Een jaar geleden werden we opgeschrikt door de grootste lockdown ooit. In China ging een gebied met 36 miljoen mensen in quarantaine. Dit werd gedaan om de uitbraak van het coronavirus tegen te gaan. Nu zitten we zelf in een lockdown. Hoe kunnen we het virus onder bedwang krijgen en welke rol is daarbij weggelegd voor de ventilatiebranche? Een update. De hele wereld zoekt naar manieren om in een sneltreinvaart vaccins te ontwikkelen en de impact van het coronavirus te minimaliseren, zodat we ons normale leven weer terugkrijgen. Het virus is besmettelijk en overdraagbaar van mens tot mens. Men blijft maar herhalen dat je je handen moet wassen en afstand moet houden. Bovendien is het nu ook verplicht om mondkapjes te dragen in openbare ruimtes. Erkent men daarmee volmondig dat er een tweede besmettingsroute is via de lucht? Nou… ja en nee. Daar is de politiek het nog niet helemaal over eens. Luchtoverdracht Het virus is wel overdraagbaar op korte afstand maar niet over een lange afstand, wordt er gezegd. Maar is dit wel zo? Er zijn meerdere Spreading Events geweest waarbij besmetting door de lucht als redelijk aannemelijk kan worden beschouwd. Een grote groep van 239 wetenschapers heeft een half jaar geleden al een brandbrief gestuurd aan het WHO over de aerosolen-verspreiding. Ook een groep van 363 Canadese wetenschappers heeft in een open brief politici in eigen land opgeroepen om de aerosolen-route serieus te nemen. Het WHO en het Amerikaanse Center for Disease Control and Prevention adviseren nu dan
Auteur: Ruud
De ambitie om een gezond binnenklimaat te realiseren is niet nieuw. De lancering van een Binnenklimaat Label is dat wel. Bba Binnenmilieu, TVVL en Binnenklimaat Nederland hebben dit label op 9 februari jl. officieel gelanceerd. Daarmee is er een onafhankelijk keurmerk voor een gezond binnenklimaat in kantoren gekomen. Door het Binnenklimaat Label te behalen, komt een gebouw in een database die aantoont welke gebouwen aantoonbaar gezond zijn. Met het Binnenklimaat Label wordt dus in één oogopslag duidelijk hoe het met het binnenklimaat van een gebouw gesteld is. Het label geeft de eigenaar bovendien de zekerheid dat de vooraf gestelde prestatie-eisen ook daadwerkelijk behaald worden. Vergelijk het met het energielabel dat aangeeft of een apparaat energiezuinig is of juist helemaal niet. Gezond bouwen Het idee voor het Binnenklimaat Label gaat terug naar 2018 toen Binnenklimaat Nederland ging samenwerken met het Rijksvastgoedbedrijf om technische eisen voor onder andere installatie, ontwerp en realisatie op te stellen. Uitgangspunt was om het voor het Rijksvastgoedbedrijf eenvoudiger te maken om bestekken te formuleren die inzetten op een comfortabel en gezond binnenklimaat. Naast de verschillende technische eisen kwam er ook aandacht voor het beperken van energiekosten en het duurzaam beheren van gebouwen. Want gezond bouwen of renoveren is mooi, maar het is wel de bedoeling dat een gebouw ook na oplevering een gezond binnenklimaat blijft houden. Programma van Eisen Gezonde Kantoren De volgende stap was de ontwikkeling van prestatie-eisen voor gezonde kantoren. Binnenklimaat Nederland, TVVL, RVO en het Platform Duurzame Huisvesting sloegen de handen ineen en ontwikkelden
Jarenlang werd er steen en been geklaagd over het binnenklimaat van scholen. Met name het ventilatieregime bleek vaak niet op orde te zijn. Maar toen kwam 2020. Nu klagen gebruikers juist dat er ‘overgeventileerd’ wordt. Bart Advokaat, energieadviseur van Merosch legt uit wat er aan de hand is. Een docente Frans begint haar les. De scholieren zijn dik ingepakt. Ze dragen jassen, hebben fleecedekentjes over hun schoot, maar zitten nog te blauwbekken. De reden? Het is eind november, maar de ramen staan helemaal open. En tegen de kou kan zelfs geen overgedimensioneerde radiator opboksen. Hoe heeft het ooit zóver kunnen komen? Laten we even het geheugen opfrissen. De afgelopen jaren zijn er heel wat initiatieven opgetuigd om het binnenklimaat in scholen te verbeteren. Kan je