Meer dan ooit zijn opdrachtgevers bereid om geld te steken in een goed werkend ventilatiesysteem. Dat hebben we deels te danken aan de coronapandemie. Specialisten, zoals Kouwer Installatietechniek, draaien nu topdagen, vertelt bedrijfsleider Tom Bruins. Hij was ooit automonteur. Maar altijd met dezelfde mensen werken op dezelfde plek gaat vervelen, ondervond Bruins. Door een gelukkig toeval kon hij de overstap maken naar de installatietechniek. Inmiddels is hij alweer 18 jaar werkzaam in de branche. Begintijd Je ziet Bruins bijna glimlachen achter de telefoon, als hij vertelt over die begintijd. Hoe hij nadat hij afscheid had genomen bij de garage, toevallig hoorde dat ze een monteur zochten bij Ouderdorp Service. Er was gelijk een klik en Bruins mocht de volgende dag al meelopen. Eenmaal de smaak te pakken, haalde hij zijn papieren en werkte vervolgens bij verschillende installatiebedrijven. Plezier “Een geweldig vak”, vertelt hij enthousiast aan de lijn. “Veel op weg, verschillende klanten, uitdagende klussen…” Terugkijkend vond hij de storingsdiensten nog het leukste. “Het gevoel dat je kreeg als je iemand uit de penarie kon helpen, daar kon eigenlijk niks tegenop.” Kouwer Installatietechniek Bruins groeide door en werd vorige jaar bedrijfsleider bij Kouwer Installatietechniek. Het bedrijf bestaat nu pakweg 14 jaar en telt 15 medewerkers. Met als thuisbasis Huizen opereert de installateur vooral in ‘T Gooi. Kouwer Installatietechniek biedt een breed palet aan diensten aan, van cv-ketel installaties tot elektrotechnische en dakdekkers werkzaamheden. “Het zwaartepunt ligt bij de particuliere sector en dan doel ik vooral op renovaties.” Waterstofketel Bruins volgt de
Auteur: Ruud
Het komt regelmatig voor dat gebruikers last hebben van stank. In hun woning, kantoor of op school. Vaak wordt de installateur dan ingeschakeld om de oorzaak te achterhalen. Hoe doe je dat? Twee experts uit het veld geven tips. Lino Noya Mahn is eigenaar van installatiebedrijf Noya Installatietechniek. Als installateur voert hij de meest uiteenlopende projecten uit, maar zijn hart ligt toch bij de ventilatietechniek. Wouter Wijma is directeur van Ned Air en voorzitter van Binnenklimaat Nederland. Sinds zijn aantreden probeert hij het belang van ventilatie meer tussen de oren te krijgen bij opdrachtgevers en bouwpartners. IZ sprak met beide ventilatiedeskundigen, die gezamenlijk meer dan 40 jaar ervaring hebben in de installatiebranche. Corona De coronacrisis blijft de gemoederen bezighouden. Nadat er aanvankelijk vooral aandacht was voor de overdracht van het virus via de fysieke weg, nam gaandeweg ook de belangstelling toe voor een andere, mogelijke transmissieroute: via de lucht. Dat heeft geresulteerd in “meer interesse voor ventilatie”, vertelt Wijma. “Maar helaas vloeien er vooralsnog weinig concrete opdrachten uit voort.” Wijma weet wel waaraan dat ligt: geld. “Scholen zeggen vaak geen budget te hebben en in de kantoorsector gaat men niet investeren in gebouwen als het merendeel van de zakelijke gebruikers thuis werkt.” Woningbouw Ook in de woningbouw lijken opdrachtgevers meer doordrongen te raken van het belang van goede ventilatie. “Toch hangen ze in nieuwbouwprojecten uiteindelijk vaak weer eenvoudig te installeren ventilatiesystemen op, zonder aan de kwaliteit van de lucht te denken. Men kiest voor de goedkoopste oplossingen,” vertelt Wijma. Onderhoud
‘Van (aard)gas los’ wordt niet meer als doel gezien maar als een middel. Zo ontstaat er ruimte voor meer oplossingen, van hybride warmtepomp voor bestaande bouw tot diverse varianten van de reguliere warmtepomp voor nieuwbouw. In veel gevallen uit dit zich in een lucht/water-warmtepomp gecombineerd met een gasgestookte hr cv-ketel. De taak van de installateur om het juiste totaaladvies te geven. Neem bijvoorbeeld een nieuwbouwsituatie: dankzij goede isolatie verliezen huizen geen warmte maar kan ‘ongezonde’ lucht ook niet op een natuurlijke wijze verdwijnen. Goede ventilatie is essentieel voor een gezond binnenklimaat in woningen. Daarom is het belangrijk om ook een goed ventilatiesysteem met bijbehorende ventilatiedoorvoer te installeren. De combinatie