Auteur: Ruud

Duurzaam ondernemen

In dit artikel leg deskundige Gerd van ‘t Hul uit wat duurzaam ondernemen betekent voor de interne bedrijfsvoering van de installateur en wat duurzaam ondernemen richting klanten inhoudt. Wat is duurzaamheid? Duurzaam ondernemen is een breed begrip. Gaat het over het voortbestaan van jouw onderneming? Over hoe gelukkig jouw team is? Over hoeveel energie je gebruikt? Over hoeveel geld je verdient? Of toch over hoeveel energie jij voor je klanten kunt besparen? Het antwoord op deze vragen is dat duurzaam ondernemen over alle aspecten van je bedrijf gaat. Het gaat over het voortbestaan van jouw bedrijf, over blije gezichten in de kantine, over energie besparen, over die laatste rooie rotcent en over jouw klanten helpen om energie te besparen. Continuïteit Zelf ben ik accountant. Bij ons gaat het, voor het eerst in jaren, sinds COVID-19 weer eens serieus over continuïteit. In goede jaren lukt het namelijk iedereen om een onderneming te starten en winstgevend te laten zijn. Maar als het minder gaat, onderscheiden de beste ondernemers zich door eerder, sneller en doeltreffender in te grijpen. En meestal ook (juist dan!) te investeren. Een matige ondernemer snijdt te laat in de kosten, moddert nog even door en stopt dan met zijn bedrijf, verkoopt het bedrijf, of gaat failliet. Hoe voorkom je dat? Het antwoord is door in te zetten op duurzaamheid. Gezondheid Een duurzame ondernemer zorgt ervoor dat zijn team zich goed voelt. Een onderneming is zo goed als het team. Duurzaam ondernemen betekent ook ervoor zorgen dat je team zich

Van dromen op papier naar doen

De installatiebranche is volop in beweging. Rapporten als RADAR, CONNECT2025 en SCENARIO2040 schetsen een veelbelovende toekomst met een toonaangevende rol voor de techniek. We zijn goed op de hoogte van wat er op onze sector afkomt en hebben de sleutel in handen bij het verduurzamen van de samenleving. Het zijn grootse visies en vergezichten over hoe we de uitdagingen van morgen tegemoet moeten treden. Maar om onze dromen tot leven te laten komen, is meer nodig dan alleen papier. Inspiratie. Uit je comfortzone. Actie en reactie. Reflectie. En dat is waar het Huis van Sarah voor mij voor staat. Met het Huis van Sarah brengen we de papieren werkelijkheid tot leven. Het is een directe vertaling van de toekomstverkenningen en de dromen die we hebben. Met dit multimediale programma dat door het land toert, willen we vakmensen van nu en van morgen inspireren. Zij maken tenslotte het verschil. Het Huis van Sarah laat je stilstaan bij de vraag: ‘wie ben ik en wat doe ik om mijn talenten in te zetten voor een betere wereld?’ Het gesprek moet gevoerd worden over wie we als branche zijn, en wie we willen zijn. We staan als branche en als individuele vakmensen voor een transitie. Welke bijdragen willen wij leveren aan maatschappelijke uitdagingen? Durven wij de handschoen op te pakken? Durven we voorop te lopen? Er is nu lef nodig om hierover het echte gesprek met elkaar aan te gaan. Dit doe je in het Huis van Sarah. Laat je prikkelen, verwonderen en

Huis van Sarah

“Ik ben Sarah, ik ben zwanger en ik zet dus een kind op de wereld die in 2040 net volwassen is. 2040, het jaar waarvoor we nu mooie plannen en rapporten hebben gemaakt om de wereld leefbaar en veilig te laten zijn. Voor mij en vooral voor mijn kind. De installatiebranche heeft grote invloed op het verduurzamen, comfortabel en veilig maken van onze woon- en werkplekken. En daarom heb ik hen en alle betrokkenen uitgenodigd.” Dit zijn de beginzinnen van het nieuwe multimediale programma speciaal voor vakmensen in de techniek dat sinds kort door Nederland reist. Huis van Sarah opent de deuren voor werkgevers en werknemers. Voor samenwerkingspartners. Voor iedereen die zich een onderdeel voelt van de opdracht een toekomstbestendige leefomgeving te creëren. Zes grote verhuiskisten met ieder een eigen kamer en verhaal. Als publiek zit je niet stil; je gaat van kist naar kist met Sarah als je persoonlijke gids. Zes verschillende invalshoeken met uitdagende vragen over de toekomst van technische installatiebranche en jouw eigen toekomst, op weg naar 2025 en verder. De Greenroom, de Sky-highroom, de Hartkamer, het Transformatorhuisje, de Wachtkamer en de Safetyroom staan klaar om de makers van de energietransitie en de digitale samenleving te ontvangen. Geen papier meer Wieteke Tichelaar van Wij Techniek is de trekker van dit programma. Zij is programmamanager Kennisontwikkeling en zoekt altijd naar nieuwe manieren om kennis over te dragen. Samen met een team van gedreven collega’s ging ze de uitdaging aan om verkenningen, rapporten en vergezichten om te zetten naar