er drie noemen? “Met het ‘Programma van Eisen Frisse scholen’ dat in 2008 door het RvO is ontwikkeld, was er een eerste stimulans om het binnenklimaat en ook het energiegebruik in scholen te verbeteren. Vervolgens zijn er rond 2015 in grote steden zoals Amsterdam en Rotterdam initiatieven opgetuigd om de luchtkwaliteit in bestaande scholen te verbeteren, vaak in samenwerking met de GGD. Daarnaast wil ik graag een nieuw initiatief noemen, namelijk de ‘Specifieke Uitkering Ventilatie in Scholen’. Met deze subsidie worden dezelfde doelen nagestreefd als in het PvE Frisse Scholen en bij de GGD-richtlijnen voor een goede luchtkwaliteit.” Nog even recapitulerend: waar schortte het de afgelopen decennia vaak aan bij de ventilatie van schoolgebouwen? “Voldoende luchtverversing. We kwamen bijvoorbeeld regelmatig situaties tegen waarbij de zonwering
Van oudsher kennen we allemaal de traditionele vloerverwarming die zich kenmerkt door de woorden dik en traag. En de installatie van deze dikke en trage systemen is vaak niet tijdsefficiënt toch? Zeker niet als er nog een dekvloer overheen moet. Dit moet beter, sneller en efficiënter kunnen. Uit deze innovatieve gedachten zijn onze vloerverwarmings- en koelingssystemen SpeeTile en SpeeTherm ontstaan. De nieuwe generatie verwarmingssystemen die een efficiënte installatie met een toekomstbestendig oogpunt combineert. Het SpeeTile natbouw systeem Het SpeeTile systeem van WARP Systems bezit eigenschappen die zowel voordelen voor de eindgebruiker als voor jou als installateur biedt. Zo heeft het watergedragen systeem een minimale opbouwhoogte van 15mm met een gewicht van 30kg/m² inclusief egalisatiemortel. Door de lage opbouwhoogte is deze in veel situaties geschikt en het lichte gewicht maakt dat de installatie eenvoudiger is. Verder is het unieke klik-breek-schuif systeem een professionele innovatie, waardoor vooraf meten en terplekken snijden nooit meer nodig is. Hierbij is het SpeeTile systeem ook geschikt voor wanden en plafonds. Handig voor de eindgebruiker: het SpeeTile systeem bespaard aangesloten op zowel een CV-ketel als warmtepomp energie en reageert actief en snel op warmtevraag. Het SpeeTherm droogbouw systeem Het SpeeTherm systeem van WARP Systems combineert een minimale opbouwhoogte van 15mm met isolatie, lichtgewicht en snelheid. Door het gewicht van slecht 3kg/m² is het systeem niet alleen eenvoudig te installeren, maar biedt ook mogelijkheden voor houten ondervloeren. Zelfs als deze niet stabiel maar wel vlak zijn. Het SpeeTherm systeem bestaat uit EPS platen, AluTherm lamellen voor de warmtespreiding
De energietransitie gaat niet over één oplossing. Waterstof is één van de oplossingen. Jan Wijbenga van het bedrijf Feenstra is ervan overtuigd dat waterstof ook Nederland zal veroveren. Maar het is een weg die we nog met elkaar moeten verkennen. In Uithoorn werd onlangs een proef gestart met het inzetten van waterstof in bestaande (sloop)woningen. Woningen die eerder op aardgas werden verwarmd. Met positief resultaat. Een nieuwe toekomst voor de installateur? De maandag na de Kerst spreken we Jan Wijbenga (61). “Het is even mails wegwerken na een lang weekeinde en dan nog een paar dagen vrij.” Als commercieel manager Noord-Oost is hij verantwoordelijk voor de zakelijke markt; denk aan woningcorporaties, vastgoedbeheerders, aannemers, etc. Hij is getrouwd, heeft drie volwassen kinderen en woont in Friesland. Een gedreven en energieke man met hart voor de energietransitie. Experimenteren thuis Het huis van Jan Wijbenga is een proeftuin van duurzame energietoepassingen. “Ik vind dat iedereen toegang moet hebben tot duurzame energie. Ook mensen met een kleine portemonnee. Dus ik experimenteer graag thuis. Wat is mogelijk tegen een beperkte prijs? Momenteel zet ik bijvoorbeeld in op infraroodpanelen waarmee ik gericht bepaalde ruimtes kan verwarmen. Natuurlijk is mijn huis extra geïsoleerd en liggen er voldoende zonnepanelen. Met als resultaat een nagenoeg volledige compensatie van elektra-verbruik en een sterke reductie van gasverbruik. Er is gewoon niet één oplossing voor de energietransitie. Dat is echt een illusie. We moeten met elkaar alle mogelijke opties verkennen en inzetten. We moeten experimenteren en vooruit kijken. En vergis je niet:
In Uithoorn zijn veertien sloopwoningen gereed gemaakt voor tijdelijke verwarming met waterstof. Stedin werkt hierbij samen met woningcorporatie Eigen Haard, de gemeente Uithoorn en energieconsultant DNV GL. Feenstra voert werkzaamheden aan de binneninstallatie uit en Nefit Bosch en Remeha leveren de waterstof cv-ketels. Het verwarmen van woningen met waterstof kan in de toekomst een alternatief zijn naast volledig elektrisch en warmtenetten. In Uithoorn wordt dit nu in de praktijk onderzocht. De ombouw van aardgas naar waterstof bestaat uit een aantal stappen. Het onderzoeken van bestaande gasleidingen en verbindingen zowel in de straat als in de woningen en het verwarmen van woningen met speciale waterstof cv-ketels. Stedin werkt hierbij op basis van strenge veiligheidseisen en in nauwe samenwerking met de lokale brandweer en onder toezicht van de Veiligheidsregio. Mijlpaal “In Uithoorn onderzoeken we in de praktijk hoe wij ons bestaande aardgasnet geschikt kunnen maken voor waterstof”, vertelt Marc van der Linden, CEO van Stedin. “Gedurende een aantal weken stroomt er waterstof door de gasleidingen en verwarmen we de huizen met waterstof. Zo leren we over wat een ombouw van aardgas naar waterstof precies betekent voor ons als netbeheerder en voor de partijen waarmee wij samenwerken. Dat dit nu in de praktijk gebeurt is een mijlpaal voor Stedin. Het toont aan dat we de gebouwde omgeving, met de juiste stappen en een aantal aanpassingen in ons netwerk, technisch geschikt kunnen maken voor het gebruik van duurzame gassen en waterstof in de toekomst.” Rol waterstof Vóór 2030 verwacht Stedin niet dat waterstof een
Het verduurzamen van woningcorporaties en VvE’s brengt uitdagingen met zich mee, zeker voor de bestaande bouw. Een van deze uitdagingen is het verduurzamen van de elektriciteitsvoorziening. Bij de productie van elektriciteit in Nederland komt nog altijd zeer veel CO2 vrij. Dit komt doordat de restwarmte van het productieproces vaak niet gebruikt wordt. Cheappower4U biedt hiervoor een oplossing: het plaatsen van een kleine, lokale elektriciteitscentrale waarmee eigen elektriciteit en (rest)warmte wordt opgewekt. Wat doet Cheappower4U? De missie van Cheappower4U is het helpen van haar klanten in de verduurzaming van centraal gestookte complexen. Bewoners produceren zelf hun elektriciteit en maken gebruik van de restwarmte. Dit gebeurt via het plaatsen van een warmte/krachtkoppeling (WKK) in de stookruimte. De WKK is geproduceerd door de Deense fabrikant EC Power. Qua techniek komt dit overeen met een elektriciteitscentrale, maar dan op kleine schaal. Het grote verschil met de reguliere centrale is dat door het gebruiken van de restwarmte, een veel beter rendement in de energievoorziening ontstaat. De elektriciteit wordt via de specifieke techniek verdeeld over alle woningen en kent fiscaal dezelfde regels als de opwek van zonnestroom. Cheappower4U heeft hiertoe zelf een stroomverdeler ontwikkeld; voor de WKK een unieke toepassing in Nederland. De restwarmte wordt gebruikt om het wooncomplex te verwarmen (al dan niet inclusief het tapwater). Naast het plaatsen van de techniek biedt Cheappower4U ook financiële ontzorging, door de investeringen van de installatie voor haar rekening te nemen. Ook onderhoud en technisch risico liggen volledig bij Cheappower4U. De gebruikslasten van de installatie worden gedurende de