van een Systeem D met een WTW-unit is bijvoorbeeld een energiezuinige oplossing. Maar er zijn ook talloze andere oplossingen te bedenken. Is er eenmaal een ventilatiesysteem gekozen voor een project, dan moet men die afstellen op de gewenste luchthoeveelheden per ruimte. Dit kan zowel centraal in de luchtverdeelkast als via de ventielen in de afzonderlijke ruimten gebeuren. Een aantal fabrikanten heeft daarvoor speciale calculatiesoftware ontwikkeld. Daarnaast geeft bijna elke fabrikant training aan haar klanten. Uiteindelijk is de gebruiker gebaat bij een goed werkende en storingsvrije installatie. Om dit te bereiken is een goede afstemming en samenwerking tussen de installateur en de fabrikanten essentieel. Doordat elke situatie anders is moet de installateur door het goed combineren van de verschillende oplossingen en het op de juiste manier installeren, zorgdragen voor een goed werkende installatie. De fabrikant kan hieraan bijdragen door goed naar de
Data is de heilige graal van de nieuwe economie. Data is king. De technologische voortuitgang brengt ons mensen veel positiefs. Maar er is zeker ook een keerzijde. In het onderwerp Smart Systems of Internet of things komen beide kanten van de data-medaille elkaar scherp tegen. Alles om ons heen wordt smart. Slim. Intelligent. Adaptief. Wereldwijde multinationals als Cisco, Google, Apple snappen het als geen ander. Social companies als Facebook, Twitter en LinkedIn leveren het bewijs. Wie data heeft, heeft de klant. Nou ja, niet alleen het hebben van data: ook het kunnen analyseren en profilen hoort daarbij. En slimme systemen helpen hier een handje aan mee. Nieuwe verdienmodellen ontstaan. Op slimme wijze worden afnemers zelf ‘het product’ in de door henzelf afgenomen dienst. In de data-economie die ontstaat, is het een boeiende vraag: wie is eigenaar van de data? In eerste instantie ben ik geneigd te zeggen dat de ‘producent’ van data de eigenaar is. Toch wordt het anders wanneer je bij het aangaan van een nieuw energiecontract een slimme thermostaat (ter waarde van €299) cadeau krijgt. Voor wat, hoort wat. Toch? In de alsmaar voortsnellende technologische ontwikkelingen lijkt er geen plaats te zijn voor een fundamentele ethische discussie. Goede initiatieven zijn vaak druppels op een gloeiende plaat. Dat Google met NEST op geraffineerde wijze nog dieper in ons leven penetreert is marketing. De quick-wins van een lagere energienota maakt ons blind. Dat onze blauwe vriend de jaarlijkse belastingopgave al voor 90% invult, bestempelen we gemakshalve als klantvriendelijk. En dichterbij:
Een jaar geleden werden we opgeschrikt door de grootste lockdown ooit. In China ging een gebied met 36 miljoen mensen in quarantaine. Dit werd gedaan om de uitbraak van het coronavirus tegen te gaan. Nu zitten we zelf in een lockdown. Hoe kunnen we het virus onder bedwang krijgen en welke rol is daarbij weggelegd voor de ventilatiebranche? Een update. De hele wereld zoekt naar manieren om in een sneltreinvaart vaccins te ontwikkelen en de impact van het coronavirus te minimaliseren, zodat we ons normale leven weer terugkrijgen. Het virus is besmettelijk en overdraagbaar van mens tot mens. Men blijft maar herhalen dat je je handen moet wassen en afstand moet houden. Bovendien is het nu ook verplicht om mondkapjes te dragen in openbare ruimtes. Erkent men daarmee volmondig dat er een tweede besmettingsroute is via de lucht? Nou… ja en nee. Daar is de politiek het nog niet helemaal over eens. Luchtoverdracht Het virus is wel overdraagbaar op korte afstand maar niet over een lange afstand, wordt er gezegd. Maar is dit wel zo? Er zijn meerdere Spreading Events geweest waarbij besmetting door de lucht als redelijk aannemelijk kan worden beschouwd. Een grote groep van 239 wetenschapers heeft een half jaar geleden al een brandbrief gestuurd aan het WHO over de aerosolen-verspreiding. Ook een groep van 363 Canadese wetenschappers heeft in een open brief politici in eigen land opgeroepen om de aerosolen-route serieus te nemen. Het WHO en het Amerikaanse Center for Disease Control and Prevention adviseren nu dan