Fijnstof

Fijnstof, we krijgen er dagelijks mee te maken. Of we nu in de stad leven of op het platteland. Gelukkig komen er steeds meer oplossingen op de markt om de schadelijke deeltjes uit de lucht te filteren. Zoals het Pure induct sys­teem van Brink Climate Systems. Fijnstof (≤PM10) is opgebouwd uit een groot aantal stoffen. Het belangrijkste onderdeel vormen stofdeeltjes die in de lucht worden gevormd uit zwaveldioxide, stikstofoxiden en ammoniak. Een tweede belangrijke bijdrage komt van elementair koolstof en organische koolstofverbindingen. We spreken van fijnstof als de maximale grootte van de deeltjes 10 micrometer bedraagt. In vaktermen ook wel afgekort tot 10 PM. Schadelijke effecten Fijnstof komt onder andere vrij bij verbrandingsprocessen met fossiele brandstoffen. Daarbij kan je bijvoorbeeld denken aan houtstook en uitlaatgassen. In Nederland overlijden jaarlijks enige duizenden mensen enkele dagen tot maanden eerder door kortdurende blootstelling aan hoge concentraties fijnstof, zegt het RIVM op haar website. Het gaat vooral om ouderen en mensen met hart-, vaat- of longaandoeningen. Langdurige blootstelling aan lagere concentraties fijnstof, zelfs beneden de Europese grenswaarden, levert ook nadelige gezondheidseffecten op. Levenslange blootstelling kan leiden tot blijvende gezondheidseffecten zoals verminderde longfunctie, verergering van luchtwegklachten en vroegtijdige sterfte aan met name luchtwegklachten en hart- en vaatziekten. Ultrafijn stof Des te kleiner de deeltjes, des te dieper ze de longen binnendringen en des te moeilijker het lichaam ze kan opruimen. Ultrafijnstof – deeltjes in de lucht die kleiner zijn dan 0,1 micrometer – zijn daardoor mogelijk nog schadelijker voor de gezondheid dan grotere deeltjes fijnstof.

Hoogwaardig hergebruik

Voor het eerst werd de circulaire economie dit jaar genoemd in de troonrede. Een lichtpuntje, maar de vraag is nu hoe we dat in de installatiesector vertalen van circulair denken naar circulair doen. Hoe wordt circulair werken het nieuwe normaal? Al jarenlang hebben we in de installatiesector de mond vol van duurzaamheid. Zeker in tijden van een energietransitie is dat heel logisch. We hebben het over zonnepanelen en warmtepompen en gebruiken afkortingen als NOM en BENG. Maar als ik dan kijk naar hoe duurzaam de materialen en systemen zijn die worden gebruikt onder het mom van duurzaamheid valt dat helaas nogal eens tegen. Tijd dus om daar wat meer aandacht aan te besteden. Voor de goede orde, het is niet zo dat er helemaal niets gebeurt in onze sector, maar iets meer kennis over wat het inhoudt, welke voorbeelden er zijn en wat je zelf direct kunt toepassen brengt je soms ook weer op nieuwe ideeën. Wat is een circulaire economie? Een bekende definitie luidt: “Een circulaire economie is een economisch systeem dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen en het behoud van natuurlijke hulpbronnen als uitgangspunt neemt”. Vrij vertaald komt dat erop neer dat alle producten die je maakt zo zijn gemaakt dat je het product lang kunt gebruiken en dat aan het einde van de levensduur alle toegepaste materialen (relatief) eenvoudig kunnen worden teruggewonnen. Op deze manier gaan geen kostbare grondstoffen verloren doordat ze worden gestort of verbrand in een “grondstoffencrematorium”, zoals architect en voorvechter van circulair bouwen

