakelijk verbonden met ons mensen. In alle stadia van het leven. Ook wanneer er een mate van zorg nodig is. Al snel komen dan de begrippen zorgdomotica of zorgtechnologie op tafel. Functionele technologie die het primaire werkproces van de zorgprofessional efficiënter maakt. Of de zelfredzaamheid en het welzijn van de cliënt in haar zorgomstandigheid verbeterd. Meer dan eens wordt de plaats van ‘het gebouw en haar techniek’ dan vergeten. Energie, klimaat en ICT: het wordt gedegradeerd tot de basale technieken. Het is er; en daarmee basta! In het ontwikkelproces van een nieuw gebouw wordt meer dan eens de knip gezet tussen het gebouw en de gebruiker. Deze ‘knip’ blijkt een bron van discussie in demarcaties. Ook zorgt het voor onnodige investeringen in techniek. En tot slot, misschien wel het belangrijkste, de knipt draait menige innovatie de nek om. Jammer en bovenal dom. Het technisch integreren van alle techniek in en om het gebouw staat in de branche bekend als gebouwautomatisering. Het werken vanuit deze integratiegedachte is – als het goed is – niet alleen omdat het kan, maar omdat het aantoonbaar bijdraagt aan een duidelijk doel. Bijvoorbeeld besparingen door slimme monitoring, een beter beheer en onderhoud of in bedrijfseconomisch opzicht een efficiëntere exploitatie. Dit vraagt van de installateur veel kennis en kunde. Maar ook een plek waar je van elkaar kunt leren en informatie kunt delen. Zo’n plek tref je aan bij branchevereniging gebouwautomatisering. Deze branchevereniging is onderdeel van FHI in Leusden. Als federatie van technologiebranches is de
Internet of Things (IoT) staat nog in de kinderschoenen in de installatiebranche. Maar dat kan heel snel veranderen, misschien wel sneller dan u zelf denkt. ‘Moet ik daar nu ook al in meegaan’, zal menig installateur denken. U heeft het immers al zo druk. Bovendien vragen nieuwe technieken zoals warmtepompen om aanvullende kennis. Bijscholing dus, en daar ontbreekt weer (reguliere) tijd voor. Toch is het verstandig om nu alvast wat kennis bij te spijkeren op IoT-gebied. Geleidelijk aan zullen de innovaties de sector binnenstromen. “En dat heeft gevolgen voor alle installateurs. Van groot tot klein”, benadrukt Jasper Kuin, een IoT-deskundige die in deze uitgave aan het woord komt. “Cv-fabrikanten zijn al bezig met het ontwikkelen van slimme ketels. Binnen een jaar zijn die waarschijnlijk op de markt.” En dan verandert er toch wel iets. Kuin: “Als je een slimme cv-ketel installeert hoef je alleen nog maar je gezicht te laten zien als je een foutmelding krijgt. Misschien is de jaarlijkse onderhoudsbeurt dan niet meer nodig.” Kijk, dat is prettig, want dat neemt gelijk wat werkdruk weg. Maar even zo goed gaat er ook omzet verloren. Passief blijven is dus geen optie. Ook al omdat Kuin verwacht dat spelers met een andere achtergrond de installatiemarkt zullen betreden; zoals Carglass, Über en Bol.com andere branches al hebben opgeschud. Tja, daar zit u waarschijnlijk ook niet op te wachten.
Uit onderzoek van GFK komt naar voren dat de belangstelling voor het fenomeen Smart Home afneemt. En dat terwijl we van alle kanten bestookt worden met nieuwe apps, slimme sensoren en thermostaten. Klopt dit wel? We voelden Ad van Berlo, R&D Manager van Kenniscentrum Smart Homes erover aan de tand.
Er komen steeds meer slimme ventilatieproducten beschikbaar voor de installatiebranche. Ze vergemakkelijken over het algemeen het installeren, inregelen, onderhouden en de service. Een aantal voorbeelden.