De ambitie om een gezond binnenklimaat te realiseren is niet nieuw. De lancering van een Binnenklimaat Label is dat wel. Bba Binnenmilieu, TVVL en Binnenklimaat Nederland hebben dit label op 9 februari jl. officieel gelanceerd. Daarmee is er een onafhankelijk keurmerk voor een gezond binnenklimaat in kantoren gekomen. Door het Binnenklimaat Label te behalen, komt een gebouw in een database die aantoont welke gebouwen aantoonbaar gezond zijn. Met het Binnenklimaat Label wordt dus in één oogopslag duidelijk hoe het met het binnenklimaat van een gebouw gesteld is. Het label geeft de eigenaar bovendien de zekerheid dat de vooraf gestelde prestatie-eisen ook daadwerkelijk behaald worden. Vergelijk het met het energielabel dat aangeeft of een apparaat energiezuinig is of juist helemaal niet. Gezond bouwen Het idee voor het Binnenklimaat Label gaat terug naar 2018 toen Binnenklimaat Nederland ging samenwerken met het Rijksvastgoedbedrijf om technische eisen voor onder andere installatie, ontwerp en realisatie op te stellen. Uitgangspunt was om het voor het Rijksvastgoedbedrijf eenvoudiger te maken om bestekken te formuleren die inzetten op een comfortabel en gezond binnenklimaat. Naast de verschillende technische eisen kwam er ook aandacht voor het beperken van energiekosten en het duurzaam beheren van gebouwen. Want gezond bouwen of renoveren is mooi, maar het is wel de bedoeling dat een gebouw ook na oplevering een gezond binnenklimaat blijft houden. Programma van Eisen Gezonde Kantoren De volgende stap was de ontwikkeling van prestatie-eisen voor gezonde kantoren. Binnenklimaat Nederland, TVVL, RVO en het Platform Duurzame Huisvesting sloegen de handen ineen en ontwikkelden
Jarenlang werd er steen en been geklaagd over het binnenklimaat van scholen. Met name het ventilatieregime bleek vaak niet op orde te zijn. Maar toen kwam 2020. Nu klagen gebruikers juist dat er ‘overgeventileerd’ wordt. Bart Advokaat, energieadviseur van Merosch legt uit wat er aan de hand is. Een docente Frans begint haar les. De scholieren zijn dik ingepakt. Ze dragen jassen, hebben fleecedekentjes over hun schoot, maar zitten nog te blauwbekken. De reden? Het is eind november, maar de ramen staan helemaal open. En tegen de kou kan zelfs geen overgedimensioneerde radiator opboksen. Hoe heeft het ooit zóver kunnen komen? Laten we even het geheugen opfrissen. De afgelopen jaren zijn er heel wat initiatieven opgetuigd om het binnenklimaat in scholen te verbeteren. Kan je er drie noemen? “Met het ‘Programma van Eisen Frisse scholen’ dat in 2008 door het RvO is ontwikkeld, was er een eerste stimulans om het binnenklimaat en ook het energiegebruik in scholen te verbeteren. Vervolgens zijn er rond 2015 in grote steden zoals Amsterdam en Rotterdam initiatieven opgetuigd om de luchtkwaliteit in bestaande scholen te verbeteren, vaak in samenwerking met de GGD. Daarnaast wil ik graag een nieuw initiatief noemen, namelijk de ‘Specifieke Uitkering Ventilatie in Scholen’. Met deze subsidie worden dezelfde doelen nagestreefd als in het PvE Frisse Scholen en bij de GGD-richtlijnen voor een goede luchtkwaliteit.” Nog even recapitulerend: waar schortte het de afgelopen decennia vaak aan bij de ventilatie van schoolgebouwen? “Voldoende luchtverversing. We kwamen bijvoorbeeld regelmatig situaties tegen waarbij de zonwering
Van oudsher kennen we allemaal de traditionele vloerverwarming die zich kenmerkt door de woorden dik en traag. En de installatie van deze dikke en trage systemen is vaak niet tijdsefficiënt toch? Zeker niet als er nog een dekvloer overheen moet. Dit moet beter, sneller en efficiënter kunnen. Uit deze innovatieve gedachten zijn onze vloerverwarmings- en koelingssystemen SpeeTile en SpeeTherm ontstaan. De nieuwe generatie verwarmingssystemen die een efficiënte installatie met een toekomstbestendig oogpunt combineert. Het SpeeTile natbouw systeem Het SpeeTile systeem van WARP Systems bezit eigenschappen die zowel voordelen voor de eindgebruiker als voor jou als installateur biedt. Zo heeft het watergedragen systeem een minimale opbouwhoogte van 15mm met een gewicht van 30kg/m² inclusief egalisatiemortel. Door de lage opbouwhoogte is deze in veel situaties geschikt en het lichte