Verduurzamen

Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving zijn de kosten voor het verduurzamen van woningen veel te hoog. Zo zou uit eigen PBL-onderzoek blijken dat een eigenaar al snel 35.000 euro kwijt is en het bedrag niet terugverdient. Volgens Ivo Opstelten klopt die berekening echter niet. De Directeur van Stroomversnelling legt aan IZ uit waarom. Stroomversnelling is een vereniging van ambitieuze bouwers, toeleveranciers, corporaties, gemeentes, financiers, netbeheerders en anderen, die zich richt op de energietransitie van de gebouwde omgeving in Nederland. Sinds 2 jaar is Opstelten één van de topmannen. U kunt zich niet vinden in de conclusie van het PBL, waarom niet? “Kort door de bocht: Ze doen net alsof normale kosten voor de instandhouding van een woning het gevolg zijn van verduurzaming. Als je een woning in stand wilt houden, zal je regelmatig onderhoud moeten plegen. Van bij wijze van spreken het schilderwerk tot de opknapbeurt of vervanging van installaties. Dat brengt kosten met zich mee. Op het moment dat je kiest voor het energieneutraal maken van een woning, ga je een stap verder. Je koopt bijvoorbeeld geen nieuwe Hr-ketel, maar vervangt die door een warmtepomp. Wat het PBL doet is dan de totaalkosten berekenen van de operatie, maar dat is incorrect. Kijk je namelijk sec naar het geld dat uitgegeven wordt aan verduurzaming, dan moet je alleen de meerkosten van die warmtepomp meenemen.” Het PBL gooit dus alle kosten op één grote hoop en schaart die onder de noemer ‘verduurzaming’? “Inderdaad. Daarnaast brengt niet iedere verduurzamingsslag evenveel meerkosten

Circulair denken

Duurzaamheid is al jarenlang een topic in de installatiebranche. Toch zal het streven naar een duurzame samenleving voorlopig nog wel actueel blijven. De tijd begint bovendien te dringen. Een steeds grotere meerderheid lijkt doordrongen van de noodzaak van een duurzame samenleving. Maar wat voor de ene persoon al een flinke stap voorwaarts is, gaat voor de ander niet snel genoeg. Het varieert, zeg maar, van een paar zonnepanelen op het dak en een warmtepompje in huis tot bijvoorbeeld volledig circulair wonen en werken. Maar alles wat daar tussenin zit, kan ook duurzaam zijn. Circulair denken is misschien wel de meest ultieme manier van duurzaamheid. In deze editie van IZ staat een interessant artikel over circulariteit in de installatiebranche. Heel kort door de bocht staat dit voor het hergebruiken van alle toegepaste materialen. Maar lees vooral het artikel, dat maakt veel duidelijk. ‘Circulair werken begint met bewustwording en iets gaan doen’, zo sluit de auteur van dit artikel zijn betoog af. ‘Het geeft niet als dat in het begin maar stapje voor stapje gaat. Zo heb je tenslotte ook leren lopen.’ Wijze woorden toch?

Zwartepieten

Vroeger speelden we een kaartspelletje, Zwartepieten werd het genoemd. Hoe het exact ging is me helaas ontschoten. Ik weet wel dat als je de zwarte piet had, je deze kwijt moest zien te raken. Want wie hem aan het eind van het spel had, verloor. Op dit moment is de hele maatschappij aan het Zwartepieten, heb ik het idee. Ik word er in ieder geval regelmatig mee geconfronteerd. We monteren een apparaat en sluiten dit conform de daarvoor geldende regels aan. Die regels zijn voor de werkzaamheden doorgelezen en ter harte genomen. Het werk wordt afgerond, maar dan blijkt er een probleempje te zijn met het functioneren. Je gaat eerst zelf alles na, maar komt dan op een punt dat je vastloopt. De telefoon gepakt, en dan begint het Zwartepieten. De eerste aan de lijn kan je niet helpen, daarvoor moet je bij een collega zijn. Die komt met opmerkingen over dingen die je na moet kijken. Maar die stonden al in het boekje, dus dat was al gedaan. Dan word je doorverbonden met de service- of een andere afdeling, waar je, na een of twee keer te zijn doorgezet, bij een persoon komt die kan helpen… of niet. Uiteindelijk krijg je het hoogste orgaan van service aan de lijn, die nog een tip in huis heeft, en dan… heb je de zwarte piet weer terug, want nog steeds lukt het niet het probleem op te lossen. Een klein voorbeeld, maar wel één die op veel gevallen van toepassing is:

Kundig inregelen

Het inzetten van duurzame warmte stopt niet bij de leveringsgrens. Er is een ware zoektocht gaande naar de meest geschikte duurzame warmtebronnen als alternatief voor aardgas en dat allemaal tegen de laagste maatschappelijke kosten. Toch wordt in dit proces nog vaak vergeten dat de kwaliteit van de binneninstallatie een belangrijke rol speelt. ‘Beperk het energiegebruik door verspilling tegen te gaan’; zo luid de eerste stap van de Trias Energetica. Het reduceren van warmteverliezen in de traditionele cv-installaties met radiatoren zoals we deze sinds 1970 kennen, speelt hierbij een belangrijke rol. Het verlagen van de warmtebehoefte draagt niet alleen bij aan lagere energiekosten voor de bewoner maar heeft ook positieve effecten bij de exploitatie van een warmtenet. Het op de juiste manier benutten en verdelen van warmte zorgt voor lagere retourtemperaturen en daarmee lagere distributieverliezen in en buiten de woning. Nieuwe regelgeving Op 10 maart 2020 is het herziene Bouwbesluit gepubliceerd met daarin volop aandacht voor warmteverliezen. Nieuwe regels moeten ons gaan helpen om op een gezonde manier jaarlijks 30.000 tot 50.000 gebouwen aardgasvrij te krijgen. Het Bouwbesluit omschrijft op welke wijze nieuwe en bestaande verwarminsginstallaties adequaat moeten zijn gedimensioneerd, geïnstalleerd, ingeregeld en ook instelbaar moeten zijn. Voorkomen overcapaciteit Omdat overcapaciteit een slechte invloed heeft op het rendement geeft het herziene Bouwbesluit aandacht aan het dimensioneren van installatieonderdelen. Dit betekent dat bij het plaatsen van een nieuwe warmteopwekker rekening moet worden gehouden met de warmtebehoefte van het gebouw. Bij de overstap naar een warmtenet of een duurzame warmtepompinstallatie is het belangrijk

Duurzaamheid monitoren

Wanneer is een gebouw echt duurzaam en hoe meet je dat? Mario Boot, Project- en Service Manager bij BeNext vertelt hoe ICT-oplossingen de helpende hand kunnen bieden. Niet alleen bij de oplevering, maar ook tijdens de gehele levensfase van een gebouw. Een betoog over de waarde van Monitoring, Predictive Maintenance en trends die de toekomst gaan bepalen. We kennen het allemaal: de woningen zijn opgeleverd, de bouwkeet afgebroken, iedereen laat het project achter zich en gaat vol gas door naar de volgende uitdaging. De vraag is echter of de installaties jaren later nog naar behoren functioneren. Kloppen de aannames wel die tijdens de ontwerpfase zijn gedaan? Prestatiegaranties Het afgeven van prestatiegaranties kan een belangrijke incentive zijn om kennis op te gaan bouwen over het lange termijn functioneren van installaties. Immers, zodoende kunnen leveranciers van technische installaties valideren of er mogelijkheden zijn om de inregeling van systemen verder te optimaliseren. Bovendien hebben Woningbouwverenigingen hiermee een instrument in handen om te bepalen of de beloofde prestaties wel worden gehaald. Is dat niet het geval, dan kunnen ze overwegen om claims in dienen bij de leveranciers. In dergelijke situaties spelen aannemers en installateurs een belangrijke rol, omdat ze op basis van monitoringsdata de onderbouwing kunnen aanleveren over de mate waarin de installaties voldoen aan de verwachtingen. Monitoring Door structureel, onafhankelijk en via gecertificeerde meetapparatuur te monitoren, kunnen gegevens verzameld worden over het functioneren van de woningen. Onafhankelijkheid is belangrijk om een “Wij van Wc-eend” verhaal te voorkomen. Certificeringen, zoals bijvoorbeeld de Europese Measurement