Patrick van der Kraan is een techneut in hart en nieren. Hij zet nu als operationeel directeur Husvé Installatietechniek op de kaart. Onder andere met een fraaie klus in de gestapelde woningbouw. Van der Kraan ging na de MTS aan de slag bij een fietsenmaker. Hij had echter niet zoveel met fietsen, maar sleutelde liever aan scooters. Dat ging hem goed af. Hij werkte in het totaal 7 jaar bij zijn voormalige werkgever. Overstap Toch wrong het ergens. Naast zijn technische werkzaamheden was Van der Kraan actief betrokken bij de verkoop. “Daar had ik niet zoveel mee, het stond me ronduit tegen”, vertelt hij openhartig. Toen hij dan ook de kans kreeg om bij Husvé Installatietechniek aan de slag te gaan, greep hij die met beide handen aan. Techniek Die overstap ging hem makkelijk af, vertelt hij terugkijkend. “In beide disciplines breng je problemen in kaart en los je die op. En uiteindelijk gaat het allemaal om techniek.” Van der Kraan is inmiddels opgeklommen tot Operationeel Directeur van het Maasluise bedrijf. Husvé Installatietechniek heeft acht buitenmonteurs in dienst en twee kantoormedewerkers en draait uitstekend, maar toch het zijn onzekere tijden. Richtingenstrijd “Ik heb eigenlijk geen flauw idee welke kant we nu uiteindelijk opgaan als branche”, zegt Van der Kraan. “Iedereen heeft het wel over verduurzaming, maar dat upgraden van al die bestaande woningen is geen eenvoudige klus. In veel gevallen zijn ze zo slecht geïsoleerd, dat het financieel niet loont om er een duurzame installatie neer te zetten. Ook geen
Voor optimaal comfort van een all-electric verwarmingstoepassing is de bewoner afhankelijk van de bouwkundige details. Deze moeten goed toegepast en uitgevoerd worden door de ontwerper en installateur om zodoende comfortklachten te voorkomen. Dit vraagt de nodige kennis en kunde van zowel ontwerper als installateur. Een ander punt van aandacht is het formaat van het voorraadvat, die – afhankelijk van de gezinssituatie – al gauw een inhoud van 200-300 liter water vraagt. Als aan bovenstaande vereisten is voldaan, is het installeren van een all-electric verwarmingsoplossing een prima oplossing voor nieuwbouwhuizen. Maar daarmee ben je er qua duurzaamheid en energiebesparing nog niet. Je kunt nóg meer energie besparen door het systeem goed te laten inregelen (tot 20% besparing), toepassing van zoneregeling bij vloerverwarming (tot 10% besparing) en laten installeren van thermostatische radiatorventielen (tot 10% besparing). Deze energiebesparende opties zorgen voor maximale besparing én maximaal comfort. Toepassing van een all-electric variant in de bestaande woningbouw wordt een behoorlijke uitdaging. Het is noodzakelijk om de woning grondig te isoleren (label A niveau) anders wordt er teveel ingeleverd op zowel rendement als comfort. Voor woningen gebouwd voor 1970 is het zelfs nodig een extra schil om de woning aan te brengen. Daarnaast is het nodig om het afgiftesysteem aan te passen naar een laag-temperatuursysteem. En ook hier een groot punt van aandacht: waar wordt het voorraadvat geplaatst (rekening houdend met formaat en gewicht). Het toepassen van een all- electric verwarmingstoestel in een bestaande woning vergt een uiterst zorgvuldig ontwerp en dito uitvoering waarbij de slotsom
De installatiebranche toonde het afgelopen jaar veel innovatiedrang om de gewenste transitie naar een duurzamere samenleving te bewerkstelligen. Op die transitie sluit deze eerste uitgave van het jaar naadloos aan. Het is inmiddels duidelijk dat fossiele brandstoffen taboe zijn. 2050 is de stip aan de horizon. Dan moet de energievoorziening bijna helemaal duurzaam en CO2-neutraal zijn. Verschillende innovaties die daar op inspelen beginnen zo langzamerhand ingeburgerd te raken (wamtepompen) en andere mogelijke alternatieven worden inmiddels beproefd (waterstofketels). Welke weg zullen we uiteindelijk inslaan? Een all-electric maatschappij, waarin een belangrijke rol is weggelegd voor warmtepompen of biedt bijvoorbeeld een waterstofeconomie meer perspectief? In deze uitgave komt vooral all-electric aan bod. Wat is all-electric, wat zijn de vooruitzichten, komt all-electric wel tegemoet aan de wensen van de gebruiker? Ondertussen vergeten we de waterstof niet. Juist aan het einde van vorig jaar startte hiermee een proef, waarvan we in deze uitgave een eerste indruk geven. De verwachtingen zijn hoog gespannen. Het wordt weer een interessant jaar.