gewicht maakt dat de installatie eenvoudiger is. Verder is het unieke klik-breek-schuif systeem een professionele innovatie, waardoor vooraf meten en terplekken snijden nooit meer nodig is. Hierbij is het SpeeTile systeem ook geschikt voor wanden en plafonds. Handig voor de eindgebruiker: het SpeeTile systeem bespaard aangesloten op zowel een CV-ketel als warmtepomp energie en reageert actief en snel op warmtevraag. Het SpeeTherm droogbouw systeem Het SpeeTherm systeem van WARP Systems combineert een minimale opbouwhoogte van 15mm met isolatie, lichtgewicht en snelheid. Door het gewicht van slecht 3kg/m² is het systeem niet alleen eenvoudig te installeren, maar biedt ook mogelijkheden voor houten ondervloeren. Zelfs als deze niet stabiel maar wel vlak zijn. Het SpeeTherm systeem bestaat uit EPS platen, AluTherm lamellen voor de warmtespreiding
De energietransitie gaat niet over één oplossing. Waterstof is één van de oplossingen. Jan Wijbenga van het bedrijf Feenstra is ervan overtuigd dat waterstof ook Nederland zal veroveren. Maar het is een weg die we nog met elkaar moeten verkennen. In Uithoorn werd onlangs een proef gestart met het inzetten van waterstof in bestaande (sloop)woningen. Woningen die eerder op aardgas werden verwarmd. Met positief resultaat. Een nieuwe toekomst voor de installateur? De maandag na de Kerst spreken we Jan Wijbenga (61). “Het is even mails wegwerken na een lang weekeinde en dan nog een paar dagen vrij.” Als commercieel manager Noord-Oost is hij verantwoordelijk voor de zakelijke markt; denk aan woningcorporaties, vastgoedbeheerders, aannemers, etc. Hij is getrouwd, heeft drie volwassen kinderen en woont in Friesland. Een gedreven en energieke man met hart voor de energietransitie. Experimenteren thuis Het huis van Jan Wijbenga is een proeftuin van duurzame energietoepassingen. “Ik vind dat iedereen toegang moet hebben tot duurzame energie. Ook mensen met een kleine portemonnee. Dus ik experimenteer graag thuis. Wat is mogelijk tegen een beperkte prijs? Momenteel zet ik bijvoorbeeld in op infraroodpanelen waarmee ik gericht bepaalde ruimtes kan verwarmen. Natuurlijk is mijn huis extra geïsoleerd en liggen er voldoende zonnepanelen. Met als resultaat een nagenoeg volledige compensatie van elektra-verbruik en een sterke reductie van gasverbruik. Er is gewoon niet één oplossing voor de energietransitie. Dat is echt een illusie. We moeten met elkaar alle mogelijke opties verkennen en inzetten. We moeten experimenteren en vooruit kijken. En vergis je niet:
In Uithoorn zijn veertien sloopwoningen gereed gemaakt voor tijdelijke verwarming met waterstof. Stedin werkt hierbij samen met woningcorporatie Eigen Haard, de gemeente Uithoorn en energieconsultant DNV GL. Feenstra voert werkzaamheden aan de binneninstallatie uit en Nefit Bosch en Remeha leveren de waterstof cv-ketels. Het verwarmen van woningen met waterstof kan in de toekomst een alternatief zijn naast volledig elektrisch en warmtenetten. In Uithoorn wordt dit nu in de praktijk onderzocht. De ombouw van aardgas naar waterstof bestaat uit een aantal stappen. Het onderzoeken van bestaande gasleidingen en verbindingen zowel in de straat als in de woningen en het verwarmen van woningen met speciale waterstof cv-ketels. Stedin werkt hierbij op basis van strenge veiligheidseisen en in nauwe samenwerking met de lokale brandweer en onder toezicht van de Veiligheidsregio. Mijlpaal “In Uithoorn onderzoeken we in de praktijk hoe wij ons bestaande aardgasnet geschikt kunnen maken voor waterstof”, vertelt Marc van der Linden, CEO van Stedin. “Gedurende een aantal weken stroomt er waterstof door de gasleidingen en verwarmen we de huizen met waterstof. Zo leren we over wat een ombouw van aardgas naar waterstof precies betekent voor ons als netbeheerder en voor de partijen waarmee wij samenwerken. Dat dit nu in de praktijk gebeurt is een mijlpaal voor Stedin. Het toont aan dat we de gebouwde omgeving, met de juiste stappen en een aantal aanpassingen in ons netwerk, technisch geschikt kunnen maken voor het gebruik van duurzame gassen en waterstof in de toekomst.” Rol waterstof Vóór 2030 verwacht Stedin niet dat waterstof een